Uit Kerk en School.
&E£iS£Ei<JSM¥Eïi.
deze spreuk waarachtig: Hetgeen dan God
samengevoegd heeft, scheide de mensch niet."
Met name ia de prediking bestede men
alle zorg aan verklaring der Schriftuur naar
de meening des Geest es, maar evenzeer aan
een recht snijden van het Woord'dat is
dat in toepassing ieder zijn deel krijgt het
deel dat juist voor hem past.
Daarom is vooral die toepassing zulk een
werk, dat alle krachten van den prediker
opeischt. Een g >ede zielkunde, een naarstig
zijn om het aangezicht der schapen te ken
nen, en een zetten van het hart op de kudde
zullen hierbij ongetwijfeld goede diensten be
wijzen, doch wat hierbij op den duur niet
kan gemist, is eigen beviniing van de gangen
des Geestes.
Alleen zulk een prediking trekt het kos
telijke van het snoode uit, maakt scheiding
tusschen ware en valsche bevinding.
Alleen zulk een prediking kan diep inlei
den en ontdekken. De Schrift toch gaat die
per en is rijker dan alle bevinding saam.
Van uw bekeering weet gij zeer zeker óók
door uw bevinding, doch van wat aan uw
bekeering voorafging, uw wedergeboorte,
leert uw bevinding u niets. Natuurlijk, want
van die wedergeboorte waart gij onbewust
evenals van de geboorte uit uw moeder. Van
uw gelooven weet gij zeer zeker óók door
uw bevinding, doch dat niet uw gelooven
maar wel u^ geloot u aan uw Jezus bindt,
ook als gij slaapt, ja, a) waart gij krank
zinnig, leert bevinding u niet. Eu eindelijk
van uw rechtvaardiging Gods in de vier
schaar uwer consciëntie weet gij zeer zeker
óók door uw bevinding, doch dat die recht
vaardiging in Gods eeuwig bestel wortelt
en voor u verwezenlijkt werd op den eer
sten Paaschmorgen leert de bevinding u niet.
En is nu dat alles wat niet de bevinding
maar jui-t de Schrift u kan leeren niet diep
en rijk en troostvol Iets waar dan nog bij
komt, dat alleen de Heilige Schrift u ook
iri u zeiven de ware van de valsche bevin
ding leert onderscheiden.
Hierin ligt dan ook de geestelijke meer
derheid van een Comrie boven Brakel.
Brakel was te veel »subjectivist" om dit
alles te grijpen. Toch mag men hem niet
te hard rallen. Zijn rechtmatige oppositie
tegen de sekte der Hebreen heeft hier blijk
baar invloed geoefend.
Een Comrie echter, door onzen Dr. Honig
nog onlangs zoo uitnemend geteekend, was
het gegeven ook dit hoogere en diepere te
grijpen en er Gods volk mee te verrijken.
Toch was Comrie geen >objectivist".
Dat onze predikers, dat ons volk met zijn
schriften ook thans nog winste doen. Zoo
zal de volmaking der heiligen worden gevor
derd. De tegenstelling van subjectief en ob
jectief geen onverzoenlijke big ken, en wij
allen komen tot de eenigheid des geloofs en
der kennisse van den Zoon Gods, tot een
Tolkomenen man, tot de mate van de grootte
van de volheid van Christus."
Aan dit ernstig en belangrijk woord
wenschen wij niets toe te voegen, dan de
aanbeveling er van aan aller ernstige en
biddende overweging, ziende op het groote
gewicht der zaak. Eenerzijds Romeinen 2 28
en 29 en anderzijds Lukas 16: 29 en 31:
het een gedaan en het ander niet nagelaten.
Zóó alleen wordt in den bloei onzer kerken
's Heeren Naam verheerlijkt.
Feuinga..
Door den ondergeteekende moest den ge
wonen arbeid een paar weken worden nage
laten. De zware krankheid en het smartelijk
verlies zijner geliefde schtgenoote geboden dat.
God leidt ons door wegen, die wij niet geweten
hebben. Voorwaar, Hij is een God die zich
verborgen houdt. »0 God"! zoo moeten
wij menigmaal zeggea »Uw weg is in
het Heiligdom." En ook, >Uw weg was in de
zee, en Uw pad door groote wateren."
