ssss.
Uit Kerk en School.
houden, benoemd tot leden van liet Provinciale Infor
matie-bureau, berichten bij deze aan belangheb
benden, dat het adres voor genoemd bureau is
JL>»i. H. UuitenhuiN to Sleenwijk.
De Leden van het fror. Infarm.-Sureau.
Ds. M. OUENDAG, te Zevenbergen.
Ds. J. K. v. HAERINGEN, te Genderen.
Us. H. BUITENHUIS, te Sleeuwijk,
Kas voor Emer. Pred. Prod. wed. en weezen.
Het moderanien der Alg. Kas voor Emer. Pred.,
Pred. Wed. en W. herinnert al de Kerken aan de
tweede collecte, die ten behoeve dier kas moet wor
den gehouden.
Om geregeld uit te betalen, is het zeer noodig, dat
de collecten geregeld en op tijd inkomen. Reeds is
het halt' Juli en nog zijn er Kerken, waarvan de
eerste collecte nog inkomen moet.
Broeders, wees niet traag in het benaarstigen, maar
zendt uwe tweede collecte zoo spoedig mogelijk aan
den quaestor uwer klasse.
Niemand zende eenige collecte rechtstreeks aan den
Alg. penningmeester, maar alle verzending geschiede
door den deputaat der provincie.
Op tijd collecteeren en geregelde verzending is
voor de Kas noodzakelijk.
Het Moderamen voornoemd,
A. v. r» SLUIJS, Praescs.
G. BRUG SM A, Penningm.
H. BRINK, Secretaris.
Juli 1894.
Verantwoording van f.iefdegavtu.
Door den boekh. der K. Kas in dank ontvangen
uit de collecte van 15 Juli van A. R. f2,50 voor de
plaats, van N. N. f8,00 idem, van Mej. II. f2,50 idem.
I. de Wolff.
Door gecommitteerden in dank ontvangen voor de
Zending van O. J. f0,52, uit het busje van O. f2,50
ed uit het catechisatiebnsje f 5,0
J. van Aartsen Jz., Penningm.
Vlissingen. B. Ontvangen voor 's Heeren Loo,
f 1,20, collecte voor het fonds voor Emeriti predi
kanten, weduwen en weezen f 11,65.
Namens den Kerkeraad
P. G. Laernoes, jr. Scriba.
Aan dewelke ik antwoordde, dat de Romeinen
de gewoonte niet hebben, eenigen mensch uit
gunst ter dood over te geven, eer de beschuldigde
de beschuldigers tegenwoordig heeft, en plaats
van verantwoording gekregen heeft over de be
schuldiging. Hand. 2516.
Merkwaardig is de rechtshandel omtrent
den Apostel Paulus door de Romeinsche land
voogden Felix en Festus, toen hij uit het
geweld van het Joodsche volk door den over
ste Claudius Lysias verlost, meer dan twee
jaren by hen te Cesarea in bewaring en in
de gevangenis was.
Zonneklaar bleek voortdurend, trots ai de
woede en al het onrecht, de onschuld van
den apostel en de gerechtigheid der zaak,
die hy diende.
Opmerkelijk is ook het diep rechtsgevoel,
dat de apostel steeds en ook hier aan den
dag legde.
Hg stelt den hoogsten prijs op het hand
haven van het recht, en dat niet alleen voor
zijne persoon, maar vooral voor de zaak des
Heeren, waarmede zijn persoon en naam
zoo nauw waren verbonden.
Ongetwijfeld ware Paulus voor een hoog
losgeld vrij te koopen geweest en de gemeen
ten, die hem zoo liefhadden, dat zij bij wijze
van spreken, ook zelfs hunne oogen voor hem
zouden hebben laten uitgraven, zouden gewil
lig en in minder dan geenen tijd, (hoewel
niet vele edelen), dit losgeld hebben bijeen -
gebracht, maar Paulus wilde niets anders dan
volgens zijn recht uitgaan, nu gelijk als
eenmaal met Silas te Philippi (Hand. 16 37)
Dit is dan ook eene vrucht van de kennis
en de vreeze Gods.
