Het idiotengesticht ,,'S HEEREN L00"
te ERMEL00.
Geroform. Jongelings-verefniging Spr. 2323
Lodenstein leefde in den laatsten tijd van
Voetius. Hg was predikant te Sluis, te Zoe-
termeer en te Utrecht. Te Utrecht werd
hij opgenomen in den vriendenkring, waarvan
Voetius de ziel was en waartoe ook Anna
Maria Schuurman behoorde. In zijne pre
diking was hij in de veelbewogen dagen, die
hij er mee doorleefde, zeer ernstig en ge
trouw.
*In April van 1672 kwam de tijding, dat
de koning van Frankrijk, de goddelooze Lo
de wijk XIV ons land den oorlog had verklaard.
Spoedig verklaarde ook Engeland ons den
oorlog en weldra scheen 't, dat 't met ons
land en volk spoedig zou gedaan zijn.
De schrik sloeg den Utrechtenaren om 't
hart. Wie kon, zocht een goed heenkomen
in Holland. Op schuiten en wagens laadde
men, wat men kon. Algemeen was de ver
warring. De mindere man wilde den rijken
in de stad houden en plunderde de volgela
den wagens en schuiten. De Roomschen
hadden nog liever de Franschen in de stad dan
den Prins van Oranje. De regeering der stad
wist geen raad om de orde te handhaven.
De Prins kwam in de stad, maar moest
die weer verlaten om de provincie Holland
te verdedigen. Utrecht bleef aan zichzelf
overgelaten en spoedig deed de Fransche
koning er zijn intocht.
't Was een prachtige stoet, waarmee die
Fransche monarch Utrecht binnenkwam, maar
ach wat een ellende en schande bracht die
stoet mede. De Domkerk moest aan de
Roomschen worden afgestaan. Voortaan zong
men de Mis, waar zoo vaak Lodenstein zijne
toehoorders teederlijk en ernstig had vermaand.
Processies trokken weer vrijelijk door de stra
ten evenals vóór de dagen der hervorming.
De Fransche soldaten hielden vreesdij k huis.
Ieder leefde in gestadige onrust en vrees.
Rondom Utrecht werden kasteelen en buiten
verblijven platgebrand. Boomgaarden en tui
nen werden verwoest. Door de bouwlanden
werd geen ploeg gedrevenin de weilanden
zag men geen koe grazen, 't Was overal
jammer en ellende, armoede en diepe ver-
smaadheid.
Gelukkig gaf de Ileere uitkomst door 't
verstandig krijgsbeleid van den voortreffelij-
ken stadhouderJ Willem III. De Franschen
moesten terugtrekken en ook de stad Utrecht
verlaten. In November 1673 werd de stad
bevrijd. Toch was de vreugde daarover niet
onvermengd. Vier tonnen gouds hadden de
Franschen bedongen als afkoop van plunde
ring en brandstichting. Tot zekerheid voor
de betaling daarvan hadden ze gijzelaars mee
gevoerd. Eèn van die gijzelaars was ds.
Lodenstein.
Werd Lodenstein als gij zeiaar door de
Franschen in den winter van 1673 meege
voerd; in de Domkerk, waar nu weder een
tijdlang de mis bediend was, kwamen de Ge
reformeerden weer samen en beklom de vier
entachtigjarigen Voetius den kansel.
Groot was de vreugde van de opeengepakte
schare. Toch was die vreugde niet onver
mengd. Lang nog bleven de wonden schrij
nen, door 't Fransch geweld den Utrechte
naren toegebracht. En 't gemis van een
uitnemend prediker als Lodenstein werd diep
gevoeld.
Laat ons den vromen man op zijne gijze-
laarstocht volgen,
Op een wagen was hij met anderen naar
Arnhem gebracht en van daar naar 't stadje
Rees bij Emmerik. Veel koude en ongemak
moest hij doorstaan. Een fort bij Rees was
voor hem drie maanden lang een ware ge
vangenis.
Gelukkig vond hij in 't gezelschap van de
met hem gegijzelde heeren, Burgemeester
Booth en professor de Roy, eenige vergoeding.
