plaatsen, op de kantoren, in de voor het publiek belegde vergaderingen, en waar niet al, ja overal en onder alle rangen en stan den, ook door de rechterlijke macht, bijname door die te Arnhem. OnzeZuider-Kerkbode schreef er echter bijna in het geheel niet over. Toch stelt ook zij ontegenzeggelijk veel belang in deze zooveel besprokene quaestie, in de Weezen verpleging te Neerbosch en vooral in de Weezen verpleging in het alge meen. De Weezen verpleging toch is, althans moet zijn een werk der christelijke barmhar tigheid. De Commissie van onderzoek in zake de Weezen verpleging te Neerbosch komt de dank van het Nederlandsche volk toe voor den belangloozen en moeielijken arbeid door haar verricht. Zij heeft, naar het oordeel schier van een iegelijk zoo onpartijdig en zoo grondig als maar mogelijk was de Weezen- verpleging, zooals ze te Neerbosch geschiedde, onderzochtinderdaad zij heeft licht ontsto ken in de donkerheid. Onze dank zij haar bij dezen gebracht. In den weg van 's Heeren voorzienig be stuur kwam haar rapport over het uit blijven waarvan luide klachten zijn aange heven kort na het onderzoek der Recht bank te Arnhem. Uit dit onderzoek nu bleek, wat ook uitkomt in het rapport der Commissie, dat de heer Van Deth onbewezen en onware beschuldigingen van niet geringen aard den heer van 't Lindenhout naar het hoofd heeft geslingerd. Toen dat door het onderzoek en de uitspraken van de Recht bank aan het licht kwam, kregen de uitspra ken der Commissie van onderzoek natuurlijk des te grootere waarde, werden zij, in. a. w., des te beter geloofd. De slotsom van het onderzoek door de Rechtbank en door de Commissie was zoo eensluidend. Ze kwam hierop neerEr kleven gebreken aan de Weezen verpleging te Neerbosch, maar van Deth heeft schromelijk overdreven en inzonderheid den heer van 't Lindenhout gelasterd. Aan het verbreiden hiervan hebben velen meegedaan. Dat deden allen die den heer van Deth inhaalden, die hem uitnoodigden om zijne harde, onbewezen beschuldigingen voor het publiek in hunne steden en dorpen te komen uitspreken dat deden zij, die hem vóór en na hij had gesproken zooals in de Middelburgsche Courant geschiedde als een eerlijk en vroom man den volke voor stelden. In de phase waarin toen de quaes- tie verkeerde, had men dit een en ander niet moeten doen. Men had moeten wachten en zelfs zijdelings geen partij moeten kiezen. Het is my aangenaam te kunnen meedeelen dat onze Vrienden te dezer stede, toen zij aangezocht werden door de heeren, die den heer van Deth hier hebben doen komen, be slist geweigerd hebben. De persoon, die het felst bestreden en het zwaarst beschuldigd is, de heer van 't Linden hout, is er, èn voor de Rechtbank èn voor de Commissie van onderzoek, vooral wat zijn persoonlijk leven betreft, het allerbeste afge komen. Tegen hem was de aanval en van hem is niets bewezen. Zijne vrouw en een paar onderwijzers schijnen, ja blijken weieens wat hardhandig te werk te zijn gegaan. In de inrichting is er gelijk een ieder te voren reeds geloofde zooals gebleken is, nog al een en ander te verbeteren. Het schandelijk tumult van zoo vele maanden zal den weezen ten goede komen. Daarmee troosten zij zich nu, die over het inhalen van van Deth natuurlijk thans wel een weinigje beschaamd zijn, wijl het bleek dat zij in een niet zoo best gezelschap ver keerden. Doch met het oog hierop zouden wij kunnen en willen vragen Mijne heeren zyt gij van de leer, dat het doel de middelen heiligt? Het was te begrijpen, dat er veel te verbeteren is in eene inrichting, die oorspronkelijk niet aangelegd is op het verplegen