Maar hier tegenover staat dan nu ook het
spelen met het recht, door de Romeinsche
landvoogden, en hun jagen naar menschen-
gunst en geldelijk voordeel, daarvoor het
recht buigende.
Meer dan onder eenig volk had onder de
Romeinen het rechtsgevoel en rechtsbesef
geheerscht als de krachtigste uiting van de
wet der natuur, wier overblijfsel in den na
tuurlijken mensch door den apostel Paulus
geleerd wordt. Rom. 214.
Doch welk een diep vervalEen Claudius
Lysias, en de centurio Julius mogen ons nog
iets van het edele Romeinsche type vertoo-
nen, het bederf onder de hoogeren was ont
zettend. Zoo naderde de Romeinsche staat
met al zyn macht en met al zyn geld zynen
ge wissen ondergang. Niet de vijanden, maar
eigen inwendig verderf hebben deszelfs on
dergang veroorzaakt. En welk eene verblind
heid en gloeiendheid Terwijl Festus, over
tuigd, van Paulus onschuld, hem toch aan
de Joden uit gunst wil overgeven (Hand.
259), hooren wij hier den ijdelen man pra
len met de rechtvaardigheid en billijkheid
van de Romeinen in hunnen rechtshandel.
Uiterlijk wil men den schijn van deugd be
waren, terwyl eigenlijk de goddeloosheid
heerscht en de macht misbruikt wordt, om
hare oogmerken te bereiken. Dit was de
regel ln het gericht het aangezicht niet aan te
nemen en niet te oordeelen eer de beschuldigers
tegenover den beschuldigde en de beschuldigde
tegenover de beschuldigers was gehoord. Men
wist zeer goed hoe het moest zyn, maar het
zondig hart verkrachtte het recht.
Alleen, waar de vreeze Gods woont, heerscht
ook waarlijk het recht. Neemt men die vreeze
weg, dan baten ook de schoonste theoriën niet,
en onder schyn van recht zal alle geweld en
onrecht heerschen.
Hoe het met de rechtspraktijk onder
Achab stond, leert de geschiedenis van Na-
both, den Jisreëliet. Wat daarentegen de
terugkeer tot den dienst des Heeren in Juda
in de dagen van Jozafat voor den rechtshan
del inhield, leze men 2 Kron. 19 57.
Maar wy vinden hier in de geveinsdheid
van een Festus ook het beeld geteekend van
den mensch van nature buiten het leven der
genade, ook al bezit hij uitwendige kennis
van Gods Woord. Gijdie anderen oordeelt
doet dezelfde dingenEn denkt gij dit o mensch!
dat gij het oordeel Gods zult ontvlieden Zalig,
wie met den Psalmist leert bidden Door
grond mij o God en ken mijn hart En
leid mij op den eeuwigen weg.
Hulsebos.
Uw tCefdec.
Geeft, leden der Kerken, Uw vriendschap
Uw herder
Ook hij geeft aan U toch zyn hart.
üw vreugde is zijn vreugd; Uw lot zyn lot;
en verder
Uw droefheid zyn bitterste smart.
O geeft Uw vertrouwen toch aan Uwen herder
Aan wien is het beter betrouwd
Ontvallen U velen al verder en verder,
Wis kan toch op zyn trouw gebouwd.
O geeft by Uw lief ook Uw leed aan Uw Herder,
Bij tgoed nieuws ook 'tleed om Uw schuld;
Uw zorg, en Uw smart, geeft ze hem, en
bouwt verder
Maar vrij op zyn herdersgeduld.
Weeft in het weefsel Uws levens Uw herder
In al wat U immer wêervaart
Deelt wat Gij doorleeft nu met hem, en zy
verder
Verwijdering steeds hem gespaard.
Maar geeft dan vooral Uw gebed voor Uw
herder
Zooveel gaat door hoofd hem en hart
De worstling der eeuw, Kerk en Zending,
en verder
Der honderden blijdschap en smart.
