Verantwoording va» Liefdegaven. Door gecommitteerden inzake de Zending in dank ontvangen t',30 voor de Zending. A. KRIJGER. Viissingen B. In dank ontvangen voor het school fonds t 2,50. C. D. van Noppen, Penningme°ster. Ontvangen voor de weezen van A. M. f4 00. Namens den Kerkeraad, A. Huson, Loco-Scriba. Nog met hartelijken dank ontvangen voor Br. Klijnsma. Van broeders diakenen der kerk C te Middelburg, gevonden in de collecte twee giften ieder van f 1,00. Ds. J. Hulsehos. #En de vrede uwer kinderen zal groot zijn." Jesaia LIV 13. De goddeloozen, zegt mijn God, hebben geenen vrede. Door den zondeval hebben wij den vrede verloren. Ook het woord des Heeren tot Kaïn getuigt van den on vrede door de zondeGij zult zwervende en dolende zijn op aarde. En daar staat nu tegen over, dat de Heere aan zijn volk schenkt het verbond zijns vredes, en dat, om de be loften dezes verbonds te volvoeren, Gods Zoon wordt geopenbaard in het vleesoh en verschijnt als de van ouds beloofde Vredevorst. Als Hij is opgestaan van de dooden en zijne jongeren ontmoet, is het bij herhaling Vrede zij uliedeu Ja, de vredegroet zweeft steeds op Zijne lippen Al het heil van de kinderen Gods wordt in dat eene woord vrede' te zamen gevat. Uw vrede worde vermenig vuldigd, zoo klink de groet eens apostels aan de geloovigen. Een Simeon kon gerustelijk sterven, nu zijn sterven een heengaan in vrede mocht zijn door het aanschouwen der zaligheid Gods in Christus Jezus. Die uwe wet beminnenhebben grooten vrede en zij heb ben geenen aanstootzoo juicht de psalmist in ps. 119 over het zalig voorrecht van Gods volk. En wanneer aan de geloovigen de genade van God Driëenig wordt toegebeden, zoo is daarbij als voornaamste en eerste vrucht dier genade vrede genoemd. De onvrede ligt met zijne fijne wortelen diep in ons gansche bestaan. Dooi den af val van God is er eene klove, een ontzettende tweespalt ontstaan. Wij zijn van God gescheiden. Daarom wordt het leven niet gekend, daarom ligt over alles de dood uitgespreid. Tweespalt en verdeeldheid in alles. En het is Gods lang- moedigheid, dat die schrikkelijke onvrede nog niet alles heeft verwoest. De diepste diepte der ellende, door de zonde teweeggebracht, zal eerst in de toe komende eeuw in al haar kracht zich open baren. Wel is de Satan werkzaam om dien onvrede met eenen schoonen schijn te be dekken. Hij werkt in de kinderen der on gehoorzaamheid en verblindt hunne oogen, zoodat zij uitroepen Vredevrede en geen gevaar Maar daarom heet hij ook de leuge naar en de vader der leugenen. Gedurig al weeraan blijkt het dan ook, dat zij bedrogen uitkomen. Doch indien Souvereine genade niet tusschenbeiden komt, dan blijft de be drogen mensch vrede najagen in den dienst der wereld of in een eigengemaakten gods dienst, maar zonder dien ooit te vinden. De mensch van nature toch heeft onvrede met God. Hij heeft God en Zijn Woord verlaten. Hij is een vijand Gods. Hij heeft onvrede met Gods heilige wet. Hij onder werpt zich der wet Gods niet. Hij heeft on vrede met Gods beschikkingen en bedeelingen. Hij heeft onvrede met zijne naaste, met zich zei ven, met de toekomst. Wat wonder, dat bij de ware ontdekking door den H. Geest de onvrede met al zijne verschrikkingen wordt gevoelden daarbij de overtuiging heerscht Het is door uwe schuld En nu gaat de ware vrede van den Heere uitGod de Vader heet: de God des vredes voor zijne kinderen, de Zoon komt als de Vredevorst, de vrucht des Geestes is vrede. Het Evan gelie is het Woord