Uit Kerk en School. r nis mederedacteur va» dit blad boopt op te tredeu. REDACTIE. Door den Kerkeraad te Yeere is onder leiding van Ds. W. H. Oosten tot herder en leeraar beroepen den Eerw. Heer J. C. Raams- donk Theol. cand. Vemntwo >r.iin£ van Udidegaieu. In de Collecte van 23 Juli tot 13 Augustus door den boekh. van de K. Kas in dank ontvangen van F. A. f2,50 voor de plaats, van B. f 1 5') idem. f2, idem. Door Br. J. A. van Nederveen van NN. f 2, voor de plaats. Door Br. L. J. de Kok van NN. f '2.voor de plaats. I. DE WOLFF. Vlissingen. B. Ontvangen voor Br. Klijnsma f 1,00. Namens den Kerkeraad, A, 11U S 0 NScriba Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijd zaamheid werkt. Doch de lijdzaamheid hebbe een volmaakt werk, opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk. En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begeere, die een iegelijk mildelijk geeft en niet verwijten zij zal hem gegeven worden. Jacobus I 3, 4 en 5. De geloovigen, die uit de Besnijdenis wa ren en aan wie Jacobus, de apostel, de zoon van Alpheus, schrijft, waren in velerlei ver drukking. De verdrukkers zou de Heere op Zijnen tijd straffen, de geloovigen hadden te zien op het doelwaartoe de Heere deze ver drukkingen over hen litt komen. Vooreerst dienden dan de verdrukkingen, om het geloof te sterken, ten andere opdat de zonden van hoogheid en liefdeloosheid enz. zouden wor den ontdekt, beleden, verzoend en ook bestre den in de mogendheid des Heeren, ja uitge roeid. De apostel wijst al dadelijk op het eerste doel. Wetendedat de beproeving uios geloofs lijdzaamheid werkt. Hier worden die beproevingen en verzoe kingen voorgesteld, die de Heere bezigt, om het geloof zijner kinderen te toetsen en te sterken. Naar Gods heilig bestel kan het ware geloof niet aanwezig zijn, niet gesterkt worden dan in den weg van beproeving. De verzoeking ten kwadeuitgaande van duivel en vleesch, mag, ja moet worden afge beden. (Zie vers 13 van dit hoofdstuk en Mattheus VI 13.) Maar van deze verzoeking staat geschre ven Acht het voor groote vreugdemijne broe ders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt. Het schijnt, dat er veel zuchten en klagen onder deze geloovigen is geweest van wege de boosheid en de kwellingen, waarmede zij door de ongelocvigen werden geplaagd. De weg der bekeering en des geloofs was voor hen geen weg van voorspoed naar het vleesch, maar wel van veel tegenspoed en moeite. Doch nu vestigt de apostel het oog op den Heere, die dit alles in zijne wijsheid toeliet, nu wekt hij hen op tot blijdschap, ziende op de heerlijke bedoelingen des Heeren en op de zalige vruchten der beproevingen. Dus, niet over de beproevingen als zoodanig, had den zij blijde te zijn, maar wel over hetgeen in den weg van beproeving werd verkregen. In den weg van lijden wordt Gods volk gelou terd en geheiligd, de zonden worden bestre den, de liefdeloosheid maakt plaats voor den band der volmaaktheid. Maar hier wordt nu bizonder gewezen op de vrucht der lijdzaam heid. De beproeving des geloofs dient tot ster king des geloofs. En wat is zaliger winste voor Gods volk, dan dat het geloof wordt gesterkt, het geloof, die toegangsweg tot al de heilschatten Gods in Christus. Zalig voor recht als zoo de beproevingen door den H. Geest worden geheiligd aan het hart van Gods kinderen. Het was dezen geloovigen, aan wie de Apos tel schrijft, zoo gegaan. Toen zij den geloove gehoorzaam wierden, was voor hen de ver drukking begonnen, en in plaats van voor spoed en gunst bij de menschen, was tegen spoed, terugzetting en onrecht hun deel. Dat was een moeielijke wegmoeielijk