Uit Kerk en School. oude kerken te bearbeiden (»kerken onder 't kruis") moet er rusteloos gearbeid door Die naren des Woords, Colporteurs, enz. door Classis of Provinciale Synode daartoe gezon den. Vandaar de arbeid van Ds. Binnema. In volkomen uitvoering, en tevens praktische verklaring van Artikel 7 onzer kerkenorde ning, tegenover Rome's bijgeloof, het mo derne veelvormige ongeloof, en het groot gevaar van verwaarloozing en verwildering van vele honderde door deze twee zeer uit gebreide Provinciën verspreide gedoopten. Men vrage niet. wat men zou wensc,hén dat in de kerkenordening stond, ons althans is het pijnlijke, dat daarin van de zending geen sprake is. En reeds in 1890 stelden wij ter Synode verbetering in deze voor. Gelijk dan ook Classis Klundert feitelijk Artikel 41 en 44 verbeterd heeft. Maar de vraag isWat staat in Artikel 7. En dan is het antwoordIets van de z. g. Inwendige zending wèlmaar van de Heiden zending niets." Goed nieuws. Door Deputaten voor ^inwendige Zending" en Bybelcolportage in Noord-Brabant en Limburg is een nieuwe arbeider aangesteld, om over eenige weken in dienst te treden. Dat mag wel goed nieuws heeten. Alleszins wenschelijk toch is, dat onze Broeder Ds Binnema in zijn arbeid naar Art. 7 der Kerkenordening hulp ontvange. En niet minder noodzakelijk is de versprei ding van Gods dierbaar Woord in deze ge westen. Hebben Deputaten met deze uitbreiding van hun arbeid een waagstuk ondernomen? Wie zou dit kunnen beweren Zij hebben slechts hun last uitgevoerd, en daardoor heb ben de Kerken een schrede meer gezet op den weg der gehoorzaamheid aan haar Koninklijken Heiland. Maar het geld dan Ja, Broeders en Zusters, dat hebben Depu taten niet. Maar Gij hebt het. En Gij hebt het als onzes Heeren rentmeesters. Of het geld er zal zijn, is Uw zaak. Maar wie zou er aan kunnen denken, de verspreiding van Gods Woord niet krachtig te steunen? Is hierin dan niets iets gewaagds Zeer veel gewaagds voor elk, die zijn bij drage zou onthouden. Want de Heere vraagt straks rekenschap van elks rentmeesterschap. Niets gewaagds voor wie in des Heeren wegen gaan. Kroone Zijn zegen ook dezen arbeider en zijn werk. Feiiinga. Godgeleerdheid. De leer, die rechtstreeks op God zelf be trekking had, heette eerst alleen theologie; later werd aan de geheele christelijke leer deze naam gegeven. Theologen of Godge leerden werden zij genoemd, die van de chris telijke leer bijzondere studie hadden gemaakt. In de middeneeuwen eigenden zich ook de scholastieken dezen naam toede scholastie ken, wier leerstelsels, op de leest der heiden- sche wijsbegeerte geschoeid, al spoedig ont aardden in eene kunstig een spitsvondige uit en in elkanderzetting van leeringen Gods, vermengd met leeringen die geboden van menschen zijn." De Reformatoren der 16e eeuw wilden in het spoor der kerkvaders en der Schrift terug gekeerd, alleen de ware schriftgeleerden, theo logen genoemd zien, en alleen de verkondi ging van de waarheid, die naar de godzalig heid is, theologie. Zonder vrees voor tegenspraak kan men wel zeggen dat de naam Theoloog of God geleerde eene zeer begeerde was en is. Se dert eeuwen is hij en nog heden ten dage wordt hij als een eernaam begeerd, door allen die studie maken van de dingen die op God of een Godsbegrip betrekking hebben." Toen in de 17de eeuw de wijsbegeerte zich in de plaats der Godgeleerdheid drong, werden nochtans de namen Theologie" en Theoloog" zorgvuldig behouden. En in onze eeuw niet alleen leeraars en