Serooskerke. A.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Ds. S. de Jager.
Kerk B.
Yoorm. 9 Nam. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Veere.
Voorm. 9i/a Nam. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Gapinge.
Voorm. 9Vj Nam. 2 uur, Dhr. W, J. Guillaume.
Vrouwepolder.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Ds. C. Steketec.
Oostkapelle.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Lezing eener Leerrede.
Domburg.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Ds. B. B. v. d. Hoorn.
Grijpskerke.
Voorm. 9 Nam. 2 uur, Ds. J. Gommer.
Arnemuiden.
Voorm.9»/t Nam. 2 Av. 6 uur, Lezing eener Leerrede.
St. Laurens-
Voorm. 9«/i Nam. 2 uur, Ds. K. Stelma.
0. en W- Souburg, Aieuwe Kerk.
Voorm. 9»/j Nam. 2 uur. Ds. C. B. Sclioemaker,
Zierikzee.
In de Kleine Kerk der Ned. Herv. Gem.
Voorm. 91/. Nam. 2 uur, Ds. M. Keulcmans.
Poortvliet.
Voorm. 9£ Nam. 2 Av. 6 uur, Lezing eener Leerrede.
St. Maartensdijk.
Vm. 97i Km. 2 Av. 5*/j uur, Lezing eener Leerrede.
Tholen. Nieuwe Kerk.
Vm. 9Va Nam. 2 uur Lezing eener Leerrede.
Axel, A.
Voorm. 9 Nam. 2 uur. Ds. A. v. d. Linden.
KerkB.
Voorm. 9 Naraidd. 2 uur. Ds. F. VV. J. Wolf.
Zaamslag, B.
Voorm. 9 Nam. I1/» uur- Ds. W. A. Vrolijk.
De Kerken buiten Walcheren waar
van wij voor Woensdag geen opgave
ontvingen zijn om vergissing te voor
komen, weggelaten.
Officiëele Eiericlitcn.
Wegens den Dankdag zal ondergeteekende Dinsdag
a.s. eeene catechisatiën houden.
J. D. v. d. Velden. V. D. M.
Middelburg 27 Oct. 1893.
De gecommitteerden der Geref. Kerk te Middelburg
C. geven bij deze kennis aan de gemeente, dat zij
Br. A. Krijger op zijn verzoek, op de meest eervolle
wijze ontslag hebben verleend als penningmeester
ten in zijn plaats benoemd Br. J. van Aartsec. Gecom
mitteerden achten voor de goede orde wenschelijk,
dat de Contributies der leeskringen en giften voor
de Zending, zooveel mogelijk bij Br. van Aartsen
bezorgd worden. Moesten er leden zijn die een lees
kring wenschen te verzamelen (ook Catechisanten
kunnen deze zaak ter hand nemen, dan kan men
daarvoor lectuur bekomen bij den Secretaris, die ook
bereid is de noodige inlichting te geven. Moge de
zaak der Zending onder Joden en Heidenen meer en
meer de Zaak der gemeente worden en de beloften
des Heeren in vervulling kome, dat de aarde vervult
worde van de kennis des Heeren gelijk de wateren
den bodem der zee bedekken.
De Gecommitteerden in Zake de Zending
J. A. van Nederveen, Secretaris.
Verantwoording van Liefdegaven.
Door den boekh. der K. Kas in dank ontvangen: uit
de Collecte van 22 Oct. f 2.00 voor de Rente, door
Br. L. J. de Kok van N. N. f 2,50; voor de Kerk, door
Br. J. Maljers van F. G. f2,00 voor de plaats, door
Br. C. Verhage van P. t 3,00 voor de plaats f 0,50
voor Diak. Hulpbetoon.
1. de Wolff.
Door gecommitteerde voor de Zending in dank
ontvangen uit het bnsje van de Catechisanten f 4,81.
Vroeger ontvangen, busje idem. f5,095 uit de col
lecte Zondag 17 Augustus f5,00 en van C. J. f 0,52.
J. van Aartsen Jz. Penningmeester.
Vlissingen B.
Ontvangen voor de Kerk: plaatsgeld f 0,75. Dia
conaal hulpbetoon f2,50 en f 0,25.
N.B. De contributiën voorde Zending (Heidenbode)
over 1893 yorden gaarne in ontvangst genomen
door de daarvoor aangewezen broeders J. P. Brand
Smith, H. Guillaume en A. Huson.