van ruim dui zend kinderen; in eene inrichting die dientenge volge stuksgewijze uitbreiding verkreegin eene inrichting waarin één man schier alles moet zijn, of in elk geval te veel was en is in eene inrichting, waarin verwaarloosde kinde ren en weezen uit velerlei stand samenwonen, eten, spelen en werken; ja dit lag voor de hand. Er is reden om tegen het geheele stelsel van weezenverpleging, zooals het vooral te Neerbosch is, duchtige bezwaren te hebben. Het zij ons veroorloofd de onze D. V. in een volgend nummer mee te deelen, of wilt gy, te zeggen, hoe wij meenen dat ze beter is. Littooij. Aan alle Gereformeerde Kerkeraden en Ver- eenigingenBroeders en ZustersVrienden en Vriendinnendie belang stellen in den arbeid der Inwendige Zending en Bijbelcolportage in NOORD-BRABANT en LIMBURG. {Vervolg.) Een kort overzicht van de voornaamste werkzaam heden op ons arbeidsveld willen we hier laten volgen. TILBURG. We beginnen met onzen oudsten post Tilburg waar reeds in 1878 het werk der Evangelisatie be gonnen werd. Met moed en lust, met ijver en toe wijding, werkt daar altijd nog onze wakkere Broeder Ds. J. H. Binnema, die ten vorige jare tot de Bedie ning des Goddelijken Woords en der Sacramenten toegelaten is. Wie hem kent, zal aanstonds toestem men, dat hij aldaar *de rechte man op de rechte plaats" is. Hoofdzakelijk met zijn eigen woorden zullen we mededeelen wat ZEerw. in Tilburg deed. Tilburg, de grootste plaats van Noord-Brahand telde voor 25 jaren weinig Protestanten onder hare bevol king. Slechts enkele volwassen Protestanten zijn in Tilburg geboren. Door de oprichting van het atelier van de Maatschappij ter exploitatie aer Staats-Spoor- wegen, vestigden zich hier eenige honderden werk lieden en beambten, uit verschillende oorden van ons land, ook van het treinpersoneel kozen velen 7 ilburg tot woonplaats, en onder alle deze bevonden zich vele Protestanten. Deze allen, van huis uit vreemdelingen van elkander en voor een zeer groot gedeelte onver schillig voor hunne eeuwige belangen, leverden een zeer groot en moeilijk arbeidsveld. Enkelen hunner zochten echter de waarheid en met een zeer kleine groep begon alhier de arbeid der Inwendige Zending. Wat in die eerste jaren doorworsteld, maar ook genoten is, kunnen enkele bejaarden zoowel hier als elders woonachtig u omstandig mededeelen. Hoeveel moeielijkheden zich daarbij voordeden, ongezegend bleef die arbeid allerminst. Een der grootste bezwaren voor de uitbreiding en den bloei van onzen kring is voorzeker de gedurige wisseling van het personeel aan genoemde werk plaatsen. Het is en blijft al dooropbouwen en af gebroken worden en ware dit niet het geval dan kon deze nu reeds eene tamelijke groote enbloeiende Kerk zijn. Bestond hier nu een flinke Gemeente, onwillekeu rig zou er meer gewag gemaakt worden vau de uit komst van den arbeid alhier. Wij vragen echter Is dat billijk Want noch de arbeiders, noch zij. die als leden in Tilburg bleven wonen, konden ver hinderen, dat zoovelen naar elders heengingeu. Doch was daardoor de arbeid vergeefsch Velen, die hier tot kennis der waarheid gekomen zijn, werden later elders als leden eener Geref. Kerk opgenomeu. Bij al het teleurstellende is er ook veel verblijdends te vermelden. Het Gereformeerde beginsel komt ook in Tilburg in eere, de zegen Gods is zichtbaar Wij zouden durven beweren, dat deze Geref. Kerk nim mer zoover was als thans, Mocht het weldra ge beuren, dat er een Kerkeraad werd gekozen, dan zou de Kerk financieel wel zwak zijn en voortdurenden steun behoeven, doch een geestelijke kern is er aan wezig, die tot