Uit Kerk en School. iMag ik er dan Uw kerkgebouw voor heb ben of beter nog Predikt Gij zelf er over in de Bediening des Woords »Och, beste vriend, wanneer ik afkondig, dat er een Zendingsure zal zijn, dan komen de lieden slecht. Menigeen blijft dan thuis en zegtDat gaat mij niet aan. Daar heb ik niet aan. Dat is maar over de Zending en over Indië. Welnu, kondig het dan, niet te voren aan maar begin er eenvoudig over in een gewone predikbeurt. Gij hebt immers Gods Woord geheel te bedienen en niet maar half Hoe ontrouw is toch de Bedienaar des Woords, die over de Zending in gebed en prediking durft zwijgen Mensch, Wat verzin je Waar denk je aan Ik zou spreken over de Zending In een gewone kerkbeurt Vertellen van Indië? spreken over Zendelingen Bestraffen over gemis aan Zendingsijver Vermanen tot be keering in deze Maar dan liep de kerk leegIedereen zou zeggen dat het onstich telijk was »Maar Gods Woord eischt toch »Hoor eens, wat Gods Woord eischt, wil len wij liefst niet hooren. Als wij onvroom zijn vragen wij wat ons genot en winst geeft. En als wij vroom zijn willen, vragen wij naar Hemelsch genot en naar Hemelsche winst. Maar wat Gods woord eischt, wel dat eischt zooveel lastigs, zooveel waaraan wij ons maar liefst niet houden »En is dat nu in geheel Nederland overal zoo »Neen, er zijn wel enkele plaatsen waar het anders is. Er zijn enkele plaatsen, waar bij Zendingsuren honderden opkomen en waar men begint en voortgaat met belangstelling, gave en gebed. Maar wij anderen zeggen, dat wij liever zoo een woord uit het hart tot het het hart hebben, zoo over onze eigen geeste lijke belangen." Inderdaad, dat is ook zeer liefelijk. Voor zeker moet e:gen zielenood niet voorbij gezien. Gewis moet men deze dingen doenMaar dan niet waar heeft de Heere er toch bij gezegd >En de andere niet nalaten »Och spreek nu niet langer van die Zen ding. Ben ik mijns broeders hoeder Acht Gij dit gesprek overdreven, lezers Werkelijk is het natuurlijk niet; het is niet zoo gebeurd. Maar of het waar is Zoo gij er aan twijfelt zie maar eens rond en luister maar eens. Het zal u maar al te spoedig waarheid blijken. Wij bezitten in boozeu zin deze bezittingen als niet bezittende. Is het won der, dat 's Heeren oordeelen op de bezitters van Oost-Iudië drukken Laten de kerken toch opwaken Misschien is het zelfs nu nog niet geheel te laatMaai de tijd snelt ras ten einde. Hoe zullen de Gereformeerde Kerken van Nederland straks rekenschap te geven hebben aan haar Koning Féringa. Eene Jout. In de Noord-Hollandsche Kerkbode van verledene week staat een stuk van »H. D. P., waarin deze zegt »In het geheele Nieuwe Testament staat er maar één gebod van God. n. 1.Deze is Mijn geliefde Zoon, hoort hem Dat de bewering »tn het geheele Nieuwe Testament staat er maar één gebod van God •enz." eene bewering, die door den schrij ver in zijn stuk nader ontwikkeld wordt aan overduidelijkheid lijdt, zal, dunkt ons, ook na het geheele stuk gelezen te hebben, wel niemand zeggen, die even over haar na denkt. Maar wanneer hij schrijft »Nu is er geene verdoemenis meer voor degenen die in Christus Jezus zijn (Rom, 8 1)," maakt hij zich zeker aan eene fout schuldigaan eene fout, die bij het aanhalen van dezen tekst in het spreken door menigeen wordt begaan. Nu niet meer maar wanneer was er dan wèl verdoemenis voor degenen, die in Chris tus Jezus zijn Voor degenen, die in Christus Jezus zijn, is