Uit Kerk en School. worsteld. Een ander deel, dat onder dat juk was achtergebleven, werd echter geprikkeld in zijn nieren èn door het Woord èn den Geest des Heeren èn door het exempel der broederen de taaie veerkracht van het Gereformeerd belijden bleek vooral na 1867 en zoo voor spoedig was de kamp voor de eere van Chris tus in Zijn kerk, dat in 1885 bij het drei gend conflict de Haagsche hiërarchie alhier een kerkeraad tegenover zich vond, die be houdens eene minderheid, pal stond voor het Woord en den wil van zijn Koning. Toen kwam de ure voor de reformatie der kerkde beslissing over de vraagwelk woord meer te gehoorzamen, dat der synode of dat des Heeren en daarmee saamhangend de beslissing over deze andere vraagof nog langer een stel reglementen van menschelijke willekeur herkomstig de kerk zoude regeeren, dan of de kerk zou leven naar wat in Gods Woord wordt aangegeven en de regelen van ouds in overeenstemming met dat Woord bepaald. In die reformatie had een ieder zijn roe ping de dienaren des Woords om voorop te gaan en door hun exempel de zwakken te bezielen met moed de ouderlingen om met alle kracht te steunen en de handen der dienaren te sterkende diakenen om de armen met goeden moed op den rijken hoo- gepriester te bezielen maar ook ieder geloo- vige om met hen die in de verschillende diensten stonden, desnoods zonder dezen, ook naar hun ambt te handelen, om hun kerk vrij te maken van allen ongeoorloofden band. Tot vervulling dier taak behoorde geeste lijke moed en heilige bezieling, immers was aan allen kant bezwaar en gevaar; niemand kon bepalen, hoe de Heere leiden zouzeker was alleen, dat een diepe scheur, een wijde breuk van voortgaan het gevolg zou zijn. Zou wat dusver aan gebouwen en uit fond sen voor den dienst der kerk en der barm hartigheid beschikbaar was, beschikbaar blij ven Of zouden nieuwe inrichtingen en mid delen moeten verschaft Het eerste was bijna nog bezwaarlijker dan het tweede; en toch, vooraf mocht geen keuze gedaan aan 's Heeren wil zich overgeven, was roeping en eisch. En nu was 't de vraag, wie zich dier roe ping bewust zouden toonenvandaar de vraag aan de geloovigen gesteld, om zich dienaan gaande te verklaren. De duizenden antwoordden aanstondsde honderden volgden en jaren achtereen kwa men voor en na nog dezen en genen met hun verklaringen aandragenvoor het uitstel dier laatsten was bij sommigen aanleiding ge weest soms eene aanleiding waarover zij moesten bestraftsoms eene aanleiding uit onkunde of verkeerde voorlichting eenigszins verschoonbaar. Maar op den langen duur veranderden deze toetredingen van karaktertwee groepen vormden zich onderscheiden van elkander, be wust of onbewust had elk voor zich eene keuze gedaannaast hen die met de banier van Gods Woord in 't midden, als kerk wenschten te leven, stonden zij die met den reglementenbundel tot accoord van gemeen schap als onderdeel van het Genootschap zich constitueerden. Daartoe moest het komenhet oogenblik moest aanbreken, waarop dat onderscheid als voldoende vaststaande kon worden geconsta teerd van dat oogenblik af was de formule medegaan met de reformatie der kerk onbruik baar geworden, tenzij men aan klanken han gen bleet. Door die overtuiging geleid had de kerke raad reeds vroeger wijziging aangebracht in de manier, waarop gehandeld werd met de zulken, die zich bij hem aandienden om de gemeenschap der Kerk te genietenmaar dusver had hij nog geaarzeld ook met die formule te breken. Naar de overweging des voorstellers heeft evenwel de kerkeraad geoordeeld, dat nu na acht jaren genoegzaam gebleken was, wie al en wie niet de diensten der bedienaren des Woords, der ouderlingen en der diakenen had erkenden wie hen had verworpen om tot een ander genootschap over te gaan. Daarom besloot hij niet meer van een me degaan met de reformatie maar van een zich aansluiten bij de kerk te spreken. Op die jaren terugziende danken wij onzen God, dat Hij zoo rijken zegen ons schonk dat Hij onder Zijn volk zoovele verwakkerde om voor de eer Zijns Naams te staanook dat Hij in dien weg het pad weer ontsloot, waarin lang gescheiden broeders en zusters weer tot eenheid des kerkelyken levens kwamen. Met schaamte zal misschien hier en daar in de binnenkamer moeten beleden persoon lijke schuld over een woord of een daad, waardoor althans eene verontschuldiging aan de hand werd gedaan aan een onwillige om met ons het pad der reformatie te betreden. En al wordt de formule medegaan met de reformatie der kerk als zinledig geworden nu losgelaten, de bede verstomme daarom niet in ons hart en op onze lippenbreng, Heere al uw gevangenen weder Van Schelven. Natuurlijk heeft dit artikel onze hartelijke sympathie. Geen opleggen van dwangmaar ook geen ophouden met drang En de bede aan het einde worde steeds meer de dagelijk- sche verzuchting onzer ontkomen honderd duizenden Fehinqa. De theologische school te Kampen. De verledene week zijn er ten behoeve van de theologische school der Gereformeerde Kerken zeer belangrijke vergaderingen ge houden. Woensdag kwam eerst het curatorium saam, regelde en bepaalde de vakken, waarin de Docent, die in de plaats van wijlen Do cent de Cock zou benoemd worden, zal moe ten doceeren. De praktische vakkende