en duidelijk maken, datjde boven afgeschre-
vene stelling zij bevat liet hart der kwes
tie uit (het Woord onzes Gods gehaald,
dies daarop gegrond is, en dat er niets
anders" in betrekking tot de opleiding van die
naren des Woords uit af te leiden is. De
Heraut heeft Ds. PL v. A. er pas nog aan
herinnerd dat zy die iets stellen het ook be
wijzen moeten.
Te gelooven wat de broederen zeggen en
omdat zij het zeggen, al zijn het ook de
hoogst geachte en meestgeleerde heeren, dat
mogen en willen de Kerken nietdoen zy
da% dan heerscht weldra de Katheder over
de Kerkdan geeft de wetenschap haar den
regel aan. Dat nu mag niet.
De Kerken moeten alleen van Gods Woord
afhankelijk en aan Gods Woord onderworpen
zijn. Zij moeten dus door het Woord haars
Gods overtuigd worden, opdat zij weten ook
in zake de opleiding, overeenkomstig zijn
Woord en wil te handdelen. Kan men haar
de stelling in haar geheel, dus ook het niets
andersuit het Woord duidelijk maken, dan
heeft men het pleit gewonnen en dan zullen
en moeten, en willen de Kerken meegaan.
Ook de ondergeteekende en wel zeer gaarne,
omdat den wil van zijnen God en Yader te
doen, niet slechts zijn schuldige plicht, maar
ook de begeerte zijns harten is,"
Hierop nu zegt de Heraut
»Zoo is ook onze meening.
Anders toch krijgt men marionettengeen
mannen.
Toch merken we tweeërlei oplo. dat de
stelling, waarvan Ds. Littooij spreekt, wel in
houdt wat uit het wezen der geïnstitueerde
kerk volgt, maar nog niet, wat volgt uit den
aard der universitaire wetenschap. Juist deze
toch maakt het hebben van »een eigen in
richting" ook o. i. volstrekt noodzakelijk. En
2o. stel eens de kerkeD wilden sterrenkunde
gaan doceeren, zou dan de sterrenkundige
eerst aan de kerken moeten bewijzen, dat
flit niet recht was Zouden de kerken be
kwaam zijn, om zulk een betoog hoe bondig
ook, te volgen? En zoo hier nu de kerken
zich in strijd met haar roeping, in de
vraagstukken der Theologische Encyclo
paedic zijn gaan mengen, zijn nu daar
om, we zeggen niet de predikanten, maar
de kerken als kerken in staat, om een
encyclopaedisch betoog te volgen, en op
grond van eigen inzicht hierin te beslissen
Gaarne vernemen we hierop van onzen
hooggewaardeerden broeder zijn antwoord.
Kuyper."
In deze weinige woorden erkent dus De
Heraut wat door Ds. Ploos v. Amstel, door
my en anderen gedurig gezegd is, namelyk
dat de stelling, waarvan de Concept-regeling
uitging en die aldus luiddeȆit de niet
slechts zichtbare, maar ook geïnstitueerde
Kerk laat zich niets anders en niets meer
afleiden, dan dat er eene Theologische School
beschikbaar moet zijn," nog niet bewezen is.
Nu zegt daarvan onze hooggeachte redac
teur van De Heraut wel Stel eens de
Kerken wilden sterrenkunde gaan doceeren,
zou dan de sterrenkundige eerst aan de Ker
ken moeten bewijzen dat dit niet recht was
zouden de Kerken bekwaam zijn, om zulk
een betoog, hoe bondig ook, te volgen
Doch deze gevallen staan volstrekt niet
gelijk. Ie Een sterrenkundige kan in de Schrift
niet te huis zijn en daarom de bekwaamheid
missen om het met en uit de Schrift te bewy-
zenmaar deze bekwaamheid misten Dr.
Kuyper, Dr. Bavinck en de andere broederen
niet. 2e Belieft de ondergeteekende het niet te
gelooven dat de Kerken het niet snappen zou
den, indien evengenoemde heeren met de Schrift
en op grond der Schrift bewezen, dat
»uit de niet slechts zichtbare, maar ook
geïnstitueerde Kerk zich niets anders en niets
meer laat afleiden, dan dat er eene Theolo
gische School beschikbaar moet zijn;" immers
zoo bot zyn de Kerken niet, wanneer het nu
«ens niet over de sterrenkunde gaat, maar
over hetgeen tot haar welwezen behoort.
