Uit Kerk en School. Hulsebos. bij den eerstondergeteekende zijn bezorgd, door een broeder 6 H.L. aardappelen en door een anderen broeder f 12,— tot aankoop van 16 H.L. kolen voor de armen. Zegene de Heere de gevers en de gaven. J. A. v. Nederveen, Voorzittter. J. J. Fanoij, Secretaris. Vlissingen B. De extra-collecte voor den Kerke dienst heeft bedragen f 13.39. Ontvangen voorde zen ding contributie: f 1,50. De Kerkeraad verklaart zich gaarne bereid, om giften in ontvangst te nemen voor de nagelate be trekkingen der omgekomen visschers te Wierum in Friesland, Vergadering op Vrijdag, 22 December, des avonds te acht uien in de kleine Kerk ter verkiezing door de manslidmaten van eenen ouderling uit het dubbeltal M. van den Broeke, J. D. Fregeres. Namens den Kerkeraad P. Gr. Laernoes, jr. scriba. Vergadering van Deputaten tot de Zending on der Heidenen en Mohammedanen op 26 en 27 October 1893 te Utrecht. 1. De door de Generale Synode benoemde Broe deren zijn, dewijl met het altreden van Deputaten ook hun Moderamen vervallen was, met goedvinden der ter Synode aanwezige Deputaten bijeengeroepen te Utrecht door den aldaar wonenden Deputaat, die hiertoe door de Generale Synode gemachtigd was. 2. Deze, Ds. M. van Minnen, opent de vergadering met het lezen van Ephese en gebed, nadat gezon gen was Psalm 119 vers 17. 3- Verhinderd zijn de BB. W. Bovy, Ds. J. van Haeringen, Mr. L. W. C. Keucheniusen Br. B. J.G. C. de Moen. De beide laatstgenoemden door ziekten. Aan Br. Keuchenius wordt een telegram van deel neming gezonden, waarop den volgenden dag een telegram van antwoord inkomt. 4 Deputaten kiezen nu een Moderamen: Praeses Ds. M. van Minnen, Assessor Ds. F. Lion Cachet, lste Scriba Ds. L. van der Valk, 2de Scriba Ds. J. H. Feringa. 5. Nu geschiedt lezing en afteekening van de laat ste notulen der vorige Deputaten. Vervolgens wordt het Concept agendam door eenige broederen (de le den van het Moderamen der vorige Deputaten) aan geboden, aanvaard. 6. Allereerst wordt nu kennis genomen van de besluiten der Generale Synode inzake de Zending onder Heidenen en Mohammedanen, en ernstig over wogen, welk mandaat door de daar vergaderde ker ken voor de herbenoemde Deputaten aan de goed keuring hunner vroegere handelingen is toegevoegd. 7. Vervolgens komt in behandeling de zaak van den van de Zending losgemaakte Broeder. 8. In de derde plaats de verhouding tot de Ned. Geref. Zend. ver. Besloten wordt tot mededeeling van het besluit der Synode, met een begeleidend schrijven, waarin mededeeling, dat Deputaten tot nieuwe onderhandelingen bereid zijn. 9. Vervolgens een ingekomen, van heilige geest drift tintelend, schrijven van Br. de Bruijn op Soemba met een warm en teeder pleidooi voor der Soemba- neezen bearbeiding. Deputaten verheugen zich zeer over deze weldadige warmte voor zoo heerlijke zaak. Na lange overweging der voorstellen in dezen brief, worden de noodige aanwijzingen met het oog op filaatselijke omstandigheden gegeven, opdat deze lieer- ijke arbeid niet overijld en toch onverwijld voortgang hebben moge, en niet bijna alleen den Savoeneezen op Soemba maar ook den eigenlijken Soembaneezen zeiven het Evangelie gepredikt worden. 