met advies en approbatie der Classis. Algemeens kas ten behoeve van Emeriti Predi kanten, Predikants-Wednwen en Weezen. Dat deze kas eenen ruimen werkkring heeft, leert ons het verslag over 1893, waar uit blijkt, dat niet minder dan zestien emeriti predikanten (hetzij door ziekte of ouderdom,) vier en vijftig weduwen met of zonder nog te verzorgen kinderen en de weezen uit vier huisgezinnen uit deze kas werden ondersteund. De kas ontving over genoemd jaar f 22,365,03 en gaf zooveel uit, dat er nog een saldo van f362,97 overbleef. Het is zeer te hopen, dat de bijdragen, die aan zoovele aan de Kerken ter verzorging toe- vertrouwden en nagelatenen worden gegeven, niet alleen ook in het vervolg zullen kunnen worden uitgekeerd, maar dat ook die bijdra gen van lieverlede grooter zullen kunnen wor den. Waar de betrokken personen zelf geene middelen hebben, en dit zal in de meeste ge vallen wei zoo zijn, daar zijn de bijdragen met het oog op de vele behoeften des levens nog te gering. Dat de geloovigen zich dan ook in dezen arbeid der liefde door Gods genade oefenen. Laat ook deze kas meer gedacht worden, ook bij bizondere gelegenheden en alzoo in prak tijk worden gebracht het apostolisch woord, Gedenk uwer voorgangerendie u het woord Gods verkondigd hebben. Maar als wij zien op de aanvankelijke som, die dan toch nog mocht worden saamgebracht, past ons bovenal dank aan Hem, van wien ook dit goede om Christus wil afdaalde en die ons mannen gat met zooveel jjver en liefde voor deze zaak vervuld, als de depulaten voor deze kas Hulsebos. Omtrent de ineensmelting der beide Ger. Kerken in Utrecht, wordt in de Utrechtsche Kerkbode het volgende geschreven Een belangrijk en verblijdend feit. Het is der Gereformeerde Kerk van Utrecht vergund, om onder de grootere Kerken de eerste te mogen zijn. waar de ineeusmelting der beide Kerkformaties mocht tot stand komen. De Vereeniging is een voldongen feit. De A en B is weggevallen achter haar naam. De Gereformeerde Kerk te Utrecht staat daar weer een en ongedeeldopheffende haar aloude, rijke, welbeproefde, schriftuurlijke be lijdenis, levende naar haar aloude regel, de Kerkenordening van Dordt. Hoelanghoeveel was en is er vroeger en later gestreden en geleden en geworsteld in het gebed, om dit feit te mogen aanschou wen, dat Utrechts Kerk bevrijd mocht zijn van alle band van het Nederl. Herv. Kerk genootschap, om weer op te trekken onder haar eigen banier, met haar eigen leuze, naar haar eigen orde, overeenkomstig haar heer lijke roeping Hoeveel, met hoeveel inspanning, met welke macht en volharding hebben haar weêrpar- tijders gearbeid, eerst om haar in die ban den te houden, en daarna om haar verdeeld te doen blijven Doch de Heere heeft zich over haar ontfermd. Zij is vrij. Zij is vereend. Zondagavond a. s. hoopt zij te zes uren saam te vergaderen in de Oosterkerk, om met gebed en dankzegging het aangezicht des Heeren te zoeken en zijn naam aan te roepen. Haar drie bedienaren des Woords hopen daarby voor te gaan. Woensdag a. s. komt voor 't eerst haar Kerkeraad met Diakenen saam als breede Kerkeraad. Wij voegen hieraan thans niets toe. Het belangrijke feit spreekt genoeg voor zich zelf. Bevestige de Heere dit werk. Hij doe het ten nutte en ter zaligheid dezer Kerk gedijen. Zij het Zijn grooten Naam ter eer. Klaarhamer. Sterrenberg te Ede (Gelderland). De Vereeniging, die doorgaans onder den naam van Johannes-Stichting bekend is, be