Uit de H. Schrift.
VRIJDAG 3 APRIL 18%.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA
en Ds. A. LITTOOIJ.
5e Jaargang.
No. 14.
jVEEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN DER pEREFORMEERDE J^ERKEN
IN pEELAND, OORD-BRABANT EN J_/IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
ÏIEERE is onze Koning; Hij zal ons
behoeden.
Jesaja 3322
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofl'eren en Slachtofferen? als"
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzam en is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 8 maanden f 0.85. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
'■M"
TEN DERDEN DAGE WEDEROM OPGESTAAN
VAN DE DOODEN.
Wetende, dat Christus, opge
wekt zijnde uit de dooden, niet
meer sterft; de dood heerscht
niet meer over Hem.
Rom. 9.
Christus nu en nimmermeer onderworpen
aan den dood! De dood heerscht niet meer
over Hem Hij sterft niet meer
De dood heeft dus over Hem geheerscht. Hij
is gestorven.
Door de zondede dood. Maar, geene zonde
was in Hem. Er is geen bedrog in Zynen
mond geweest. Hii was heilig,, rein, onbesmet,
afgescheiden van de zondaren.
Doch hier worden wij dan ook aanstonds ver
plaatst in het middenpunt, in het hart van Zijn
Middelaarschap.
Het behaagde den Heere hem te verbrijzelen.
Als zijne ziel zich t,ot een schuldoffer gesteld
zal hebben, zoo zal Hij zaad zien. Door zijne
kennis zal mijn knecht de rechtvaardige, velen
rechtvaardig makèn, want Hij zal hunne onge
rechtigheden dragen. Daarom zal Ik Hem een
deel geven van velen, en Hij zal de machtigen
als eenen roof deelen omdat Hij zijne ziel uit
gestort heeft in -den dood en met de overtre
ders is geteld geweest, en Hij veler zonden
gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden
heeft. Zoo spreekt 't Woord der profecie. En
de apostel herhaalt: Dien, die geen zonde ge
kend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt,
opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods
in Hem.
Ja, de dood heeft over Hem geheerscht. Hij
heeft zich naar des vaders wil onder hare heer
schappij begeven, opdat Hij de uitverkorenen
van den dood verlossen zoude en zij de aanne
ming tot kinderen verkrijgen zouden.
Zie hier het heilgeheim der plaatsbekleeding.
Zij liggen onder den toorn, onder den vloek,
onder de macht en heerschappij des doods en
moeten het leven eeuwig de-rven. Maar nu
wordt Gods Zoon zoo geheel en al één met hen,
uitgenomen de zonde, dat hun schuld op Hem
wordt geladen, dat de toorn Gods op Hem rust,
om die nu in hunne plaats te dragen en de
straf daarvoor te ondergaan.
Zoo komt Hij in de banden des doods, zijn
geheele leven, maar inzonderheid in zijn lijden
en sterven, begrafenis en nederdalingter helle.
Zijn bange klachte aan het kruis over de God
verlatenheid is de uitdrukking van de ontzet
tende vervaarnissen des doods.
Maar nu, de verrijzenis uit het graf! God
heeft hem opgewekt, de smarten des doods ont
bonden hebbende, alzoo het niet mogelijk was,
dat Hij van denzei ven dood gehouden werd.
De Christus, die met zijn Kerk één is in ster
ven en in leven. Hij sterft niet, Hij sterft nooit
meer, de dood heerscht niet meer over Hem.
En daarom zijn nu zijne uitverkorenen gerecht
vaardigd in Hem, daarom zijn zij uit den dood
overgegaan in het leven, daarom heerscht de
dood, dat isde macht der zonde niet meer
Uitgever:
K. LE CO I NT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
over hen. En de poorten der hel zullen zijne
gemeente niet overweldigen.
En, wanneer nu Christus zal geopenbaard
zyn, die hun leven is, dan zullen ook zij met
Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
Maar gaat er aan onzen Opstandingstekst nog
niet een woordje vooraf Ja, het is het woordje
wetende. Lezer, daar komt het op aan, of wij
het ook weten, dat Christus, opgewekt zijnde uit
de dooden, niet meer sterft, weten door het
geloof, het geloof der uitverkorenen Gods. Ook
aan den zondaar, zal hij deelen in de overwin
ning van den middelaar Gods en der menschen,
zal een heerlijk werk moeten geschieden. Hy zal
de stem van den zoon des menschen moeten
hooren, uit zijnen doodstaat opgewekt en Chris
tus door een oprecht geloof ingeplant moeten
worden. Dit is een werk van Christus in naam
des Vaders door den IJei'y?en Geest. Onderzoek
u zeiven of gij in den geloove zijt, beproef u
zeiven. O moge het bij aanvang of vernieu
wing tot de bede des verslagenen zondaars ko
men: Jezus! gij Zone Davids! ontferm u mij
ner. En voorts: Hij is voor de zijnen gestor
ven, opdat zij zouden leven, niet zichzelven,
maar Dien, Die voor hen is gestorven en opge
wekt.
Hulsebos.
KERK.
