y
Weekblad gewijd aan de belangen der
5e Jaargang.
VRIJDAG 31 JANUARI 1896.
N«. 5.
in z/eeland,
oord-brabant
jcrereformeerde
en
Be^KEN
imburg.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FEMNGA
en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de H. Schrift.
B I I E S.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behoeden.
Jesaja 3322
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren? Zie, gehoorzam en is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Saxn. 15:22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. AdvertenHën van 1—5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
DE VIJANDSGHAP VAN HET
NATUURLIJK HART.
Maar ik ken ulieden, dat gij de
liefde Gods in uzelven niet hebt.
Joh. V. 42.
Duidelijk spreekt de Heere Jezus het hier
uit, dat in het natuurlijk hart ook zelfs de
minste sprank van liefde tot God niet woont.
Al wederom zien wij hier een krachtig bewijs
van des menschen schuldige onmacht tot alle
geestelijk goed. En niet alleen dit, maar er
is ook vijandschap, volslagen vijandschap tegen
God.
De aanzienlijke Joden, de schare van pries
ters en farizeën te Jeruzalem, de tempelstad,
de hoofden en leiders en voorgangers in de
zaken van den godsdienst, openbaarden in
hunne aanraking met den Heere Jezus, niet
een hart vol ontvankelijkheid, maar wel: een
hart, geneigd God en den naaste te haten.
Overtuigend toont de Heere Jezus hun aan,
dat geen misverstand of onkunde, geen gebrek
aan historisch bewijsof dergelijke: oorzaakkunnen
zijn van hnnne Christus-verwerping, maar in
den grond alleen hun boos, bedorven, onver
beterlijk hart.
De Heere heeft door Zijne goddelijke almacht
den acht en dertig-jarigen kranke in Bethesda
te Jeruzalem genezen, en hem toegeroepen:
Ziegij zijt gezond geworden! zondig niet meer
opdat u niet wat ergers geschiede. En in plaats
dat dit nu den priester en den farizeërs tot geloof
en aanbidding van den Zone Gods zoude hebben
genoopt, wakkert dit wonder hunnen haat aan
en bejegenen zij Hem met grimmigheid. De
Sabbath is geschonden door deze weldaad, zoo
mort de geveinsdheid. En als de Heere Jezus
er op wijst, dat de Sabbath niet beteekent:
een ophouden met werken der barmhartigheid
voor God den Vader en den Zoon, zoo krijgt
de haat nieuw voedsel. Hoe durfde deze zeggen,
dat God Zijn eigen Vader was, zich zeiven Gode
even gelijk makende.
Hetgeen dient tot versterking van het door
Gods Geest gewerkt geloof, werkt bij het on
geloof juist tot meerderen haat. Zoo zien wij,
dat het Evangelie is eene reuke des levensten
leven, of eene reuke des doods ten doode. Het
Evangelie is den Jood een ergernis, den Griek
een dwaasheid, maar hun, die gelooven is het
eene kracht Gods tot zaligheid.
Wij zien, dat de Heere Jezus hier, in Johannes
V, in eene uitvoerige wederlegging treedt van
het ongeloof. Hij betoogt klaarlijk en onwe-
dersprekelijk, dat Hij de Zone Gods is. Niet,
omdat Hij dit van zichzelven getuigt, hebben
zij dit aan te nemen. Neen, maar om de godde
lijke werken, die Hij doet als de Zoon, wien
de Vader liefheeft. Opwekking ten leven en
het oordeel, dat Hem is gegeven van den
Vader, bevestigen Zijne eeuwige Godheid. Daar
ligt het getuigenis van Johannes den Dooper
aangaande Hem. Maar Hij heeft eene getuige
nis meerder, dan die van Johannes. De Vader,
die Hem gezonden heeft, die heeft zelf van
Hem getuigd. Het is het getuigenis der Schrif
ten, de Openbaring Gods! Meent niet, zegt de
Heere, dat Ik u verklagen zal bij den Vader, die u
verklaagt is Mozes, op welken gij gehoopt hebt.
Want indien gij Mozes geloofdet, zoo zoudt gij
Mij gelooven: want hij heeft van Mij geschreven.
Maar zoo gij zijne schriften niet gelooft, hoe zult
gij Mijne woorden gelooven
De vraag zou met eerbied mogen worden
gedaan: Waarom treedt de Heere in zulk eene
breedvoerige weerlegging en kenschetsing van
het ongeloof?
Wy mogen daar met eerbied o. a. dit op
antwoorden. Ie Wordt alzoo de hardigheid
en onbekeerlijkheid van elks natuurlijk hart,
duidelijk bloot gelegd. En het Woord des
Heeren voor een iegelijk onzer herhaald en
bevestigd. Voorwaar, voorwaar zeg ik u tenzij
iemand wederom geboren worde, hij kan het
Koninkrijk Gods niet zien.
2c blijkt duidelijk, dal het ongeloof „met al
zijn sophisterij en al zijn kriticisme en ge
leerdheid zich niet kan verontschuldigen. De
bewijzen voor het gezag van den Christus zijn
daar in overvloed. Hoe verlegen zal het on
geloof staan in don dag der dagen.