voor het vleesch Maar nu zou juist de vrucht der lijdzaamheid worden verkregen, die zoo heerlijk rijpt in de hitte der verdruk king. Lijdzaamheid wil zeggen het aanhou dend en geduldig en blijmoedig, hoopvol ver wachten van den Heere en Zijne beloften, al loopt ook alles tegen. Juist in de verdrukking komt nu ook het onderscheid aan het licht tusschen het valsche geloof en het ware. Het valsche wordt door de verdrukking uitge- bluscht, het ware wordt er door gesterkt. Het wast in de verdrukking, het wordt er door gelouterd en gereinigd. Niemand dan de Heere en Zijn Woord blijft dan voor het volk Gods over en zoo doet het geloof door Gods genade zijne zuivere, heerlijke kracht ervaren. Zoo juicht de ziele als eene waarlijk vrijgekochte en verloste in haren Heere en Heiland. Nog meer troost in de beproeving geeft Gods Woord, als het heet: Doch de lijdzaam heid hebbe een volmaakt werk. Dit wil zeggen: de verdrukking blijft aanhouden, opdat er een volmaakt werk aan u geschiede. De Heere doet geen half werk. Daarom blijft Hij Zijne kinderen beproeven, zoolang dat noodig is. Opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprecht, in geen ding gebrekkelijk. De apostel leert hier niet, dat de geloovige in dit leven volmaakt kan zijn in geloot en heiligmaking (Zie Hoofdst. III 2). Maar wel leert hij, dat de Heere bij de beproeving de volmaakt heid op het oog heeft, de volmaaktheid, die zij na dit leven bezitten zullen. Opdat gij moogt volmaakt zijn en geheel oprechtwil zeggenopdat uw geloof meer en meer alles dooraringe, zich in alles openbare en blijke een oprecht geloof te zijn. De schit tering van het beproefde goud moet gedurig meer worden gezien. Doch zal Gods volk nu waarlijk door de beproevingen de heerlijke vrucht der lijdzaamheid of bevinding smaken, dan hebben zij wijsheid van Boven, Licht van Boven noodig, om te zien en op te merken. Zij hebben Licht noodig in hunnen weg. Daarom heet hetEn indien iemand van u wijsheid ontbreektdat hij ze van God begeere. Lezer! hebt gij waarlijk Licht noodig in uwen staat, in uwen weg. Begeert ze in den naam des Heeren Jezus van den Vader door 't werk des H. GeestesEn hoe goed is de Heere voor zijn schuldig, arm volkVoor den zondaar, dien Hij verlegen heeft gemaakt Die een iegelijk (die Hem om deze wijsheid recht bidt) mildelijk (dat is zonder eenige zwarigheid en karigheid) geeft en niet verwijt (zooals de menschen doen) en zij zal hem qe- geven worden. De natuurlijke mensch haat en veracht die wijsheid. Is bij u de omkeering daar, dat gij ze begeert Kind Gods Zoek ze alleenlijk en heb aan haar genoeg. Hülsebos. Het was een ware feestdag den 11 en Aug. jl. voor de kinderen onzer Chr. School en die der Bewaarschool, we mochten in Klun- dert gedenken hoe we door de goede hand onzes Heeren reeds vjjf en twintig jaar in haar bezit ons mochten verheugen. Het Bestuur der School benoemde benevens den hoofdonderwijzer, twee harer leden als commissie om een feestdag vooral voor de kinderen te organiseeren De heer L. Punt, landbouwer en medebestuurder der School, boodt daartoe een alleszins zeer geschikt ter rein, op een kleinen afstand van de plaats gelegen, gratis aan. In overleg met het be stuur der Chr. Jonged. Vereen, werden door de Commissie de noodige maatregelen geno men, zoodat aan den morgen van den feestdag alles in gereedheid was. Het scheen evenwel in den vooraf gaanden nacht en aan den morgen van den aange broken feestdag, of alle zorg en moeite te vergeefs zou zijn geweest. Een hevig onweder vergezeld van zeer veel regen brak des nachts los en des morgens vreesde elk een dag van regen