Wat is Gereformeerd
Op deze vraag dogmatisch in te gaan ligt
niet op den weg van wie schrijft in deze ru
briek. Maar wèl is, met het oog op tal van
moeilijkheden of beslissingen, noodig, eens de
aandacht op deze vraag te vestigen met het
oog op Artikel 53 onzer kerkenordening en ge
heel de kerkelijke rechtspraak.
Zoo vaak toch is menigeen in dezen in het
onzekere. Allerlei willekeurige maatstaf wordt
aangelegd. Bij geloofsbelijdenis, bij tuchtzaken,
bij beoordeeling van predikingen, bij kerkelijke
beslissingen en op ander gebied, blijkt meer
malen menigeen in dezen verre van vast en op
goeden grond bevoegd rechter te zijn. In groote
Kerken als Middelburg en Klundert (die tot het
'25 tal grootste behooren) wordt natuurlijk dit
bezwaar minder gevoeldmaar in de kleinere
(bijv. van 600 zielen of nog minder) kan hier
uit te meer ernstige moeilijkheid komen. Vooral,
nu vele dezer Kerken eerst sints - of na
1886 weer aan leertucht zijn gaan denken. En
nu anderzijds in verschillende bladen velerlei
dogmatische strijd wordt gevoerd.
Wat is dan Gereformeerd
"Wat a Mark zegt Maar indien a Mastricht
dan eens anders dacht?
Wat Comrie zegt Maar Brakel had een an
der gevoelen.
Wat wij vroeger geleerd hebben Maar an
deren hebben het vroeger anders geleerd.
Wat deze of gene Godzalige Broeder of Zus
ter zegt Maar ginds is er een (even Godza
lig), die het anders zegt.
Wat wijzelven er van denken Maar waarom
zou een ander het niet evengoed kunnen weten
als wij
Wat Professor X zegt? Maar Professor IJ
dan
Wie heeft nu gelijk
Dat kan alleen beslist worden door een maat
staf aan te leggen, die niet Subjectief is.
Onder de leiding des H. Geestes hebben de
Kerken hare Formulieren van Eenigheid gesteld.
En alleen zij zelve in Generale Synode onder
dezelfde Hemelsche leiding kunnen in verschil
over de opvatting daarvan beslissen.
Leerrijk in dezen is, wat „De Standaard" (over
het politiek program der antirevolutionaire partij
schrijvend waarmede wij ons hier natuurlek
in het minst niet bezighouden) in Nr. 7336 heeft
geschreven over verhouding tot en verklaring
van de Formulieren van eenigheid
„En gaat het alzoo kwalijk aan, te zeggen,
dat de opsteller in elk gegeven geval de zaak
heeft uit te maken, ovenmm houdt hot steek,
om dit recht van uitlegging duurzaam te blij
ven toekennen aan de nog in leven zijnde le
den van het toenmalige Centraal-Comité.
Immers of ze nog in leven zijn of niet, doet
natuurlijk hier niets ter zake. Stel, een hunner
had zyn opinie in geschrifte achtergelaten en
ware sinds gestorven, wat zou dan beletten,
dat zyn opinie evengoed gold als van hen die
hem overleefden? Wie den zin onzer Neder-
landsche confessie wil kennen, raadpleegt Guydo
de Bray thans in 1896 nog evengoed, als ware
hij nog in leven. Ursinus wordt nog evenzoo
voor den Heidelbergschen Catechismus gecon
sulteerd, als toen hij nog leefde.
Die exceptie vervalt dus vanzelf.
Maar toch zouden we ook zóó niet gaarne
de stelling onderschrijven, dat de heeren Kuy-
per, Wormser, Heyblom en wie te voren het
Centraal-Comité uitmaakten, en tot den gewich-
tigen stap van publicatie van dit Program over
gingen, deswege voor nu en voor altoos de ee-
nige wettige uitleggers van het Program zou
den zijn.
Met hitT r rven zou dan immers elke mo
gelijkheid, om achter de juiste uitlegging te ko
men, voor altoos vervallen en in de toekomst
het vinden van eene beslissing onmogelijk zijn.
Wel waardeeren we daarom het denkbeeld
van de Maas- en Merwebode, in zooverre er een
eeren van het recht der historie in spreekten
de redactie van dit blad heeft volkomen gelijk,
dat zij, die ten deze te beslissen hebben, altijd
wel zullen doen, met o. m. goede nota te ne
men van de beteekenis, door opsteller en in
voerders aan de woorden \an het Program
gehecht.
Dat niet te doen, ware de historie verkrach
ten, en we danken de Maas- en Merwebode, dat
ze dit politieke Wandalisme stuiten wil.
Maar hieruit volgt nog geenszins, dat een
stuk, wel door één opgesteld, maar eerst daarna
door een breede vergadering met autoriteit be
kleed, deswege voor nu en voor altoos aan de
bedoeling van den opsteller zou gebonden zyn.
Ursinus, met Olevianus, (stelde den Heidel
bergschen Catechismus op, en schreef er zelf een
breede toelichting op.
Zijn nu daarom de kerken, die dezen Cate
chismus invoerden gebonden aan elk woord,
waarmede Ursinus zelf dit Concept verklaard
heeft