ken in Synode vergaderd, gemeenschappelijk
genomen.
Onze gereformeerde Kerken nu hebben in
Synode vergaderd in 1893, op voorstel van
de commissie van praeadvies, m§t algemeene
stemmen in de zaak, die ons thans bezig
houdt het volgende gezegd: »Bij het advies
der Classis, in art. IV en V der K. O. komt
ook in aanmerking de vraag, of de beroe
pende Kerk in staat is den beroepen leeraar
naar eisch van Gods Woord te onderhouden."
En dat niet alleen met het oog daarop, maar
ook met het oog op nog meer andere dingen,
volgens de Kerkenordeningen, het noodig ge
oordeeld wordt dat de beroeping »niet zon
der voorweten en advies der Classis zal ge
schieden," blijkt m. i. ontegenzeggelijk.
Onze broeder Fernhout sprak van die van
Wesel Ao 1568 tot die van Dordt Ao 1619."
Reeds heb ik toegestemd, dat van Hand-
openingin die kerkenordeningen geen sprake
ismaar van het zonder eroepen niet voor
weten en advies der Classis daarentegen ge-
duriglijk.
In die van Wesel lezen wij, dat niemand
tot de kerkelijke bediening zal worden toe
gelaten zonder wettelijke beroeping, verkie
zing, toestemmingbehoorlijk examen en wet
telijke orde." En nadat eerst in art. 3 ge
zegd is, dat of de Synode of de Classis die
toestemming" geven moet, luidt het in art.
5 >Maar nochtans in welke plaatsen het
volk tot de verkiezing niet zeer bekwaam is,
of om de weinige geloovigen, of door ge
brek van geleerde en geoefende mannen, of
door tegenstrijdig gewoel der partijen, of ten
laatste, omdat nooit te voren eenig dienaar
in die plaats is geweest, zoo achten wij, dat
men daar niemand tot den dienst behoort te
bevorderen, als" met voorgaande authoriteit
en oordeel van eenige andere aanzienlijke, en
is het mogelijk, naburige Gemeente."
De Synode van Emden spreekt er over als
volgt: >De Dienaren des Woords zullen van
de Consistorie en met het oordeel en goeddunken
der Classikale verzamelingof drie Ministers
uit de genabuurde Kerken verkoren worden."
De Synode te Dordrecht, 1574, spreekt
aldus»Om verwarring te vermijden, is be
sloten dat de Dienaren des Woords van de
Consistorie ter plaatsen daar zij dienen zul
len, beroepen zullen wordendoch alzoo dat
hierin zonder advies der Classis of twee of
drie genabuurde Kerken, niet en geschiede1
De Synode te Dordrecht, 1578, zegt»De
benoeming der Dienaren zal geschieden van
den Kerkeraad met bij voeging der Dienaren
en oordeel der Classis
De Synode te Middelburg, 1581, laat zich
alzoo hooren
»De wettelijke beroeping dergenen die te
voren in den dienst niet geweest zijn, bestaat
Ten eersten in de verkiezing, dewelke geschie
den zal door den Kerkeraad en Diakonen,
mitsgaders het oordeel der Classis
En dat het inwinnen van het oordeel
der classis bij de beroeping niet begrepen is
in het examineeren en approbeeren komt in
deze Kerkenordening zoo onwedersprekelijk
uit, immers zij maakt hiervan ook drie onder
scheidene dingen want het luidt>ten eerste
>ten andereen »ten derde".
De Synode te 's Gravenhage, 1586, heeft
zich ook alzoo uitgesproken. Zij voegt er
nog bij, dat de beroeping, indien er ter
plaatse geen Kerkeraad mocht zijn, >door de
classiszal geschieden.
De Nationale Synode te Dordrecht, 1618
1619 nu begrijpt het evenmin onder >exa-
minatieen approbatie"immers zij spreekt
insgelijks van: »ten eerste->ten andere" en
>ten derde," in betrekking tot deze drie dingen.
Als wij dus de som der dingen ten dezen
opmaken, dan blijkt ons
le, dat geen der Synode van handopening
heeft gesproken, en dat wij dus dat woord
niet moeten gebruiken.
