Uit Kerk en School.
Eerste Collecte.
Gapinge 1,31, Kruiningen 10,13.
Camperland 6,69. Nieuwdorp r 12.00.
Oudvosmeer 9,50. Wolfaarsdijk 18.30.
Baarland 7,12. IJerseke r 17,22s.
Biezelinge 7,36.
Classis 's Hertogenbosoh.
Kas voor Noodlijdende Kerken.
Ondergeteekende neemt de vrijheid bij deze de
Kerken te herinneren aan de collecte voor boven
genoemde kas, die volgen vastgestelden en aange
nomen rooster had moeten worden gehouden in October
1893. Tot nog toe is deze coll. door nog slechts twee
gemeenten gehouden de kas is reeds lang ledig en
vele HIl. predikanten wachten reeds maanden op
restitutie van door hen gemaakte onkosten; Dringend
verzoekt hij, dat de Kerken, die in dezen nalatig
waren spoedig hun verzuim herstellen en dat men
zich voortaan stipt houde aan de classis goedgekeurde
regeling. De Penningm. voor gen. Kas.
D. Ochtman.
Heusden, 15 Maart 1894.
Verantwoording van Liefdegaven.
Vlissingen B. Ontvangen voor het studiefonds der
Vrije Universiteit f3,50, collecte voor de weezen
f 21,09'/»-
Namens den Kerkeraad
A. Huson. loco-scriba.
In dank ontvangen voor de zending, uit het Ca
techisatiebusje f 4.72-/3 er. van P. te Souburg 2175
schoongemaakt en netjes gesorteerde postzegels.
Namens gecommitteerden
J. v. Aartsen Jz. Penningm.
Doch het behaagde den Heere Hem te ver
brijzelen Hij heeft Hem ki-ank gemaaktals
Zijne ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal
hebben, zoo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen
verlengen en het welbehagen des Heeren zal
door Zijne hand gelukkiglijk voortgaan.
Jezaia LIII10.
Is in vers 8 en 9 gewezen op des Midde
laars hooge verhevenheid bij Zijne diepe
vernedering, op Zijne onschuld en vlekkelooze
reinheid te midden van zoo felle verdrukking
en verguizing, hier begint reeds het vooruit
zicht der Opstanding door te schitteren.
Neen, het zal geene eindelooze vernedering
zijn. Zij heeft eenmaal haar diepste diepte
bereikt. Als Zijne ziel zich tot een schuldoffer
gesteld zal hebbenzoo zal Hij zaad zien.
Klaar en onomwonden wordt het ook hier
weder uitgesproken, dat het lijden des Hee
ren, het brengen van een schuldoffer is Ps.40
7 en 8) en dat tot beschaming van het on
geloof, dat de kracht van Zijn lijden ontkent
of miskent, maar tot vertroosting van Zijn
arm en in zich zelf schuldig volk.
En waar het nu schijnt, dat met Zijn
schandelijk en smadelijk kruis Zijn Naam
zal vergaan en Zijne discipelen verstrooid
zullen blijven, daar zal juist dit lijden de
vaste grondslag Zijner Kerk blijken te zijn
en de weg tot vergadering van al Gods kin
deren. Zijn zoendood baant den weg tot het
leven Zijner Kerk. Waar voor het oningewijde
oog (deuk aan de Emmaüsgangers) dit lijden
enkel verlies, onherstelbaar verlies is, zoo is
het juist de weg voor den Heiland, om uit
te breken in menigte, en ook onder het verre
nageslacht openbaart zich de kracht van dat
lijden. Ook reeds aan u lezer
Maar ligt hier ook niet een onderwijs voor
Gods kinderen. Wat worden zij vaak in duis
tere wegen geleid Zullen ook daaraan geene
heerlijke uitkomsten verbonden zijn, voor de
genen, die er door geoefend worden
Doch het behaagde den Heere Hem te ver
brijzelen Hij heeft Hem krank gemaaktDe
diepste grond van het lijden des Heeren is
het welbehagen Gods, waaraan zich de Zoon
met volkomene gehoorzaamheid onderwerpt.
Het welbehagen Gods is dat de Middelaar
door Zijne vernedering, door Zijuen dood het
schuldoffer zou brengen ter wegneming van
de zonde des volks. En gelijk de weg des
Middelaars van eeuwigheid in het voornemen
Gods ligt geteekend, zoo ook van een ieder
van Gods kinderen. Alle dingen zullen moe
ten mede werken ten goede. Door vele ver
drukkingen zullen wij moeten ingaan.
