A1) V ,1RTENTIËN.
„John Darby en zijn leer."
iiachclkolcn iu lossing,
H. Landbouwers!
Te koop tegen Fabrieksprijs:
Verantwoording van Liefdegaven.
INGEZONDEN STUKKEN.
CORRESPONDENTIE.
Chr. Jongel.-Vereeniging Sjir. 23: 23a.
te MIDDELBURG.
Ds K F ERIN HOUT,
A. MEEUWSË, OostkerkjM».
J. M, VAN LUUK.
en Jonged. werden onderscheidene nuttige
samenspraken en recitatie's ten beste gegeven,
zoodat elk bij het eindo voldaan huiswaarts
keerde.
Namens de Chr. Jonged. Vereen. Dorcas"
en de Jongel. Vereen. „Obadja".
Oud-Vosmeer, 6 Maart, '95.
Officiëele Berichten.
Werkendam en de Werken B.
J.l. Zondag mochten wij opnieuw in de blij
ken van Gods gunste deelen, daar onze geliefde
Leeraar, Ds. H. Teerink, de gemeente liefelijk
verraste, dat ZijnEerw. voor de roeping naar
Breukelen bedankte, waarop de gemeente de
zegenbede uit Psalm 134: 3 aanhief.
Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk B.
H. GAIJ. Scriba.
Ondergeteekende kan de volgende week geen
Catechisatiën houden, alleen „de afzondering"
zal, zoowel voor jongens als meisjes, ditmaal
gehouden worden Vrijdagavond ten 7 ure.
J. D. v. d. Velden,
V. D. M.
Door den boekh. der K. Kas in dank ont
vangen, uit de collecte 3 Maart een muntbiljet
flO,—f5,- voor de plaats, f5,— voorde
armen, voor Diakon. Hulpbet. f0,30.
Door gecommitteerden in dank ontvangen voor
de Zending, door Br. C. H. DE WAGEMAKER,
van N.N. f 0,50 en ruim 1100 gebruikte post
zegels.
J. v. Aartsen, Penningm.
Vlissingen B. In dank ontvangen: voor de
weezen f 1,—een dankoffer voor de kerk
omdat onze geachte leeraar in ons midden blijft
f 1,idem fl, Buitengewone gift voor het
tekort der kerkel. kas wegens het blijven van
onzen geachten leeraar f2.50, idem voor de
armen f2.50. Nog ontvangen voor de kerk
f2,50, en voor 's Heeren Loo f0.25.
Namens den Kerkeraad,
H. Guillaume, Scriba.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik u vriendelijk verzoeken onderstaande
regelen in de eerstkomende Kerkbode te plaat
sen.
In het nommer van 15 Febr. stond een inge
zonden stuk met het opschrift „een kleine vos."
Ik las dat even na en bemerkte dat het over
eene doopsbediening was, en aan het einde er
aan toegevoegd een kleine vos die schaad.
Aanstonds dacht ik, als de wijngaardenier eene
flinke hooge heining met een goed gesloten
poort om zijn wijngaard maakte en zag dat
geen enkel gat daarin overbleef waar een kleine
vos kon door kruipen zou er dan niet veel schade
worde voorkomen? m. a. w. om nu maar bij
die doopsbediening te blijven. De Kerkeraad
zorgt, dat de doop vaders bij de aangifte van
hunne kinderen goed worden ingelicht i e de
doopsbediening geschiede, beter nog de Kerke
raad make tot regel de wijze van doopen zoo
als 1.1. Zondag is geschied, dan mogen er nog
kleine vossen komen die schaden, de Kerkeraad
gaat dan vrij uit.
En wat nu die doop vader aangaat was hij
verlegen met ziin figuur? Dacht hij ik wordt
heimelijk uitgelachen om mijn flater? Naar ik
uit goede bron heb vernomen is geen van beide
het geval. Wel heeft de man beleden acht ja
ren geleden de zelfde congestie te hebben ge
had, van confusie geen sprake. Zou het dus
niet beter geweest zijn, dat den inzender zich
eerst goed op do hoogte van de zaak had ge
steld en gedacht had, een daglooner bezit ook
eergevoel en is niet gaarne voor het publiek
ten toon gesteld? Bovendien wat is het noo-
dig. iets dat in engen kring gebeurd dagen
daarna nog van de daken te prediken? Ik raad
den inzender aan indien zulks weer mogt voor
vallen of iets dergelijks dat op echt Gerefor
meerde wijze met den mantel der liefde te
bedekken. Want voorwaar zulk een schrijver
schaad nog meer dan kleine vossen.