2e. dat al de Synoden de zaak waarom
het gaat, nameljjk, dat de Gereformeerde
Kerken niet moeten beroepen zonder voor
weten en advies der classis" hebben vastgesteld.
Met nadruk en in het bijzonder voor de Die
naren die te voren niet in dienst geweest zijn.
3e. dat geen enkele Synode dit heeft be
grepen onder examinatie en approbatie, maar
dat alle het als daarvan onderscheiden en
daaraan voorafgaande hebben genoemd.
4e. dat de Synode te Wesel het kennen
en erkennen van de Classis in de beroeping
vooral noodzakelijk acht, wanneer er op eene
plaats weinig geloovigen zijn," »gebrek aan
geleerde en geoefende mannen is", en indien
er *nog geen Dienaren geweest zijn."
5e. dat in art. 3 en 4 der Synode van
Wesel duidelijk uitkomt, dat er nog meer
redenen kunnen zijn, waarom het niet zon
der voorweten en advies der Classis geschie
den zal. De Synode van 1893 gaf nog
eene reden aan. Eene reden die ook wei
opgesloten ligt in het Indien er weinig
geloovigen zijn."
6e. dat de latere Synoden de redenen
waarom het noodig is niet meer hebben op
gesomd en zich alzoo bij" hetgeen de Sy
node te Wesel gezegd heeft, kennelijk heb
ben aangesloten.
7e. dat de Synode te Dordrecht 1618 en
1619, en zij alleen, nadat zij gezegd heeft,
het zal niet geschieden, zonder voorweten en
advies des Classis, daarbij de woorden voegt
»daar hetzelve tot nog toe gebruikelijk is."
Is het dus gebruikelijk, dan moet het plaats
hebben.
Gebruikelijk nu was het bij de Chr. Ger.
Kerken en ook in het Genootschapimmers
toen in 1861 de door broeder Fernhout
besproken handopening" verviel, bleef de
machtiging van het classikaal bestuur geboden.
Naar mijne bescheidene meening staat het
met het oog op de besluiten van de Synoden
(die van 1893 daaronder begrepen) als een
paal boven water, dat de Kerk, die nadat zij
er zelfs op gewezen is, beroepen heeft, zonder
voorweten en advies der Classis, in strijd ge
handeld heeft, met de kerkenordening, waaron
der zij leeft. Wat zij deed is miskenning
van het kerkverband en ter zij destelling van
de ordeningen, die de Heere ons door de ge
zamenlijke Kerken in Synode vergaderd, gege
ven heeft.
Het heilige werk der beroeping is alzoo
begonnen op verkeerde wijze. Daarin nu
mag een leeraar, die beroepen wordt, eigen
lijk niet berusten. Het moet zijne begeerte
en bede zijn om in den geordenden weg zijn
heilig en voortreffelijk dienstwerk aan te
vangen. Dat moet voorop staan.
En daar komt bij, dat het voor hem te
discreet is om te onderzoeken of de Kerk
vooraf de kosten wel goed overrekend heeft
maar, omdat dit voor hem te discreet is, kan
hij weieens in moeielijkheden komen, die hij
voor het aangezicht van zijn God en Heere
van voren niet heeft kunnen overwegen.
Wordt nu, gelijk het behoort, de Classis
vooraf in de zaak gekend, dan kan en moet
deze daarover oordeelenoordeelt zij, zoowel
met het oog op het eene als op het andere,
dat, al zijn er ook »weinig geloovigen" en
al is hij ».de eerste dienaar", de beroeping
geschieden kan, dan heeft hij op discreete en
ordenlijke wijze in alles de waarborgen, die
in gevestigde Kerken mogen verlangd worden.