tegemoet te gaan, uit menig hart rees de verzuchting op, dat toch de Heere in Zijne ontferming ook voor het uitwendige alle hindernissen mocht wegnemen en de Heere betoonde ook toen dat Hij een hoorder van het gebed is. De lucht klaarde op, de zon brak door de wolken heen, en wat ons met zooveel vreeze had vervuld, bleek van ach teren een weldaad te zijn geweest, alles was verfrischt. Uit vele woningen wapperde de driekleur. Voor den ingang der school was een eere- boog geplaatst en daarboven keurig versierd door de presidente der Jonged. Vereen., in den vorm van een harp met groen en bloe men omgeven, waarin het volgende versje was geplaatst (daartoe expresselijk door een der bestuursleden der bewaarschool vervaar digd) Gods goedertierenheid Heeft ons deez' school gegeven De Heer heeft haar geleid Door heel den storm van 't leven. Het vierde eener eeuw hield hij deez' school in stand.] Zij ze tot blijvend heil voor stad en vader land.] Ten negen ure werden de kinderen in de school bijeengebracht en daarna geplaatst om de straten in volgorde door te wandelen. Met een schoon vaandel, door de Secretaresse der Jonged. Vereen, vervaardigd, (bruin fiuwee- len grond waarop met zilveren letters was aangebracht: psalm 126 vs. 3, zilveren feest onzer Chr. School 18681893) voorop, zette ten ongeveer half 10 ure de stoet zich in beweging, de kinderen der bewaarschool als zijnde de kleinste, werden vooraan geplaatst, opdat de grootere zich naar dezen zouden schikken. Opgetooid met zeer vele vlaggetjes was het eene liefelijke en schoone aanblik, die 382 kinderen door de straten der stad te zien wandelen. Dit aantal kinderen was in groepjes van 13 tot 16 verdeeld en bij elk groepje was een mannelijk of vrouwelijk commissielid geplaatst, welke den geheelen dag het opzicht was toevertrouwd over die kinderen. Op het feestterrein, waarvan de ingang zeer aardig met groen en bloemen was versierd, stond eene groote tent, die plaats aanbood voor de kinderen en hunne helpers of helpsters en waarin voor de kin deren plaatsen waren aangebracht, boven de tent stond een wimpel waarin de woorden »Soli Deo GloriaVerder waren op het terrein verschillende voorwerpen aanwezig, waarmede de kinderen konden spelen, zooals schommels, hobbelpaard, kegelspel, vogel schieten, eenige werpspelen en dergelijke, naar den ouderdom der kinderen berekend, door de goede zorgen van onzen hoofdonder wijzer was het alles zoo verdeeld, dat elk groepje kinderen om het half uur een ander spel kon beginnen. Nadat om bijna elf uur allen op het terrein aanwezig waren, werd de vreugde op het onverwachts verstoord, een der onderwijzers werd tengevolge van de overspanning der laatste dagen op een oogenblik zoo ernstig krank, dat men zeer bezorgd was over zijn toestand. De Heere keerde dit echter ook weer zoo, dat spoedig de feestvreugde de overhand kon nemen, om dat onze onderwijzer weer herstellende was. Daarna verzocht de voorzitter van het be stuur der school Ds. J. H. Feringa te zingen psalm 19 1, waarna ZEerw. een hartelijk zeer kort woord van welkom sprak tot jeug digen en ouderen en daarna voorging in 't gebed. Na nogmaals gezongen te hebben wer den de kinderen naar de voor hen bestemde plaatsen gebracht, waar het spelen een aan vang nam. Een overzicht hier van te geven zou niet mogelijk zijn, het meest verzamelde zich de belangstellenden (die bij honderden gedurende dien dag aanwezig zijn geweest) bij de kinderen der bewaarschool, het was dan ook allerkluchtigst hen al zingende bezig te zien met de wasch zij begonnen dan met goed

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2