de woorden uit Colossensen 4, daarvan het 2e en 3e vers, het eerste gedeelte. Beide malen was het kerkgebouw meer dan bezet. Stelle de Heere onzen jeugdigen leeraar vele jaren en tot een rijken zegen in deze gemeente, is de bede, van den Kerkeraad der Gcref. Kerk B, van Werken dam. H. Gaij, Scriba. Werkendam, 9 Augustus 1893. Verantwoording van Liefdegaven. VlLtainqen B. Ontvangen eene nagift voor de Unie Collecte t' 2 eene nagif dito met bestemming voor de School Nieuwstraat f 1,00. Namens den Kerkeraad, A, HUSON L, Scriba, Aan de Leden van het Halvestuivers-fonds wordt bekend gemnakt dat in het eerste en tweede Kwar taal over 1893 is ingekomen de som van f 74,98. Serooskerke. Augustus iö93. Js. GELDOF Pz, Looft den Heere, want onzen God te psalm zingen is goed, dewijl Hij liefelijk is de lof is betamelijk. Psalm CXLV11: 1. Vele psalmen vangen aan met de opwek king, ja eindigen met de opwekking, om den Heere te loven. En dan worden ook de heer lijke volmaaktheden en daden des Heeren aangevoerd, waarin Hij Zijnen heiligen Naam aan Zijn volk bekend maakt. Zoo wordt in dezen psalm de Heere groot gemaakt, als die Zion bouwt, die de gebrokenen van harte geneest en de zachtmoedigen staande houdt. Maar ook in Zijne natuurlijke schepping openbaart zich Zijne goedheid. Hij hoort de jonge raven, als zij roepen. En heerlijk is Zijne kracht,heerlijk is de kracht Zijns Woords, zoo in de natuur als in de genade. Hij werpt Zijn ijs heen als stukkenwie zou bestaan voor Zijne koude f Hij zendt Zijn Woorden doet ze smelten Hij doet Zijnen wind waaiende wateren vloeien henen. Hij maakt Jakob Zijne woorden bekendIsraël Zijne inzettingen en Zijne rechten 17, 18, 19. En nu geeft de Heere aan Zijn volk het groote en zalige voorrecht, Hem in het ver halen van Zijne wonderen, van Zijne daden, te verheerlijken, te belijden, groot te maken. Hartelijk en krachtig is de opwekking, (en welk menschenkind zou van de roeping, om hieraan gehoor te geven, ontslagen zijn om den Heere te loven. Ja, de roeping ligt daar voor allen, waarom ook de Naam des Hee ren over het rond der aarde moet worden bekend gemaakt. En wordt er eene innerlijke roeping door vrije genade en door Geestes werk aan de ziele ervaren, dan zal ook de bede worden gekend Heereopen mijne lippenzoo zal mijn mond Uwen lof verkon digen. Want onzen God te psalmzingen is goed. De eere, de grootheid Gods vorderen het. Hij is de Bron en Oorsprong en Onderhouder van alles, zoo in de natuur als in de genade. Maar het is ook een zegen, een voorrecht voor ons. Bij het rechte psalmzingen wordt ook het rechte gebruik gemaakt van spraak en zang. Het is een weg, waardoor God de Heilige Geest tot vernieuwden zegen wil bin nen komen in de ziel. Voor de wereld wordt Gods Naam beleden. Treurenden worden er door getroost en gesterkt. De Satan wordt er door achterwaarts gedreven. Alles wordt er door geheiligd. Dewijl hij liefelijk is, de lof is betamelijk. Omdat de barmhartigheden des Heeren over Zijn volk oneindig zijndaarom is het psalmzingen liefelijk, Zijn volk zal het in eeuwigheid doen. De lof is betamelijk. Gij ziethet is eene teedere verplichting. Spurgeon teekent hierbij aan: Laat ieder lezer de overtuiging hebben, dat hij met zijn gezin een koor behoort te vormen om da gelijks den lof des Heeren te kunnen bezin gen. Wij denken hier aan het laatste Avond maal van den Heere Jezus met Zijne jongeren En als zij den lofzang gezongen haddengin gen zij uit naar den Olijfberg. Matth. XXVI 30. Nu weten wij wel, dat alle psalmzingen nog niet het ware psalmzingen is. En dat ook bij het kind Gods