scholen die juist het tegendeel deden en doen van Gre- gorius van Nazianza, wijl zij de Godheid van Christus met al wat daaraan hangt looche nen, maken aanspraak op dien naam ook zelfs de modernen, zoowel de atheïstische als de pantheïstische kunnen dien naam nog niet loslaten. Sinds jaren echter hebben dezen, en geven zij zich zeiven den onderscheidenden naam moderne Theologen en die onderschei ding kan althans eenigszins algeheele verwar ring voorkomen. Goed bezien, zijn evenwel de modernen met hun zoogenaamde Godge leerdheid even oud als de heidensche dich ters en wijsgeeren want even als dezen re deneeren en leeren zij over God, niet wat zij uit de openbaring Gods hebben geleerd, maar wat zij zeiven bedenken, naar de bedenking des vleesches, die vijandschap is tegen God. Rom. 8 58. Op de vraagwie en wat heeten Godge leerden zou dus het antwoord moeten lui den tegenwoordig dienen zich als Godge leerden" aan, allen die meenen te kunnen medespreken over Godhetzij ze al of niet bouwen op het fundament der Apostelen en Profetenhetzij ze de Kerk van Christus lief hebben en dienen of haar verwoesten; hetzij ze voor God Drieëenig en Zijn Woord beven öf zelfs het bestaan van God loochenen. Hoe groot de vrijmoedigheid van kerke- lijken én van politieken is ten opzichte van Godgeleerdheid" en Godgeleerden", is voor tijdgenoot en nageslacht gedocumenteerd in onze Wet op het Hooger Onderwijs. Die Wet heeft de Godgeleerdheid weggejaagd, en in hare plaats gesteld eene z.g. Godsdienstwetenschap". Zij heeft niet anders gedaan dan gewettigd, wat in beginsel reeds lange jaren de feitelijke toe stand was geweest. Nu zou men mogen verwach ten, dat ook de naam Theologie aan de Fa culteit zou zijn ontnomen, en deze de Facul teit b.v. der menschgeleerdheid, godsdienst- geleerdheid of godsdienstwetenschap zou zijn genoemd. Ai mij, men handhaafde den naam Faculteit der Godgeleerdheid. Een Doctoraat in de godsdienstwetenschap, waarvoor de ken nis vau de Schrift en hare leer van God vol strekt geen vereischte is, heet voortdurend een Doctoraat in de Godgeleerdheid. Zoo zijn tegelyk de leugen en de geveinsheid en de meest onwetenschappelijke haspelary in dienst genomen en met officieele eere gekroond. Evenmin als onze Universiteiten zich scha men over dezen roof, vindt de N. H. Kerk daarin reden om aan zulke Universiteiten en Faculteiten hare toekomstige dienaren te ont trekken. Integendeelzij vult die gemoder niseerde en geseculariseerde »Theol." Facul teiten aan door hare kerkelijke hoogleer aren. 1) Dat zij deze laatsten noodig acht, juist ter oorzake van het ontbreken van wat zij dan nog als theologie" onderscheidt en voor hare kweekelingen verlangt, mocht haar anders wel dringen om aan zulke Faculteiten den naam Theologische" te ontzeggen. Maar voor de verblinding staat niets. Theologisch zijn die Faculteitentheologisch is ook het kerkelijk onderwys 1 En wien ook die be geerde naam moge worden ontzegd, dit staat vastal wie, alhans in Nederland, aan een Universiteit doceert in de Faculteit der godsdienstwetenschap, die maakt er aanspraak op, als Godgeleerde" te worden' gegroet. En anderen nevens hen, sprekers en schrij vers, met en zonder professorale en doctorale titels zeer velen. Desniettegenstaande, of liever juist daar om, is ook thans de vraag Wie mogen den naam Godgeleerden" dragen van het hoog ste belang." Zoo is het. En het is goed, dat onze ge achte schrijver het nog eens duidelijk en onomwonden zegt. Littooij. 