Ja geeft bovenal Uw gebed voor Uw herder
Zyn wijsheid en kracht zijn zoo kleen,
Zyn hart is zoo zwak, en in strijd staat vaak
verder
De herder voor allen alleen
Ja zendt toch Uw smeekingen op voor Uw
herder
Ziet al Uwe nooden draagt hij.
O helpt in 't gebed hem dan dragen, en verder
Dat zyn nood dan Uw nood ook zy I
Ja geeft dan den Heere Uw gebed voor
Uw herder,
Op zyn beurt ook zelf een vaak afdwalend
lam
Beveelt hem gedurig den Oppersten Herder,
Die zondaars ten heil in vernedering kwam.
O geeft toch gedurig gebed voor Uw herder!
Wat wordt van de kudde, als de herder
verdwaalt
Volgt hem in de weide des Woords maar
dan verder
Bidt dat hij toch Hem volg, Die nimmermeer
faalt.
En geeft dan Uw vriendschap, ja geeft ze
U wen herder
Hij deele in Uw vreugde en Uw smart
Maar brengt dan met hem ook die vriend
schap nog verder
Haar leggend in Jezus hart!
(Onwerking van Oh, that the Lord's salvation).
O, dat God, heil bedeelend,
Uit Zion toch verscheen
Bracht Hij, Zyn oud volk heelend!
Zyn zwervers huiswaarts heen
Hoe lang wordt door den Heiden
Nog 's Heeren eer ontwijd
Kom, Heere, in medelijden,
En geef hem reddingstyd.
Die den Propheet vereeren
Uit Ismaëls geslacht,
Maak hen het volk des Heeren
Door 's Heiligen Geestes kiacht!
Leg, Heere, Uw roede neder,
Neem weg der Heidenen smart,
Ruk leugeusluiers neder,
Ontboei't geketend hart
De Jood, bekeerd, aanschouwe
Blij zijn Messias nu
In vreugdeglans voor rouwe
Bind heel Uw Kerk aan U
J. H. Feringa.
Examen aan de Thsolcgische School.
Van de 25 Candidaten, die zich aan het
Propaed. Examen hadden onderworpen, slaag
den de H. H.R J. Aalberts, K. Bakker,
Th. A. Bergsma, E. H. Broekstra, J. C. Da
gevos, G. Doekes, J. Gispen, J. H. E. te
Grootenhuis, W. Hannema, R. v. d. Kamp,
N. G. Kerssies, R. Koolstra, N. P. Littooy,
M. B. Parlevliet, H. Reiners, H. H. Schoen
makers, B. v. d. Werff en B. Wielinga.
Aan het Theol. Examen A namen deel en
slaagden de H. H.C. J. Bos, W. Bouw
man, F. Bruinsma, A. M. Diermanse, K.
Doornbos, G. Elshove, C. Goote, H. Graeffe,
G. Keizer, O. Lindeboom, A. S. Schaafsma,
W. W. Smitt, S. Veltman, J. Vesseur, J. Vis
ser en J. C. C. Voigt.
Vrijdagmiddag begon het Theol. Examen
B. met eene proefprediking in de Geref. Kerk
op den Burgwal, 23 Heeren traden achter
eenvolgens op. Maandag avond werden de
proefpreeken der overige 10 H. H. in hetzefde
gebouw aangehoord.
Voor het Candidaats-examen zyn geslaagd
en mitsdien voor de Kerken beroepbaar gesteld
de Heeren Bos, Brouwer, Datema, J. H.
Donner, A. Doorn, Drenth, Dwarshuis, van
Goor, Groeneveld, Joffers, C. J. Kapteijn N.
G. Kapteijn, Kramer, Lamberts, S. O. Los
van Oud Vosmeer, Lugtigheid, Nawijn, Prins,
Renting, Roorda, Smedig, Spoel, Tholen, Ver
burg, de Vries, Wielinga en Wiersma.