U Mijnheer de Redacteur dankzeggend voor
de plaatsing noem ik mij
Hoogachtend,
Uw Dienstw. Dienaar
H. SCHIPPERS.
Fijnaart, Feb. 1895.
Hooggeachte Redactie.
Eenige weken geleden, zijn er in uw geacht
blad enkele ingezonden stukken betreffende de
verkeerde gewoonte, die hier gevolgd wordt in
den omgang tusschen Jongelingen en Jonge doch
ters voorgekomen, welke ik met veel genoegen
gelezen heb.
Gaarne had ik vroeger mijne gedachten hier
over uitgesproken, doch schuchterheid weerhield
mij, daar ik de stille hoop koesterde, dat eene
meer bevoegde hand mijne gewaarwordingen
zou weergeven.
Nu dit echter niet gebeurd is, gevoel ik mij
gedrongen, U een klein plaatsje in Uw blad te
verzoeken, opdat ik zoo kort mogelijk de ge
voelens, welke onder het lezen dier stukken
bij mij opkwamen in woorden uitkan drukken.
Want, als ik toch las, hoe de verstandhouding
is tusschen de Jongelieden onderling, maar
ook tusschen hen en hunne ouders, kon ik de
vragen niet onderdrukken: „Is ook dit weer
geen verschijnsel als vrucht uit de doopersche
wortel?
Is ook dit geen gevolg van de doopersche
levensopvatting, die reeds zoovele offers van
ons volk heeft geeischt?
't Is immers de doopersche vroomheid, die
het niet erkent, dat zoowel het natuurlijke als
het geestelijke leven moet strekken tot Gods eer
Is het ook niet dezelfde doopersche vroom
heid, die zich niet buigen wil onder Gods Woord
en ordinantiën, maar dat Heilig Woord Gods
misbruikt en verkracht; de Heilige Sacramenten,
welke God tot versterking aan het geloof ge
schonken heeft, veracht, en aan geschonken
genade in jonge kinderen niet gelooft, maar
dan eerst erkent, wanneer die genade in de
bekeering openbaar wordt?
Zouden er daardoor niet zoovele ouders zijn,
die op eigene zaligheid bedacht, hunne kinde
ren als heidenen laten opgroeien zonder zich
met hun natuurlijk of geestelijk leven in te laten?
Want het kan toch niet voortkomen uit de
gereformeerde beginselen, dat de ouders onver
schillig zyn, wie de vrouw van hun zoon, of
de man van hun dochter zal worden ?Evenmin
leert toch datzelfde beginsel, dat zulke jonge
lieden elkander niet op den dag, maar wel in
de eenzaamheid van den nacht ontmoeten
mogen? Zeker, de omstandigheden werken
aan deze gebreken mede, en er zullen voor
zeker ook wel gunstige uitzonderingen bestaan,
maar toch geloof ik, dat het niet de omstandig
heden alleen zijn, en dat, indien deze verkeerde
gewoonte voor ieder persoonlijk zonde werd,
en er een ernstig voornemen kwam dezen om
gang te veranderen, er ook de weg zou gevon
den worden, om dit mogelijk te maken. Waarom
elkander niet des Zondags ontmoet, indien er
in de week geene gelegenheid voor lestaat?
Niet in de eenzaamheid, wel neen, op den da.
Iedereen mag dien omgang immers gadeslaan
zoo ze goed is, want het is immers de voor
bereiding tot een Heilig huwelijk?
Maar ik meen te moeten gelooven, dat dit
gebruik in de levensopvatting zij hen grond
vindt.
Wij, Gereformeerden, belijden immers, dat
alles is en bestaat om de eere onzes Gods en
tot uitbreiding van Zijn koninkrijk.