Te recht zegt Hij Mijne gedachten zijn
niet ulieder gedachten, en uwe wegen zjjn
niet Mijne wegen. Want gelijk de hemelen
hooger zijn dan de aarde, alzoo zijn Mijne
wegen hooger dan uwe wegen, en Mijne ge
dachten dan ulieder gedachten." Maar wij
weten ook, dat Hg rechtvaardig is in al Zijne
wegen, ja dat Zijn weg volmaakt is, en dat
daarom alle dingen moeten mede werken ten
goede, dengenen die God liefhebben en naar
Zijn voornemen geroepen zijn. Niets komt
ons bij geval, maar alles komt den geroepenen
van Zijne hand, van Zijne Vaderhand toe.
Omdat Hij rechtvaardig is; omdat Zijne
wegen volmaakt zijn en Hij ons alles in
Christus als een Vader doet, betaamt het ons
Hem te zwijgen en te zeggenHij is de
Heere, Hij doet wat goed is in Zijne oogen.
Maar, o hoe diep gevoelen wij, dat de ge
nade Gods in ons heerschen moet, om, wan
neer de Heere de lust onzer oogen genomen
heeft", met Job te kunnen zeggen, te kun
nen zeggen met een waarachtig en een vol
komen hart: De Naam des Heeren zij geloojd."
Dat bet mogelijk is het alzoo te zeggen,
getuigt van de onvergelijkelijke, alles over
treffende macht der genade Gods.
De genade Gods ontsteekt licht in de don
kerste en bangste wegen daarenboven doet
zij het hart triomfeeren over alles. Dat licht
te hebben en op die hoogte gebracht te zijn,
zoodat wij het werk des hemels verrichten
kunnen, verrichten kunnen als alles ons treu
ren en weenen doet, is gewis een eenig,
onschatbaar voorrecht.
Job genoot het.
Hij genoot het, hoewel bij al zijn diep in
grijpend lijden, nog de verzoeking dess itans
kwam, zelfs ook door zijn eigene Viouw.
Satan ligt op de loerhij maakt, naar de
Schrift en de ervaring ons leeren, van de
bange wegen der beproeving gebruik om ons
tegen den Heere op te hitsen en van Hem
te vervreemden.
Zoo komt dikwerf het eene bij het andere
de afgrond roept tot den afgrond, en het
wordt een gedruisch van watergoten, een
gedruisch als van een alles overweldigenden
stroom. Toen de discipelen Jezus moesten zien
henengaan, toen zij Hem moesten zien he
nengaan langs Gethsémané en over Golgotha,
stond de duivel gereed om hen te ziften als
de tarwe, om hen meedoogenloos heen en
weder te schudden, ja, om hen als kaf ot
onkruid voor altoos van den akker Gods weg
te vagen en voor zich te gewinnen. Drie
werf gelukkig, dat de Heere begeeft noch
verlaat, dat Hjj in al onze benauwdheden met
ons benauwd is, dat Hij zich legert rondom
degenen die Hem vreezen, en ze uitrukt dat
Hij ze doorhelpt, ze sterkt en troost en leert.
Vóór satan hen in de zeve wierp, zeide de
Heere Jezus het Simon en de discipelen
reeds. Meer nog. Toen de duivel hen nog
maar begeerde, om te ziften als de tarwe,
was Hij in Zijne teedere en trouwe liefde
reeds voor hen werkzaam toen beval Hij
hen den Vader al aanen bad, dat hun geloof
niet ophouden zou. Houdt ons geloof op,
dan zijn wij weg, dan is er geen band meer
die ons aan God verbindt. Houdt het niet
op, maar komt het gelouterd, verrijkt en ge
sterkt uit den weg der beproeving en der
verzoeking, dan verstaan, beamen, aanbidden
en bewonderen wij van achteren met de dis
cipelen van Jezus, de diepe, wonderbare,
heilige en wijze wegen Gods.
Zie, als ons geloof maar niet ophoudt
als het in het lijden en bij de aanvallen des
satans niet ophoudt, maar zich in zijne kracht
en naar zijnen aard openbaart, dan roemen
wij in de verdrukking en wij jagen den dui
vel op de vlucht.