10. Van Br. Bolwijn uit Soerabaija is geen ant woord op vroeger schrijven gekomen; maar wel een bericht van Zuster Bolwijn, dat ongesteldheid dit oponthoud veroorzaakt heeft. Hij zal denkelijk een kor ten tijd in een hooger gelegen streek moeten vertoeven. Gelukkig schijnt zijne ziekte evenwel niet van ern- stigen aard te zijn. 11. Ook van Br. van Alphen is geen antwoord ingekomenmaar wel bewijs, dat het schrijven van Deputaten hem is ter hand gesteld. 12. VVel is ter tafel een schrijven van Br. Huij- sing uit Batavia met een uitvoerig en belangrijk rapport en andere belangrijke vragen en mededee- lingen, die ernstig overwogen worden. In verband met een en ander komt tevens in behandeling, wat ter Synode besproken en bepaald is ten aanzien van den arbeid te Soerabaija en te Batavia. 13. Mededeeling geschiedt van het telegraphisch bericht aangaande het examen van onzen Zendeling- Arts, Br. Scheurer. Hij is door 's Heeren goedheid geslaagd en zal nu ten spoedigste naar zijn eingelijk arbeidsveld gaan. 14. Ds. Lion Cachet rapporteert, dat hij op een door hem bijgewoonde Synode'in Schotland 10 p. s. voor onze Zending heeft ontvangen, en doet nog eenige andere financieele mededeelingen. 15. Nog wordt een brief van Br. Scheui'er voor gelezen aangaande zijn eerste zijn in lndië, en wordt Besloten, dat Br. Lion Cachet hem den lieilwensch van Deputaten zal overbrengen. 16. Om het late avonduur wordt de eerste zitting gesloten, waarbij Ds. W. 11. Gispen voorgaat in dank gebed. 17. Den volgenden morgen wordt geopend met gebed door Ds. J. H. Feringa. Afwezig zijn nu ook ae B.B. W. H. Gispen, Dr. L. H. Wagenaar, en L. Bouma. 18. Zeer ernstih en warm wordt beraadslaagd over den arbeid tot verkrijging van Zendelingen. In den schreienden nood moet voorzien. Het groote arbeids veld mag niet langer zoo onbearbeia blijven. Maar hoe de arbeiders te vinden Nadat verschillende voor stellen zijn gedaan wordt eindelijk besloten, dat men zich zal richten tot de Kerkeraden, en zich zal wen den tot de studenten in de Godgeleerdheid en tot de Bedienaren des Woords. Ondenkbaar is het, dat on der hen niet harten warm voor de Zending zouden kloppen, en dat er niet onder zouden zijn, begeerig naar dit hoogste en heiligste der ambten en diensten naar het zoo te eeren ambt van den Zendeling. 19. Hierin ligt tevens opgesloten, dat men voor alsnog niet kan ingaan op de aanbiedingen van 9 Broederen en eene Zuster, die zich ter opleiding en latere uitzending aanbieden. Immers, vooral hier geldt wel het bekende *Wie spoedig helpt, helpt dubbel." En eerst moet dus. naar den last der Sy node, een weg gezocht,die spoediger hulpe biedt. Toch is hiermede niet alle mogelijkheid van latere oplei ding afgesneden. Ook verheugen Deputaten zich over de steeds meer opwakende belangstelling en bereid willigheid voor de heilige en heerlijke zaak der Zending. Er is behoelte aan zooveel gebed, belang stelling, gave en persoonlijke toewijding, reeds voor de millioenen aan wie onze Kerken zich hebben ver bonden. En hoevele millioenen zijn er nog buiten dezen betrekkelijk kleinen kring, die nog geheel on- bearbeid zijnMet hartelijke belangstelling wordt dus van de brieven en de daarbij behoorende stuk ken kennis genomen 20. Nader wordt de inhoud van een schrijven naar Batavia geregeld. Voorts worden twee Broeders be noemd om den door ongesteldheid afwezigen Quaes tor inlichtingen te geren aangaande een besloten wij ziging in de administratie der geldmiddelen. Verder wordt besloten, dat de vergaderingen telkens in een andeie plaats moeten gehouden worden, en daaraan zooveel mogelijk des winters een a\ond-spreekbeurt, des voorjaars en zomers een Zendingsdag (met ver schillende sprekers of referenten uit Deputaten) moet worden verbonden tot vermeerderiug der belangstel ling en der kennis in dezen. Des winters in plaat sen als Zwolle, Amsterdam en Rotterdamdes voorjaars en zomers in plaatsen als Arnhem en Klun- dert. Voor de eerstvolgende vergadering is Zwolle aangewezen. 