staat nu zeven jaren, en heeft in dien tijd, door de genade des Heeren, niet ongezegend gewerkt, Eerst heeft zij de hand uitgestrekt naar de ouden van dagen en hulpbehoeftigen, die slechts kleine kracht hebben. Hiermee echter meende het Bestuur, dat zijn taak niet was afgedaan. Immers ook in de zoo genaamd beschaafde klassen der maatschappij, zijn er, gehuwde paren en ongehuwde vrou wen, die bejaard of hulpbehoevend zijn. Met het oog op dezen, is door de boven genoemde Vereeniging te Ede (Gelderland) eene villa gekocht, de Sterrenberg genaamd, vijf minuten achter de Hervormde kerk ge legen. Deze plaats biedt hun een te huis aan, en wel een Christelijk Te huis. Natuurlijk zal ook hier aan verschil in wenschen en financieele krachten moeten tege moet gekomen worden. Sommigen zullen met 2 of 3 een groote slaapkamer wenschen en voorts eene gemeenschappelijke eet- en conversatiezaal, anderen eene slaapkamer al leen, nog weer anderen een slaap- en zitka mer. Wij meenen op den Sterrenberg aan deze wenschen te kunnen voldoen. Wij kunnen niet zeggen, wanneer de Ster renberg geopend zal worden. Den len Juni is zij in onze handen gekomen. Nu zal eenige tijd moeten besteed worden aan hare inrich ting. Schoonmaken, behangen, verven, klee- den leggen, gordijnen ophangen, eischen veel tijd. Spoedig hopen wij echter den dag der opening in verschillende dagbladen te kunnen bekend maken, tegelijk met den naam der Directrice. Voorloopig is door het Bestuur het volgende drietal aangewezen als Commissie van voorbereiding en inrichting, tot wie dan ook vragen om inlichtingen enz. kunnen ge daan worden. Zij zijn de Heeren N. A. de Gaay Fortman te Amsterdam, C. M. E. van Löben Seis te 's-Gravenhage en J. W. Valk te Schoonhoven. Letten wij op de wijze, waarop de Heere ons deze Stichting in handen heeft gegeven, dan gelooven we, dat wij met het oog op Hem en in Zijne kracht, mogen voortgaan. Hij stelle ook de Sterrenberg tot een zegen voor velen De Commissie voornoemd N. A. de Gaay Fortman, C. M. E. van Löben Sels, J. W. Valk. Een synodaal mensch had den moed dezer dagen het volgende te laten drukken De SocialistischePredikant Bax, tot nu toe kerkrechtelijk ongemoeid gebleven, dient nog altijd èn als bewijs dat onze kerk alles vrijlaat, én als middel tot afkeuring van kerk rechtelijke uitspraken, als zij hebben plaats gehad, èu als och ja, waarvoor al niet. De waarheid is, dat de Kerk volstrekt niet aansprakelyk is voor plichtverzuim in dezen. De schuld ligt in de gemeente van dien Predi kant en bij het Classicaal Bestuur van Haarlem. En veroordeelt gij het Nederlandsche rechts wezen, omdat één Officier van Justitie zijn plicht verzaakt, of omdat een paar Recht banken anders oordeelen, dan gij wensche- lijk acht? Wat meer kennis van het kerkrecht en wat minder onbescheidenheid, als men over de Kerk gaat rechten zou, heusch niet on- welvoegelijk zijn. Zoo staat er waarlijk 't Is nogal kras om alzoo »de kerk" van hare schuld te willen schoon wasschen. Dat er schuld is, stemt hij ongetwijfeld toe, door zijn vergelijking met den plichtver- zakenden Officier van Justitie en de recht banken, die anders oordeelen dan men wen- schelijk zoude achten. Maar de kerk (het geheele genootschap) zoo beweert hij verder, heeft geene schuld, de schuld ligt te Zaandam en te Haarlem. Zoo ongelukkig schijnt dus de inrichting van dat genootschap te zijn, dat er geen mogelijkheid op is om die schuldige besturen