AGEIN DA.
van de
Vergadering der Gereformeerden Kerken in de Clas
sis 's Bosch te houden op Woensdag 25 April
e. k. in de Kerkekamer te 's Bosch. Aan
vang voorm 9 uur.
1. Opening door den Pracses der vorige clasic.
Vergadering.
2. Onderzoek der Credentiebrieven.
3. Lezing van de acta der vorige Vergadering.
4. Aan rijzing van een Moderamen.
5. Rapporten.
a. Huishoudelijke regeling voor de Class, verg.
b. Van de Kerkvisitatoren.
c. Van Ds Hinneraa betreffende Helmond en
Helenaveen.
6. Voorstel tot wijziging in de regeling der hulp
te verleenen aan noodlijdende Kerken (Heusden).
7. Regeling van vacature beurten.
S. Rondv aag naar Art. 41. D. K.
9. Aanwijzing van tijd, en plaats voor de eerst
komende Vergadering.
10. Sluiting.
.Namens den Kerkeraad der roepende
Kerk van Veen
11. SCHREÜDERS. Scriba.
Verantwoording van Liefdegaven.
Vlissingen B. Ontvangen voor de weezen f 1.00,
voor diakonaal hulpbetoon f0.5U, collecte voor de
weezen f26.5472*
Namens den Kerkeraad
A. Huson. loco. Scriba.
Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de
Christus, die is uit God geboren; en
een iegelijk, die lief heeft dengene, die
geboren heeft, die heelt ook lief den-
gene, die uit Hem geboren is.
Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen
Gods lief hebben, wanneer wij God
liet hebben, en Zijne geboden bewaren.
1 Johannes 5 1 en 2.
De zuivere en onbedriegelijke kenmerken
van het ware geloot liggen rijkelijk door de
gansche Schrift heen verspreid. En ook hier
wordt in deze twee verzen aan den belang
stellende een dubbele toetssteen in handen
gegeven, en wel dezeLiefde tot God brengt
mede, liefde tot Gods kinderen, en omge
keerd Liefde tot Gods kinderen kan niet
bestaan zonder liefde tot God
Over het eene en over het andere volge
hier eene korte uitbreiding, waarbij staat op
te merken, in wat rijke inkleeding deze
waarheden hier voorkomen.
1. Vooreerst wordt hier het ware geloof
beschreven. Een iegelijkdie gelooftdat
Jezus is de Christusdie is uit God geboren.
Menigmaal wordt dit Schriftwoord misbruikt,
door er uit af te leiden, dat ieder, die komt
aanloopen en zegt of meent in Christus te
gelooven, nu ook zich mag toeeigenen uit
God geboren te zijn. Neen, hier wordt ge
leerd geen waar geloof zonder wedergeboorte,
en daarom zal ook ieder waar geloovige de
kenteekenen van het nieuwe leven uit God
moeten vertoonen. Gelooven, dat Jezus is de
Christus, dat Jezus is de Zone Gods, dit is
het ware geloof. Het is dusJezus als den
Christus te kennen door den H. Geest, Hem
aan te nemen, Hem te belijden, Hem te
volgen, door Hem te leven.
En dit alles is een eigenschap des nieuwen
levens, dat uit God is, waartoe zijne kinderen
zijn wedergeboren door het werk des Geestes.
Het ware geloof is dus niet bestaanbaar zon
der liefde tot Gods kinderen.
Wat uit God geboren is, zal God liefheb
ben. Dit is de heilige orde in deze geeste
lijke geboorte. En een iegelijkdie lief heeft
dengenedie geboren heeft, die heeft ook lief
dengenedie uit Hem geboren is. Ook dit is
een onafwijsbare regel en orde in de geeste
lijke schepping.
Is er in het natuurlijke een onuitroeibaar ver
band gelegd tusschen ouders en kinderen,
en tusschen kinderen onderling, nog veel
meer geldt dit van het geestelijke leven.
Wat uit God geboren is, heeft lief dengene,
die geboren heeft, en die lief heeft dengene
die geboren heeftdie heeft ook lief dengene
die uit Hem geboren is. Dat is er ligt een
natuurlijke geestelijke band, die zich ook bij
alle onvolkomenheid in het genadeleven niet
laat loochenen.