Ontegenzeggelijk zou het begrepen worden,
wanneer Dr. Kuyper of Dr. Bavinck het aan
de Ouderlingen der Kerken duidelijk maakte,
dewijl beiden de gaven van God ontvingen
om zelfs zaken, die boven het bereik liggen,
aan het volk duidelijk te maken.
»De predikanten, zoozegt Dr. Kuyper,zouden,
in staat zijn om het betoog te volgen".
Maar desalniettemin is ook den predikan
ten het betoog niet geleverd en dies de stel
ling dat uit de niet slechts zichtbare, maar ook
geïnstitueerde Kerk zich niets anders en niets
meer laat afleiden, dan dat er eene Theolo
gische Schooi beschikbaar moet zijn," trots
het herhaald verzoek, nog niet duidelijk ge
maakt.
Maar hoewel dat niet geschied is, is er
toch beweerd, dat de predikanten, ten minste
velen hunner, mannen, zooals de onderge
teekende, Ds. Bos, Ds. Ploos van Amstel en
veel meer, haar niet begrepen hebben beweerd,
dat zy in hunne onkunde veel stof hebben opge
jaagd; dat zij de oorzaak zijn dat ze niet is
aangenomenalsmede, dat de provinciale
Synoden haar niet hebben begrepen en in
de angst van hare onkunde mannen hebben
afgevaardigd, die in het Kerkrecht onbedreven
zyn, en ook dat de generale Synode dienten
gevolge mat en machteloos was, enz.
Weet men wie haar hebben begrepen en wie
knappe mannen zyn? Zij, die ervoor waren.
De predikanten zyn in staat zegt Dr. Kuyper
om het betoog te volgendoch hoezeer het
door velen gevraagd is, is het evenwel noch
vóór, noch op, noch na de Synode geleverd.
De stelling, is niet bewezen, dit wordt
thans erkend. Het is daarom dat de onder
geteekende zich de vraag veroorlooftMoesten
èn de predikanten, die neemt aan, haar niet be
grepen èn de ouderlingen, die haar niet konden
begrijpen, m. a. w, moesten de Kerken haar
dan maar aannemen op gezag Zouden deze
personen, ook de predikanten, wanneer dat
gedaan was, marionettenof mannen" zijn
geweest
Nog meer. Naar hetgeen te 's-Hage en
Amsterdam overeengekomen is, zyn de ker
ken, let wel, geroepen het beginsel te hand
haven, om eene eigene inrichting voor de op
leiding te hebben, dit nu is, naar het den
ondergeteekende voorkomt, heel wat anders
dan veiligheidshalve haar te moeten hebben,
heel wat anders dan haar slechts recht van be
staan toe te kennen, uit kracht van den onbe-
trouwbaren »aard der Universitaire weten
schap," Immers als de Kerken geroepen zijn dat
beginsel te handhaven, dan vloeit de noodzake
lijkheid en het recht ook uit dat beginsel, en
niet slechts uit den onbetrouwbaren aard
der Universitaire wetenschap voort.
Zie, dan wordt het hebben van een eigene
inrichting in de eerste plaats uit het recht
en de behoefte der Kerken afgeleiddan be
hoort ze tot het welwezen der Kerk.
Dit is geheel wat anders dan haar te heb
ben als eene veiligheidsklep, als een zooge
naamd noodzakelijk kwaad.
Ook dit nog. Dr. Kuyper zegt nu, »dat
de stelling der Concept-regeling wel inhoudt
wat uit het wezen der geïnstitueerde Kerk
volgt," maar in de stelling zelve is van het
wezen, geen sprake; daarin staat: fit de
niet slechts zichtbare, maar ook geïnstitueerde
Kerk laat zich niets anders en niets meer af
leiden, dan dat er eene Theologische School
beschikbaar moet zijn." Volgens deze stelling
nu heeft èn de zichtbare èn de geïnstitueerde
Kerk geene eigene inrichting noodig als er
maar eene voor haar beschikbaar is, mag en
moet zy tevreden zijn,
Wat verstaat Dr, Kuyper door het wezen
der geinstitueerde Kerk De zichtbare kerk
of het organisme Zoo ja dan heeft Z. H.
G. de stelling voor een deel teruggenomen.
Dan is het niet langer waar, dat zich noch
uit de zichtbare noch uit de geinstitueerde
kerk iets anders laat afleiden dan dat er eene
Theologische School beschikbaar moet zijn.
