Uit Kerk en School. 17. Mededeelingen worden gedaan aan gaande den arbeid Tan den Zendeling arts, Br. J. G. Sckeurer, op Java, met voorlezing van gevoerde correspondentie. Nadat de ver gadering de handelingen van het Moderamen in deze heeft goedgekeurd, wordt deze zitting met dankzegging gesloten door Ds. L. Bouma. 18. De vierde zitting, met gebed geopend door Ds. S. Sjjpkens, wordt aangevangen met bespreking der Zending op Soemba. Aan het Moderamen worden in deze de noodige aanwijzingen gegeven. Vervolgens worden verschillende andere vragen en rege lingen besproken. De commissie inzake de rekening van den Penningmeester brengt Rapport uit, waarna deze rekening met" dankzegging aan den Pen ningmeester en aan de Commissie wordt goedgekeurd. Nog worden hem eenige ver langde inlichtingen verstrekt. Vervolgens zegt de Praeses den Kerkeraad van Zwolle A dank voor de ervaren bereidwilligheid, waarop de vierde zitting, na het zingen van Psalm 72 vers 11, met dankgebed wordt gesloten door den Voorzitter. 19. De vijfde zitting wordt na het zin gen van Psalm 67 vers 1, in het kerkge bouw geopend met gebed door Ds. J. H. Feriuga, die vervolgens sprak over Ephese 2 10-12. Nadat Psalm 86 vers 5 is ge zongen, wordt deze nood der Heidenen toe gelicht door Ds. F. Lion Cachet, met het voorbeeld van een Kaffer, een Chinees, een Patagoniër, een Hindoe, en een Javaan. Ver volgens wordt gezongen Psalm 72 vers 2 en nu treedt voor de groote schare op Ds. L. Van der Valk, sprekende over Matthews 21 15. Hij gaat voor in gebed voor de Zending, waarna deze laatste zitting be sloten wordt met het uitspreken van den zegen na het zingen van Psalm 22 vers 14. Op last en in naam van Deputaten, J. H. Fkringa, Scriba Klundert. 4 April 1894. Weezenverpleging. Zooals gezegd is, komt het mij voor in strijd te zijn met onze roeping, onze weezen bij voorkeur naar een centraal of algemeen weeshuis, bijvoorbeeld naar dat te Neerbosch op te zenden. Daar moeten m. i. slechts de weezen ver pleegd worden, die niet in hunne naaste om geving kunnen verpleegd worden en die, waarover anderen zich niet op christelijke wijze ontfermen; maar waarover deze of gene, die er niets nader mee in betrekking staat dan alle anderen, zich ontfermt en ze voor zijne rekening besteedt bij den heer van 't Lindenhout. Men kan ook zeg gen, want zoo zou het ook kunnen wezen: die de heer van 't Lindenhout aanneemt, op hen geween zijnde en daartoe in staat ge steld door oe algemeene christelijke liefda digheid. En bij deze kinderen zou men nog kun nen voegen de kinderen die aan weezen ge lijk zijn, degenen n imelijk die verlaten zijn door ontaarde ouders. De kinderen, waarom de ouders niet ge ven of die verwaarloosd en afgestaan wor den, zou men er nog kunnen bij voegen, indien deze, wat zekerlijk te verkiezen is niet afzonderlijk verzorgd worden. Maar tegen een algemeen weeshuis, waar weezen uit den minderen stand schier zonder uitzondering, zooals dat jaren aan een plaats had, worden heengezonden, moe ten wij, naar het mij voorkomt, ons verzetten. Doen wij dat niet, dan verzaken wij m. i. onzen plichtdoen wij er aan mee, dan be trachten wij in dezen niet het werk der barmhartigheid naar den eisch der liefde en der gerechtigheid. Zelfs zijn provinciale weeshuizen, zooals ook reeds gezegd is, niet te verkiezen. Waarom niet Wel, omdat wijde kinderen door ze eruit stad en dorp henen te zenden uit hunne om geving en uit hunnen levenskring rukken en in den regel verwijderen van de betrek kingen die de Heere hun nog liet. Zij die uit de dorpen komen, kunnen daar enboven in de stad niet leeren hetgeen waar voor zij, waren hunne ouders in het leven gebleven, bestemd zouden geweest zijn, en zij, die uit de steden komen kunnen, wanneer het weeshuis op eene plaats, zooals bijv. te Middel- harnis is, op hunne beurt niet leeren, wat ze, waren de ouders niet gestorven, zouden geleerd hebben, althans hebben kunnen leeren. Men kan hier tegen opmerken: dat de weezen nu niet leeren wat zij zouden geleerd heb ben, indien