2. Maar nu, de proef op de som. Is
uwe liefde tot Gods kinderende ware, zui
vere liefde, vrucht des waren geloofs, ken
merk der wedergeboorte uit den Heiligen
Geest Hieraan kennen wijdat wij de kinde
ren Gods liefhebbenwanneer wij God lief
hebben. Er is zooveel liefde-betoon, dat uit
het gevoel, uit smart, uit het vleesch voort
vloeit. Zoo licht wordt daaruit meer afge
leid dan mag. Zal de liefde tot Gods volk
het kenmerk zijn van waar, geestelijk leven,
dan zal in dat zelfde liefhebbende hart aller
eerst liefde tot God als kenmerk van het
nieuwe leven, het genade leven, moeten aan
wezig zijn. Men zal niet waarlijk in de ge
meenschap met Gods kinderen zijnen blijven
indien men niet in gemeenschap staat met
hunnen God en Christus. En om nu dat
lief hebben van God nog nader te ontvouwen,
wordt ons geleerd, dat het bestaat in het
bewaren Zijner geboden. Zijner liefelijke,
heerlijke, reine geboden, die in zich zei ven,
niet zwaar, maar dierbaar zijn aan het weder
geboren hart.
En deze geboden worden bewaard in het
bestrijden der wereld, die in den wedergebo
rene zich tegen God en zijn heilig gebod
verzet, maar overwonnen zal worden in het
geloof.
Dit alles wordt ons geleerd, opdat wij
geene rust zouden hebben in ons natuurlijk
bestaan, en al wat zich daarin godsdienstigs
voordoet zouden verwerpen en vaarwel zeggen
als van geene waarde voor de eeuwigheid en
onbestaanbaar voor God. Maar om dan ook
ernstig te staan naar die bekeering ten
leven, die vrucht is van de geboorte uit God.
Troostvol zal het zijn, als de kenteekenen
die gij bezit, den toets van het getuigenis
Gods mogen doorstaan, en gij zoo door den
H. Geest moogt verzekerd en verzegeld wor-
deD. Maar zij dan uw bede, dat uw vleesch
steeds meer gekruisigd worden, en Gods werk
in u steeds meerdere vrucht dragen
Hulsebos.
Vergadering van Deputaten tot de Zending onder
Heiden&n en Mohamad anen
op 27 en 28 Februari te Zwolle. (1).
1. De Voorzitter, Ds. M. Van Minnen,
opent de eerste zitting door te laten zingen,
vers 4 van den Morgenzang, voor te gaan in
gebed, en te lezen Psalm 07.
2. Aanwezig zijn 13 Deputaten, benevens
de Penningmeester. Des avonds komt ter
vergadering de Zendingdirector, Ds. J. H.
Donner. Twee Deputaten zijn met kennis
geving afwezig. En door overlijden ontbreekt
Mr. L. VV. C. Keuchenius, aan wiens nage
dachtenis door den Voorzitter een ernstig en
hartelijk woord wordt gewijd.
3. De notulen der vorige vergadering wor
den gelezen en gearresteerd, waarna de 2e
Scriba Ds. J. H. Feringa, namens het Mo
deramen rapport uitbrengt aangaande gehou
den vergaderingen, uitgevoerde opdrachten,
behandelde aanvragen om de Zending te die
nen, gevoerde correspondentiên, aangewende
pogingen om belangstelling te wekken, ver
tegenwoordiging bij de begrafenis van Mr.
Keuchenius en voorbereiding der verdere
werkzaamheden.
De vergadering hecht, na uitgebreider toe
lichting over enkele punten van dit Rapport,
hare goedkeuring aan deze verrichtingen van
het Moderamen.
4. Het antwoord van het Hoofdbestuur der
Ned. Ger. Zending Vereeniging d.d. Februari
1893, op het schrijven van Deputaten, d. d.
7 Nov. 1893, in zake de overname van het
Zendingwerk door de Kerken volgens besluit
der Generale Synode wordt gelezen en over
wogen. Overeenkomstig het voorstel van Dr.
L. H. Wagenaar wordt besloten, dat het Mo
deramen in deze handele, uitvoerende de op
dracht hiertoe in deze vergadering gegeven.
5. Vervolgens worden, na voorlezing, toe
gelicht en behandeld twee brieven van Be-
(1) Door omstandigheden werd de Scriba verhin
derd eerder dit verslag in te zenden.
dienaren des Woords in de Gereformeerde
Kerken in Nederland, houdende aanbieding
tot den dienst der Zending onder de Heide
nen en Mahomedanen.