Namens den Kerkeraad
P. G. Laernoes jr., scriba.
Mijn zoon bewaar het gebod uws i
vaders en verlaat de wet uwer moe
der niet.
Bind ze steeds aan uw hart, hecht
ze aan uwen hals
Als gij wandelt, zal dat u geleiden,
als gij nederligt, zal het over u de
wacht houden als gij wakker wordt,
zal het met u spreken.
Spreuken VI - 2022.
Ziethier eene der zoo talrijke en duidelijke
uitspraken der Heilige Schrift aangaande de
opvoeding der kinderen. Men kan waarlijk
niet zeggen, dat er niet genoeg in Gods W oord
op eene rechte opvoeding wordt aangedrongen.
Maar hoe schaars wordt het opgemerkt en
ter harte genomen. Op dit gebied ligt de
oplossing van de vraagstukken aangaande
volksgeluk en volkswelvaart. Ja de Heere
verbindt in Zijne nederbuigende goedheid
tydelijken en eeuwigen zegen aan een ge
trouwe opvoeding en een getrouw ter harte
nemen der goede leeringen. Het hooge ge
wicht der opvoeding wordt hier ook al w$der
met de ernstigste en treffendste woorden voor
gesteld.
Duidelijk komt het hier uit,' aan wie in de
eerste plaats de taak der opvoeding is toever-
vertrouwd. Het zijn de oudersde vader,
maar ook de moeder. Bij de Oostersche vol
ken neemt de moeder eene zeer ondergeschikte
plaats in het huisgezin in. Opmerkelijk is,
dat de Schrift bij het vermelden van de taak
der opvoeding, zoo uitdrukkelijk wijst ook op
de moeder. De vader en de moeder, de ouders,
door wie de Heere aan het kind middellijkerwijs
in het natuurlijke het aanzijn gaf, de Heere wijst
hen in Zijn Woord ook aan als degenen, die
Hij middellijk wil gebruiken tot hun geestelijk
leven en welzijn. En ook al verkregen wij
op Christelijk schoolgebied de uitnemendste
toestanden, zoo zouden toch nog altijd de
vader en de mo:der de eerste plaats blijven
innemen, wat de dure roeping en taak der
opvoeding aangaat. De Kerk en de School
komen de ouders in deze taak. veelszins ter
hulpe. Zij zijn dan in den eisch aan de ou
ders gesteld, mede begrepen.
Het gebod des vaders, de wet der moeder,
zij zijn niet anders dan Gods geopenbaarde
raad voor zyn volk, Zijn Woord, aan den
jongeling geleerd naar den eisch zijns wegs.
De vaderen te Dordt stelden eene drieërlei
oydferwijzing in huis, in school, in de kerk.
In de meeste huisgezinnen ontbreekt thans ge
heel of ten deele de eerste dezer drie scha
kels. Slechts weinige ouders catechiseeren
met hunne kinderen.
Maar spreekt het zich in deze woorden
zeivenhet gebod dis vadersde wet der moe
der, niet uit, dat, zal het wel zijn, ook vader
en moeder naar dezen regel, naar Gods Woord,
moeten leven en wandelen
En nu hebben wij hier rechtstreeks den
plicht van den zoon, de leeringen der ouders
te bewaren, zich toe te eigenen. Nog te wei
nig worden de kinderen daarop gewezen. De
Schrift is er zoo getrouw en ernstig in. Aan
de eene zijde de dure roeping der ouders,
aan de andere zijde de heilige eisch Gods
aan de kinderen, om de leeringen der ouders
te bewaren. Den zegelring was men gewoon
aan een snoer om den hals op het hart te
dragen. Dit sieraad legde men nimmer at
het werd steeds zorgvuldig, al was het dan
ook meestal onzichtbaar naar buiten, bewaard.
Zoo moet het -ook zyn bij den zoon ten op
zichte van de leeringen en vermaningen der
ouders. Bindt ze steeds aan uw hart, hecht ze aan
uwen hals. Zij moeten hem de dierbaarste
kostbaarheden zijn, voor welker bewaring hij
wacht, en die hij steeds op het hart dragen
moet.
De leeringen moeten ook door het geheele
leven heen en onder alle omstandigheden ge
bruikt worden. Gaan rusten, weder opstaan
ziethier het gansche menschelijke leven, al
deszelfs bezigheden en werkzaamheden, ook
die van den geest, als het lichaam sluimert.