verderen wasdom zal kunnen komen onder de voortdurende bearbeiding. Volge nu een kort overzicht van den arbeid alhier: De opkomst des Zondags in ons eenvoudig, doch zeer doelmatig kerkgebouw is vaster dan ooit te voren, wat bijzonder blijkt door trouwe opkomst in geval er een predikatie wordt gelezen. Het getal Catechisanten is zeer bevredigendover het algemeen maken zij getrouw gebruik van het onderwijs, dat het geheele jaar door wordt gegeven. Hetzelfde kan van de Zondagsschool gezegd worden. En hoe ijverig er ook van moderne zijde gewerkt wordt door Catechisatie en Zondagsschool, toch zen den vele ouders hunne kinderen bij voorkeur naar ons. Het getal zielen als leden der Geref. Kerk inge schreven, bedraagt omtrent honderd en is nu niet meer een verborgen kringetje, maar het optreden is van dien aard, dat men er rekening mede houdt. Ook schijnt het meer de aandacht der Roomschen te trekken, wijl menigwerf, vooral des avonds, eeni- gen hunner ons kerkgebouw bezoeken en niet slechts voor een oogenblik, zooaals vroeger, maar veeltijds de geheele godsdienstoefening bijwonen. Bij hun vertrek nemen ze gewoonlijk een traktaatje mede. Dewijl in Tilburg op de Openbare Scholen zoo wel voor Middelbaar- als Lager Onderwijs uitslui tend Roomsche onderwijzers zijn moet door ons alles worden aangewend om het opkomend geslacht bekend te maken met den weg ter zaligheid. Wij ijveren voor onze Vereenigingen voor knapen, jonge lingen en jongedochters, opdat bij- en ongeloof niet alles verwoeste. Zoo ergens dan behoorde hier vooral een #School met den Bijbel" te zijn. Wij zijn echter te arm, doch blijven biddend hopen dat deze nog eenmaal tot stand kome. Drie jaren geleden werd echter de begeerte uitgesproken naar eene Chris telijke bewaarschool, waaraan het onderwijs in de vrouwelijke handwerken verbonden zou worden. Wel hadden de modernen reeds eene dergelijke school, doch aan de andere zijde van onze zeer uitgebreide stad. Om een dubbele reden was deze voor onze kinderen ongeschikt. Gedurig werd deze zaak den Heere opgedragen en Hij verhoorde genadiglijk ons gebed, zoodat wij in staat werden gesteld om reeds in April '(J1 dezen arbeid te beginnen. Wel moesten wij ons behelpen in ons kerkgebouw, dewijl er nog geen geschikt lokaal aanwezig was, doch reeds half December van hetzelfde jaar bezaten wij een klein, doch zeer doel matig gebouw, wat ons stof tot dankbaarheid gaf. Door op sommige plaatsen te collecteeren voor dat doel en door de bijdragen van eenige Christelijke Jongelings- en Jongedochters vereenigingen, hadden wij een gedeelte der benoodigde som bijeengebracht doch de Zendings-Commissie hielp ons aan het verder benoodigde. De schuld, die thans nog op het ge bouw rust kan in kleine sommen afgelost worden. Het getal kinderen was spoedig bevredigend doch er dreigde gevaar. De modernen, bevreesd voor onzen invloed op de Protestantsche bevolking in onze buurt, besloten hunne school te verplaatsen en bouwden een fraai schoolgebouw in de onmiddelijke nabijheid van het onze, en wendden alle pogingen aan om onze school te ontvolken. Doch te vergeefs, de Heere heeft kennelijk voor ons gezorgd en wat wij nauwelijks durfden hopen ls geschied, het getal kinderen klom tot 60 a 70, waarvan omtrent de helft Roomschen. Inde vrouwelijke handwerken ontvangen ruim 50 meisjes onderwijs, waarvan ook een derde Roomsch zijn. Bedenken wij nu, dat de Roomschen in Tilburg tal van scholen hebben waarin de nonnen ook les geven in de vrouwelijke handwerken, zon der eenige betaliug te vragen, terwijl op onze school van elk kind betaald moet worden, dan