Uit de H. Schrift. VRIJDAG SEPTEMBER 1S95. No. 36. ^Veekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde |Cerken Zeeland, JNioord-^fcabant en J_mmburg. Ds. i. ïïl'LSEBOS, D'. J. H. FERINGA en Ds. A. UfTOOIJ. K. LE CO INT RE if, Jaargang. IN Want de HEEEE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is cnze Koning; Hg zal ons behoeden. Jesaja 3322 VNDEK RFJ'A VIE VAN Doch Samuel zeide Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren? Zie, gehoorzam en is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 1522. Abonnement per 8 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentim van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitge er: MIDDEL! Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. LIEFDE TOT DE WET GODS. Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mensch. ROM. 7 22. Daarom, dat het bedenken des vleesches vijand schap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods nietwant het kan ook niet. In ons vorig artikel stonden wij stil by de xUgeheele verdorvenheid der menschen. Aan zich zei ven door Geeste3licht ontdekt, veroordeelt Gods wet de begeerlijkheid, den lust en de gedachte tegen eenig gebod Gods, en stelt hen verdoeme lijkverdoemelijk voor God, reeds door dien lust en die gedachte. Doch, wat hooren wij nu uit datzelfde Woord, van dienzelfden apostel, die geleerd heeft de begeerlijkheid zonde te zyn, die de volslagen onmacht van 't menschenhart ten goede zoo duidelijk heeft in het licht gesteld'? Want ik heb een vermaak in de ivct Godsnaar den in wendigen mensch. Zie, dit is nu de kracht en het werk der genade. De Heere maakt de ge vangenen los. In Christus aangezien, en met Christus vereenigd, wordt Gods kind niet alleen gerechtvaardigd, maar ook geheiligd, geheiligd, dat wil zeggen, vernieuwd en den beelde van Gods Zoon gelijkvormig gemaakt door den Hei ligen Geest, dien Christus heeft verworven en ontvangen van den Vader. Elders wordt dit door den apostel dus verklaard: Wij zijn dan met Hem (Christus) begraven, door den Doop in den dood, opdat gelijkerwijs Christus opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzoo ook ivij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. Want indien wij met Hem ee'ne plant geworden zijn in de gelijkmaking zijns doods, zoo zvllen wij het ook zijn in de gelijkmaking zijner opstanding. Dit wetendedat onze oude mensch met Hem ge kruisigd is, opdat het lichaam der zonde teniet gedaan wordeopdat wij niet meer de zonde dienen. Rom. 6 4—6. Dit is dan de kracht der genade, die zich bij den geloovige doet gevoelen, dat tegenover zijne diepe ellende van zichzelven, tot roem van Gods genade door hem mag, ja moet worden getuigdIk hefeen vermaak in de wet Gods naar den inwendigen mensch. Zoo roept de psalmist ook onder den Ouden dag reeds uit: Hoe lief heb ik uwe wet! Zij is mijne betrachting den ganschen dag! psalm 119 97. Wondere kracht der genadeHeerlyke vrucht van het volmaakte werk des Verlosseis. Liefe lijke, zalige wil Gods over zijne uitverkorenen. Hij wil de wederhoorigen bij Hern doen wonen Doch merken wij wel op, dat de apostel van dit nieuwe levensbeginsel, dit beginsel van ware liefde tot God en den naaste gewaagt in dit hoofdstuk, waarin hy handelt van den geestelijken strijd. De inwendige mensch is de geestelijke persoonlijkheid des menschen, ver nieuwd door den Heiligen Geest. En ziet hier nu, wat juist in den geestelijken strijd z?J moe ten worden ervaren en geleerd. De wederge borene moet liet, waar i ij slechts over zich zelven kan klagen, erkennen, dat er toch een werk Gods in hem is, oen geestelijk genade werk, dat strijdt en ingaat tegen de overleg gingen zijns vleesches en blijvende is, al is de macht van wereld en Satan nog zoo groot. En hoe wonder is het dan dat. terwyl uit zijn eigen bestaan niets oprijst ter eere Gods, daar toch eene geestelijke liefde eji teederheid in hem spreekt en werkt, uitgaande naar het ware beginsel van Gods heiligen wil. En dat beginsel des nieuwen levens zal ook telkens weder moeten triompheeren. De oude mensch moge zich nog vaak verheffen, reeds de kreet: Ak ellendig mensch wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods" is een teeken van het nieuwe leven, dat naar God uitgaat, en zoo straks zal de lofzang der overwinning weerklinken danke God door Christus Jezus, onzen HeereDat zijn de over winningen op de oude booze natuur, waarvan de mond-christen geen besef heeft, maar die door de kinderen Gods bij ervaring worden gekend. Dat is het dooden van den ouden mensch, het wederstaan van den booze, zoodat hij vliedt. En zoo zal ook de eindelijke overwinning