CLASS Ei 'sHERTOÖE^BOSCH.
's Bosch.
Voorm. 10 Av. 5l/i uur, Ds. J. M. Mulder.
1 Voorm. 10 uur, Ds. J. M. Mulder.
Gen deren.
Voorm. 91, Namid. l'/s uur Ds. J. K. v. Haeringen.
1 Voorm. 91/, Nam. I1/, uur, Ds. J. K. vau Haeringen
's Gravenmoer.
Voorm. 9V« Nam. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
1 Voorm. 9'/. Nam. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Helenaveen.
Voorm. 10 Avond 6 uur, Lezing eener Leerrede.
1 Voorm. 10 uur, Lezing eener Leerrede.
Helmond c. a.
Voorm. 10 Avond 5 uur, Lezing eener Leerrede
1 Voorm. 10 uur. Lezing eener Leerrede.
Heusden.
Voorm. 9iAvond 5l/a uur, Lezing eener Leerrede.
1 Voorm. 97» uur, Lezing eener Leerrede.
Sprang.
Voorm. 9£ Namidd. 2 uur dhr. H. Brouwer, St. T. S.
1 Voorm. 97a Namidd. 2 uur, dhr. H. Brouwer.
Veen.
Voorm. 9 Namidd. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
1 Voorm. 9 Namidd. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Vrijhoeve 's Grevelduin Capelle.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Geen opgaaf ontvangen.
Prediking in nog niet ontkomen kerken.
Aardenburg, Chr. Bewaarschool.
Voorm. 97s Avond 6 uur, Lezing eener Leerrede.
1 Voorm. 9 Namidd. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Geertruidenberg. Nieuw Kerkgebouw)
Voorm. 91/a Avond 5 uur, Ds. Binnema.
1 Avond 5 uur, Dhr. H. Dekker.
2 Avond 5 uur, Dhr. H. Dekker.
Van vele Kerken ontvingen wij geen opgaaf om
trent de Kerstdagen. Daarom zijn aldaar alleen de
diensten van Maandag vermeld.
Offici£ele Berichten.
Gecommitteerden uit den Kerkeraad der Gerefer-
meerde Kerk van Middelburg C. welke iederen Dins
dag avond van 8 tot 9 uren zitting houden, tot ont
vang van aanvragen voor de H. Doop, inzegening
des Huwelijks, om attestatien of inditninq daarvan
zal D. V. ditmaal gehouden worden op Woensdag 27
December op het gewone uur.
Bij deze geven de Diakenen kennis dat zij een
schrijven ontvingen van eenige Broeders uit Wierum
en Praesens, met dringende bede om hulp voor 13
Wed. met 27 kinderen en Weezen, onverzorgd ach
tergelaten door 22 mannen, die in den jongsten
storm hun dood inde golven vonden. Met vrijmoedig
heid bevelen diakenen deze ellendigen in de Barm
hartigheid der Broeders en Zusters aan en verklaren
zich bereid giften daarvoor in ontvang te nemen en
over te maken. J. A. v. Nederveen Voorzitter,
J. J. Fanoij Secretaris.
Moerdijk. Bij de verkiezing op 16 Dec. 1893
voor Kerkeraadsleden zijn met volstrekte meerder
heid gekozen de broeders A. P. Ardon en A. de
Jong tot Ouderlingen en tot Diaken H. van der Port.
Namens de Kerkeraad,
A. P. ARDON Scriba.
Verantwoording van Liefdegaven.
In dank ontvangen door tusschenkomst van Br. A.
Crucq 8 HL. kolen van N.N. en bij den eerstonder-
geteekende van N f6,00 tot aankoop van 8 HL. Kolen.
l)e Heere bevestigd zijn woord, dat Hij den blijmoe-
digen gever liefheeft.
J. A. v. Neederveen Voorzitter,
J. J. Fanoij Secretaris.
Door br. Diakenen in dank ontvangen uit de Col
lecte 10 Dec. van M. P. P. f 1,00 voor de armen uit
dankbaarheid.
J. de Wolff diaken boekh.
Door den boekh. der K. Kas in dank ontvangen
uit de Collecte 10 Dec. jl. van M. P. 12,50 voor de
plaats, door Br. J. A. van Nederveen van M. C. B.
f 4,00 voor de plaats, bezorg dbij dan Koster van C.