Met hartelijken dank aan den Heere voor
deze levensteekenen, en doordrongen van het
hoog gewicht dezer zaak, besluit de vergade
ring, na verslag van een sameakomst van
het Moderamen met een dezer Broederen tot
voorloopig onderzoek te hebben ontvangen,
dat men hem zal verzoeken den volgenden
morgen (indien mogelijk) de vergadering bij
te wonen.
De beslissing inzake de andere aanbieding
wordt aangehouden tot de avondzitting.
6. De B. B. Di. J. Hessels en J. N. Lin
deboom worden aangewezen tot het nazien
der rekening van den Penningmeester, en tot
het ropporteeren daarover in eene latere
zitting.
7. Mededeeling wordt gedaan van een aan
tal aanvragen om opleiding tot Zendeling.
In een latere zitting, wanneer eerst ook de
Zendingdirector zal aanwezig zijn, zal hierover
gehandeld worden.
8. De correspondentie met Zendeling Bol
wijn, te Soerabaia, komt nu aan de orde,
nadat eerst is voorgelezen copie van een
schrij ven aan Zendeling de Bruin, op Soemba.
9. De eerste zitting wordt met dankgebed
gesloten door Dr. L. H. Wagenaar.
1Ü. De tweede zitting wordt met gebed
geopend door Ds. T. Noordewier, waarna de
bespreking der correspondentie met Br. Bol
wijn wordt voortgezet. De verrichtingen van
het Moderamen in deze worden, op voorstel
van Ds. J. Hessels eenparig goedgekeurd.
Ter aanwijzing van den verder te volgen weg,
wordt nauwkeurig overwogen en ernstig be
sproken, wat ter laatste Generale Synode in
deze besloten is.
11. De uitgestelde aanbieding van den an
deren Bedienaar des Woords tot den dienst
der Zending wordt zeer ernstig besproken.
Eindelijk wordt, op voorstel van Ds. J. H.
Feringa, eenparig besloten, deze zaak aan te
houden totdat eerst nadere bepaling van het
arbeidsveld der Kerken zal mogelijk zijn, en
derhalve in deze eerst den loop der onder
handelingen met de Ned. Geref. Zending-
Yereeniging af te wachten.
12. Nu worden de ingekomen zeven aan
vragen om opleiding behandeld. Besloten
wordt, naar het voorstel van den len Scriba,
Ds. L. Van der Valk, overeenkomstig de last
geving der Generale Synode eerst pogingen
aan te wenden om Zendelingen te verkrijgen
uit de gevestigde Bedienaren des Woords of
uit de studenten in de Godgeleerdheid. En
voorts, op voorstel van Ds. J. H. Feringa,
ook in deze de uitkomst af te wachten der
meergenoemde onderhandelingen.
Hierna wordt de tweede zitting met dank
zegging gesloten door Ds. W. H. Gispen.
13. De derde zitting wordt geopend met
gebed door Ds. J. N. Lindeboom, Hierin
worden de notulen der eerste en tweede zit
ting voorgelezen en gearresteerd. En ver
volgens bepaald, dat het Moderamen ten spoe
digste een samenkomst zal zoeken met het
Hoofdbestuur der Ned. Ger. Zend. Vereeniging.
14. De Correspondentie met Br. van Al
phen, wordt behandeld, en na het geven der
noodige aanwijzingen, in handen van het Mo
deramen gesteld.
15. De telegraphisch uitgenoodigde Bedie
naar des Woords komt ter vergadering. Hij
brengt mede een door het Moderamen van
hem gevraagd geneeskundig certificaat. Na
dat lang met hem door verschillende Depu
taten is gesproken, wordt besloten, dat hij
zal worden aangenomen en uitgezonden, in
dien ook een nader geneeskundig onderzoek,
even gunstige uitkomst oplevert. Aan het
Moderamen wordt in deze volmacht gegeven
tot het nemen van alle noodige maatregelen,
en op spoedig handelen aangedrongen.
16. De Penningmeester, Br. de Moen, doet
nu rekening over 1893. De inkomsten hebben
bedragen ƒ22884,341 (waaronder ƒ11794,87
aan Pinkstercollecten); de uitgaven 19217,84.