Het welbehagen des Heeren zal door Zijne
hand gelukkiglijk voortgaan. Er is eene hei
lige orde in het verlossingswerk, waarin niet
ter rechter- of ter linkerhand wordt afgewe
ken. Te midden van het gewoel der Joden
en Heidenen volvoert God Zijnen raad. De
Heere Jezus wijst er op bij de gevangenne
ming, dat het alzoo moest geschieden, opdat
de Schriften zouden vervuld worden. En die
heilige orde wordt in niets gestoord. Indien
het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft
zoo blijft hezetlve alleenmaar indien het sterft
zoo brengt het veel vrucht voort.. De gekrui
sigde, ten leven wedergekeerd door de op
standing uit de dooden, zal de vruchten
Zijner offeranden zien in de toebrenging van
eene groote schare. Neen. Hij eindigde niet
aan het kruis. Hij zal de dagen verlengen.
Het welbehagen des Heeren zal door Zijne
hand gelukkiglijk voortgaan. Niets kan Hem
stuiten, geen vijand, geen macht der hel. Zij
zullen den Zoon des menschen zien komen
op de wolken des hemels.
Hebben wij waarlijk door Gods genade ken
nis aan de grootheid onzer zonden, maar ook
kennis aan de kracht van Zijnen dood voor
onze zielen Dan leven wij ook met Hem.
Dat Zijne gunstgenooten van vreugde opsprin
genom die eerdat zij juichen op hunne legers.
Ps. 149: 5.
Maar wat ontzettend lot wacht hen, die
den nek verharden Hulsebos.
De Acta der Generale Synode
Na raadselachtig lang wachten zijn einde
lijk de Acta der Generale Synode van Dord
recht verschenen. Velen, en ook ons die de
groote gaven en de werkkracht van de beide
schrijvers en den uitgever kenden, heeft deze
vertraging zeer bevreemd. Nu echter dit lij
vig boekdeel in onze handen is, verwondert
ons de vertraging niet meer.
Wie herhaaldelijk zulke Acta schreef en
er de uitgave van bezorgde, weet dat allerlei
kleinigheden groote stoornis kunnen aanbren
gen. En dat reeds kleine stoornissen op een
gegeven tijdstip tot betrekkelijk lang opont
houd aanleiding geven kunnen. Een stuk, dat
verlegd is of verkeerd geplaatst of aan haastige
Deputaten in handen gegeveneen postbe
stelling die juist gemist wordteen stuk dat
verkeerd gezonden wordt, een Zondag, die
tusschenbeide komtal te maal kleine oor
zaken van vrij groote gevolgen. Daarbij de
moeilijke correctie van in proefdruk onlees
baar geworden stukken in den zetter onbe
kende talen, van optellingen van geldsommen,
en (het ergst van alles) het maken en corri-
geeren van Alphabetische Registers. En dan
de grootte dezer Acta258 Artikelen op
247 bladzijden van zoo groot formaat en
grootendeels zoo kleinen druk.
Waarlijk deze vertraging behoeft niet veel
verontschuldiging.
Maar, wanneer men art. 229 dezer Acta
gelezen heeft, en daarmede vergeleken de me-
dedeeling onlangs door de leden van het toen
malig Moderamen gedaan in het Kerkblad,
dan kan zelfs van verontschuldiging bezwaar
lijk meer sprake gaan. Want verontschuldiging
onderstelt schuld of beschuldiging, en blij-
kens dit Artikel heeft de Synode zelve door
haar daar vermeld besluit tot deze vertraging
aanleiding gegeven. Immers Besloten wordt,
dat alle Provinciën van deze som, (de kosten
der Synode nl.) met het oog op nog te ont
vangen rekeningen tot f 4500 verhoogd een
gelijk aandeel zullen dragen, dat de gerubri
ceerde rekening in de Acta opgenomen enz.
Wij mogen nu nog wel dankbaar zijn. dat
deze Broederen zoo spoedig gehandeld hebben,
door niet langer te wachten op deze rekening
maar haar naar »Het Kerkblad" te verwijzen.
Overigens komt aan schrijvers en uitgever
de dank der Kerken toe voor deze flinke
en degelijke uitgave, waarmede ons kerkelijk
leven en onze kerkelijke geschiedkunde door
hen verrijkt zijn.
