Uit Kerk en School. Littoou. BOBRBBOOttPBELlX^ DE MIDDERNACHTZENDELING. Orgaan van de h ederlandsche Mid dernachtzending- Vereen iging. noemdDe laatste bladzijde van het oude Hoofdstuk." En tevens gevoegelijk als inlei ding op het tweede deel aan te merken. Maar nu komen in 1893 voor het eerst sedert 1619 de gezamenlijke Gereformeerde Kerken in Nederland weer bijeen. Weer te Dordrecht. Weer als eerste bladzijde. Eerste bladzijde van den nieuwen toestand, waarop God Zijn zegen geven moge Eerste bladzijde der Gereformeerde Kerken in vrijheid. Niet alleen van inquisitievrees als in 1574, van landsonderdrukking als in 1578 van geeste lijke slavernij als in 1618,19. Een gebonden heid was nog steeds geblevenen na de kloeke poging tot bevrijding in 1586 waren de banden weer meer smadelijk en knellend aangehaald in 1618 Het was de gebonden heid aan den Staat. Dordrecht 1893 is de eerste bladzijde der volle vrqheid eener Gene rale Synode Gebonden aan het Woord Gods alleen en van elke andere gebondenheid vrij. Ook ditmaal is niet zonder strijd vóór en zelfs in de Synode deze vrijheid ver kregen. Maar God heeft ze geschonken, En deze zoo genadiglijk door God geleide Syno de mag heeten de eerste bladzijde der volle vrijheid en der vrije eenheid van de gezamen lijke Gereformeerde Kerken op Noord-Neder- landschen bodem. Bij hare in meer dan een opzicht gewich tige beteekenis en besluiten hopen wij nader stil te staan. Feuinga. Ds. Sikkel schrijft in »De Zuid-Hollandsche Kerkbode" van 7 October 11. over het prae- paratoir examen, onder meer, als volgt Wanneer de classen recht stonden, namen zij alle het besluit, om alleen het classicaal praeparatoir examen te erkennen. Een ander praeparatoir dat toch recht tot prediken in de kerken geeft, ligt geheel buiten het gere formeerd kerkrecht en is voor de toekomst zulk een gevaarlijk antecedent. De eer van Christus' kerken wordt er door geschonden. De eer van het opzieners ambt." Een ieder nu die met deze dingen op de hoogte is en ze alzoo begrijpt, zal niet zeg gen, dat onze broeder zich niet kras hierover uitspreekt. Er zullen er zelfs zijn, die zeggen, »dat is al te kras, dat loopt op revolutie"uit". Nu, dit is zeker dat wij de veranderingen, die we op kerkelijk gebied wenschelijk en noodzakelijk achten, langs den wettigen, kerkelijken weg moeten trachten te verkrijgen. Wat eene meerdere vergadering heeft be sloten moeten de mindere vergaderingen voor bondig houden, dus er zich aan gebonden re kenen. De meerdere, de Synodale vergadering te Dordrecht, heeft, en wel na eensluidend prae- advies der professoren, met algemeene stem men besloten, dat het in betrekking tot het praeparatoir examen, althans tot de e. k. synode blijven zal zoo als het nu is. Immers moeten de door haar gekozen Deputaten eerst op hare vergadering met eene concept-rege ling komen. Wanneer dus de Classen gevolg ge ven aan den wensch van Ds. Sikkel en mitsdien be sluiten, om alleen het classicaal praeparatoir examen te erkennen, dan komen zij in con flict met de Synodale vergadering, met de Curatoren onzer Theologische School, die het recht om het praeparatoir examen af te nemen hadden en hielden, ook met hen, die door laatstgenoemden geëxamineerd en be roepbaar gesteld zijn en met de Kerken, die deze broeders hebben beroepen. Nogal geen kleinigheid dus ja dat kan een conflict van beteekenis worden. En toch, onze geliefde broeder schrijft Wanneer de classen recht stonden, dan na men zij alle het besluit." Recht stonden" wil zeker zeggen voor den Heere der ge meente. Wat tot dusver in deze gebruikelijk was en door de Synode te Amsterdam en te Dordt, in elk geval voorJoopig, zoo gelaten werd, moet dan, volgens broeder Sikkel zonde voor den Heere der gemeente zijn. Het is daarom dat alle classen zullen mogen en moeten besluiten, in strijd met hetgeen de meerdere vergadering bepaalde en zonder te vragen wat daarvan wel de gevolgen zullen zijn. Het is zeker daarom omdat het zonde is voor den Heere dat onze waarde broeder zijn schrijven hierover besluit met het: wij blij ven hopen, dat de classicale