Heeft het huwelijk daar dan geene beteekenis
voor Immers juist het huwelijk het meest,
want wil de Ileere dat juist niet gebruiken,
tot uitbreiding van zijn koninkrijk
Belijden wij dan niet, dat wij de kinderen,
die de Heere ons belieft te geven tot zijne eere
zullen opvoeden? Onderwijzen wij ze dan niet,
dat die kinderen, omdat God in Zyne Genade,
die Verbondsband onder den Doop om hen
geslagen heeft zich te openbaren hebben als
kinderen, als bondelingen Gods Dat zij overeen
komstig dat Verbond verplicht zijn tot eere
Gods te leven? Dat zij dien Verbonds God te
belijden hebben niet alleen in de school, maar
ook in het beroep waarin de Heere hen plaatst,
dat zij daarin met alle krachten welke'de Heere
hen schenkt, te werken hebben, opdat, wanneer
zij straks den leeftijd der volwassenen bereikt
hebben, instaat zijn, hun huis te onderhouden
en te regeeren overeenkomstig des Hoeren
Woord? Want is het dan niet naar des Hoeren
bestel, dat iederen* man zijne eigene vrouw
hebbe?
En zouden de ouders dan, indien zij hunne
kinderen naar des Heeren bevel tot zijne eere
hebben opgevoed (al is het dan met veel gebrek,
dat zal iedereen toestemmen) zouden zulke
ouders, wanneer hunne zonen en dochters zich
in het huwelijk wenschen te begeven, dat doen
zonder God? Dat is immers niet mogelijk?
Zullen zij geen bidden, smeeken, ja worstelen
kennen voor des Heeren aangezicht menig
maal, om licht in deze soms zoo duistere zaak.
En de kinderen die alzoo opgevoed zijn,
kunnen toch niet anders, dan dezen gewich-
tigen stap welken voor hun volgend leven zoo
beslissend is, met God en hunne ouders doen?
Dat nu dezen aanstaanden man en vrouw
elkanders omgang zoeken en zich in elkanders
bijzijn gelukkig gevoelen, is goed en natuurlijk,
maar is het ook goed, wanneer zij zichzelven in
verzoeking brengen Is het ook goed, dat ouders
dit zedenbedervend kwaad oogluikend toelaten
en vergoelijken? Gevoelen en ondervinden wij
het niet gedurig, dat onzer doodsvijanden: de
satan, de wereld, en ons eigen vleesch bij ons
zijn, waartegen we met alle kracht te strijden
hebben, en alleen met de hulpe Gods overwin
nen kunnen?
Mochten er nu kinderen zijn, die dezen weg
niet opwillen, dan zal zeker niet één gerefor-
m -d vader het voor zijne rekening durven
nemen, om deze gewoonte in zijn huis te
dulden, maar blijven voortgaan, ook voor deze
kinderen te bidden, en te gelooven, tot God
hen genadig zij.
Broeders en Zusters, geve de Heere ons genade,
om ook deze vrucht uit doopersche wortel, uit
ons midden weg te doen, schenkc de Heere
niet alleen ons, maar geheel Nederland de kracht,
de doopersche levensopvatting, die ons poletiek.
kerkelijk- en schoolleven zoo vele jaren heeft
verstikt en verwoest, met wortel en tak uit
te roeien, opdat Nederland weer bloeie als
weleer.
Wij en onze vaderen hebben gezondigd
Ubij voorbaat dankzeggende voor de verleende
plaatsruimte
blijf ik met de meeste hoogachting Uwen
dienstwilligen
J. P. THIERRY.
Serooskerke 19 Febr. 1895.
Wegens plaatsgebrek moeten eenige berichten
en Advertentiën tot een volgend no. overstaan
Aan: een getrouw lezer van deZuider-Kerk-
bode, geen voorstander van Labadie.
De toon van uw ingezonden stuk en (voor
een deel althans) ook den inhoud, doen het ons
niet geschikt achten, om te worden geplaatst.
Redactie.
Voor bovengenoemde Vereeniging zal D. V.
op Woensdag 14 Maart a.s. des avonds ten
Half Acht uur, in het Kerkgebouw der Geref.
gemeente Bogardstraatoptreden:
van UTRECHT.
ONDERWERP:
Namens de Vereeniging,
J, G. STEVENSE,
Secretaris.
Trouwe opkomst wordt vriendelijk, doch DRIN
GEND verzocht.
De volgende week
'bij J. H. WIGARD.
Oostkerkplein.
Opgaaf Meststoffen voor zomergewassen
worden ingewacht tot Maandag 25 Febr. bij
Geschilderde KASTEN, Ronde TAFELS en
Matten STOELEN in het Meubelmagazijn Vlis-
singsche straat.
Firma Gebrs. VAN SCHAIK.
N.B. Bestellingen en reparatiën worden ten
spoedigste afgewerkt.