21. De vergadering draagt aan haar Moderamen op, het aitvoeren van alle door de gezamenlijke De putaten genomen besluiten; het ontvangen en rond zenden van alle voor Deputaten bestemde stukken, of het indienen daarvan in de vergaderingen het opmaken van Concept agenda (die de vergadering natuurlijk steeds kan aanvullen of wijzigen) en het geven van korte en schriftelijk geformuleerde Praead- viezen dienaangaande. Ook de regeling van tijd en plaats der, gewoonlijk ongeveer driemaandelijksche vergaderingen en van al wat daaraan is verbonden, wordt aan het minstens eenmaal per maand vergade-' rend Moderamen opgedragen. Als adviseerend lid is in sommige gevallen aan het Moderamen verbonden Ds. J. H. Donner. 22. Na nog enkele kleine regelingen, waarbij o. a. de e. k. Moderaraen-vergadering bepaald wordt op 27 November, sluit Ds. J. Hessels de vergadering met dankgebed en smeeking voor Zending en Zendelingen. Namens Deputaten Klundert, November 1S93. Feringa, Scriba En sprak van Hem tot allen, die de verlos sing in Jeruzalem verwachtten. Lukas II :38b. Het was ten tijde van de komst van Gods Zoon zóó droevig en zóó donker gesteld op aarde. De diepe ellende door de zoude over het menschelijk geslacht gebracht, openbaarde zich in al hare volheid. Het Heidendom, dat zich had uitgeput in al wat menschelijk schoon en vernuftig en wijs en machtig is, lag hopeloos in diepe vertwijfeling en jam merklacht, of in zedelooze razernij ter neder. En Israël, voor zooverre het alleen uitwendig de kennisse van Gods Woord en dienst be vat, L vertoonde zijne gelijkvormigheid met het Heidendom. Werelddienst en goddeloos heid heerschten, en ook was de onkunde onder de menigte groot. Wat zich voor vreeze Gods poogde uit te geven, was meest een trotschen eigengerechfigd en geveinsd Farizeïsme. Met dit Farizeïsme allen dienst Gods verwerpende, waanden de Sadduceën, de ware oprechte lieden te zijn, huldigende veelal de heidensche leer Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. Sommigen, zoowel van het een als van het ander eenen afkeer hebbende, meenden niet beter te kun nen doen dan zich van alles te onttrekken. Dezen, de Esseën genaamd, hielden zich in de woestenijen der Doode Zee bezig met vrome overpeinzingen, geestelijke oefeningen en gebeden. Wat was nu het ware Niet het farizeïs me, niet het Sadduceïsme, noch ook het Es- senisme als zoodanig. Maar waar zijn dan nu de onderdanen voor den geboren Koning Israels Het ging hier, als toen Samuël te Bethlehem kwam, om een van Isaïs zonen tot Koning over Israël te zalven. Al wat in aanmerking komen konde, was reeds voorbij gegaan, en eerst op de dringende vraag of dit nu werkelijk, al de zonen waren geweest, moest de aandacht vallen op hem, die tot hiertoe buiten rekening was gelaten, maar bij God uitverkoren en bemind. Zoo ook nu. Nadat Anna de profetes, den geboren Messias gezien en beleden had, sprak zij van Hem tot, ja tot wie tot de Sadduceërs aan het hof van Herodes tot de Hoogepriester en de