Ook zocht hij troost en afleiding in de dicht
kunst. Te Rees vervaardigde Lodenstein 't
bekende gezang, waaruit zijn godvruchtig ge
moed spreekt:
Wijsheid zonder eind of paal
Zijn Gods wegen altemaaï;
Zijn ze zuurheid, zijn ze zoetheid,
Laat ons altijd zwijgen stil
Want de wezenlijke goedheid
Maakt het goed met wat Zij wil.
Uit zijn gevangenis schreef L. aan de re
geering van Utrecht, zoo spoedig mogelijk de
bepaalde som aan den vijand te betalen. Bij
langer uitstel zou zijn lot er niet beter op
worden.
Gelukkig werd in Februari 1674 de brand
schatting betaald en Lodenstein werd weer
vrij. Dat hij onmiddellgk naar Utrecht terug
keerde, begrijpt ieder. Met groote blijdschap
werd hij door zijne gemeente ontvangen.
Weldra zag Lodenstein zijn vrienden en
vereerders weer in grooten getalen rondom
zijn preekstoel geschaard om woorden van
vertroosting en vermaning niet minder
van ernstige bestraffing te hooren.
Van bestraffing want, hoe groot de
veranderingen eok waren, die in de laatste
weken in Utrecht hadden plaats gegrepen,
»de ware genezing van Sion was nog niet ge
rezen.'' De geesel van 't Fransch geweld
had wel pijn gedaan, maar tot de rechte ver
ootmoediging was 't bij Utrechts burgeren
nog niet gekomen."
»Door zijn moedig optreden dwong Loden
stein eerbied af. Zijn persoonlijkheid kan ons
tot een uitnemend voorbeeld strekken.
Dat hij in sommige punten de gereformeerde
lijnen losliette sterk 't gevoelsleven op
den voorgrond plaatstezich weinig bekom
merde om de Kerkenorde en te weinig waar
de hechtte aan de uitwendige genademiddelen
dit alles is niet te ontkennen en daarin
zouden we hem liever niet als een goed ex
empel willen aanbevelen".
Op de woorden des heeren v. Str. die hier
volgen, veroorloof ik mij eene kleine aantee-
kening. Ze luiden als volgt
»We zagen, dat Lodenste:n zich in den
vriendenkring waarvan Voetius 't middel
punt vormde zeer op zijn gemak gevoelde.
In de eerste jaren van zijn verblijf te
Utrecht heerschte in dien kring liefde en
eendracht. Jammer, dat de beroemde Anna
Maria Schuurman, de geleerde dame uit
dien kring zoo dweepte met den Geneef-
schen predikant de Labadie. Deze predi
kant kwam, mede op haar aandringen,
naar Nederland over. Jammerlijk waren
de gevolgen van zijn optreden hier te
lande. Zijn onkerkelijk drijven bleef niet
zonder invloed ook op den vriendenkring
te Utrecht en maakte eene scheuring tus-
schen de zonen endochteren van 't zelfde
huis. Ook de geleerde dame ging voor
Lodenstein en Voetius verloren.
Ernstige waarschuwing voorzeker om
ten allen tijde de les beproeft de geesten
of ze uit God zijn! te beoefenen".
De kleine aanteekening, die ik mij hierop
veroorloof, is deze, dat naar mijne bescheidene
meening de beoordeeling van de Labadie volle
diger en alzoo meer rechtvaardig zou geweest
zijn, indien de geachte schrijver, nu hij van
de Labadie een en ander zeide, ook had ge
zegd. dat reeds in zijn tijd de verbastering
der Kerk niet alleen in het leven, maar ook
in de leer onrustbarend was. Ja, dat de La
badie gelijk had, in zijn strijd tegen Wolzo-
gendie de reden boven het Woord van God
plaatstehoewel hij in het ongelijk gesteld
werd alsmede, dat hij gelijk had, dat de
tucht veel meer dan geschiedde, èn over leer
èn over leven moest worden toegepast. En
ook, dat dit heillooze verzuim mede reden
was, dat Anna Maria van Schuurman hem
volgde.