er geene verdoemenis >meerzie, als wij er dat smeer" bij doen, dan is het, of er vroeger wel verdoemenis was voor degenendie in Christus Jezus zijn. Dat nu kan immers niet. In Rom. 8 1 staat »Zoo is er dan nu geene verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus' zijn." Het woord smeerlezen wij niet in den tekst, en moet en mag er dus niet worden bij gedaan. Vrijheid. De heer den Hertog, die jaren aan het hoofd eener Openbare School heeft gestaan en onder de Schoolhoofden een man van gezag, is, is thans lid van den Amsterdamschen ge meenteraad. Hij behoort daar tot de radi calen. Deze heer nu sprak, met het oog op hetgeen Gods Woord ons leert, van Mythologie sche voorstellingen. Door mythologische voorstellingen verstaat men in den regel volks-overleveringen, die zeer dikwerf verdicht en fabelachtig zijn. Dat een man van gezag, een gewezen schoolhoofd, en lid van den gemeenteraad, zich alzoo uitliet over de waarheden des Bij bels, trokken zich de heer Hovy en andere anti-revolutionnairen leden van den gemeen teraad aan. Hun protest hebben zij daar tegen doen hooren, en veel is daarover sinds gesproken en geschreven. Hoe zeer vele mannen en daaronder ook hoofden der openbare Scholen over Gods Woord en dientengevolge over het Christen dom denken, bleek bij vernieuwing. Wat wij maaien zullen, wanneer in den geest van den heer deD Hertog wordt ge zaaid, ligt voor de hand. Naar onze vaste overtuiging, wordt dan wind gezaaid en storm geoogst. Door in dien geest te zaaien wor den de grondslagen van het Christendom, waardoor het Nederlandsche volk geworden is, wat het was, omgewoeld en die van het Godloochenend humanisme er voor in de plaats gelegd. Arm Nederland Ach, hoe donker is uwe toekomst De Middelburgsche courant evenwel heeft nu voor de derde maal voor den heer den Hertog partij getrokken. Is dat, zoo zouden wij haar wel willen vra gen, uit sympathie voor de gedachte, om, van hetgeen den Bijbel ons leert mythologi sche voorstellingen te maken, of is alleen vrijheidszin in het spel en aan het woord Het laatste spreekt zich duidelijk en on omwonden uit. Laten wij ons dus maar bij het laatste houden en bepalen. Men heeft over de uitdrukking mytholo gische voorstellingen" het gevoelen gevraagd van prof. Oort. En daarvan zegt de Mid delburgsche courant>Er ontbreekt nu nog maar aan, dat men het gevoelen inwint van prof. Kuyper, een der opperrabijnen en den aartsbisschop van Utrecht. Men zal dan eens zien hoeveel wijzer men wordt, en hoe flink de eenvoudige kwestie of men in een vrij land als Nederland vrij voor zijn gevoelen mag uitkomen wat voor ons eene axioma is," enz. Wanneer wij ons nu plaatsen op het stand punt door de Middelburgsche courant inge nomen, op het standpunt, dat alle Nederlan ders vrij moeten zyn en gelijke rechten moe ten hebben, en alzoo met haar zeggen, zie, dat is de eevoudige kwestie en voor ons is dat eene axioma; zij dus, die in betrekking tot hetgeen de bijbel leert, gelooven aan en spreken van mythologische voorstellingen, moeten dezelfde vrijheden en rechten heb ben als zij, die gelooven dat hetgeen in den Bijbel staat, Goddelijke waarheid is, ons op dat standpunt plaatsende, zeggen wij maar toch ook zeker omgekeerd moeten dan ook de laatstgenoemden dezelfde vrijheden en rech ten hebben. Dezelfde rechten en vrijheden nu hebben zij niet. Immers zij kunnen, juist omdat zij geloo ven dat de geheele