sis, was daardoor op een verkeerd spoor gebracht.
Zoo als echter vervolgens blijken zal, heel't de
Kerkeraad geheel overeenkomstig de D K. O. en de
bepalingen der Synode van 1893 gehandeld.
Voor dat toch deze Kerk tot beroepen overging,
besloot zij het advies der Classis te vragen, hetwelk
is geschied op vle vergadering van 13 Mei lv91. De
handelingen van de ter dezer zake gecombineerde
Kerkeraadsvergadering werden besproken, goedge
keurd en geteekend door het moderamen der verg., en
in het archief der Classis gedeponeerd een afschrift
hiervan voor copie conform geteekend door Ds P. J. W.
Klaarhamer, berust bij den Kerkeraad te St. Laurens
Zie het officieel verslag in de Kerkbode van 30 Mei
1891.
Na de Vereeniging der Ned. met de Christ. Ger.
Kerken, meenden sommige broeders dat het goed was,
nogmaals het oordeel der Classis in zake het beroepen
te vragen, hetwelk toen is geschied, üp nieuw kre
gen deze Kerken de goedkeuring der Classis.
De Kerkeraad vroeg dit advies niet, omdat hij in
de meening verkeerde, dat bij aldien hij dit advies
niet had gevraagd, zijn beroep alsdan onwettig zou
zijn geweest. Dan toch zou hij ziin Geref, belijdenis
moeten vergeten naar zijn bescheiden meening toch.
is er iD een Gereformeerde Kerk voor de Hiërarchie
geen plaats.
Maar in overeenstemming met de D. K. O. achtte
zij broederlijke raadgeving in zoo gewichtige zaak
zeer gewenschten nuttig, en vereenigt li ij zich daarom
ook op dit punt geheel met de handelingen der
Synode van 1893.
Met vriendelijken dank voor de plaatsing,
Namens den Kerkeraad,
P. A. ABRAHAM SE, Scriba.
CLASSIS KLIXDEHT.
De vergadering der Kerken in de Classis Klun-
dert zal D V. op Dinsdag 7 Aug. a. s. te Klundert
fehouden worden. Punten voor het Agendum wor-
en voor 2U Juli ingewacht bij'den eerst ondcr-
geteekendc.
Namens de roepende Kerk.
A. Schouten VVz. Praeses.
Willemstad 2 Juli '94 S. Vermolen. Scriba.
Verantwoording van Liefdegaven.
Door Br. Diakenen met hartelijken dank ontvangen
uit de collecte 1 Juli van X. Y. f 1,00 voor de armen,
l.Oü voor het te kort. I. de Wolff Diak. Boekh.
Door den boekh. der K. Kas in dank ontvangen
uit dc collecte 24- April vanJ.lt. 1 1.00 voor de plaats
van L. S. 2,50 voor de plaats bezorgt bij den koster
van C. J. 2,00 voor de Kerk. 1. de Wolff.
Door Gecommitteerden voor de Zending in dank
ontvangen f 0,50 voor betaalde rekening.
J. v. Aartsen, Penningmeester.
VHssingen B. Ontvangen: voor de weezen f100,
buitengewone collecte voor den Kerkedienst f 18,50.
Namens den Kerkeraad
P. G. Laemoee, jr Scriba.
Tot het ontvangen van de zitplaatsen gelden over
het afgeloopen kwartaal zal D. V. worden zitting ge
houden in de consistoriekamer der kleine Kerk, Maan
dag 9 en Zaterdag 14 Juli, telkens van des avonds
6 tot 8 ure. Het Bestuur der Kerkelijke kas:
C. P. J. Dommisse boekh.
Bnitengevrond vergadering der Classi3 Klundert
5 Juni 189i te Breda.
Vervolg.
Zoo staan dan Christendom en Mohammedanisme
al sinds eeuwen tegen elkander over, dingend naar dej
wereldheerschappij. Elk met eene roeping, om disci
pelen te maken. Maar welk een verschil ook hier.
Christus lei zijne jongeren den last op, om het woord
des koningrijks overal te prediken en te doopen.