uitnemendste der Farizeën? spoedde zij zich naar de tenten der Esseën nabij de Doode Zee? neen, zij sprak van Hem tot allendie de verlossing in Jeruzalem wachten de waren. Zoo worden de ware bondelingen, zoo wordt het ware Israël Godsi n die dagen aange duid. Zij gaan gebukt onder den last van zonde. De wet kan hen niet verlossen. In hen zeiven zijn zij onmachtig. Zij hebben niets aan den Heere te toonen dan zonden en ellende. Maar, de Heere deed hen 'verwachten de beloofde verlossing, waarvoor de Heere in Zijn Woord zijner kinderen oog ontsluit, de verlossing, de vrijmaking, de loskooping, niet de vleesche- lijke, waarvan de nationale trots van Israël droomde, maar die, waarvan Zacharias zong dat wij verlost zijnde uit de hand onzer vij anden, Hem dienen zouden zonder vreezein heiligheid en gerechtigheid voor Hem, al de dagen omes levens. Lukas I 74, 75, Wilt gij ze nog nader kennen, die bekenden van Anna, waarschijnlijk meestal in 't meer on aanzienlijk deel van Jeruzalem woonachtig? ^A.nna is er zelf eene. Leest, wat er van haar staat, wat hare geestelijke signatuur is, en van Simeon en van Zacharias en Eliza beth en van de herders uit Bethlehems velden en van Jozef en van Maria de moeder des Hee ren. En vraagt u zeiven maar eens ernstig af, als voor het aangezicht des Heeren, of er ook reeds geestelijke verwantschap bestaat tusschen u en Hem, die de verlossing in Jeruzalem verwachtenden Of Anna, de pro fetes, de vierentachtigjarige, en op dien leef tijd nog eene blijde Evangelie verkondigster, ook voor u eene blij mare op de lippen heeft? Zij verkondigde, wat God gedaan had, en hoe de Gewenschte en Beloofde gekomen was, al zijn volke tot groote blijdschap. Aan het bezit van den Heiland, gaat een verwach ten van den Heiland die de Verlossing Israels is, vooraf. Waar bij vernieuwing vreugde wordt be reid, voor het volk, dat in duisternis zit, daar toont èn wereld èn vleesehelijk of naam- christendom nog dezelfde trekken als in de dagen van koning Herodes. Ja, de wanhoop van het menschdom, dat buiten God zijn heil zoekt, openbaart zich vreeselijker dan te Rome onder de heidenen dier dagen. Wij behoeven slechts den naam anarchisten en de stedenBarcelona en Parijs ter neder te schrijven, om te worden verstaan. Waar is troost Bij het ijskoud formalisme, bij het onbezorgd genieten dezer wereld, bij het mijmerend verzinken in afgetrokken bespiege ling Ware troost en volkomene verlossing is er in den Heere Christus, die aangekon digd wordt aan allen, let wel er staat aan allendie de verlossing te Jeruzalem wachten. Dit is de eenige aanduiding. Maar het is ook het onmisbaar en zeker kenmerk. Zij hebben •niets en zijn verloren in hun zeiven. Zij be- geeren niets dan verlossing, En hunner zal blijdschap zijn. En terwijl het huiveringwek kend verderf over allen komt, die zich zeiven wel kunnen behouden, zullen zij gered en volkomen verlost en tot zalige onderdanen van Christus vrederijk worden gemaakt. De kinderen onderwijzen en opvoeden is eigenlijk de roeping der ouders. De ouders hebben hen van God ontvangen, hebben hen het meest lief, zijn er verantwoordelijk voor en moeten er eenmaal mee voor God verschijnen. De Heere vermaant de ouders om de kinderen op te voeden op te voeden in de vreeze des Heeren. En van hoeveel gewicht die opvoe ding is, doet de Heere uitkomen en ons

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2