J. f2,00 voor de Kerk.
I. de Wolff.
Vlissingen .B
De collecte voor de weezen heeft opgebracht
f18,3472- Ontvangen voor de kerkelijke kas f 0,50
en f 1,voor de extra-collecte van 10 Dec. van ie
mand, die toen niet in de kerk kon komen. Voorts
f 1,50, waarvan f0,50 voor de Zending, f 0,50 voor
'8 Heeren Loo, 10,50 voor de Vrije Universiteit met
deze woorden Hoe menigeen u;ordt eerst gelukkig en
vrij, als hij begint voor het werk des Heeren offers te
brengen, als hij ophoudt alleen voor zich zeiven te le
ven. Ontvangen voor de Zending, contrib. enz.f 4,00,
contrib. f 1.Ontvangen voor de nagelaten betrek
kingen der omgekomen visschers te VVierum f2,00,
f 1.00, f 1,00, fÖ,50. Van de Zusters en Diac. Hulp
betoon f 2,50.
Namens den Kerkeraad,
P. G. Laemoes, Jr., Scriba.
Laat ons dan heengaan naar Bethlehem en
laat ons zien het woord, dat er geschied is,
hetwelk de Heere ons heelt verkondigd.
Lukas II 156.
De hemelbode, die de blijde boodschap
van Christus geboorte aan de herders bracht,
heeft hen ook uitdrukkelijk vermaand, om
het kindeke te Bethlehem te gaan aanschou
wen. En dit zal u een teeken zijn gij zult
het kindeken vinden in doeken gewondenen
liggende in de kribbe.
En aan die vermaning wordt gehoor ge
geven. Zij wekken elkander daartoe op.
Laat ons dan heengaan naar Bethlehem en
laat ons zien het woorddat er geschied is,
hetwelk de Heere (door zijne gezanten) ons
heeft verkondigd. En zij kwamen met haast
en vonden Maria en Jozef, en het kindeken
liggende in de kribbe. Dit was een gaan in
het geloof en een vinden en aanschouwen,
een zien in het geloof. Het geloot was in
hen gemengd met het woord, dat hun wal
verkondigd. Hun heengaan naar Bethlehem
het richten van hunne schreden naar de
plaats, waar de kribbe stond, waarin het
Kindeke lag, in doeken gewonden, was ver-
eenigd met een gaan in het geloof.
Wij zien het hier vereenigdhet gehoor
des Woords en het geloot des hartende
zekerheid der getuigenissen en het geestelijk
aanschouwen. Wat Theophilus noodig had,
(Lukas I 4) konden ook de herders niet
missen. Zij vonden Maria en Jozef en het
kindeken. Dit was het kindeke, de eerst
geborene van Maria, Jozefs ondertrouwde
vrouw, waarvan Gabriël had getuigd, dat
Heiligedat uit u geboren zal worden, zal
Gods Zoon genaamd worden Niet anders
wordt nog de ware kennis van den geboren
Heiland bezeten en de vrucht van zijne
komst genoten.
Het bloote weten, dat de Verlosser is ge
boren uit de maagd Maria, dat zij Hem in
doeken wond en nederleide in de kribbe, zal
niets baten tot zaligheid, evenmin als het iets
kon baten, al had men ook de reize met de
herders kunnen doen, met hen kunnen staan
aan de kribbe en dat, zonder geloof. Alleen
het geloof, door den H. Geest gewerkt, maakt
ons Christus en zijne schatten en gaven deel
achtig. Er is dus noodig, een geestelijk opgaan
en een geestelijk zien. En dat mag door Gods
kinderen worden gesmaakt, ook al mochten
alleen de kinderen Gods, die toen op aarde
waren, zich lichamelijk naar Bethlehem be
geven. Doch evenmin, als de herders het
woord des engels en het lichamelijk heengaan
naar Bethlehem konden missen, evenmin kan
ook nu het geloof, het woord en de zeker
heid der dingen, die ons worden verkondigd,
ontberen.
En het is dan ook in dezen weg, dat de
Heere ons bij aanvang of vernieuwing doet
roepen, om heen te gaan naar Bethlehem.
Zij dit voor u, voor mij, waarde lezer de
beteekeuis van den weder naderenden dag
van Christus geboorte en van de Bediening
des Woords op dien dag.
Het ware heengaan en komen te Bethlehem
bestaat in een aanschouwen van de daden
des Heeren. De eeuwige liefde en trouw des
Vaders in de zending van Zpnen eenigge-
boren Zoon, De gehoorzaamheid en de
liefde des Zoons. Zijne menschwording en
vrij willige armoede. Hij is arm geworden,
zoo schrijft Paulus aan de geloovigen te
Corinthe, daar Hij rijk was, opdat gij door
zpne armoede rijk zoudet worden. Ziet zijne
zelfsovergave tot het leven der schande en
des smaads, tot het lijden en sterven, dra
gende onze zonden. Maar dan, de volkomene
Verlossing, die door/die mensch wording, door
die komst in het vleesch is verworven
Is uw harte niet brandende in u, om alzoo
met de herders, om alzoo met al Gods
volk te mogen heengaan. Welnu, dit is
weggelegd voor allen, bij wie de stem
der wet niet tevergeefs heeft weerklon
ken, maar geleid heeft tot kennisse der zonde.
