Uit Kerk en School.
de Besnijdenisde vernieuwing, de reiniging
de besnijdenis des harten door den Heiligen
Geest. Ziet daarvanDeut XXX 6. En
de Heereuio God zal uw hart besnijden en
het hart van uw zaadom den Heereuwen
Godlief te hebben met uw gansche hart en
met uwe gansche zielopdat gij levet.
Nu leert de H. Schrift te dezer plaatse,
dat de geloovigen de beteekende zaak, die
door de Besnijdenis wordt verzegeld, in Chris
tus bezitten. Alle schaduwen der Wet zagen
op Hem, alle beloften zijn in Hem vervuld,
alle de heilgoederen des Ver bonds der genade
bezitten de geloovigen in Hem. Al wat dus
de Besnijdenis afschaduwt en bezegelt, bezit
ten de geloovigen in Christus. Gij zijt be
sneden in Hem met eene besnijdenisdie zon
der handen geschiedt. Dit is de innerlijke be
snijdenis des harten door het werk des Hei
ligen Geestes. Üe uittrekking van het lichaam
der zonden des vleesches. Zoo wordt deze
innerlijke besnijdenis nader aangeduid. Zij is
eene geheele en volkomene vernieuwing en
reiniging van wat uit het vleesch geboren is.
Door de besnijdenis van Christus. Zoo wordt
nu het verlossingswerk van Christus genoemd
door hetwelk Hij ons van de schuld en heer
schappij der zonde verlost en onze harten
reinigt, om het eeuwig welbehagen.
Nu gaan wij eene schrede verder. Van die
zelfde beteekende zaak, waarvan de Besnij
denis het zegel was onder het Oude Testament,
is nu de Doop het zegel.
Zijnde met Hem begraven in den doop
in welken gij ook met Hem opge»)ekt zijt door
het geloof der werking Godsdie Hem uit de
dooden opgewekt h eft. Dit wil zeggen Gij
hebt deel aan het heilgoed des Verbonds,
waarvan de Besnijdenis onder het Oude Tes
tament een zegel was, door uwe vereeniging
met Christus in zijnen dood en in zijne op
standing en dat door het geloot, dat God
in u werkt, die Christus uit de dooden heeft
opgewekt, En van die vereeniging met
Christus is de Doop het teeken en zegel.
Nemen wij verder in aanmerking, hoe dui
delijk aan de eene zijde wordt uitgesproken
dat de Besnijdenis onder het Nieuwe Testa
ment hare verbindende kracht heeft verloren,
(zie Galaten V 26,) en aan de andere
zijde het bevel des Doops wordt gegeven, om
dien overal te bedienen, waar het Evangelie
wordt gepredikt en aangenomen, dan blijkt
het geheel naar de Schrift te zijn, dat de
Doop is gekomen in de plaats der Besnijdenis.
En waar dan nu de Besnijdenis, die de
Schrift noemteen zegel der rechtvaardigheid
des geloofs, Romeinen IV 11, niet slechts
aan de volwassenen, maar ook aan de kleine
kinderen der geloovigen moest worden bediend,
volgt hieruit wettelijk, dat onder het Nieuwe
Testament de kleine kinderen der geloovigen
moeten worden gedoopt.
De Heere beloofde Abrahams God te zijn
en de God van zijn zaad, Het teeken hier
van en het zegel moesten ook aireede de
kleine kinderen dragen.
Zoo moet dan de Doop der kinderen ge
schieden naar het uitdrukkelijk bevel des
Heeren. De Doop is Zijne heilige instelling.
Maar ook alleen die kinderen mogen worden
gedoopt, aan wie de beloften toekomen, de
kinderen der geloovigen
Moge de Doop recht gekend en gebruikt
worden tot Gods eere en rijke vertroosting
van zijn volk.
LezerDraagt gij het teeken des Doops
uit gewoonte of bijgeloovigheid Of is uw
Doop u waarlijk een teeken en zegel van
Gods Verbond der genade Zijt gij in Chris
tus besneden J. Hulsebos.