Te aangenamer is schrijver dezes deze
dankbetuiging, dewijl hem door deze Broede
ren de bearbeiding van het kleine boekje
Kerkenordeningen" zoo gemakkelijk gemaakt
is, dat de schrijvers van dit boekje reeds
vóór het verschijnen der Acta in hun werkje
naar de artikelen der Acta konden verwijzen.
Ook daarvoor aan de Broederen openlijk
onze dankbetuiging.
Gelukkig maakte de eene uitgave de andere
volstrekt niet overbodig. De geschiedenis der
genomen besluiten is alleen uit de Acta te
kennen. Alleen daar zijn zij in het rechte
verband. En tal van noodzakelijke inlichtin
gen zijn daar ttvens, die in de kleine uitgave
der BB. Hessels, de Cock, en Feringa niet
thuis behoorden.
Anderzijds daarentegen heeft het opzoeken
der weinige overgeblevene algemeen-geldende
bepalingen in dit lijvig boekdeel vrij wat be
zwaren in. Etn kleine, korte samenvatting
van het voor alle Kerken geldend resultaat
der Synodewerizaamheden was dus evenzeer
onmisbaar te achten. Maar wie weten wil,
waarom en onder welke omstandigheden
deze besluiten genomen zijn, moet natuurlijk
naar de aangewezen artikelen der Acta terug.
Aan koopers zal het deze Acta van de
eerste gewone Generale Synode der Gerefor
meerde Kerken in Nederland wel niet ont
breken. Ook hierbij toch geldt wat door
BB. de Cock, Hessels, en schrijver dezes ge
schreven is
»De tijd is gelukkig voorbij, waarin Kerk
recht slecht-1 studie vraag," of bijzaak" of
»niet stichtelijk" gevonden werd. Men weet
nu. dat in de kerkelijke bepalingen geeste
lijke beginselvragen uitdrukking vinden. Het
Kerkrecht geld de huldiging van het Koning
schap van den Christus. Men zou in zekeren
zin de kerkelijke bepalingen kunnen aan
merken als de getallen op den thermometer
die de warmte der Kerken voor de Konings-
eere van den Christus aanwijst." Gewone
Gemeenteleden kunnen wellicht volstaan met
het kleine Handboekje, hier meermalen ge
noemd. Maar Kerkeraden en Deputaten
van kerkelyke vergaderingen en alle Bedie
naren des Woords zullen met vele anderen
bovendien deze Acta zeer noodig en nuttig
bevinden.
Een en inder over de zending
Steeds aieer houdt de zending onder Mo
hammedanen en Heidenen op, een zaak van
enkelen, een bijzaak, te zijn. Kerkeraden,
Classen, en Synoden beginnen, of gaan voort
er aan te denken. Broeders en Zusters, oud
en joüg, gaan inzien, dat het de zaak is van
elk gedoopte. Een gift van f 10,met het
bgschrift: »voor de Heidenzending; uit ge
hoorzaamheid" bewees dat in Klundert on
langs nog zeer liefelijk. En de Heere geeft
in deze menigen liefelijken en verrassenden
zegen.
Toch zijn we er nog niet. Dat bewees
in de jongste vergadering van Deputaten tot
de Zending de rekening van den Penning
meester ten aanzien der Pinkstercollecten.
Aangaande Zeeland zal schrijver dezes zich
wel wachten iets in deze te zeggen. Want
natuurlijk begeert Br, Bouma de Depu-
taat uit Zeeland dit zelf te doen. De
plaats daartoe bieden wij hem bij deze aan.
Maar van Noord-Brabant en Limburg was
het gezamenlijk bedrag der Pinkstercollecten
in 18.»3 slechts f 398.06.En nu kwaui de
vraag bij ons opIs dit wel goed Al deze
Kerken samen nog geen vierhonderd gulden
Leest men wel De Heidenbode, Het Mostaard
zaadje, en het schoone werk van Ds. Lion
CachetEen jaar op reis in dienst der Zen
ding Bespreken de Bedienaren des Woords
de zaak wel veel Gedenkt men haar in
't gebed De a. s. Pinkstercollecte zal 't ant
woord geven. Geve de Heere, dat het zijn
oog behagen kunnen Feringa.
W eezenverpleging.
Over den heer van 't Lindenhout c. sM
over Neerbosch, over de Weezen verpleging
aldaar en over den heer Van Deth, is sinds
geruimen tijd menig velletje papier vol ge
schreven en zijn ontelbare woorden gesproken;
gesproken in de huisgezinnen, in de werk-