worden verworven door Christus Jezus, onzen Heere. Dat vermaak in tie wtt Gods is het beginsel der eeuwige vreugde, dat eenmaal zich heerlijk zal ontplooien, als alle vijandschap en strijd zal zijn te niet gedaan. Zalige kennis van zonden! Heerlijke weg des behoudsIs zy ook reeds uw deel Moogt gij haar zoeken in den Gode welbehagelijken weg. En kent gij haar? Wordt bemoedigd in uwen strijd. Eenmaal is het ook bij u voor eeuwig Gode zij dank door onzen Heere Jezus Christus. Hulsebos. KERK. Gevaarlijke vermengingen. Voor eenige weken werd in de Amsterdam- sche Kerkbode medegedeeld, dat in Valkenburg (Limburg) een Kerkgebouw was gesticht ten dienste der vele niet-Roomsche bezoekers van het zoo overwegend Roomsche Geuldal. Lieden van de meest uiteenloopende denkwijs zouden gelyk men meende hierin nu ten minste kunnen samenwerkentegenover Rome is men het dan immers toch eens! Wèl was gewaar schuwd tegen de valsche vermengingen in het „Synodaal" Genootschap; maar men zag geen gevaar. En hoe was de uitkomst? De. van Schelven schrijft: „De Kerk kwam er. En wie treden er op? Alle predikanten, die zich aan den predikant van Gulpen opgeven en door hem daartoe verwaardigd worden. Meermalen gaat hij zelf voor, maar op zulk eene wijze, dat de geloovigen het er niet onder kunnen uithouden. Openlijk geeft hij lucht aan zijne verachting van sommige deelen des Goddelijken Woords. 't Is al voorgekomen, dat vreemdelingen onder den dienst het kerkgebouw hebben verlaten, j Zulk eene prediking stelt nu de Herv. Kerk tegenover Rome". De schrijver van deze mededeeling voegt er eene vermaning voor zijne lezers aan toe om toch niet naar genoemde Kerk in Valkenburg te gaan. En dat zeer terecht. Beter is, dat Rome de Protestanten voor verdeeld houdt dan voor ongeloovig. Wat moet Rome van het Protestantisme denken, wanneer zich het grofste ongeloof dien naam wederrechtelijk toeeigent, zonder dat van Protestantsche zijde zich hier tegen eenig protest doet vernemen. Het heeft ons verblijd, dat eenmaal niet minder dan veer tien ware Protestanten tegelijk van hun plaat sen opgestaan en uit het Kerkgebouw heengegaan zyn in protest tegen zulk sc/^'w-Protestantisme. Rome heeft er uit kunnen zien, dat er «nder scheid is tusschen vrijheid van geweten en vrijdenkerij, en dat er Bijbelsche en biddende Protestanten zijn. 't Is echter leerrijk, te vernemen, hoe het in niet-gereformeerde kringen nog steeds den ouden gang gaat. Alleen wat matter, trager, en dor der, dan voorheen. Samenwerken op louter negatieven grondslag tot een niet welbelijnd doel. En straks de ervaring, dat men het ongeloof in de hand gewerkt heeft zonder dit te* weten of te willen. Samenwerken met „goed- gezinden" in den ruimsten (maar dan ook zwaksten) zin van het woord. Hn te laat be seffen, dat het met zoodanig samenwerken gaat als met de kringen rondom een in het water geworpen steente weten dat de wijdste kring ook de flauwste is. Een zich beroemen in „ruimheid" en „mildheid" en straks verlegen staan bij de ontdekking, dat men den Christus heeft laten naar buiten dringen in de drukte der gulle ontvangst aan zijn verkapte of open lijke tegenstanders bereid. Het „Synodale" Genootschap is overal en ten allen tijde gevaarlijk. Dat kan niet anders, want hot is steeds onbetrouwbaar. Niet uit moedwillige boosheid. Maar uit innerlijke ver dorvenheid. Het is principieel onwaar, ook al doet het zich te eeniger tijd of plaats waarheid lievend voor. Het heeft geen belijdenis; want de leer van belyders en bestrijders samen moet er in nagisten. Het heeft geen overtuiging, want de wisselende stemming van de meer derheid beslist er. Het heeft geen belofte Gods voor den ambtelijken dienst; want personen zonder lastbrieven komen in zijn vergaderingen in plaats van vertegenwoordigers van Kerken. Al naar de meeste stemmen begeeren, is het antinomiaansch of perfectionistisch, kerkelijk, regeeringloos of hiërarchiek, bijna Gereformeerd of Godloochend, Spiritistisch of Materialistisch, geloovig of half geloovig, of Modern. En dat zou nu tegen Rome moeten bestand zijn! Och, laat men die inbeelding toch varen laten! Rome wint en lacht daar slechts byTegenover het bijgeloof kan niet het ongeloof maar alleen het geloof de overwinning behalen. En het eind van zoo gevaarlijke vermenging is, dat ongeloof en bijgeloof veld winnen en den buit der licht- geloovigcn al spottende samen deelen. Men late toch dat „Synodaal" Genootschap, dat door zijn leervrijheid zoo ellendig geworden is, los! Men ga met de Kerken der reformatie op den weg der belijders!

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1895 | | pagina 1