Mohammed eischt vau allen het offer des levens, die
niet voor liciu d. i. voor zijne leer willen buigen.
Christus mankt onderdanen door het zwaard des Gees-
tes, Mohammed, maakt slechts veroveringen door
zijn stalen kling. Christus werkt niet door kracht
en geweld. Mohammed wel, getuige maar de landen,
die hij onderwierp. En wat er van Europa zou ge
worden ziju als God door Karei Martel en voor de
poorten van Weenen hem niet omgekeerd had, wie
mag het zich indenken Om voorts tegen deze val-
sche godsdienst te strijden, zal zeker ieder Christen
zich opmaken, gelijk elk Muzelman, zendeling zijn
Helaas, wat stof van klagen. Hoe weinig arbeid is
door de Christelijke Kerk aan deze secte besteed.
Wel is er door dispuut en geschrift iet»' gedaan
en hebben mannen als Frans van Assissi, Raimond
Lullus, en eenige pauselijke legaten en monniken
zich deze zaak aangetrokken. Ja de handel zelfs is
door de christen-natiën gebruikt om de macht des
Islams te fnuiken, maar ach het is toch veel te
weinig geweest, en die weinige pogingen zijn nog
dikwerf door politiek en geldzucht verijdeld. Edoen,
niettegenstaande dit alles, niettegenstaande het starre
conservatisme dat den strijd tegen Mohammed zoo
moeilijk maakt, niettegenstaande de haat tegen het
christendom door het goddelooze leven der Europeanen
op Java, bij de inlanders gewekt, raag in onze dagen
aan geen moedeloosheid worden toegegeven.
Integendeel.
Moedgevende teekenen voorspellen Mohamraeds val.
Met HenrJ Martin zijn nieuwe zendingswegeu geopend.
In Afrika's binnenlanden is een oaan voor onzen
God. Verschillende zendings-vereenigingen togen aan
't werk. Het Turksche rijk verzwakt meer en meer
en bestaat nog slechts bij de gratie der Europcesche
mogendheden. En, droeve profetie voor delslaraiten!
het laatste handschrilt van den koran is onlangs bij
den brand in de Daraasceensche moskee in rook en
vlammen opgegaan. Al duurt het nog eenigen tijd
het woord tot Abraham gesproken. #In u zullen alle
geslachten der aarde gezegend worden" zal eenmaal
in vervulling gaan.
De overwinning is niet aan de halve maan, maai
aan de zon der gerechtigheid. Wellicht valt de be
keering van Israel en Ismaël saam. Dan zullen ook
de volgers van Mekka's profeet buigen voor den
hoogsten proleet en koning Jezus Christus, wiens
heerschappij geen einde hebben zal.
Referent trok daarna het gesprokene in dc volgende
stellingen samen
1. Het ontstaan van den Islam is der Christenen
schuld.
2. De Islam staat verre bij het Christendom ten
achter.
3. De Islam staat aan het geluk der volken in
den weg.
4. Het Christendom arbeidt zonder, het Mohame-
danisme met het zwaard.
5. Het Christendom zal eenmaal over den Islam
zegevieren.
Na eenige broederlijke discussie wordt dên refe
rent voor zijn sclioone en boeiende voordracht d ink
gezegd, waarop hij, nadat ook Ds. Lion Cachet iels
ten gehoore gebracht had, na het zingen van ps.
22 14 deze zitting met dankzegging sloot.
Tot 6 uren ging de vergaderiug uiteen ten einde
aan een warmen maaltijd zich te vergast.n, zoo
viiendelijk door verschilllende broederen van Breda
den leden der classis aangeboden.
Voor de derde maal kwamen eindelijk gemeente
en classis samen tot het houden van een ure des ge-
beds. Onder het zingen van Ps. 63 11 trad de
praeses d«r ciassis op en sprak naar aanleiding van
Jesaja 49 f>. In de inleiding besprak ZEw. de vraag
of de lauwheid in de zending door of onaank't ge
reformeerde beginsel moest worden verklaard. Dat
het ondanks het gerei, beginsel moest zijn, spreekt
van zelve.