Van binnen en van buiten
Het over de Gereformeerde Kerken heen-
geworpen Nederlandsch Hervormd Kerkge
nootschap wordt steeds meer in zijn waren
aard openbaar. Zoo ook weêr door een twee
tal zaken, die in de laatste tijden de aan
dacht hebben getrokken. Het is, alsof de
Heere op allerlei wijze de onwaarde d«et
uitkomen van de schyngronden waarmede
men dit Genootschap heeft willen verdedigen.
Men heeft de Kerk verwisseld met het
Kerkgebouw. Dwaselijk maar met een
schijn, die sommigen verblind heeft het
opofferen der ons ontwrongen Kerkgebouwen
voorgesteld als een verlaten van de Kerken
onzer vaderen. En alleraandoenlijkst opge
geven van de gehechtheid aan en eerbied
voor deze gebouwen.
En nu ziet men zulk een Protestantsch
(zich noemend Gereformeerd) Kerkgebouw ook
aan de buitenzijde zelfs ontwijd door een
Mariabeeld en een beeld van St. Walburg!
Zij die het voor staatsgeld laten restau-
reeren hebben dan nu een aangename vol
doening van hun werk
En binnen in hun Kerkgenootschap gaat.
het niet beter. Eenige Haagsche Heeren
hebben bij de z. g. Synode een protest inge
diend tegen den predikant W. Bax te Zaan
dam >als verkondiger der verwerpelijke
sociaal-democratische dwaalbegrippen". Dit
Kerkbestuur heeft echter hieraan geen ander
gevolg gegeven dan de volgende verklaring
»De Synode, betreurende den toon waarin
het adres der heeren ltochussen c. s. is
gesteld, en afkeurend de wijze waarop de
heer Bax deelneemt aan den strijd tegen
privaat bezit en de bestaande inrichting der
maatschappij, gaat over tot de orde van den
dag".
Dit voorstel, broederlijk aangeboden door
den modernen heer Koen en de niet moderne
heeren Bronsveld en Van Veen werd met
groote meerderheid aangenomen.
Het hoofdbestuur van het Hervormd Ge
nootschap, dat getrouwe en moedige belijders
van den Christus uitbant, heeft zich dus al
weer doen kennen. Schroomvallige belijders
des Heeren zijn even berispelijk als een so
cialist. Modernen en geloovigen moeten broe
derlijk samenwandelen in het midden niet
al te goddeloos maar vooral ook niet al te
rechtvaardig. Of de zaak des Heeren gekrenkt
wordt, hindert niet, mits de zak der Heeren
en nog meer de Hoogheid der Synode,"
ontzien blijve
Zoo gaat het kalmpjes voort, totdat de ont
binding volkomen is, en Rome en het socia
lisme den buit deelen. Arm volk, welks lei
ders verleiders zijn
Wie kan met deze toestanden vrede heb
ben Wie kan met goede consciëntie nalaten
de Kerken van de tirannie dezer heerschap
pijvoerders vrij te maken
De Heere zij ons arme volk genaiig
Feringa.
Een misverstand.
Nog altijd zijn er gereformeerde menschen,
die meenen, dat de Gereformeerde Kerken,
na overlegging van haar regelen voor inrich
ting en bestuur door de Regeering erkend zijn,
gelijk allerlei particuliere vereenigingen na
overlegging van haar Statuten, door de Re
geering erkend worden.
Zij^stellen zich voor, dat door de Geref.
Kerken bestaansrecht bij de Regeering is aan
gevraagd en dat de Regeering het nu goed
gevonden heeft, dat die Kerken bestaan en
dat zij zoo bestaan als zij bestaan.
Laat men nu echter goed weten, dat deze
voorstelling der zaken geheel en al verkeerd is.
De Geref. Kerken hebben aan de Regeering
niet om erkenning gevraagd. Zy konden dat
niet doen.
De Kerk is schepping Gods.
Haar bestaan, haar levenswet, haar rech
ten zijn niet uit den staat, maar uit God.
De staat is uit God, maar ook de Kerk is
uit God. Deze twee staan naast elkaar.
En de Kerk vraagt niet aan den Staat: mag
ik bestaan en mag ik in dezen vorm bestaan,
maar zij zegt: hier ben ik, deze is mijn naam,
reken met my.