Door haar advies" heeft immers ook de
Classis zich zedelijk verbonden om hem naar
haar vermogen in alles behulpzaam te zijn
gaat het daarentegen tegen de ordeningen
onzer Kerken en buiten de Classis om, dan
heeft deze tegenover hem ook die zedelijke
verplichtingen niet. Daarenboven staat zij, en
staan de Deput.aten van de provinciale Synode
als de roeping aangenomen is en de exami
natie volgen moet, voor de hoogst moeielijke
vraagMoet de Classis met het werk voort
varen en er alzoo deel aannemen, al is er in
strijd met de besluiten der gezamenlijke Ker
ken gehandeld
Zonder protest kan en mag dat, m. i. in
geen geval. Nog in eene andere moeilijkheid
kan er de Classis door komen. Hoewel zij
de zedelijke verplichtingen, althans vóór de
examinatie, niet op zich heeft kunnen nemen,
wat zal ze doen, bijaldien de Kerk ter plaatse
eens niet aan hare verplichtingen kan beant
woorden zal ze dan zeggen: >Ben ik mijn
broeders hoeder. Ga heen en wordt warm"
Zie, waar gij zedelijke verplichtingen krijgt,
moet gij, zooals voor de hand ligt, ook een
stem in het kapittel krijgen. Krijgen de Ker
ken dat niet, dan kunnen Kerken, »met wei
nig geloovigen" de andere Kerken in allerlei
moeielijkheden brengen en haar berooven en
krachteloos maken, zonder dat zij het ver
moeden of er mee over oordeelen konden.
Om dat dit niet aangaat, zijn ook de bepa
lingen der Synoden in dezen gegeven, noodig
en goed.
Onze Kerken leven onder de presbyteriale
kerkregeering. Yoor onze Kerken zei ven is
het van belang dit in te zien en aan die
kerkregeering zich te houden. Ze is proef
houdend bevonden. En in casu voorkomt zij
daardoor velerlei moeielijkheden en teleur
stellingen.
Littooij.
Beroepente Woerden en Oosterbeek G.
de Braai te Kralingen, te Andijk G. W. Es-
selinkte Sliedrecht, te Nieuwdorp L. Bourna
te Ter Neuzen, te Oude Pekela F. G. Peter
sen te Mildam.
Middelburg, 20 Juni. Heden werd in de
Gasthuiskerk de Synode der gereformeerde
Kerken in Zeeland gehouden.
De vijf Classes waren allen door hare
primi afgevaardigden vertegenwoordigd, zoo
dat de synode uit twintig afgevaardigden met
keurstem bestond.
De opening had plaats door den praeses
der vorige synode, ds. Bouma, na het zingen
van Ps. 118:11 en het lezen van Efezen 2.
Het moderamen werd samengesteld ais
volgtds. Littooij praeses, ds. v. d. Velden,
scriba, ds. Keulemans en ds. Wolf, assessoren.
In den voormiddag en een goed deel van
den namiddag hield de Synode zich bezig
met het behandelen van verschillende rappor
ten harer deputaten.
O. a. werd de uitvoering van art. VIII.
D. K. O. geregeld, terwijl ook gehandeld
werd over de verschillende fondsen en over
de Zending.
Daarna werden de Deputaten benoemd tot
de volgende gewone vergadering der Synode,
terwijl eindelijk nog eenige voorstellen wer
den behandeld en vragen beantwoord. X.
Conferentie van Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Met veel opgewektheid werd deze zeer
goed bezochte Conferentie, Donderdag 21
dezer, den dag na de vergadering der Synode
gehouden.
Ds. Littooij opende het samenzijn. ZEerw.
liet zingen ps. 119 53, las daarop 1 Cor.
2 en ging voor in den gebede.
In het moderamen werden benoemdds.
Littooij als praeses, ds. Eerdmans als scriba.
De broeders ds. Bouma, ds. v. d. Velden
en ds. Oosten hielden de aangekondigde refe
raten overtheologietucht en samensmeltingf
welke aanleiding gaven tot zeer levendige
discussiën.
Te ongeveer zes uur, namiddags werd het
samenzijn door ds. Hulsebos met dankzeg
ging gesloten.
Door Gods goedheid was veel genoten en
de broederband versterkt. X.
Mejuffrouw D. K. Keulemans, werkzaam
aan de Dagschool voor meisjes ("thans afcL
van Chr. Volksonder wijs) is benoemd aan de
Chr. school voor Gereformeerd onderwijs (Gra-
vestraat) te Middelburg en heeft die benoe
ming aangenomen.
De rev. dr. C. E. Oggel, sinds 1846, pre
dikant bij een der Holl, gereform. kerken in