de mond vaak zingt zonder dat het harte inwendig juicht en zingt. Maar toch ligt hier de roepstem aan de Ge meente des Heeren, om het psalmzingen krach tig voor te staan en te bevorderen. Bij de droevige inzinking der Kerken, waarvan het laatst der vorige eeuw getuigde, was het psalmgezang vormelijk en doodig geworden, en niet meer dan een zeker toevoegsel tot den eeredienst. Van daar, dat toen de ge legenheid schoon werd gevonden, om nevens de psalmengezangen in te voeren, een mid del, waartoe men later al eens weer de toe vlucht heeft genomen. Hoewel het nu in 't allerminst niet is verboden, dat een god- vreezend dichter zijn hart ter eere Gods in liederen uitstorte en ook zulk een lied gezongen worde, zoo mag toch nimmer dat lied met den gewpden psalm, gewrocht des Heiligen Geestes, worden vermengd. De psalm is en blijfthei lied der Kerke Gods. Kent en verstaat en beleeft men de psalmen, dan heeft men geen gezang noodig tot aanvulling. Zoo was het in de dagen der reformatie van voor drie eeuwen. Het is opmerkelijk, hoe toen ook aanstonds de behoefte werd gevoeld aan eene schikking van de woorden der psalmen, waardoor zij konden worden ge zongen. Door onderscheidene mannen werden pogingen in het werk gesteld. En de Synode van Dordrecht, ook hierin rekening houdende met de gangen des Heeren, achtte de psalmen naar Datheens berijming het meest geschikt, of liever, alleen geschikt voor de Kerken. Dat met de Eenige gezangendie zij toeliet, het beginsel van gezangen-zingen niet is gegeven, heeft de praktijk geleerd. Om kort te gaan. Het volk moet weder een psalmenzingend volk worden. In de psalmen ligt alles, wat een meusch gelukkig kan maken voor tijd en eeuwigheid. Zij leeren wie God in Christus voor zijn volk is. Zij bevatten alle wijsheid en troost voor alle omstandigheden des levens. Er is een tijd ge weest, toen ons volk, voor een deel althans, een psalmzingend volk was. Dat volk was toen een gezegend volk. Wij kunnen niet buiten den Geest des Heeren. Maar zie ook hier een middel ter reformatie. Laat het huis gezin eü niet te vergeten onze Scholen met den Bijbel mede werken, om ons volk te zegenen met de kennis en het gemakkelijk zingen van de psalmen. In de dagen der reformatie van voor drie eeuwen was het geloovig psalmgezang eene kracht, die aan greep, die bezielde. Denkt aan de martelaren. Mocht het nog weder zoo zijn in de duistere dagen, die wij tegemoet zien. Lezeris het psalmgezang van Gods verloste volk ook door genade uw lied. Hulsebos. Gelijke tred. Het Augustus-nummer van The Quarterly Register" spreekt van een Kerkengroep in Amerika, die honderd jaar geleden 22 Be dienaren des Woords had voor ongeveer 20,000 leden. Het ledental was sints geste gen tot meer dan 200,000. Het aantal Be dienaren des Woords, desgelijks gestegen, bedroeg nu 871. Valt hieruit niet te leeren Is niet zeer noodig, dat de Kerken in Ne derland zorgen voor vermeerdering van pre dikantsplaatsen, naarmate het aantal der Reformatie welgezinde leden harer Kerken klimt Een deel der ellenden dezer Kerken in de jaren, die achter ons liggen, is ook hieraan te wijten, dat men verzuimd heeft, deze uit breidingen gelijken tred te doen houden. Een deel van Rome's kracht bestaat hierin, dat er steeds op een voldoend aantal arbeiders wordt gelet. Het is voor onze Kerken nu de tyd hierop acht te geven opdat wij niet door verzuim later tot onhoudbare toestanden ko men. Decentralisatie. De Synode der Zuidelijke Presbyteriaansche Kerk in Noord-Amerika, die volgens The Quarterly Register ten aanzien der Heiden zending voor vrijwel gelijke