Uit Kerk en School. Op verzoek van de werklieden-vereeniging Patrimonium besprak Ds. Talma, predikant te Vlissingen, voor een paar weken alhier de vraag Waarom en hoe moeten wij strij den tegen de Sociaal Democratie." Het kwam in alles uit dat de geachte spreker zijn onderwerp machtig was. Ook bleek het, dat hij de werken zijner tegenstanders had gelezenen wel zóó ge lezen, dat het voor een ieder duidelijk werd dat hij nu en dan zijn opponent met wape nen uit het tuighuis van dezen, den mond kon snoeren. Zijn opponent, de heer van der Veer, was en is eene gladde spreker en hij zeide veel. dat, helaas waar is. Maar, vóór de heer van der Veer dit zeide op zijne wijze, had Ds. Talma veel hiervan reeds op andere wijze gezegd. Zooals onze lezers bemerken, was er debat gegeven. Doch de bat kon het eigenlijk niet heeten want op bestrijding, veel minder op wederlegging van hetgeen door Ds. Talma was gesproken, ge leek het ganschelijk niet. Een ieder gevoelde dat de heer van der Veer gebruik maakte van de gelegenheid dat hij hoofdzakelijk sprak om zijne Sociaal-democratische begin selen ingang bij de werklieden, die tot Patri monium behooren en bij het talrijk opge komen publiek, te doen vinden. En zij, die niet door het machtige beginsel des geloofs weerhouden worden, staan gevaarlijk. Wie toch stemt niet toe, dat er veel mis standen en wanverhoudingen zijn, waaraan een einde behoorde gemaakt te worden. Wie stemt niet toe, dat velen eigenlijk meer ver dienen dan ze krijgen. Wie stemt niet toe, dat menschen, die hun geheele leven door met noeste vlijt gearbeid hebben, op hun ouden dag moesten kunnen leven, uit hetgeen van dien arbeid is overgebleven. Wie stemt niet toe, dat velen door den trouwen arbeid der werklieden, gegoed oi rijk zijn geworden en dat desalniettemin de meesten zich van hen trachten te ontdoen tégen dat ze oud worden, of dat zij hen, oud geworden zijnde, meedoogenloos aan hun lot overlaten. Schier allen stemmen dit toe. De landbouwers evenwel zullen daarbij den ken en zeggenGeloott ons, dat vele arbei ders in de laatste jaren meer inkomen hadden, <lan wij na aftrek van alles overhielden. Tegenover deze opmerking zou de onder- geteekende slechts deze twee vragen willen stellen Zegt ons eens, landbouwers toen gij honderden na honderden kondt wegleggen, kregen toen de arbeiders zooveel dat zij ette lijke tientallen konden oversparen, of zoo weinig dat zij het goed aankonden Zou er, zoo luidt de tweede vraag, ook ver band kunnen zijn tusschen eene zekere roe pende zonde en den achteruitgang? Hoe dit zij, zonder het geloofsbeginsel, staan wij gevaarlijk, immers als wij zooveel rechtmatige klachten en grieven hoorenzoo lichtelijk kunnen wij dan meer afglijden op de Sociaal-democratische paden. Niet alleen zelfs met het oog [op die rechtmatige grieven maar ook, omdat elk er wel aan wil, om meer en meer en het alzoo be ter en beter te hebben. Men zou er van gaan watertanden als het land van utopia in zoo warme bewoordingen ons wordt voorgesteld. Daarenboven is ons hart door de zonde aardsch- gezind, wereldlievend en revolutionair ge worden. Vóór honderd jaren was men ook bezig om troonen om te keeren en het rijk van vrijheid, gelijkheid en broederschap den volke te ver kondigen. Maar ach, hoe ontzettend was de teleur stelling, hoe gewelddadig waren weldra de handelingen en hoe ongelijk bleef de bedeeling. Men spotte toen ook met het geloof, en de leus was als nu noch God noch meester. Allen zouden burgers en broeders zijn. Het modernisme heeft op kerkelijk en het liberalisme op staatkundig en maatschappelijk terrein, duizenden