Toen reeds begon een ieder te leeren en
te doen wat goed was in zijne oogen, en de
tucht werd helaas schier niet uitgeoefend.
Dat ook de Labadie in vele opzichten hoe
langer hoe meer van den rechten weg af
dwaalde, is ontegenzeggelijk.
Littooij.
Beroepen te Anna Jacoba Polder S. O. Los,
cand.. te Hoofddorp J. Veenstra te Min-
nertsga; te Vledder R. v. Giffen te Warns
te Brielle, v. Herwerden te Hindeloopente
Gees en Ambt Vollenhove, N. G, Kapteijn
cand.
Aangenomen naar Schoonebeek door J. Joffers
Cand. naar Alblasserdam door J. H. Spoel.
Cand. naar West Terschelling door A. Nawijn,
Amsterdam, naar Rhoon door J. v. de Berg
te Nieuwerkerk.
Bedankt voor Valthermond door J. Tholen
Cand., voor Boormbergem door A. Nawijn
Cand., voor Sprang door A. Varekamp te
Tiel, voor Huizen door H. M. v. d. Vegt te
Heerde.
Op Woensdag 19 Sept. zullen D. V. de
colleges aan de Vrije Universiteit heropend
worden. Bij die gelegenheid zal de Hoog-
ieeraar Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman
eene toespraak tot de studenten houden.
Moge het nieuwe studiejaar rijk gezegend
zijn voor de bevordering onzer beginselen.
Voor het admissie examen aan de Vrije
Universiteit slaagde de heer S. de Vries van
Zaandam.
Ermelo. Op de stichting „Veldwijk" is
het de vorige week druk geweest. De ge
stichtsprediker, deWelEerwaarde heer J. W. A.
Notten, herdacht den dag zijner 30-jarige
Evangeliebediening. Bij die gelegenheid was
er eene prachtige met bloemen versierde eere-
boog voor de pastorie opgericht, welke des
avonds met tal van lampions werd verlicht.
Aan den avond van dien voor Z.Eerw. zoo
gedenkwaardigen dag, trad Z.Ew. in de Ge-
stichtskerk voor tal van belangstellenden op,
om in 't bijzonder den Heere te danken voor
Zijne zegeningen en te bidden om verdere
ondersteuningen niet alleen voor zichzelf
maar ook voor allen die met hem op "Veld
wijk" arbeiden.
Twee dagen later bij gelegenheid der ver
jaardag van den geneesheer-directeur, den
WelEd. Zeer gel. Heer Dr. Van Dale werd
aan Z.Ed. als blijk van waardeering door
het gezamenlijk personeel der Stichting een
door een van het personeel vervaardigd bloem
stuk aangeboden, hetwelk een waar kunst
stuk zijnde, door Z.Ed. dan ook met dank
voor de daarin zich uitsprekende sympathie
werd aanvaard. Buitendien heeft het beiden
niet aan de meeste belangstelling en felicita
ties ontbroken, ook van buiten de stichting.
Met vriendelijken dank ontvangen uit het busje van
Marie en Pietje Van Sorge f4.527. van brs. Diakenen
Geref. Kerk Vlissingen B, gevonden in de Collecte
flvan dhr. v. d. K. te V. f 1
K. Le Cointre, correep.
Bijdragen enz. i. v. p.te zenden aan de Correspon
denten of naar Heeren Loo.
Christelijke Werklieden-Vereenlging
Lokaal Burgerlijk Armbestuur Kerkstraat B. 83.
VEREE.WGIXG I5IDT en WERKT.
Halvestnivers-vereeniging voor het studiefonds
der Vrije Universiteit.
VergaderlocaalVereenigingsgebouw Spanjstr, E 68^
Vergaderlocaal Nieuwstraat H. 23. 's avonds om 8 uur.
Woensdag Inleiding Ledenvergadering.
Belangstellenden worden op al\deze verg. vrien
delijk uitgenoodigd.
ADVERTENTIÈV.
Voorspoedig bevallen van eene welgescha
pen Dochter.
F. FERDIN AN DUS—v. d. berger
Middelburg, 19 Sept. '94.