Schrift door God is in gegeven en alzoo de kracht en het richtsnoer van het leven is, van de openbare school geen gebruik makenmaar desalniettemin moeten zij ieder jaar duizenden bij duizenden er voor opbrengen. Zelfs de minder bedeel den moeten ten behoeve van het onderwas van de kinderen, de jongelingen en de jonge- dochters der rijken in de lands-, stads- en dorpsbelasting jaar aaD jaar zeer veel betalen. En nog schreiender onrecht is het, dat de arme ouders voor hunne kinderen niet mogen kiezen tusschen de openbare en de christe lijke school. Duizenden worden door gebrek aan middelen gedwongen om hunne kinderen tegen hunne overtuiging en begeerte in naar de openbare School te zenden. Waarom komt nu de Middelburgsche Cou rant keer op keer voor de vrijheid en het recht van den heer den Hertog, die niet gelooft in de waarheden des Bijbels op, en niet, ja nooit voor het recht en de vrijheid van ons, vooral van de armen, die daarin wel gelooven Als men zoo voor de vrijheid is, dan moet men ze immers voor allen zon der onderscheid begeeren en vragen. Zij, die haar alleen voor hunne medegeno ten vragen, beminnen ze niet. Zij, die haar ook niet voor anderen vragen, durven haar niet aan. Littooy. AL WEER EE\ Woensdag was het voor Souburg een bigde dag. Toen toch werd een Chr. School ge opend, uitgaande van eene Vereeniging voor Gereformeerd Onderwijs aldaar. Door den voorzitter Ds. C. B. Scboemakers werd op de gebruikelijke wijze het samen zijn geopend, waarna ZEerw. met een toe spraak naar aanleiding van Psalm 115 1, den heer A. van der Veen, benoemd hoofd der School, tot zijnen nieuwen werkkring in- leide. Hierna werden toespraken gehouden door den heer A. van der Veen, DD. A. Littooij, W. H. Oosten van Middelburg, J. Hul- sebos en Dhr. Feij van Ylissingen, die op den eisch en verplichting wezen van Chr. School onderwijs en den zegen die daarop moet volgen. De kinderen werden intusschen op eene versnapering vergast. Het aantal ingeschreven leerlingen bedraagt ruim 50. Naar verwacht mag worden zal dit getal spoedig vermeerderen. Moge het voorrecht van een eigen Chr. School te bezitten, hoog gewaardeerd wor den en ieder ouder de verplichting diep ge voelen, die van Godswege en volgens Doops- belofte op hem rust, om van zulk onderwijs gebruik te maken voor zijne kinderen. Ruste 's Heeren zegen in ruime mate op den gewichtigen arbeid van den heer van der Yeen. Na een genoegelijk samenzjjn van enkele uren werd, na het zingen van Ps. 103 11, deze plechtigheid gesloten en met dankzeg ging geëindigd door den Secretaris den Heer Huson. Beroepen te Hollandscheveld J. Op 't Holt te Beetgum. Aangenomen naar ten Boer door J. Veenstra Minnertsga, naar Lopik door F. W. J. Wolf te Axel, naar Nieuw Dordrecht door J.v. d, Vlies te Wijckel. Bedankt voor Brenkelen door E. Eisma te Scheveningen, voor OpeindeNpega door M. Meindertsma te Oldekerk, voor Winsum door Ds Veldman te Garrelsweer, voor Oversehie door P. Zijlmans te Rozenburg. Naar wij vernemen is op 28 Oct. 11. te Grand Rapids, Mich, overleden Ds. K. Wer ner, voorheen als Oefenaar werkzaam bij de Ned. Geref. kerken in Walcheren. A 1» VItTE HÏT 1 EK. Den 13den dezer overleed te Wrexham in Engeland onze geliefde Vader en Schoon vader, de WelEerwaarde HeerJohn. RO BERTS, Eraeritus-predikant der Congregatio nal Church. Ds. J. HULSEBOS en Echtgenoot.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3