Dat beginsel toch moet niet gelijk zijn aan een
lantaren, die slechts schijnsel geelt voor onze eigene
voeten, maar aan een vuurtoren, die zijn licht heinde
en verre rondom zich werpt.
Met dit schoone beeld liet spreker zijne hoorders,
als 't ware de beteekenis zien van zijne tekstwoorden.
Gelijk de vuurtoren niet is gebouwd om slechts ten
schijnsel te strekken voor wie wai-tlclenaan zijn voet
of in zijn onmiddelijke nabijheid gezeten, alzoo
was ook de Christus door den Val niet gegeven,
om slechts voor het huis van Jakob, i. voor ons
tot een licht te zijn Dat was te wèi'.'.ig- Dat was
veel te gering. Neen, Hij was ook gegevrn tot een
licht der heidenen, voor die millioenen, die op. de
zondige wateren dezes levens noy omdoolden, zonder
kennis van de verhonden der belofte, zinder hope en
zonder God. Zijn onderwerp
rDe lichtkring can hel licht van christux" werd in
verband met het beeld van dien vuurtoren op boei
ende wijze uitgewerkt. In dezer voege wat de hoofd
lijnen betreft
1. Dit licht werkt reeds liefelijk in de naaste
omgeving.
2. Het blijkt uit zijn aard bestemd voor wijder
kring.
3. Het komt eerst tot zijn recht, in zeer ruimen
omtrek.
4. Het zal eens verheerlijkt worden als alomvnttend.
Met gespannen aandacht werd deze rede aangehoord,
waaruit niet slechts on9 gebrek in het werk der
zending bleek, m ar ook onze schuld, onze zware
verantwoordelijkheid zoowel als onze hope voor de
toekomst, ziende op de beloften des Heeren.
Onder het zingen van Ps. 72 10 gaf spreker zijn
plaats over aan Ds. Binnema van Tilburg, die naar
aanleiding van 1 Cor. 16 2 nog de financieele zijde
der zending besprak. ZEw. toonde aan dat bij
erkenning uer geestelijke zegeningen de stoffelijke
gaven van zelve vloeien zullen. Dat de gewone
collecte door dc extra collecte dan niet zal worden
geschaad. Om extra gaven mede te deelen, oordeelde
spreker, zou het goed zijn. wat meer op de tekst
woorden te letten, die ons het *iets weg liggen op
eiken eersten dag der week" aanbevolen. En dat
zou bijna door ieder en kunnen geschieden naar ver
mogen, wanneer er wat minder aan allerlei afgoden
en voor allerlei weelde-artikelen geofferd werd. De
geestelijke vrucht voor eigen hart en leven zou van
deze toewijding onzer stoffelijke gaven niet achter
blijven.
Met eene opwekking tot jongelings- en jongedoch-
tersvereenigingen, tot maunen eu vrouwen, ja tot
allen die aanwezig waren, om toch 1 Cor. 16 2
nooit te vergeten, besloot Ds. Binnema zijne rede en
liet na het zingen van Ps 87 2, 3 en 4, dankgebed
en het uitspreken van den zegen de vergadering gaan.
Zoo eindigde dan ook weer deze Zendingsdag.
Mocht de belangstelling der classicale Kerken in
het werk der Zending er door zijn aangewakkerd.
Huiswaarts gaande moesten wij betuigen 't was ons
foed dezen dag in Breda te zijn geweest. Den wensoh
onden wij niet onderdrukken, dat in elke kerk der
classis om de beurt zoo'n jaarlijksehe Zendingsdag
werd gehouden, om ons volk in deze zaak ook meer
licht en inzicht te verstrekken.
Hoe meer toch allerwege de schuld in dezen ge
voeld en de Zendingsroeping verstaan wordt des te
eerder en meerder zal de hand aan den ploeg wor
den geslagen en het gebed vermenigvuldigen:
Die 't alles kunt vervullen,
O, Trooster, vol gena
Help Gij, die helpen zullen,
En met wie Ge uit zendt, ga
Opdat met 's hemels wolken
Zijn weerkomst word' verbeid,
Die 't Licht is aller volken
En Isrels heerlijkheid. (*j
Op last der Classis Klundert,
A. Voogel, le Scriba.
da Costa.