vragen staat als de Kerken in Nederland, heeft ten aanzien der z. g. Inwendige Zending party gekozen voor sterke decentralisatie. Genoemd blad schrijft er het volgende van »Een stap in deze richting is gedaan door de Synode in verband met het werk harer Inwendige Zending. Van nu aan zullen de mindere vergaderingen" [synods and pres byteries] op hun eigen kosten al het werk van Inwendige Zending binnen hunne krin gen waarnemen. Hiertoe, en opdat de Depu- taten der Synode [Assembly's Committee] gelden voor hun eigen werk mogen hebben, heeft elke Kerk twee Collecten per jaar te houden. De opbrengst der eene is te houden voor eigen uitgaven en die der andere moet gezonden aan de Deputaten der Synode om deze in staat te stellen dezen Zendingsarbeid te doen buiten den kring der sterke Classen 6n Synoden. De proef is een tijdlang met dit stelsel genomen in Noord-Carolina, en wel met zulk een uitslag, dat de Synode niet schroomde, deze ontwikkeling der werkzaam heid van de plaatselijke Kerken te bevorde ren, ook al mocht er soms een weinigje door te loor gaan van den invloed en de macht, die zoo licht aan een Centraliseerende Com missie eigen zijn. Wij zullen de proefneming met groote belangstelling gade slaan, over tuigd dat het beginsel juist is, al mag wel licht het plan in onderdeelen eenige verbe tering behoeven." Hoe het niet moet »Wij zijn het nu eenmaal zoo gewoon" en »zoo is het nu eenmaal besloten" zijn twee argumenten, die den Kerken veel kwaad berokkenen kunnen. Hoe men het gewoon was, is de vraag nietmaar of die gewoonte goed was. Niethoe nu eenmaal besloten was; maar: of dit naar den Woorde Gods was besloten. Het heerlijke onzer Kerkenor dening is juist, dat krachtens Art. 31 daar van, al wat tegen Gods Woord is, daardoor aanstonds krachteloos is. Waar men anders toe komen kan, leert de te Little Rock in Arkansas gehouden Cumberland Assembly, waar in strijd met het uitdrukkelijk verbod van Gods Woord aan een zuster als ouderling stem is gegeven in de Synode op grond der beide genoemde overwegingen, Men spiegele zich aan zulk een uiterste en zij op zijn hoede voor redeneeringen, die tot zoo onbijbelsche dwaasheden leiden kun nen. Gebed noodig. De laatste dagen dezer maand brengen weer een zeer gewichtige gebeurtenis met zich, van groot belang voor geheel Neder land De a. s. Generale Synode te Dordrecht. Zeer gewichtige zaken moeten daar aan de orde komen De Zending onder Mahomme- danen en Heidenen, de opleiding van Be dienaren des Woords, de Gereformeerde zieken verpleging, de Huishoudelijke Bepalingen, en vele andere. Hierbij Rapporten en Protesten en zeer vele uiteenloopende gevoelens over verschil lende punten. Zeer veel hangt voor de toe komst onzer Kerken van deze Synode af. Bovendien is voor velen de voorbereiding dezer Synode in sommige punten niet vrij van ernstige bedenking. Reden te over alzoo, om deze komende Synode veel met gebed voor te bereiden en ook wanneer zij zal bijeen zijn met gebed te dragen opdat zij ons land en onzen Kerken en bovenal der eere des Heeren niet schade lijk, maar tot voordeel wezen moge Een merkwaardig pleidooi Onder den titelChristus het licht der wereld" besprak onze geachte Broeder J. J. A. Ploos van Arastel van Reitsum onlangs de vragen van Universitair Onderwijs en eigen opleiding der Kerken. Wij wenschen dit pleidooi door velen ernstig overwogen te zien. Het komt ons voor, een slap in een goede richting te zijn. De Kerken heb ben steeds meer op elk gebied haar invloed ten goede te oefenen. En elk woord, dat

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2