tot hun plicht te brengen In 1886 en volgende jaren wist men daar anders wel raad op en er zijn toen ook wel, naar de meening der heeren plichtverzakende, lagere besturen geweest, die men tot reden gebracht heeft. Men had toen de formule doende wat des kerkeraads, wat des classicalen bestuurs was" enz en van dat middel van substitutie is toen nogal gebruik gemaakt. Maar 't is waar ook, toen gold het gere formeerden, die opkwamen voor de konink lijke macht van den Christus Gods. Dat men toen de genegenheid en de gele genheid vond tot vervolgen, maar nu niet, teekent de natuur van dat gansche genoot schap, dat zoo weidsch «de kerk" genoemd wordt. Dat genootschap deed nooit iets anders dan vervolgen wie van de kerk waren, en bescher men wie de kerk verwoestten. VAN SCHELVEN. Ds. Ploos van Amstel schrijft in de Frie- sche Kerkbode het volgende of Veel onzekerheid heerscht over dit punt. Het mag ons al vast verblijden, dat het steeds duidelijker wordt, dat van handope ning geen sprake kan zijn, gelijk door Ds. Fernhout duidelijk is aangetoond in de Utrecht- sche Kerkbode. Daar mocht sprake van zijn in de Herv. Kerk, waarin men verzekering moest hebben van Staatswege, dat het trac- tement zou worden uitbetaald, bij ons kan daar geen sprake van zijn. Verlof te vragen tot datgene, waartoe wij van 's Heeren wege verplicht zijn, dat mag niet. Dat de Classis in deze zaak gekend wordt in buitengewone gevallen, wanneer men de hulp eener Classis noodig heeft, dat is wat anders. Maar als men als roepende Kerk een te beroepen dienaar des Woords geheel voor zijne rekening neemt, behoeft men geen advies te vragen, althans in dien zin, waarin men dat woord gewoonlijk neemt. Wil men, eer men voor het eerst gaat be roepen, misschien om bepaalde wettige rede nen, eenig advies vragen, dat kan zijn maar nooit in dien zin, alsof men eenige permissie moest vragen ter beroeping. Ligt het dan niet in Art. 5 der D. K., dat men eerst advies der Classis vrage Ik ge loof het niet. Er staat niet, dat de Kerke raad advies en approbatie van de Classis vrage maar dat advies zegt m. i. (hoewel ik kan mis hebben), dat er approbatie ver- eischt wordt. Er staat advies of approbatie. En ter verduidelijking staat er nog bij al waar n.l. bij de Classis, de voorzeide beroe- penen zullen vertoonen goede kerkelijke attes tatie van leer en leven. Kan het duidelijker Hier is geen sprake van te beroepen dienaars, maar van beroepenen. En voorts zou het toch werkelijk niet aangaan, om attesten te vragen van hen, die nog moesten beroepen worden; waarvan dan ook geen sprake is. Moge misschien t-rt. 4 in verband met art. 5 eenigszins wat in de war brengen, daar is geen reden voor. In art. 4 le/en wij voor weten of advies van de Classis, waar 't zelve tot nog toe gebruikelijk was. En in art. 5 lezen wij van de dienaren, die aireede in den dienst des Woords werkzaam zijn, zal des gelijks zoodanige "beroeping geschieden met advies of approbatie der Classis. In het eerste geval is sprake van voorwetenin het tweede van advies of approbatie. Dan zelfs is de bijvoeging in art. 4 „waar 't zelve tot nog toe gebruikelijk was", wel opmerkelijk. Dat zegt, dat dat voorweten niet algemeen gebruikelijk was. Anders toch was deze bij voeging overtollig. Wat de bedoeling is, is duidelijk. De Ker keraad kan vrij beroepen Alleen deze be roeping, aangenomen zijnde, moet geappro-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3