3e heeft de Heere hier een heerlijk onderricht
voor hen, die het geloof bezitten als Gods gave,
aan wien Hij alzoo den Zender en den Gezon
dene, den Vader en den Zoon, en den rijkdom
van genade en barmhartigheid, door den H.
Geest inniger doet kennen.
Hulsebos.
KERK.
Beilen in Drente is in opspraak.
Er zou een Ethisch predikant prediken. Kerk
voogden sloten hem echter de kerkdeur voor
zijn oogen. Hij kon er niet in, en het volk
niet. En de burgemeester, die er als hoofd
van de politie bij stond, hield zich aan het
zeggensschap van de kerkvoogden. Zij waren
beheerders van het gebouw. Aan hun wil
moest derhalve steun verleend.
Wat nu gaf aanleiding tot dit kerkelijk op
stootje
Dit verneemt men uit de Asser Courant.
De zaak was namelijk deze, dat in Beilen
de meerderheid van den kerkeraad Ethisch is,
maar de meerderheid der gemeente Modern.
Nu kwam de plaats vacant, en door die
vacature ontstond de gisting.
Toen toch wilde de kerkeraad in zijn meer
derheid een Etisch predikant beroepen, terwijl
de gemeente in haar meerderheid hiertegen was.
Kerkvoogden zeiven Modern zijnde, wierpen
zich nu als pleitbezorgers voor de gemeente
op, en zoo stond al spoedig het arme Beilen
in twee kampen gedeeld. Eenerzij ds de meer
derheid van den kerkeraad met de minderheid
der gemeente, en anderzyds de kerkvoogden
met der gemeente meerderdeel.
Heeren kerkvoogden hebben nu het optreden
van een Etisch predikant belet, op grond, dat
de kerkeraad de gemeente getrotseerd heeft,
en dat zy, kerkvoogden, alsnu geroepen wor
den voor de gemeente op te komen.
Niet wy zeggen dit, de heeren zeiven zeg
gen het.
Zij zonden aan de Asser Courant een stuk
in, waarin letterlijk dit staat:
Het is in deze gemeente van algemeene be
kendheid, dat zes leden van den tegenwoor-
digen kerkeraad, geleid en gesteund door Ds.
Heineken van Smilde, den bijbelcolporteur P.
Oepst alhier en W. E. P. Bertram te Assen
c. a. alles op haren en snaren zetten om hier
een predikant van Orthodoxe richting te kry-
gen. Van een strijd der partyen, zooals H. te
Smilde schrijft, en die in zijn ijver, een betere
zaak waardig, uitroept dat het gebeurde om
wraak schreit", is hier geen sprake.
Met uitzondering van zeer enkelen wordt
hier door de leden der Ned. Herv. Kerk een
predikant van vrijzinnige richting verlangd.
Daartoe hebben eenige honderden lidmaten
een verzoek aan den kerkeraad gericht, daartoe
hebben kervoogden en notabelen alle minne
lijke pogingen met den kerkeraad aangewend,
doch alles stuitte af op onwilligheid bij den
kerkeraad. Zelfs een voorstel van kerkvoogden
om des Zondagsavonds om de beurt predikan
ten van rechtzinnige en vrijzinnige richting
te verzoeken op te treden, kon geen ingang
vinden bij den kerkeraad, om reden de heer
Bertram te Assen de lyst van predikanten zou
voorschrijven. (Dit laatste is volgens de ver
klaring van het kerkeraadslid Aaldert Etten
aan den kerkvoogd R. Hunze in eene verga
dering uitgesproken.)
Waar alzoo alle pogingen zijn afgesprongen
om tot een minnelijk vergelijk te komen,
hebben wij ons genoodzaakt gezien te handelen
zooals wy gedaan hebben, in het volle ver
trouwen, dat de leden der Hervormde gemeente
ons gedrag zullen goedkeuren.
Is dit reeds kras, nog krasser spreekt een
stuk in dezelfde courant van den heer J. P.
Focker, die zich in dezer voege uitlaat:
Kerkvoogden en notabelen der Hervormde
gemeente van Beilen betreuren de dingen die
geschied zijn op Zondag den 17en November,
maar zij verklaren, dat zy gemeend hebben
niet anders te hebben mogen handelen en
daarom van artikel 17 2e recht op het beheer
hebben gebruik gemaaktj om op grond daarvan
het verzoek van den kerkeraad, om het kerk
gebouw des avonds, voorzien van licht en
vuur, te mogen gebruiken, te wijzen van de
hand. Tot dit gevoelen zijn zij gekomen door
de overtuiging, dat de meerderheid des kerke-
raads handelt tegen den zin der gemeente,
die zich bij adres gewend heeft tot den kerke
raad, met het besliste verzoek, om een predi
kant van Evangelische richting te beroepen,
omdat zij zich steeds onder de leiding van
verschillende mannen, die deze richting zijn
toegedaan, wèl heeft bevonden. De kerkvoogden
weten, dat de gemeente niet is ingenomen
met het besluit van den kerkeraad om des
avonds predikanten van Orthodoxe richting
te laten optreden, ja dit besluit betreurt en