Waarheen zult gij met alles, waarvan gij
niet kunt gerechtvaardigd worden door de
wet van Mozes Door dezen, het kindeke
van Bethlehem, wordt daarvan gerechtvaar
digd, een iegelijk, die gelooft. En dat geloof
werkt de H. Geest in de harten, als de zon
daar het kindeke geestelijk mag aanschouwen
als ook voor hem geboren, als zijnde ook aan
hemgegeven. Verslagene van harte, u ontbreekt
nog dat oog, die kennis, die vrijmoedigheid
Wees veel pleitende op de belofte dat het
volk, dat in duisternis is, een groot licht
zal zien.
Maar ook de geloovige heeft noodig bij
vernieuwing te worden heengeleid naar Beth
lehem. Daar licht de eenige bron hunner
vertroosting.
Die roemt, roeme in den Heere. Zalige
herinneringen, zalige vertroosting brengt de
blijde boodschap der geboorte des Heeren te
midden van lijden, verlies, smart, teleurstel
ling, afmatting in den strijd, bij het zien
vooral op zonde en schuld.
Maar, hier in Bethlehem ligt ook het ant
woord op de vraag, hoe de Heere gediend
wil zijn en hoe de Heere verwacht moet
worden door zijne verlosten.
Dit gevoelen zij in u, hetwelk ook in
Christus Jezus was. Filipp. II 5 verv.
Hulsebos,
SSS12.
Een vervolg
Onlangs namen wij de eerste helft over van
een stuk in de Zuid-Hollandsche Kerkbode,
waarin Ds. Sikkel een reeks gevaarlijke in
wendige vijanden der Gereformeerde kerk had
bestreden. Dewijl dit niet minder noodig is
dan het bouwen en het verdedigen der muren,
meenen wij aan onze lezers ook de (in het
volgend nummer van genoemd blad versche
nen) tweede helft van dit betoog niet te moe
ten onthouden. Het volge dus hier, nadat wij
hebben medegedeeld, dat de geachte schrijver
deze noodige onderwijzing heeft afgeleid uit
Ephese 1 17—20.
Het is den apostel Paulus in zijn smeeken
en arbeiden er om te doen, dat de gemeente
van Christus tot kennis kome, toeneme in de
kennisse Gods. Dan alleen zal zij getroost en
vruchtbaar leven.
Die kennis is de genade, die haar van haar
God in Christus Jezus geschonken is en waar
in de genieting van alle weldaden, die de
Heere haar meedeelt, zich voor haar ontsluit.
Christus Jezus is ons geworden wijsheid van
God èn rechtvaardigheid, èn heiligmaking,
èn verlossing, 1 Cor. 1 30.
Als God zijne goedertierenheden in zjjne
werken komt ten toon spreiden en uitdeelen
dan is zijn eerste woord over de donkere,
woeste aarde: »daar zij licht." Dat licht
moet straks in zijn schepsel de bewustheid
des levens wekken bij dat licht moet de
heerlijkheid Gods worden gezien en bij het
klare gezicht van Gods werken moet de ziel
des menschen, door het ongeschapen licht
van Gods aangezicht bestraald, in de kennisse
Gods zijn leven en zyn levensschat vinden
en alzoo de mensch zelf van heerlijkheid tot
heerlijkheid zich als Gods beelddrager open
baren.
God heeft ons goed en naar zijn evenbeeld
geschapen, dat is in de eerste plaats in ware
kennis. Ons levensdoel was, dat wij onzen
God en Schepper recht zouden kennen, in dien
weg Hem van harte zouden liefhebben, en
alzoo met Hem in de eeuwige zaligheid leven
zouden om Hem te loven en te prijzen, Catech.
vr. 6.
Door zijne verleiding in het Paradijs heeft
Satan ons oog van God afgetrokken en op
onszelven gerichteigen zaligheid, eigen vol
doening tot hoofdzaak voor ons gemaakt.
En sinds is het leven der zonde geworden
een zich vastklemmen van den mensch aan
zichzelven, een wandelen bij de gerichten des
harteneen zoeken der bevrediging van het
eigen ik; een schuilen bij de duisternis, die
in ons iseen steunen op allerlei grondjes
in het schepseleen steeds dieper buigen voor
allerlei afgodeen rekenen op voorgevoel