hunne ouders in het leven waren gebleven, is naar Gods voorzienig bestuur en misschien in hun belang. Doch met Gods voorzienig bestuur mogen wij niet dekken wat niet bewezen is goed te zijn en of het in het belang is van de wee zen, in Zuid-Holland dat zij te Middelharnis allen zoo geisoleerd en tot aanleeren van zeer veel niet in de mogelijkheid zijn, betwijfel ik zeer. Ik zou liever zeggen, laten wij als regel aannemen, dat wij ons aansluiten aan hetgeen wij door Gods voorzienig bestuur vinden en hen alzoo niet verwijderen en vervreemden van de plaats waar ze geboren en aanvan kelijk opgevoed werden, waar ze gewoonlijk hunne bekenden en betrekkingen hebben. Daarvoor zou ik nog meer wezen omdat zij, wanneer ze niet door familiën worden opgenomen en verzorgd, aan de plaatselijke Kerk gegeven, gelaten en toevertrouwd zijn. Ze behooren tot de schatten der Kerk. Deze schatten op te zenden en anderen af te staan is niet goed, het is geen bewijs van teedere liefde, van getrouwe plichtsbetrachting om trent, van persoonlijke toewijding aan, van vaderlijke of wilt gij moederlijke zorge jegens deze schatten. De plaatselijke Kerk aan wie de Heere ze tot openbaring en beoefening der christelijke barmhartigheid in de boven omschreven ge vallen gaf, moet ze als de kinderen aan haar gegeven, liefhebben en zelve verzorgen. De Kerkeraad, die de gemeente vertegen woordigt, moet hier optreden, moet ze onder zijn opzicht opvoeden en verzorgen. Een Gereformeerde Kerkeraad moet ze doen onderwijzen, en opvoeden naar de be lofte door de ouders bij den heiligen doop afgelegd. De roeping en de taak der ouders gaat op den Kerkeraad over. Deze moet dus zor gen dat ze »iu de leer die alhier", dat is in de gereformeerde Kerk geleerd wordt, on derwezen en dien overeenkomstig worden op gevoed. Aan den God des eeds en des ver- bonds, aan de Kerk, aan de overledene ouders, en aan de kinderen die deze achterlieten, is hij dit ontegenzeggelijk verschuldigd. De weezen te besteden in een dorps- of stadsneutraal, of erger dan neutraal wees huis, is naar mijne vaste overtuiging zonde voor God. Dat is het ook wanneer ze aan particulieren worden afgestaan of besteed, die ze niet opvoeden in de vreeze des Heeren. Het zwaarste moet het zwaarste wegen. En daar het weeshuis van den heer Van 't Lindenhout ook niet een gereformeerd weeshuis heet en is, zoo mogen ze, ook om deze redendaarhenen evenmin worden heen gezonden. Wat dan De kinderen, die aan de plaatselijke Kerk komen en worden toevertrouwd, moeten in haar midden worden verzorgd en opgevoed. Maar zelfs aan ieder lidmaat der kerk is dat nog niet toevertrouwd. Elk lidmaat en ieder huisgezin is daarvoor nog niet even geschikt. De lidmaten, die de weezen alleen willen en nemenom er iedere week wat aan te verdienen, zijn niet te verkiezen. Niet het geld, maar liefde en erbarming moet in de eerste plaats de drijfveer wezen. Daarenbo ven moet de kerkeraad naar die gezinnen zien, waar hij weet dat de vreeze Gods woont. Voorts moet er netheid, orde en beleid ge vonden worden in den kring waaraan ze worden toevertrouwd. In de steden is wellicht het paviljoenstelsel aanbevelenswaardig. Niet een weeshuis, waar een 40 of 50 weezen worden verpleegd maar het echt huiselijke, hen onder een vader en moeder met bij v. een tiental gelaten, is voor de steden goed en misschien verkieselijk. A. Littooij. Beroepen te Bentheim Ds. Stroevers te Bun- de. Te Sneek (A) J. v. Haeringen te Werken dam. Arnemuidcn, A. Steijling cand. V. U. Aangenomen naar Groningen (A) door H. J. Kouwenhoven te Voorschoten, naar Lutten a. d. Dedemsvaart door J. Schoemaker te Veld huizen (Gr. Bentheim.) Bedanktvoor Ter Schelling door J. Buike- ma te Musselkanaal. voor Bellingwolde door F. Hoeksema te Zevenhuizen. Het idiotengesticht ,/S HEEREN L00" te ERMEL00 Eenige beginselen en beweegredenen voor hot Gode welgevallig geven. Te lezen 2 Cor. 8 en 9. II BEWEEGREDENEN. (Slot). *4. Het Beeld der Christelijkheid. (8 9). Dit is de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat hij om onzentwil arm geworden is, daar hij rijk was, opdat wij door zijne armoede rijk zouden worden. Deze beweegreden sluit twee wetten in o. De wet der zelfverloochening, b. De wet der dankbaarheid. 