vergaderingen, getrouwheid zullen hebben om te besluiten, dat zij voortaan het praeparatoir examen zei ven zullen afnemenDe redacteur van De Heraut heeft in zijn polemiek tegen Ds. Pioos- van Amstel dezen, de verledene week, herinnerd aan eene Latijnsche spreuk die zegt, dat hij die iets stelt gehouden is het te bewijzen welnu, ik neem de vrijheid op mijne beurt daaraan bij dezen Ds. Sikkel te herinneren. Een leeraar en schrhver, die de classen tot iets van zulke vèrzipfeMe gevolgen opwekten aanzet, moet het haar gewis kunnen en wil len duidelijk maken, dat zij naar het Woord, onzes Godsnaar onze belijdenis en Kerken orde in deze zaak gehouden en gebonden zijn om alzoo te handelen. Onze broeder zal het goedvinden, dat ik hem bij dezen dit even vriendelijk als dringend vraag. Immers onze Classen hebben daar behoef te aanwant zij moeten weten wat zij doen, en ik ben er daarenboven in drieërlei opzicht persoonlijk bij betrokken ten eerste, als lid eener classe, ten tweede, als curator der the ologische school en ten derde als deputaat der Synode voor de concept-regeling. Bij het leveren zijner bewijzen zal onze broeder, naar ik vertrouw, er wel aan den ken, dat de Generale Synode niet onder de Kerkenorde staat, zij kan die, zooals de Sy node in Amsterdam en zoo menige Generale Synode vóór haar heeft gedaan en nog wel eens doen zal, wijzigen, of ook tijdelijk-deze of gene harer bepalingen buiten werking stellen. En met een besluit der Generale Synode heeft onze broeder en hebben onze Classen hier te doen en dus te rekenen. Aan het Woord onzes Gods zijn onze Synoden gebon den daaronder staan ze daarvan mogen zij niet afwijken dienovereenkomstig moeten hare besluiten zijn. Wijken zij daarvan af, dan mogen en moeten wij en onze Classen han delend optreden. In casu zal alzoo uit de Heilige Schrift het bewijs moeten geleverd worden. Het bewijs moeten geleverd worden, dat de Classen zich geen uur mogen onder werpen, daar waar de Kerken hebben beslo ten dat alsnog de door de Kerken zeiven be noemde curatoren en hoogleeraren aan hare theologische school het praeparatoir examen zullen afnementerwijl de classen, eer de toegelaten en in den dienst des Woords be vestigd worden, dezen nog peremptoir zullen onderzoeken. Zie, of het anders zal en moet geregeld worden is op het oogenblik de vraag niet dit alleen is de vraag of de Generale Synode een zoo aanwijsbaar zondig besluit nam, dat de classen recht en reden hebben om te zeggen wij handelen niet dienovereenkomstig, maar daar mede in strijd, wat daarvan ook de gevolgen mogen zijn. Toen ik hierover aan het schrijven en on derzoeken was, kwam de Geldersche Kerkbode en daarin lezen we in betrekking tot deze zaak het volgende ?Met een paar citaten uit #De opleiding tot den dienst des Woords bij de Gereformeerden" door Dr. H. H. Kuyper kan ik volstaan. Vooreerst verwijs ik naar het gezegde op blz. 353. Besproken wordt Art. XVIII der kerkenorde van 's Gravenhage, Anno 1586, bepalende #dat geen Proponenten die gemeente openbaerlijck van den predickstoel sullen Leeren, dan die YVettelijck gheëxa- mineert ende bequaem ghekent zijn, in de Vniuersi- teyt (Universiteit) ofte classe". Dr. Kuyper laat hierop volgen Blijkbaar wilde de Synode een soort prae paratoir examen in het leven roepen voor degenen, die niet op de Academie geëxamineerd waren." vOok Voetius vat blijkbaar dit besluit aldus op althans hij citeert het juist, waar hij spreekt over het praeparatoir examen." Op blz. 370 lees ik in verband met dit dubbel examen wijs ik nog even op den langdurigcn strijd, die tusschen onze Kerken en de Universiteiten gevoerd is over de vraag, of de Professoren ook macht had den het praeparatoir en peremptoir examen af te ne men. Volgens de Synodale bepalingen van 1576 en 1581 gold net Academisch examen voor gelijkstaan de met het peremptoir examen de Synode van 's Gravenhage 1586 voerde het praeparatoir examen in en schonk aan de Professoren zoowel als aan de clas sis de macht dit af te nemen. De Synode van Dordt zweeg over de geheele zaak. Naarmate nu het prae paratoir examen meer overal werd