Zóó hebben dan ook de Gereformeerde Ker
ken na de vereeniging gedaan.
Niets willende weten van een bestaan als
particuliere vereenigingen die van den Staat
haar bestaansrecht ontvangen, en dus niet
verloochenende haren oorsprong uit God,
hebben zy aap de Hooge Overheid dan ook
niets gevraagd, maar aan die Hooge Overheid
alleen van enkele zaken kennis gegeven t. .w
van de samensmelting, van haar naam, van
haar leven bij de Dordsche kerkenordening
en van de namen der deputaten voor de cor
respondentie met de Regeering.
De Regeering heeft na deze kennisgeving
getoond, dat zy met de Gereformeerde Ker
ken rekent.
Dat is billijk. Dat is wijs.
De Regeering moet aan de Kerk, die uit
God bestaat en niet uit den Staat, haar vor
men en wetten niet willen opdringen voor
dat zij met haar rekent. Zij moet de Kerk
aannemen, zooals de Kerk zich aanbiedt.
Laten wij deze dingen goed verstaan.
De zaak ligt dus zoo, dat de Gereformeerde
Kerken er zijndat de Regeering die Kerken
kent en dat de Regeering met die Kerken
rekent.
Maar als de Regeering die Kerken nu eens
niet wilde kennen en niet met haar wilde
rekenen, zoo zou dit het bestaan dier Kerken
niet opheflen.
Neen, in dat geval zouden ze er even goed
zijn, want ze danken haar bestaan niet aan
den Staat maar aan God.
De Kerk kent den Staat, wil rekenen met
den Staat, meent dat de Staat ook met haar
rekenen moet, geeft daarom van haar bestaan
kennis aan den Staat; maar als de Staat haar
nu zijn vormen en wetten wil opdringen en
haar niet aannemen zooals zij zich aanbiedt,
dan gaat de Kerk daarop niet in, heeft daar
voor geen oor, laat de moeielijkheden, die
nu geboren worden voor de verantwoording
van den Staat en blijft toch als Kerk staan
en zich handhaven. Woif.
Generale Synode der Gereformeerde Ker
ken in Nederland te Dordrecht.
8e Zitting op Donderdag 7 September.
De behandeling van het rapport van de
putaten tot de Zending onder Heidenen en
Mohammedanen wordt voortgezet bij het
tweede gedeelte Overname van den Zending-
arbeid der Nederlandsche Gereformeerde Zen-
dingsvereeniging. De Synode nam het volgende
besluit
De Synode,
kennis genomen hebbende van wat tot
dusver tusschen de deputaten voor de zending
en de Nederlandsche Gereformeerde Zendings-
vereeniging over de overneming van het
zendingsgebied op Midden-Java is onderhan
deld
van oordeel dat de Kerken bij deze over
neming geen bedingen of voorwaarden mogen
aangaan, anders dan voor zoover dit stoffe
lijke aangelegenheden betreft;
uit dien hoofde buiten machte, om de door
de Nederlandsche Gereformeerde Zendings-
vereeniging voorgestelde bedingen aan te
nemen
besluit
de Deputaten voor de Zending te gelasten
aan de Nederlandsche Gereformeerde Zen-
dingsvereeniging te berichten, dat geen Ker
ken, en dus ook wij niet, voor wat de gees
telijke leiding van het Zendingswerk aangaat,
zich contractueel mogen of kunnen verbinden
lo. dat diens volgens het aangeboden verdrag
door de Kerken niet wordt aangenomen, en
de onderhandelingen, dusver op dien voet
gevoerd, hiermee als afgebroken en beëindigd
worden beschouwd
2o. dat de Kerken alsnog bereid zijn het
Zendingswerk op Midden-Java over te nemen,
en zulks onder de verklaring aan de Neder
landsche Gereformeerde Zendingsvereeniging,
•dat zij voornemens zijnlo. den arbeid in
dit Zendingsveld, met name door vervulling
der opgevallen plaatsen, zoo krachtig moge
lijk ter hand te nemen en dat het schema
van ds, Lion Cachet haar Deputaten althans