en Donner zeker binnen kort voor ieder ver
krijgbaar zullen zijn.
Tot afscheid
In de Zuider-Kerkbode schrijft de onder-
geteekende als redacteur dit maal voor het
laatst.
Zijn werk is afgedaan.
Gaarne had hij gewild, dat hij reeds bij
zijn vertrek uit Serooskerke zijn werk aan
een ander had kunnen overgeven. Niet omdat
hij het moede was, maar omdat hed hem voor
kwam, dat in het Zuiden kraclften genoeg
waren om het te doen en beter te doen dan
hij het deed ook om eiken verkeerden schijn
te mijden.
Wat toen echter niet kon, kan nu.
Ds. Littooij zal voortaan de plaats van den
ondergeteekende innemen. En waar alzoo be
proefder krachten aan het werk komen, zal
de Kerkbode winnen.
Mijn dank aan mijn beide mede-redacteu
ren voor de welwillendheid en hulp steeds
van hen ondervonden.
Sterke de Heere hen verder in den arbeid,
dien zij in de Kerkbode verrichten tot voor
lichting en opbouwing der Kerken.
Ondervinde ook de nieuwe redacteur in
zijnen arbeid de hulpe Zijns Gods.
En gij lezers voor wie wij heden voor 't
laatst als redacteur schrijven, leest getrouw
uw Kerkbode. Ondersteunt uw Kerkbode, waar
gij dat maar kunt. Zij is toch werkzaam tot
opbouwing der Kerken, die de eene langer,
de andere korter zoo treurig diep gezonken
waren in het Synodaal moeras.
Waarlijk de redacteuren doen hun werk
niet tot hun gemak of voordeel, maar omdat
zij weten, dat de tjjd gekomen is, dat de Ker
ken voorgelicht moeten worden. Zij weten,
hoe vele hunne werkzaamheden ook zijn, dat
zjj zich aan dit werk ter wille Yan de Ker
ken, niet mogen onttrekken. Verstaat dit goed
en doet dan wat gij vermoogt om de Kerk
bode in de huizen in te brengeu.
Zal het er eenigzins op lijken, dan moet
het aantal der abonnementen in Zeeland en
Noord-Brabant met honderden en nog eens
honderden toenemen.
Lezers, de Heere zegene U dan maar met
dezen zegen, dat gij al wat uwe hand vindt
om te doen, doen moogt met uwe macht
want in het graf daar gij heen gaat, is geen
werk, noch verzinning, noch wetenschap,
noch wijsheid.
Sterke de Heere ook den broeder uitgever
verder tot zijn werk in betrekking tot de
Zuider-Kerkbode en voorts tot al zijnen
arbeid.
Werd er nu in de bijna twee jaar, dat wij
aan de Kerkode werkzaam waren, door ons
iets gedaan tot voorlichting der Kerken, dan
zij Gode daarvoor de eer.
En wat door ons geschreven werd. dat
niet bestaan kon voor Gods Woord, de Heere
doe er genadiglijk verzoening ofer in het
bloed zijns Zoons. Wolf.
Verslag der Classicale diakonale Conferentie
gehouden te Middelburg Woensdag 6
September 1893 in de Hofpleinkerk.
Ds. Ilulsebos opent de vergadering, laat
zingen Ps. 119 1 leest Ps. 146 en Gal. 2 10
en gaat Voor in het gebed.
Uit de precentielijst blijkt dat 32 Broeders
Diakenen afgevaardigd door 17 kerken te
genwoordig waren. Ook waren eenige Die
naren des Woorcfk, Ouderlingen en leden van
Geref. kerken tegenwoordig welk getal in de
namiddag vergadering zich nog uitbreidde.
Alsnu wordt overgegaan tot verkiezing van
een moderamen.
Tot Voorzitter wordt gekozen Dy. J, Hulse-
bos, tot assessor Ds W. H. Oosten en tot
Scriba br. J. A. van Nederveen. Door den
Voorzitter wordt aan de orde gesteld het
Referaat van Ds. W. H. Oosten waartoe
zijn Eerw. het woord ontvangt.