1) Zie Wet on het Honger OnderwijsIloofdst. III Art. 41, 42 en 83, en Reglement op het Hooger On derwijs in de Godgeleerdheid tot vorming van evan geliedienaren voor de Ned. Herv. Kerk. April-collecle. Vóór eenige jaren hadden wij het genoegen om met vele Hervormden" saam te werken, op philantropisch, staatkundig en onderwijs gebied. Voor zoover de ondergeteekende weet, is hij nog dezelfde van toen. Zooals een ieder weet stonden wij destijds op kerkelijk gebied even ver van elkander als thans. Maar het hinderde toen niet. We werkten samen voor de pers, voor de Zendingsfeesten, voor de Prov. Staten, de Tweede Kamer, en voor de Christelijke scholen. De collecten voor de Scholen met den Bijbel hielden wij, en deelden wij met elkan der van den jare 1878 af. Hoewel de onzen meest het werk deden, ontvingen de besturen »der drie hervormde Scholen" iü Augustus laatstleden nog ieder hua 1/5 deel. En nu gaan zij, of wilt gij eene Commissie, waartoe ook hunne leden behooren, in de plaats van de Augustus-col- lecte eene April-collecte houden alleen voor hunne scholenen wel, zonder iets daarvan te berichten aan het bestuur dat er sinds 1878 voor deze collecte was, en waarvan de ondergeteekende de eer heeft sinds 1878 voorzitter te zijn. Ook hier te scheuren en zonder ons en allèen voor hunne scholen te collecteeren is zullen we zeggen, hun rechtmaar het, zooals zij zei ven in hunne strooibiljetten zeggen, in plaats van de Augustus-collecte te doen, zon der daarvan iets te berichten aan het aloude gemeenschappelijke bestuur is op zijn aller zachtst uitgedrukt onbeleefd en ondankbaar. Zoo handelen christenen niet die hun we reld kennen. Had de ondergeteekende en hadden allen, die van den jare 1878 af ook voor hunne scholen gearbeid hebben, dan geen recht om in elk geval eene kennisgeving van het af zonderlijk optreden te ontvangen Of verbiedt de liefde tot de Hervormde Kerk" zelfs het waarnemen van deze beleefd heid Maar de heer Rademaker, hootd van een der drie Hervormde" Scholen schrijft in de Middelburgsche Courantdat ook kinderen van de lidmaten onzer kerken van hunne scholen profiteeren. (Tot mijn leedwezen is dit zoo.) Wil ZEd. daarmee zeggen, dat het dus wel tijd en gerechtvaardigd is om de Augus tus-collecte niet meer samen te houden, maar inplaats van dat te doen eene April-collecte te houden alleen voor de hervormde scholen? Moeten dan de bedoelde lidmaten onzer kerken meehelpen, omdat zij kinderen op hunne scholen hebben, ook deze ongemoti- feerde en voor ons gansch ongedachte scheur met klinkende munt goed te keuren De heer Rademaker wil dat. Mag de ondergeteekende vragen of dat niet te veel gevergd is? Middelburg, Littooij. 26 April 1894. Beroepsn te Dussen H. Vissink te Gameren, te Emmen J. A. de Bruijn te Niezijl, te Haarlem (B) A. Vlieg te Renkum. Aangenomen naar Steen wijk door W. Wol- sink te St. Anna Parochie, naar St. Laurens door dhr. Steijling cand. V. U., naar Oost burg door dhr. P. Out cand. V. U. Bedanktvoor Arnemuiden door dhr. Steij ling cand. voor Schoonebeek door F. Bouma te Doorn, voor Sneek door J. van Haerin- gen te Werkendam. Ds. L. Adriaanse te Zeist is door Depu taten van de Synode der Gerf. Kerken be noemd tot Zendeling-Leeraar, om in den loop dezes jaars naar Java te vertrekken. Donderdag 3 Mei (Hemelvaartsdag) zal te Arnhem in Musis Sacrum" de gewone jaar- lijksehe Bondsdag gehouden worden van den Nederl. Bond van Jongel. Ver. op Geref* Grondslag.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3