Wanneer Dr. K. haar gedeeltelijk loslaat,
laat dit dan onomwonden en ridderlijk wor
den erkend. Wanneer Z. H. G. haar hand
haaft. dat ze dan eindelijk eens bewezen
worde met en uit de Heilige Schriften, laat
het dat zijn voor de predikanten. (De Ouder
lingen kunnen er dan toch ook van profi-
teeren.)
Op zijn beurt vraagt de ondergeteekende
aan Dr. Kuyper antwoord op zijne vragen,
of anders de langbegeerde bewijzen. Natuur
lijk zal daarbij ten volle rekening gehouden
worden met hetgeen te 's-Hage en Amster
dam overeengekomen en gemeenschappelijk
en plechtig aangenomen is.
Littooij.
Beroep9a: te Serooskerke B. F. W. Sluijter
te Heeg. Te Terschelling M. Ouendag te
Zevenbergen. Te Schoonebeek W. Bos te
Andijk, Te Stiens J. Dekker te Oldeboom.
Te Nijemirdum c. a* M, L. Wijnia te Zeven
hoven.
Aangenomennaar Schoondyke door A. v.
d. Linden te Axel. Naar Vreeswijk door L.
van Wijngaarde cand. te Monnikendam, Naar
Leeuwarden A. door J. P. Visscher te Loos
duinen.
Bedanktvoor Zetten door J. Hania te
Oosterbierum.
Tweetal te Kamperland, (gem. Wissekerke)
L. Srailde te Leerdam en S. de Jager te
Serooskerke A.
De ineensmelting van de Geref. Kerken A
en B te Makkum is thans voldongen en de
Hooge Overheid is hiermede in kennis gesteld.
De heer Ds. F. W. A. Winckel pred. bij
de Geref. Kerk te Oudewater heeft de benoe
ming tot Intendant van het Gereformeerd
Gymnasium te Zetten aangenomen.
31 October (Hervormingsdag) werd de
nieuw opgerichte Chr. School te Spui
(Gem. Axel) geopend met 54 leerlingen. Hoofd
dezer School is dhr. S. K. Laansma.
Overgenomen uit de Zeeuw.)
BOEKIlEOORDEELIftti.
Geuzen-Almanak voor hel jaar 1894.
't Was ons een genoegen met dit werkje
kennis te maken. En aan koopers zal het,
dunkt ons, geen gebrek hebben. Eeneizijds,
is de zaak der weezen verzorging steeds aan
trekkelijk, Ten tweede, heeft de uitgever, de
Heer W. P. Lintjes te Maassluis den prijs
bereikbaar gesteld f 0.20, ingenaaid en f 0.40,
gebonden. Ten derde is het mengelwerk
geleverd door mannen van wie vele namen
een goeden klank hebben. Wel schijnt ons
niet alles aanbevelenswaardigBy v. de stuk
jes »Laat de kinderen tot mij komen" en
Busjes-Reclame". Maar stukjes als de ver
schillende bijdragen van Ds. Ploos van Am
stel bijv. wegen hiertegen ruimschoots op.
Ter herrinnering aan den Bondsdag te
AmsterdamHemelvaartsdag1893.
Een belangrijk boekske. Men kan het er
al of niet mede eens zyn, maar men dient
er in elk geval mede te rekenen. Wel deed
ons de lezing soms vragen of niet de vrees
voor methodisme en verflauwing der grenzen en
veramerikaniseering, tot overdrijving in tegen
gestelde richting voert, 1 Corinthe 1613
is zonder 1 Corinthe 16 14 niet compleet.
Maar overigens vonden wij er veel schoons
in. Wat niemand verwonderen zal, die op
den titel namen als Biesterveld, Kortlang,
enz. aantreft. Feringa.
Het idiotengesticht ,,'S HEEREN L00"
te ERW1EL0Q
Men vergunne ons ditmaal bijzonderlijk de aan
dacht (fcr Chr. Meisjesvereenigingen op onzen arbeid
te vestigen. Wie ons 3e jaarverslag.er op naleest,
kan aldaar onder Ervaringen en Mededeelingen,
een en ander vinden waaruit blijkt, dat de verzorging
van idioten-meisjes vooral, een belangrijke factor in
onzen arbeid is en meer en meer worden moet. veler
nood is zoo ontzettend bang. Het kan dan ook niet
anders of de Chr. Meisjes-Vereen, moeten zich haar
lot aantrekken. Welnu, vele gaven ons meermalen
blijken van hartelijke sympathie. Laat andere net
goede voorbeeld volgen. Eigenlijk kunnen wij haar