Dit referaat handelt over Ziekenverpleging
en hieruit worden de volgende stellingen
getrokken.
1 Het diakonaat is niet alleen een admini
stratief werk maar is het ambt der Christe
lijke barmhartigheid als het werk van den
medelijdende Hoogepriester.
2 Steeds moet uit elkander gehouden wor
den, Kerk en Koninkrijk Gods, de roeping
der geloovigen ais wjjder in omvang dan de
roeping der Kerk (instituut.)
3 Wat de Ziekenverpleging zelve betreft,
is het de roeping der kerk aan deze ook
leiding te geven, daar het miskenning is om
de kerk in deze voorbij te gaan, doch omge
keerd is het terrein beperkt en ligt niet de
volle ziekenverpleging op den weg van het
Diakonaat, maar is het toch noodig de gaven
en krachten door God in de geloovigen ge
legd onder hare leiding saam te brengen.
4 Steeds meer worde het klimmende eisch
dat er Geref. Ziekenhuizen komen, wanneer
particuliere verpleging onvoldoende is.
Op de vraag die door den geachte referent
naar aanleiding van zijn referaat gedaan
werd Moeten er Diakonessen zijn en in
welken zin was de meening der Broeders,
wenschelijk is, dat waar de gelegenheid dit
toelaat van de plaatselijke diakonie of wel
gemeenschappelijk van de diakonieën der
Classis, Zusters der gemeente worden verkozen
beantwoordende aan 1 Tim. 5 9 en 10 om
als diakonessen te worden aangesteld, staande
onder de diakonieën, om waar zulks noodig
is het haar toevertrouwde werk te vervullen.
Ook wenscht Ds. Oosten naar aanleiding van
de gedachtenwisseling als laatste stelling aan
zijn referaat toe te voegen: Diakenen zullen
alle mogelijke pogingen aanwenden tot het
verkrijgen en ondersteunen yan de Medische
Faculteit aan de Vrije Universiteit. Deze
stelling wordt even als de genoemde, door
de vergadering overgenomen. In den tusschen-
tijd bij de behandeling van het referaat, was
reeds een korte pauze genomen, en door Ds.
J. D. van de Velden een zegen gevraagd op
het reeds behandelde en voor hetgeen noch
te behandelen overbleef en aan hët einde der
morgenvergadering werd met dankzegging
door Broeder de Visser gesloten.
Om half drie uren werd de vergadering
heropend en ging Ds. J. Gommer voor in
gebed. Nu werd door den Voorzitter aan
de orde gesteld vraag 1 van het agendum.
Kan er in de Classes Middelburg iets gedaan
worden omtrent Christeljjke Ziekenverpleging
(Middelburg B).
De Broeders meenden dat uit het verhan
delde in de morgenzitting, voldoende was op
gehelderd wat op den weg der diakenen lag
en achte het niet raadzaam op deze vraag
dieper in te gaan, daar op de Generale Synode
dezelfde vraag omtrent Ziekenverpleging aan
de orde was gesteld.
Ds. Gommer verkrijgt nu het woord
Zijn Eerwaardes referaat handelt over diakonie
en Staatsarmenzorg, ook dit wordt met be
langstelling aangehoord en de volgende reso-
lutieën door Zijn Eerw. aan de vergadering
voorgelegd.
1 De v.erzorging der armen, die in eigen
behoeften niet kunnen voorzien, is een Godde
lijke ordinantie.
2 De verzorging kan en mag alleen uit
gaan van en geschieden naar het beginsel
der barmhartigheid, zooals dit in het woord
Gods wordt omschreven.
3 Sfaats armenzorg kan aan dit beginsel
niet beantwoorden maar wordt er door ver
oordeeld.
4 De diakonie is het van God bestelde
orgaan tot verzorging der armen, zij worteld
in de barmhartigheid Gods en kan dus barm
hartigheid bewijzen.