predikkunde, met hetgeen daarbij behoort, de symboliek en liturgiek werden daarvoor bepaald. De Synode der Gereformeerde Kerken, onlangs te Dordrecht gehouden, had op voorstel van het curatorium der School besloten, dat by onverhoopte vacature voor de theologische vakken eene benoeming zou mogen plaats hebben; daarbij bepaalde zij, dat in dat ge val aan het curatorium en de docenten, ge deputeerden door de Synode zouden worden toegevoegd, en wel uit iedere provincie één. Daarvoor werden op voorstel van de afge vaardigden der provinciën benoemd voor Groningen ds. Nederhoedvoor Friesland ds. Ploos v. Amstelvoor Drenthe ds. Don- nervoor Overysel ds. Hesselsvóór Gel derland dr. Franssenvoor Utrecht dr. Kuy- pervoor Noord-Holland ds. van Schelven voor Zuid-Holland ds. Biesterveldvoor Noord-Brabant ds. Feringaen voor Zeeland ds. Bouma. Deze broederen nu vergaderden donder dag met de Docenten en Curatoren ter be noeming van een Docent in de even genoemde theologische vakken. Tot Voorzitter werd gekozen ds. Doorn. Deze nu heette de broederen welkom, sprak een woord over het sterven van docent de Cock, over de le dige plaats daardoor ontstaan, over de op dracht vanwege de Synode ons gegeven en over de benoeming, die dientengevolge thans moest plaats hebbendaarna smeekte hij den Heere dat Hij ons den man aanwijzen zou die Hy hier in de plaats van de Cock, die Hij tot zich nam, ons geven wilde. Daarop werd een grostal, toen een twaalf tal, daarna een zestal, eindelijk een drietal gemaakt, waaruit ten slotte ds. Biesterveld bedienaar des Goddelijken Woords te Rotter dam, verkoren werd. De Heere neige zijn hart om deze zoo gewichtige benoeming aan te nemen en Hij stelle hem vele jaren tot een rijken zegen voor de theologische School en alzoo voor de Gereformeerde Kerken Op de Synode was door het curatorium der theologische School, in overleg met de Docenten ook gevraagd om een huis, staande naast onze gebouwen, die sinds jaren voor de opleiding dienst deden, te mogen aankoo- pen en te mogen inrichten. Voor beide gaf de Synode hare toestemming. Het gebouw werd aangekocht toen nog de Synode zitting had, en in de vergadering die Woensdag plaats had, werd door de curatoren in over leg met de Docenten besloten, om overwijld tot eene flinke, degelijke verbouwing over te gaan. In het najaar zal dus, zoo de Heere wil, geen gehuurd hulpgebouw, zooals nu, meer noodig zijn, maar al de colleges zullen dan in de eigen gebouwen der kerken kun nen gegeven worden. Volgens consent mede door de Synode ge geven, wordt door het curatorium nog altijd verlangend uitgezien naar een Docent in de oude talen, als plaatsvervanger van den heer Reinink, die naar Afrika vertrok. Het hoopt weldra de benoeming te kunnen doen. Naar een Docent in de nieuwe letteren zal het misschien nog wel eenigen tijd moe ten wachten. Maar de Heere regeert, en Hij kan ons de de mannen verwekken en geven. Ons gebed zij voor de opleiding van de bedienaren des Woords èn te Kampen èn te Amsterdam. Littooij. Beroepen te Haarlem (B) A. Brouwer te Amsterdam (A), te Harlingen, J. J. Berends te St. Anna Parochie, te Enschedé, E. J. v. d. Veen te Bolsward, te Nieuwendam, J. Dijk te Oud Loosdrecht. Te Groningen J. H. Feringa te Klundert. Te Nykerk op de Ve- luwe J. Hoekstra te Kollum. Te Alblasser- dam (B) S. Oudkerk te Zalk. Bedankt voor Delfshaven, door W. Mulder te Maassluis, voor Oude Pekela door P. Veenhuizen te Workum, voor 's Gravenmoer door J. W. Gunst te Rhoon. Ds. J. D. v. d. Velden te Middelburg en Ds. J. H. Feringa te Klundert komen voor op het drietal naar de kerk van Groningen (B). Borsele. 4 Maart '94. Heden was het voor de leden der Geref. Kerk te Borsele een ge wichtige en blijde dag. Was kort na den uitgang in 1834 alhier een bloeiende gemeente, nu reeds tal van jaren was zij als onder de asch bedolven en werden de leden alhier woonachtig, gerekend te behooren bij de Kerk te Nieuwdorp. Thans mochten wij niet alleen weer samen in ons kerkgebouw vergaderen, maar werd van wege de classis Goes door den WelEerw. Heer Ds. W. Kapteyn, de Kerkeraad alhier bevestigd in zijn ambt. Stelle de Heere dit vernieuwde uitspruit sel tot een zegen voor deze omgeving en doe Hij het groeien tot eere zijns Naams. INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoording der Redactie.) De Eerwaarde Kerkeraad der Gereformeerde Kerk van A. B. of C. Het zal omtrent 30 jaren geleden zijn, dat schrijver dezes zeer opgenomen met eene rede, gehouden in zekere kerk, het gebouw verliet en met een oud vriend sprak over het gehoorde. Die vriend kon de gehoorde waarheid wel toestemmen, doch hij »miste de verantwoor delijkheid van het schepsel, en ofschoon ge durig bleek, dat men onder het volk des Heeren nog wel wist, hoe het behoorde, helaas»het geloof door de liefde werkende werd gemist" en niet merkbaar betreurd", hij zag alzoo niet veel heil in het optreden van allerlei voorgangers in betrekking tot den welstand der Kerk. Ik wensch niet op te halen, wat sedert op kerkelijk gebied plaats haddoch de op merking van dien vriend kwam mij voor den geest toen daarna eenerzijds gedurig allerlei plannen werden beraamd en anderzijds het

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1894 | | pagina 3