ingevoerd, kwam men in moeielijkheid. Eerst werd door de kerken het peremptoir examen, later, maar met veel strijd ook het praeparatoir examen aan de Professoren ont nomen en de" eisch gesteld, dat beide door de classis moesten afgenomen worden." Hieromtrent verwijst de schrijver verder naar wat gevonden wordt blz. 511 en volgende, waar gehandeld wordt over de examenquaestie. Formeel was daarbij het recht ze ker niet aan de zijde der kerken, maar hier hadden zij de overmacht en de mindere moest wijken." Waarom niet? rVoetius wijst er niet zonder nadruk op, dat de Deputaten Synodi deze bepaling (uit Art. AVI1I 's Hage 158f> waarbij het Universiteit examen als geldig was erkend) hadden weggelaten. Gelijk men weet, was aan deze Deputaten Synodi opgedra gen, om de K. O. te redigeeren door de nieuwe be palingen, op de Synode van 1619 gemaakt,, in te vlechten in de 's Gravenhaagsche K. O. van 1586. Natuurlijk hadden de Deputaten niet het recht eigen machtig een artikel uit de K. O. van 1586 weg te laten. En toch schijnen zij dit metterdaad gedaan te hebben ten opzichtte van Art. XVil (lees XV111). Althans noch in de Post-acta, noch in andere bron nen wordt ook maar met een enkel woord gesproken over een afschaffing van dit Artikel door de Synode* Ook in de reeks artikelen van de 's Gravenhaagsche K. O. van 1586 door Theodorus Heijngius vermeld, als zijnde door de Synode van 1G19 gerevideerd, komt juist dit artikel niet voor." enz. Eindelijk nog blz. 513 Wat echter degenen betrof, die door de profes soren reeds geëxamineerd waren, achttens èn Profes soren en kerken beide een hernieuwd wetenschappe lijk examen voor de classis geheel overbodig. Ver andering in dezen toestand kwam eerst omstreeks 1636, Welke? Dat men behalve het Universitair exa men nog een kerkelijk examen eischte Geenszins. Maar dat men aan de Professoren het recht ontnam om praeparatoir of peremptoir examen af te nemen waardoor dus, het geheele Universiteitsexamen, be halve voor wie doctoreeren wilden verviel." («-Van een candidaatsexamen was in die dagen geen sprake bl. 512.) Dit betreurt Voetius en hij scherst er mede om niet te zeggen, steekt er den draak mede. Evenwel wijst hij een uitweg aan, hierin bestaand, dat er twee of drie predikanten, van den kerkeraad, of van de classe (waar de Academie is) gedeputeerd, met stem recht het universitair examen zouden bijwonen. Ik wijs op het bovenstaande om te manen tot tem poriseeren, nu de #bestaande regeling" vandeTheol. School voor 3 jaren bestendigd is en het deugdelijke en formeele recht der classis niet zonneklaar en dag helder boven allen wettigen twijfel verheven is. w. 9 Oct. '93. Dr. H. Feaxsev." Hier zien we, dat zelfs volgens onze vroe gere Kerkenordeningen, volgens Voetius en Dr. H. H. Kuyper, dit recht dus alles behalve vaststaat. Daarbij komt nu nog dat er destijds van eene school, die van de Kerken uitging, en vap Hoogleeraren en Curatoren door de Ker ken zeiven benoemd, nog geen sprake was. Hiermee moet wel ter dege gerekend worden. Eene Kerkenorde, die daarAee rekening kon en mocht houden, hebben wij nog nooit gehad. Beroepente Aarlanderveen A. de Vlieg te Renkum. Te Vrees-wijk L. van Wijngaarden te Monnikendam. Te Waddingsveen T. de Jager te Opeinde Nijega. te Schoondijke A. v. d. Linden te Axel. Te Lutten aan de De- demsvaart Ds. L. Stroevens te Bunde. Te Leeuwarden (A) J. P. Visscher te Loosduinen. Aangenomennaar Reeuwijk c. a. door H. R. Nieborg te Exmorra. Bedanktvoor Lopik door J. Kool te Mee- den. Voor Nieuwendam door H. v. d. Veen te Ruinerwold. Voor Oudemirdum door J. Kok te Hommerts. Voor Nieuwdorp door J. Gideonse te Broek op Langedjjk. Voor Maas sluis door J. Ozinga te Gouda. Voor Enschedé door S. Oudkerk te Zalk. Viertal te Overtoom (N. Amstel) Ds. H. Buitenhuis te Sleeuwijk Ds. J. D. v. d. Vel den te Middelburg. Ds. F. W. Sluyter te Heeg en L. van Wijngaarden cand. te Zaan dam. Naar wij vernemen zal de nieuwe Christe lijke School te Axel op Dinsdag 31 October a. s. geopend worden. Dit maandblaadje, dat bij Beschoor te 'sGra-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 3