VRIJDAG 13 MAART 1896. Weekblad gewijd aan de belangen der Pereformeerde JCerken in ^eeland, JJ oord-brabant en J-^imburg. Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA en Ds. A. LITTOOIJ. Uit de H. Schrift 5e Jaarsrans. N#. 1L Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE ie onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behoeden. Jesaja 3322 ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeide Heeft de HBERE kist aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren? Zie, gehoorzam en is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sim». 16:22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. JEZUS, DE GOEDE HERDER. Ik ben de goede Herder; en ik ken de mynen, en word van de mijnen gekend Joh. 10 14. Naarmate de Heere ook ten aan schouwe van de verworpenen Zijne heerlijkheid openbaart, hoe meer hun boosheid uitkomt en hunne ver harding toeneemt; maar tevens ontwikkelt en rijpt het beginsel des genadelevens door den H. Geest in het hart van Gods uitverkorenen gewerkt. En zij zien meer en meer den Christus in zijne klaarheid. Een Petrus wordt het van den Vader gegeven, in blyde verrukking uit te roepen, (waar onder de menigte velerlei oor deel over den Heere Jezus gaat): Gij zijt de Christ?ts, de Zone des levenden GodsHier spreekt het de Heere Jezus zelf uit ten aanhooren van de vijanden, die het wel verstonden, maar tot zielsverrukking en volkomen vertroosting zijner discipelen: Ik ben de goede Herder. Hy is de Leidsman, die Gods volk leiden en weiden zal. Hij geeft zijn leven voor hen, Hy voedt en verkwikt hen, Hij verlost hen van schuld, van den duivel, van alle macht en heerschap- py der zonde, Hij bewaart hen en brengt hen tot de eeuwige gelukzaligheid. Van den Vader worden zij getrokken en aan dezen Herder overgegeven. De H. Geest ontdekt en overtuigt door het Woord en onderhoudt gestaag die zalige be trekking. Hij is de goede Herder, omdat Hij alleen den waren vrede, het ware geluk, den waren rijk dom, de ware eere, het ware leven aan den verdoolden zondaar geeft. Hij is de goede Herder, omdat Hij deéénige Herder is. Geen tweede is er nevens Hem. Weê dengene, die zich in zijne plaats zou willen stellen en zich zoo tot eenen Leidsman opwerpen. Hij zelve zal bedrogen uitkomen, en die hem volgen, worden ten eenenmale misleid en ten verderve gevoerd. Doch heeft de Heere niet aan Petrus en allen, die Hij verder daartoe roept, bevolenZijne schapen te weiden? O zeker! maar dit was en is niet, opdat zy in zyne plaats zouden gaan staan, maar alleen, dat zij als zijne dienaren zouden arbeiden, van Hem zouden getuigen, op hem zouden wyzen, Zijnen last zouden volvoeren. Dieven en moor denaars zyn zy, die de zielen van den eenigen goeden Herder aftrekken en niet op Hem, als op den eenigen Verlosser wijzen. En dit is ook het eenige, ware, Go^e welbehagelyke Kerk bestuur, dat klaar en levendig doet uitkomen, dat Christus Jezus is de eenige, de goede Herder En nu schouwt die goede Herder met on feilbare gewisheid in de harten. Hij kent de zijnen. Ja, Hy weet wie Hem van den Vader gegeven zijn, nog voor dat zij het zei ven we ten. Hij moet ze toebrengen en brengt ze toe (vers 16) en dat tot de voleindiging der eeuwen toe. Zij zullen zijne stem hooren en het zal worden ééne kudde en één herder. Wie dus tot Z(jne Kerk behooren, Hij weet het met onfeil bare zekerheid, geene vergissing is hier moge- lyk. De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn. O, het baat dus niet: zich in te dringen, het baat niet een uitweüdigen schijn aan te nemen. En ook hier moet een iegelyk onzer belijden Doorgrond mij o God! En zie of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op den eeuwigen weg! Ps. 139 23a, 24. Doch ook in de harten der uitverkorenen werkt en trekt door Gods genadewerk, de band. Ik worde van de mijnen gekend. Zie hier de verzegeling door den Heiligen Geest. De ver worpenen zien Hem met het lichamelijk oog, maar kennen Hem niet, zooals de joden in de dagen zijner omwandeling. Toen en nu wordt Hij gekend in Zyn dierbare Verlossingsgestalte, gekend als de goede Herder en dat bij Gees- teslicht. Zij hooren Zijne stem. Hij heeft ons gemaakt (en niet wij) Zijn volk en de schapen Zijner weide, Ps. 100 3. Want Hij is onze God, en ie ij zijn het volk Zijner n reide, en de schapen Zijner hand. Ps. 95 7. De Heere is mijn Herder, mij zal niets ont