Welnu, immer moeten «zich die aan het hart,
door den Heiligen Geest geheiligde beginse
len der opvoeding, in de vreeze Gods doen
gevoelen. Zij worden bier voorgesteld als eene
leidsvrouw, die leert en vertroost en bewaart
voor het kwade. Als gij wandelt, zal dat u
geleiden als gij nederligt, zal het over u de
wacht houdenals gij icakker wordtzal het
zelve met u spreken.
Wat is droeviger in onze dagen dan deze
twee. Vooreerst, dat de kinderen het gebod
des vaders niet bewaren en dat zij de wet
der moeder verlaten. Zoo is er een diep ver
val, een steeds meerdere afwijking in de ge
slachten, van de oude beproefde paden. En
ten andere, hieruit voortvloeiende, de nalatig
heid der ouders in den dierbaren plicht der
opvoeding. Zoo gaat een volk ten gronde.
En hoe is het in de Kerk, hoe is het on
der de wedergekeerden, de kinderen der gevan
genis Er is veel slapheid veel wereldsge
zindheid. De eenvoudige, getrouwe opvoeding
naar Gods Woord wordt maar al te veel nog
gemist.
Worde de schuld erkend, worde er leed
gedragen en de vergeving om Christus wil
gezocht. Eu zij er door de genade des Gees-
tes een ernstig wederkeeren van ouders en
kinderen tot de oude beproefde paden.
Hulsebos.
Vrijheid en eenheid:
De Generale Synode van 1893 heeft zich
mogen verheugen in de belangstelling van
vele toehoorders. Vele Broederen en Zusteren
uit alle deelen des lands zijn er heengetrok
ken. Zoowel uit Groningen en Friesland als
uit Noord- en Zuid-Holland. Tot onze vreugde
hebben ook de Zeeuwen en de Brabanders
niet ontbroken. Terecht heeft men in het
Zuiden begrepen, dat afsluiting en afzonde
ring doodend zijn voor het kerkelijk leven.
Men heeft getoond mede te leven. Onwetend
daarmede getoond, dat de Brabantsche en
Zeeuwsche Kerken op hooger peil staan dan
in vroeger jaren wel eens vermoed werd. En
wederkeerig een kerkelijk-opvoedenden zegen
medegenomen. Gesterkt in de eenheid der
Broederen, is haar het onbehagelijk gevoel
van eenzaamheid en eenzelvigheid meer ont
nomen. Verruimd van blik, is de vrijheid meer
haar ten deel geworden.
Vrijheid en eenheidZie hier de twee
woorden, waarin zich ook het verslag der
drieweeksche Dordtsche Synode van 1893
laat samentrekken.
Vrijheid van al wat binnen en buiten den
eigen kring andere banden wilde aanleggen
dan het Woord des Heeren. En eenheid zoo
waar en levende, dat er geenerlei eenvormig
heid in te bespeuren was. Zoo mocht dan
het eigenaardig slotwoord van den aan der
gelijke woorden zoo rijken voorzitter volko
men geldende worden: >Wij zijn het niet
altijd eensmaar wij zyn altijd een
Vrijheid en eenheid. Zy waren beide zoo
ernstig bedreigd. Maar de Koning der Kerk
heeft Zijne Kerken gered. En al ware dit
de eenige uitkomst dezer Synode, zonder
eenig practisch resultaat, dan zou ons reeds
de gang en de afloop dezer Synode oorzaak
zijn om met dank en aanbidding het woord
over te nemen van een onzer Hoogleeraren,
toen door ons met zoo onverdeelde instem
ming vernomen. »Ik ga van hier versterkt
in mijn geloof en verrijkt voor mijn broeder-
hart."
Dat hebben honderde toehoorders niet be
grepen, en (eerlijk gezegd) ook niet kunnen
begrijpen. Alleen wie van dag tot dag den
gang der zaken gadesloeg, kon dit recht
waarnemen. Bij oogenblikken zag het er vol
strekt niet naar uit. Alleszins verklaarbaar
is, dat toehoorders soms een anderen indruk
bekomen hebben. Waarbij komt, dat menige
rede voor menig toehoorder te hoog was in
inhoud of in woordenkeus (men kent onze
technische termen op kerkelijk gebied vaak
nog zoo veel te weinig.) En voegt men nu
nog hierbij, dat (naar het schoone en ware
woord van den Praeses in een zijner gebeden)
vele oogen op de Synode gericht waren, en
wel lang niet allen vriendelijke oogen,