bij duizenden van het ge loof in de waarheden des bijbels beroofden daardoor zijn de grondslagen en vastigheden uit ons volksleven weggenomen. Het geloof in de voorzienigheid Gods en de erkentenis dat de Heere met gezag bekleedt hen, die over ons gesteld zijn, is bij duizenden en duizenden weg. Het gezag daalt volgens hen niet van Boven af maar komt van be neden, het komt uit het volk op. Noch God, noch meester, noch particuliere eigen dom, is en wordt hoe langer hoe meer de leus. .Het komt alles van de gemeenschap en het is en moet daarom zijn voor de gemeenschap. Het modernisme en liberalisme hebben wind gezaaid en zij doen ons storm oogsten. Zij hebben de eenige macht het geloof in de Goddelijke waarheden de eenige macht, om het zondige en revolutionaire hart te bezwe ren, te reinigen en te heiligen, bij duizen den en duizenden onnadenkend en meedoogen loos weggenomen. Dat is de grondfout en de hoofdoorzaak der ellende, daaronder lijden en zuchten wij. De Socialisten moeten Christe nen en de Christenen moeten Socialisten worden, heeft Dr. Sibmacher-Zijnen, naar wij later ver namen, dien bewusten avond gezegd. Maar de ondergeteekende zou van Dr. Sibmacher- Zijnen wel eens willen hooren wat zij, die Christenen moeten worden, dan moeten ge- looven. Als zij Christenen worden in den bijbelschen zin veranderen zjj in den grond, veranderen zij van beginsel en uitgangspunt, dus totaalmaar wanneer zij christenen wor den in den zin van het modernisme en libe ralisme, behouden zij het beginsel der revo lutie en gaan ze slechts eenige schreden en eenige jaren terug op dezelfde baan. Het geloof van den waren Christen, van den Christen naar de Heilige Schriften, is, dat bleek ook dien avond, den heer de Veer geheel onbekend. Naar en door ons geloof, be weerde hij, worden slechts wissels op den hemel getrokken, m. a. w., wij paaien de menschen met den hemel; hij nu wilde, dat wij allen het hier eerst maar goed zouden hebben, en voegde daaraan ironisch en voor ons spottend toewas er hier namaals dan nog een hemel, welnu, dan viel dat mee. Dat hij daar niet aan geloofde, dat zijn oog slechts op de aarde en- het aardsche ge richt was, kwam daarbij duidelijk uit. Maar dat wij slechts wissels trekken op den hemel" is onwaar. Wij leeren, gelooven en ervaren dat ons geloof hier reeds het hart reinigt en heiligtdat ons geloof ons te vreden in onslot, dat het ons gelukkig, vrij, blij en rijk doet zijn. Door het geloof ligt eene andere wereld voor ons open, gaan en leven we in eene andere wereld indoor het geloof weten en gevoelen wij ons hier reeds hemelburgers; en is het mitsdien mogelijk dat wij in waarheid en oprechtheid zeggen »Als wij voedsel en deksel hebben, wij zul len daarmede vergenoegd zijn." Geeft God ons meer, dan ontvangen wij dat met dank zegging, en het staat bij ons vast dat wij, hetgeen wij ontvangen, met voorzichtigheid en wijsheid beheeren en besteden moeten het staat by ons vast, dat wij er den Heere mee moeten dienen in de verzorging van ons huisgezin in de opvoeding, vorming en op leiding onzer kinderen voor de taak waartoe Hij hen roeptin de behartiging der be langen Zijns Koninkrijks en ook in het verleenen van bijstand voor andere kringen, voor maatschappelijke en staatkundige be langen en behoefte. Een goed christen is een goed vader, een goed burger en een goed onder daan. Inderdaad ons geloof doet meer dan wissels op den hemel trekken". Zij, die spot tend zeggen, dat het anders niet doet, toonen reeds door dat te zeggen, dat zij het niet hebben en niet kennen. Door het Woord Gods en het geloof in dat Woord is