breken. Ps. 23 1. Ja, lezer, zoo getuigt het ware geloof, maar, dat is dan ook Gods gave. Is Jezus uw Herder, is Hij voor u de goede Herder dan alleen zijt gij behouden. Zonder Hem moet gij omkomen. Oversta het toch en leer uzciven als een verlaten schaap ken nen, een schaap, dat moedwillig zijnen God verliet. En doe u de Heere den goeden Herder ken nen en Zijne stemme hooren en gehoorzamen. Hülsebos. KERK. Ernst Er zijn verschillende soorten van ernst Energieke ernst, allereerst. Die handelt. Die maar aangrijpt. Die, geslagen, niet terugwijkt. Die, overwinnende, niet verslapt. Die voortdringt, tot dat het doel bereikt is. Heerlijk voorzeker. Aan trekkelijk. Maar niet zelden machteloos om aangevangen torenbouw te voltooien. Weemoedige ernst dan. Die zich onlosmake lijk vasthecht aan liet verleden. Die het uit het oog verloren doel niet uit het hart verliezen kan. Die in de diepte der ziel martelaar is van het nooit verpoozend zelfverwijt. Die straks in zelfvertering ondergaat. Peinzende ernst. Die met nauwgezette zorg de theoretische lyn uitstippelt, binnen welke het onbuigzaam wilde leven der werkelijkheid moet worden gebogen en langs welke het moet wor den geleid. Maar die ten slotte niet bij machte is, het leven met forscbe hand te teugelen, en het met toom en gebit langs die lijn te dwingen. In elk dezer drie is veel goeds. Waar de tweede en de derde, elk hun eenzijdigheid afleggende, zich vereenigen met den eersten, kunnen zelfs reuzenwerken tot stand komenen kan geheel een volk worden omgezet. KanMaar ook slechts„Kan." Want het is nog maar menschelijk. Welken ernst dan onze Kerken behoeven in dit zoo hoogst gewichtig jaar 1896 Iets van elk dezer drie, voorzeker. Maar meer dan dit. Ernst, die weemoediglijk terugziet maar, dan ook ootmoediglijk opziende, schuldt belijdt. Ernst, die met zorg de rechte lijnen zoekt in Gods Woord, dat richtsnoer voor het leven (ook het Kerkelijk leven)maar die dan ook de bede opzendt„Verlicht mijne oogen, opdat ik aan- schouwe de wonderen Uwer* Wet. Ernst, die kloekmoediglijk handelt en doortast maar daarbij smeekt„Leid mij in Uw waar heid." En „Voer mij op een rotssteen, die mi] te hoog zou wezen." Biddemlen ernst. Meer dan menig jaar hebben onze Kerken, die ten allen tijde gebed behoeven, in dit jaar noodig eene krachtige werking van den Geest der gebeden. Zy er veel gebed om gebed. Kleine Herderskudden en groote Hei- denvelden. I. Men heeft wel eens minder goed gevonden, dat op last der generale Synode onzen Kerken door de Deputaten dezer Kerken eene oproeping is gedaan tot de dienstdoende predikanten, opdat sommigen van hen naar Java en Soemba zou den gaan. Onze Kerken hadden zelve deze Be dienaren des Woords zoo noodig. De nood was hier óók zoo groot. Nu, dit laatste was in elk geval onjuist. In het kleine stukje Jndie, dat wij bearbeiden (be ter gezegd dat wij niet geheel owbearbeid laten) wachten ons zeven of acht millioen. In al onze kerken daarentegen 350 a 400 duizend. Naar dezen maatstaf gerekend komen we dus nog al wat te kort. En dat is toch niet onbillijk. Want de ziel van een Javaan, Arabier, Chinees, Savoenees, Endehnees, of Soendanees, is toch eigenlijk evengoed onsterfelijk, en evengoed in gevaar van den eeuwigen dood, en evenveel of weinig waard als die van een Nederlander. Naar dezen billijken maatstaf zouden er dus 20 moe ten zijn in Indië tegen 1 in Nederland. Nu geeft het Handboek voor 1896 voor Nederland op 483 predikanten met al wat er nu nog bykomt aan ouderlingen, Diakenen, Onderwijzers, Cate chisanten, ervaren Christenen, Bijtellezende ge* zinnen, enz.). Naar dezen maatstaf is voor ons Indië, waar dit alles grootendeels ontbreekt, noodig 9660 arbeiders. Dan heeft men het daar eerst byna zoo goed als hier. Of, wilt gy 't omkeeren, en vragen, hoe het hier zou zijn, zoo 't bijna zoo arm ware als ginds Deel dan door 20. Dan mogen om onge veer gelijk te staan onze 687 Kerken zich eens leeren behelpen met 483/20 is 40 predikanten, wat (ruw berekend) voor eiken predikant 17 ge meenten zou aanwijzen. II. Hoevele uiterst kleine Kerken hebben onder ons een eigenBedienaar des Woords Op Soemba 2 Zendelingen voor een geheel eiland met ver schillende volken, op Midden Java (gezwTegen van een verdeeling van Batavia en Soerabaija onder wie aldaar in het Evangelie arbeiden) 1

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1896 | | pagina 1