5 Eisch van het barmhartigheids beginsel is.
a. Dat bij diakenen de offers worden ge
bracht in de Samenkomsten van de gemeente
Gods waar den armen eipne Christelijke hand
reiking wofdt gedaan.
b. Dat de Diakenen de offers den armen
brengen met nauwkeurig onderzoek naar de
oorzaak der armoede, om naar behoefte ver
troostend, vermanend of bestraffend werkzaam
te mogen zijn.
Na een levendige Discussie werden alle
dezer osoluties door de vergadering over
genomen.
Nu werden vraag2 en 3 van het Agen
dum behandeld in hoofdzaak behelzende of
kerke en armenkas ineen moeten vloeien.
De Broeders spreken bijna eenparig als hun
gevoelen uit dat en kerke en armenkas, be
hoorlijk van elkander moeten gescheiden
blij ven.
Nu wordt door de vergadering be
sloten om het vergevorderde uur, de overige
vragen van het agendum niet meer te be
handelen maar D. V. op een volgende Con
ferentie de urgentie te verleenen. Op de
vraag van den Voorzitter wanneer een vol
gende Vergadering zal gehouden worden wordt
door de Broeders goed gevonden, deze voor-
loopig te bepalen aan het einde der maand
Mei of het begin van Juni D. V. en worden
de Broeders Diakenen van de kerken te
Middelburg A, B en C aangewezen om die
vergadering saam te roepen. De Voorzitter
richt namens de Broeders Diakenen een woord
van dank aan de geachte referenten en aan
alle die tot het welslagen dezer Conferentie
hebben medegewerkt.
Ds. Oosten richt een woord van dank aan
den Voorzitter voor de goede leiding door
hem aan deze vergadering geschonken. Op
verzoek van den Voorzitter sluit Ds. Oosten
deze Conferentie van Broeders Diakenen met
gebed en dankzegging aan den Heere voor
het Yele goede dat wij dezen dag uit zijne
hand mochten ontvangen.
Stelle de Heere hetgeen gesproken en ge
hoord werd tot een rijken zegen voor Zijn
kerk en moge het in in zijn hand een middel
zijn om het ambt der barmhartigheid heerlijk
te doen bloeien tot verheerlijking van zijn naam
J. A. VAN NEDERVEEN, Scriba.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoording der Redactie.)
De School „vrij."
Het zou misschien niet gansch onprofijtelijk
zijn, met de geschiedenis in de hand, het
verleden en het heden der Christelijke Scholen
in Middelburg eens te zien.
Mogelijk had de geschiedenis ons te zeg
gen hoe we voortaan niet moeten doen.
Toch, raidden in eene ontwikkelingsperiode
die nog slechts rijpende is, zou daartoe
het oogenblik misschien minder gunstig ge
kozen zijn.
Laat ik liever mijne lezers mogen wijzen
op de Vrije School. Eene gedachte, lang
zamerhand bij de ontwikkeling der antirevo
lutionaire, partij, uit den strijd geboren.
De vrije School is een denkbeeld betrekke
lijk nog zeer jong, en zelfs nu nog niet
doorgedrongen tot alle kringen van ons
Christelijk publiek.
Dat de Staat geen opvoeder kan zijn of
mag dat zijn neutraal onderwijs ons niet
dienen kan, is dank zij een meer dan
dertig-jarigen strijd ongeveer een geloofs
artikel geworden in alle Christelijke kringen,
maar dat ook de Kerk niet de aangewezen Cor
poratie zou zijn tot het geven van ouderwijs
is een gedachte die nog op verre na niet
overal is doorgedrongen.
Dat de Kerk, zoomin als de Staat de School
om haarszelfs dienst is, ondanks een lange
geschiedenis nog niet algemeen bekend en
geloofd. En toch, ook bij den besten wil,
ondervindt de school aan de Kerk gebonden,
alle de treurige gevolgen der onvrijheid.
Daar is geen element in het leven dat zich
buiten het terrein der vrijheid ontwikkelen kan.
Dat kan de handel zoomin als de indus
trie dat kan de godsdienst zoomin als de
wetenschap en de School kon het evenmin
omdat zij eerst en meest als hulpmiddel tot
kweeking van het geloot door de Kerk wordt
beschouwd.
Men moge aan de twee groote Mogend-