Europa verlost van het arme, barbaarsche heidendom en ge worden wat het was en nog is. Door het ongeloof is het aanvankelijk geworden, en wordt het meer en meer een nieuw-heiden- dom. Littooij Baroepen te Bellingwolde J. Slager te Nij- verdal. Te Ommen L. A. Smilde te Leerdam. Te Sprang. P. Zijlmans te Rozenburg. Te Roseland. Ililinois, N. Amerika A. de Geus te Wolvega. Te Nieuwdorp O. D. Eerdmans te Ierseke. Te Yalthermond J. C. v. Mant- gem te Borger. Te Groningen A. M. Don- ner te Assen. Aangenomennaar Westerborck door B. J. Benning rustend predikant. Bedanktvoor Serooskerke door F. W. Sluijter te Heeg, Voor Camperland (gem. Wissekerke) door L. A. Smilde te Leerdam. Yoor Colynsplaat door F. Moet te Opperdoes. Voor West-Terschelling door M. Ouendag te Zevenbergen. Voor Schoonebeek door W. Bosch te Andijk. Voor Schiedam door G. de Braai te Kralingen. Naar wij vernemen, zal het Maandschrift De Vrije Kerkonder redactie van Ds. H. Beukermet Jan. a.s. eenige wijziging on dergaan. Het zal dan verschijnen onder re dactie van Ds. T. Bos te Bedum, Prof. H. de Cock te Kampen, en Ds. H. Dijkstra te Smilde. Ook zal het voortaan niet alleen aan de belangen van Kerk en Theologie maar tevens aan die der Zending zich wijden. Ds. H. Dijkstra, wiens wél bekend Algemeen Zendigstijdschrift, De Macedoniërmet het einde dezes jaars met »De Vrije Kerk" wordt vereenigd, zal de rubriek Zending" op zich nemen en daarin zijnen arbeid voortzetten. Den 6 den Dec. hoopt de Theol.School te Kampen haren 39 sten jaardag te herdenken. Aan den avónd van dien dag zal D. V. de aftredende Rector, Prof. L. Lindenboom in de groote gehoorzaal het rectoraat overdra gen aan zijn opvolger, Prof. H. Bavinck. Aan de V. U. te Amsterdam is door den heer H. A, Bor het Candidaats-examen afge legd by de rechtsgeleerde faculteit. Door den heer P. M. Out van Wormerveer is dezer dagen met goed gevolg afgelegd het Candidaats-examen bij de Theol. Faculteit van de V. U. te Amsterdam. BOEklÈEOOItI)EIJI\& Het negende jaarverslag der Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krank zinnigen en Zenuwlijders in Neder land April 1892 April 1893. Wie dit verslag van Veldwijk (zoo zal de titel beter worden verstaan) meer dan opper vlakkig inziet, zal wederom een indruk ont vangen van den omvang van de schrikkelijke kwaalKrankzinnigheid" geheeten, maar ook van den omvang dien het christelijk liefde werk te Veldwijk voor deze ongelukkigen heeft mogen verkrijgen, doch dan ook van de steeds toenemende behoefte aan onze be langstelling, ons gebed, onze gaven. De nieuwe inrichtingen der Vereeniging te Bloemendaal onder Loosduinen verlangen reeds weder naar uitbreiding. Met de stich ting te Zuidlaren in Groningen zal spoedig een aanvang worden gemaakt. Deze zoo omvangrijke arbeid is een arbeid door den Heere inzonderheid aan de Gereformeerden toevertrouwd. Velen toch, wien de Gerefor meerde grondslag mishaagt, onttrekken zich. Maar dat dan de Gereformeerden het zich tot eene eere rekenen, dit gewichtig werk aan zich te zien toevertrouwd. Het boekje bevat, behalve verslagen van de jaarvergadering enz., behalve alle noodige inlichtingen aangaande de Vereeniging en hare organisatie, een schoon referaat van br. Wielenga, over de vraag Waarom Gerefor meerdf" niet alleen tegenwoordig met het oog op Veldwyks grondslag, maar ook, af gezien daarvan, omdat het eene heldere en juisto ontwikkeling geeft van het woord: gereformeerd. Ontvangen werd in 1892 f 355357,18è, uitgeven f 355331,41 De Heere zegene deze omvangrijke stichting. Hulsebos.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 3