5. De goede naam der Broederschap. (8 21-24). De gemeenten vormen ééne broederschap, door levende banden verbonden. Paul us had in dezen uitersten nood uit naam van Corinthe hulp beloofd. De goede naam van de gemeente en van den Apostel was er dus mede gemoeid. Het was noodig dat zij een ge paste bijdrage leverden a. om hunne gemeenschap met de broederen to tooiien. b. om de redelijke hoop van den Apostel te rechtvaardigen. 6. Ware ij"cr vuurt and.rtn aan. (19 2). Goed voorgaan doet goed volgen. Het kan gebeuren dat een geheele vergadering wacht op een enkelen man, die weigert, zijn plicht te doen, maar ook dat zij bezield wordt door een vroom, trouw, Gode welbe- hagelijk voorbeeld. 7. L>e eere Gods. (9:11-15.) Dit moet in alles de hoofdbeweegreden zijn. Paulus zegt aan het slot van zijn betoog dat het betoonen van weldadigheid Gode heerlijkheid brengt. Dit beschouwt hij uit twee ver schillende oogpunten a de uitwerking op den bewel- dadigde, b de uitwerking op den gever c ten slotte God wordt verheerlijkt door de verwezenlijking van een gemeenschap in liefde die de aarde tot een hemel maakt. Zij die geven en zij die ontvangen worden nauwer vereenigd door den band eener teedere mede gevoelende liefde; en die hunne gaven gegeven heb ben aan andere discipelen des Heeren ontvangen we- derkeerig van hen liefde en gedenken in den gebede. (Vrij naar Arthur T. Pierson.) K. LE COINTRE Corr. Met vriendelijken dank ontvangen van M. R. i 2, van Mej. V. f 0,65. Uit het (zeer zindelijk gepoetste) busje van Mina de Bokx f 10,18 /3 Uit Vlissingen uit een busje f 2,50. Uit het busje van Aarn. Ko- geler f 1,75, als voren van Jans Vader te Melis- kerke f 2,21 Va- Bijdragen enz. s. v. p. te zenden aan de Correspon denten of naar 's Heeren Loo. „E FF AT H A". GIFTEN EN COLLECTEN. ingekomen van 15 Aug.31 December '93, alsmede enkele van voor 15 Augustus nog niit verme'd. Collecte n: Jongeïingsvereeniging, Schoone- b°ek f 12,50, bidstond, 's Gravendeel f 11,60, Protes- tantsche Kerk Banda f 86.80. helft eener collecte Geref. Kerk A. Enkhuizen f 18,85, Ger. Kerk A. Amsterdam f71,11, l/« collecte Ger Kerk A, Fijnaart f5, Kerk A, Landsmeer f 13,06, Jongedochtersvereeniging, Bussum (Heb. 10: 24) f4,03 2, Zondagsschoolfeest, Naaldwijk f5,53, diversen b.j Ds. Beuker ingekomen over 1892 f 180,33 /a, Jongeïingsvereeniging, Haarlemmermeer f3.20, Ds. Beuker, Roseland f 123,collecte Ger. Kerk, Westbroek f7,40, Ds. Beuker, Graafschap (N.-A.) f49, Ger. Keik Oosterland f9, samenkomst op Neerhof te Aalten f4, huisbusje O. ML. R. 15, jaarfeest Zangv. ten Boer f8,80, gem. Asperen, door Prof. Lindeboom f 21, Zondaagsschool Jachin, Zeg waard fl,75, 1 /3 collecte Ger. Kerk A, Meppel f 2S,24, Ger. Kerk, Reeuwijk i'4,33, l/a collecte Ger. Kerk, Koudum f 6,21, collecte dankstond, ten Post 18,40, catechisatiebu3 Wartïum, Ds. Postema 1 3,607s,1/: col lecte Ger. Kerk Winterswijk f26,837?» ^ur- Kerk Zutphen, Ds. J. N. Lindeboom f 13, ged. collecte Makkum Ger. Kerk f 5,87"2- Gitten: Ds. Talma 12,50, H. Merckens f2, J. C. Koster f5, J. A. v. d. Wolf f2,50, J. v.d. Beke Callenfels f2,50, Dames Bouvin fl, Mevr Gewin Vader f2,50, C. M. Dommisse f i C. Mortier f2, Mevr. van der üs Vader f2, II. F. Rikkens allen te Vlissin gen. J. Moraal f 1, G. Los tl, A van Tol f 1, H. Kranenburg f 1. Wed. v. Dam 1*1,50, J. Roest f 1, J. Brussee 1*2, G. v. Dommele f 1,50, J. v. Egmond fl, v. d. Heiden 1*1, allen te Leiderdorp. Gevonden col lecte Ger. Kerk, Wildervank fl, Zondagsschool Goes f 5, gev. Kerkzakic, Haarlemmermeer f 1, diverse door Ds. Bouma, Terneuzeu f3,60, Ger. Kerk Berkel f5, Mej. N. N., te Leiden f2,50, Geref Kerk, Ürijps- kerke, Zeeland f5, Mej. W. C., Deventer fl, Jonge- dochters Vereeniging #Dorcas", Berkel f2,60, N. N.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3