En waar wij dan den Heere onzen God,
den kinderen Israels, de discipelen en ons
hooren toeroepen Voorttrekken daar wen
schen wij, als zij, in gehoorzaamheid aan en
met vertrouwen op Hem, den pelgrimsstaf
weer op te nemen, den aangewezen weg in
te slaan en het werk weer op te vatten.
Littooij.
Beroapen te Oude Pekela M. Meijering te
Sexbierum, te 's Gravenmoer J. H. Laatsman
te Brielle, te Jutrijp-Hoininerts dhr, H. W.
Felderhof cand., te Nijkerk op de Veluwe
E. Douma te Rotterdam, te Lopik L. Spoel
te Harderwijk.
Aangaaomannaar Oenkerk door T. Rispens
te Hijum, naar Emmen door J. A. de Bruin
te Niezijl.
Bedanktvoor Dussen door H. Vissink te
Gameren. Voor Nieuwendam door J. Sybrandy
te 's Gravendeel. Voor Zevenhoven en Haar
lem door A. de Vlieg te Renkum, voor Velt-
huizen door Ds. Schroevers te Bunde, voor
Franeker door J. Hulsebos te Vlissingen.
Ds. C. J. Eckhardt. Pred. bij de Geref.
Kerk te Ferwerd, heeft tijdelijk zijn dienst
werk in deze kerk moeten neerleggen, om
tot herstel van gezondheid en krachten zich
naar elders te kunnen begeven.
Heusden. Den heer K. de Geus, van Lei
den overgekomen, werd alhier als ouderliug
onzer gemeente bevestigd, eu als voorzanger
ingeleid door Ds. J. K. v. Haeringen van
Genderen.
Tot onder wijzer aan de Chr. School te
Grijpskerke is benoemd dhr. P. L. Los, thans
in gelijke betrekking te Ter Neuzen.
Vrijhoeve Oapelle. Ds. W. Bosch, overge
komen van Andijk, deed zijne intrede naar
aanl. van 1 Tim. 1 2, na des voorm. be
vestigd te zijn door Ds. H. M. K. Moll van
Zwartewaal naar aanl. van Joh. 1320b.
De Goesche Zendingsdag
Ook deze Zendingsdag, jl. Woensdag ge
houden, is uitnemend geslaagd. Een belang
stellend publiek, dat echter nog veel talrijker
had kunnen en m >eten zijny volgde de toespra
ken^ referaten en daarop volgende discussiën.
Heerlijk weder maakte het opgaan tot dit
feestgetij, door de schoone landouwen, naar
het aangenaam gelegen Goes, des te liefelij
ker. Het is waarlijk te hopen dat ons Chris
tenvolk in dezen zijne roeping zal verstaan,
om door deszelfs blijvende en toenemende
belangstelling en deelneming, zulke dagen in
stand te doen blijven. Zij zullen onder Gods
zegen gewissel.jk rijke vruchten afwerpen.
Wij bestrijdeu den werelddienst, die haar
macht en invloed op onze kinderen doet ge
voelen. Ziet hier onder Gods zegen een
machtig wapen in dien strijd. Blgve het
niet ongebruikt
Verfrischt en versterkt gaat men, zal 't
wel zijn, na zulk een dag, weder aan den
dagelijkschen arbeid, opnieuw overtuigd dat
alleen 's Heeren dienst het ware geluk doet
smaken. Hulsebos.
INGEZONDEN STUKKEN.
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik voor het volgende eeu
plaatsje in de Bode.
Dezer dagen werd in de Zeeuw melding ge
maakt van den te houden Classikalen Zendings
dag te Goes. Daaraan knoopte de Redactie de
rechtmatige klacht vast »dat er onder de ge
reformeerden in Zeeland nog maar al te veel
zendingsijver ontbreekt Dit is volkomen
waar. Toch moet m. i. de geachte redactie
voorzichtig zijn met de beweegredenen om tot
het bijwonen dezer zendings-samenkomsten op
te wekken.
Een vorig jaar bij een dergelijken zendings
dag, trok het mijn aandacht en thans was dit
weer het geval, dat tot deelneming wordt op
gewekt alseen uitspanning voor die Chris
tenen welke geen deel meer nemen, aan de
oude zendingsfeesten Naar het mij voorkomt