Eene korte verklaring van 2 Corinthe 5 110.
Laatste gedeelte, van vers 9 en 10.
Niet alleen de heerlijke inhoud des ge
loof s (vers 1,) maar ook de levensteekenen en
werkzaamheden daarvan, worden ons in dit
deel der Schrift voorgehouden en ontwikkeld.
De worstelingen des geloofs (vs. 2 eu 4) en
vooral vers 3, waar de gewichtige vraag
wordt onder de oogen gezien, of wij waarlijk
met de gerechtigheid Christi zijn bekleed.
Maar na de worstelingen ook weder het ont
komen, de verzekerdheid en het letten op
het zalig kennen, het onderpand des Geestes,
(vrs. 5.) En zoo blijft het dan ook niet
achter, of het levend geloof oefent vertroos
tende kracht, ook te midden van alle tegen-
heden, en dat naar den aard des geloofslevens.
De Heere wil hier Zijne kinderen doen
wandelen door geloof en niet door aanschou
wen. Al is al het uitwendige en zichtbare
tegen, zoo geelt vaak het geloof de rijkste
genietingen.
Doch daar is meer. Uit Hemzoo spreekt
de apostel elders tot de geloovigen, zijt gij
in Christus Jezusdie ons is geworden wijs
heid van God, en rechtvaardgheid en heilig
making en verlossing. Het geloof, waardoor
wij Christus zijn ingeplant, dat geloof leert
Hvm ook aannemen, met al Zijne schatten
en gaven. Het leert hem aannemen ook tot
heiligmaking. Ook dit komt in ons Schrift
gedeelte heerlijk uit.
Nadat wij een vorig maal gewezen hebben
op de vertroostende kracht des geloofs, hebben
we nu nog de aandacht er bij te bepalen, hoe
de apostel ons ook voorhoudt de heiligende
kracht des geloofs.
Daarom zijn wij ook zeer begeerig, hetzij
inwonendehetzij uitwonendeom Idem welbe-
hagtlijk te zijn.
Eet geloof heeft twee drangredenen tot
eenen heiligen wandel. De eerste is de in-
nige gemeenschap met Christus, die de Zijnen
zoo oneindig en onuitsprekelijk heeft liefge
had, de andere is de heiligheid en recht
vaardigheid des Heeren, het naderen van het
laatste oordeel. Van dat laatste handelen
wij zoo aanstonds, eerst worden we gewezen
op de innige gemeenschap met Christus.
Dit vaak zoo moeielijke aardsche leven is
een uitwonen van den Heere. Nu juist in
het uitwonen blijkt duidelijk dat men elders
te huis behoort, dat men het eigendom is
van Christus, dat men mede-erfgenaam is
met hem. Is er dus die band, die innige
gemeenschap, die levenseenheid, die ons, uit
wonende van den Heere, vreemdelingen doet
ziju hier op aarde, dan volgt hieruit ook,
dat wij zijn beeld dragen, dat wij als vrucht
van het levend, werkzaam geloof door den H.
Geest zeer begeerig zijnhetzij inwonende,
hetzij uitwonendeom Hem welbeliagelijk te zijn.
Waar dus het levend geloof werkt, daar zal
ook de drang worden gekend, om het beeld
des Heeren te dragen. En is dit niet de ware
heiligmaking, zonder welke niemand God
zien zal
Maar er is nog eene drangreden tot hei
ligmaking, welke ervaren wordt door het
levend geloof. Het is de heiligheid en recht
vaardigheid des Heeren, die zich in al haar
luister gaat openbaren in den dag des ge-
richts, wanneer de Heere Jezus komen zal
op de wolken des hemels.
Want toij allen moeten geopenbaard worden
voor den rechterstoel van Christusopdat een
iegelijk wegdragehetgeen door het lichaam ge
schiedt, naar dat hij gedaan heefthetzij goed
hetzij kwaad.
Hoewel Gods kind reeds hier, in zijn ziel,
de vrijspraak zijner schulden en de aanne-
m ng als kind ontvangt, Wij dangerecht
vaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede
met God door onzen Heere Jezus Christus