blijkt het duidelijk, dat de Heere ons in deze zegent. Hij alleen toch beweegt de harten der ouders om ze naar onze school te zenden en langs dezen weg komen wij met vele Roomschen in aanraking. Dat het huisbezoek een voornaam gedeelte van ons werk is, zal men ons gaarne toestemmenwant ach de onkunde is zoo droevig groot en de bevatting zoo gering, dat sommigen alleen weten dat ze niet Huomsch zijn, anderen zijn alleen bezield met papenhaat, doch Gods Woord is voor velen een ge sloten boek, ceu onbekende zaak. Hier heeft de ar beider van dag tot dag overvloedig werk om het verlorene te zoeken. En of men nu al zegt, laat ze naar de Kerk komen, dan kunnen zij hooren, daar mede volbrengen wij den last van onzen Zender niet Die ons heeft bevolen Predik het Evangelie aan alle creaturen. Dat de groote onkunde van 's Heeren Woord en dienst onder de Protestanten aan Rome het werk ge makkelijk maakt om zielen te winnen voor hunne Kerk, kan men hier gedurig waarnemen. Telkens hoort men vaD Protestanten, die tot de Roomsche Kerk zijn overgegaan. Bij begrafenenissen is het onze vaste gewoonte op het kerkhof eene toespraak te houden in den vorm van Evangelie verkondiging en wij doen dit te meer dewijl er in den regel Roomschen by tegenwoordig zijn, die soms met opzet daarheen gaan. Om niet te uitvoerig te worden, stippen wij slechts aan dat wij ook door het verspreiden van tractaatjes en kleine geschriften het Evangelie trachten te ver kondigen, terwijl de uitdeeling van Chr. Scheurka lenders voor dit doel mede uitnemend is geschikt. Gaarne ontvangen wij een goed getal scheurkalen ders, die gewoonlijk met ingenomenheid worden ont vangen. Meer dan vroeger wordt dit werk gewaar deerd, zoodat tal van Roomschen ze gaarne lezen. De bekeering des harten is Gods werk, maar het zaaljen aan alle wateren is de taak ons opgelegd. BREDA. Aanvankelijk werd dit station uitsluitend van uit Tilburg bewerkt door prediking in de week en het houden vau Catechisatiën. Later werd er zooveel mo gelijk ook des Zondags geregeld gepredikt, zoowel door de Predikanten uit de geheele provincie als van elders en de Heere heeft het werk zoo gezegend dat het daar reeds tot Kerkeraadsforraatie is gekomen. Rijk zijn de vruchten, van den arbeid aldaar verricht. De opkomst is geregeld toegenomen zoodat het lokaal soms geen ruimte genoeg heeft om aan elk een plaats te verschaffen. Wat echter nog als van groote betee- kenis kan worden vermeld, is, dat het werk Gods in veler harten openbaar is geworden. De Gemeente is nog wei niet groot' doch zij is sterk in de liefde tot elkander en tot den Heere en Zijne zaak, wat openbaar wordt in de offervaardig heid voor de zaak des Heeren, Finantiëel i9 zij echter nog zwak, zoodat zij besten dig onzen steun noodig heeft. De arbeid is aldaar kostbaar, dewijl zij geeu eigen kerkgebouw heeft, noch pastorie, maar het lokaal, waarin zij vergadert tegen vrij hoogen prijs moet huren. De kas voor noodlijdende Kerken heeft reeds zoo veel te dragendat Breda daaruit geen steun van beteekenis kan ontvangen. Hoewel de Deputaten voor de Inwendige Zending zich nu verder aan dit werk zouden kunnen onttrekken, omdat het doel aldaar is bereikt, gevoelen zij geen vrijheid om deze jeugdige Kerk reeds nu aan zichzelven over te laten. Zij kan onzen steun niet missen om geregeld in dienst des Woords te kunnen voorzien. Dit geeft ons dan ook vrijmoedigheid om onze Broeders en Zusters aan te sporen tot het verhoogen hunner bijdragen, opdat wij deze dochter onzer Inwendige Zending zoolang

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3