der verzoening, het Woord des vredes. De vrede is verworven door het Middel aars werk des Heeren Christi. Want hel is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zoude. En dat [lij door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed zijns kruisesdoor Hem zeg ikalle dingen verzoenen zoude lot zich zeivenhetzij de dingen die op de aardehetzij de dingen die in de hemelen zijn. Col. I 19, '20. En nu wordt de onvrede bij het kind Gods weggenomen, als hij door een levend geloof Christus wordt ingeplant, en hij zal nu den vrede bij aanvang en toeneming en eenmaal in alle volkomenheid smaken. Wij dangerechtvaardigd zijndein het geloofheb ben vrede bij Goddoor onzen Heere Jezus Christus. Rom. V 1. Christus is hem dan geschonken. In Chris tus heeft hij aan Gods recht voldaan. Want Hij is onze vrede Efeze II 14a. De vrede uwer kinderen zal groot zijn. Zoo wordt door den Heere aan zijne kerk be loofd in Jesaia LIV. De kerk heeft onder scheidene tijdperken. In het tijdperk, waarop deze belofte ziet, zoude het rijk er heerlijk uitkomen, en blij ken hoe groot de vrede is van Gods verloste volk. Maar, wy mogen dien vrede ten allen tijde als eenen grooten, goddelijken, alles omvattenden vrede voorstellen. Het is een vrede met God door onzen Heere Jezus Chris tus en daaruit vloeit nu alle zalige vrede en blijdschap tot in eeuwigheid voort. De wereld- ling jaagt maar zijn ideaal en wordt telkens te leurgesteld. Het menschdom, zeide eens een prediker, is eene kudde voortgedreven door twee herdersde tijd en de dood. Zalig wie daar staan onder den goeden Herder Jezus ChristusOok zij hebben hun taak hier op aarde te volvoeren, hebben te staan naar ontwikkeling, naar vooruitgang. Maar op ieder rustpunt van den levensweg, in iederen staat of conditie nebben zij den zaligen vrede. Zij zijn in Christus volmaakt, ook al hebben zij te strijden en den ouden mensch te dooden. En dit alles is voorbijgaande, maar de vrede blijft. Is die vrede uw deel Hulsebos. Eenige aanhalingen Van het in menig opzicht zeer voortreffe lijk Leesboek over de Gereformeerde Geloofs leer door H. E. Gravemeijer, Emer. Pred, te Kampen, verscheen in 1838 een aflevering, die zonderling ongunstig bij de achttien vo rige afstak. Het stuk der »Kerk" moest be handeld wordenen dit was uitteraard in 1S88 ondoenlijk voor een Bedienaar des Woords, die Gereformeerd wilde wezen, en toch niet wilde breken met het Synodaal" Genootschap. Natuurlijk moest dus dit Genootschap ver goelijkt en moesten separatie en doleantie (niet wederlegd dit was onuitvoerbaar, maar ten minste) wedersproken worden. Anderzijds echter dreef de eerlijkheid den schrijver tot eigenaardige aanhalingen en bekentenissen. Het kan zijn nut hebben, met het oog hier op uit 15 van deze aflevering eens eenige aanhalingen te doen. Op bladzijde 81 zegt hij het volgende Een waarlijk niet separatistisch Hooglee raar in de Nederl. Herv. Kerk, Dr. J. I. Doe- des verklaartDit moet zeker toegestemd worden, dat, indien eene kerk de reine pre dikatie des Evangeliums weigert te bescher men, en de Kerkelijke tucht niet gebruikt wil zien om de zonden te straffen, waar al- zoo de volstrekt noodzakelijke voorwaarden, om zich aan te stellen naar het zuiver Woord Gods, ontbreken en onmogelijk gemaakt wor den, de Christenen het daar zeker onuitstaan baar moeten noemen, en het uur dan gesla gen moeten achten, om zich van haar af te scheiden. Ook de hoogleeraar van Oosterzee bekent Eene bloot reglementaire Kerk, die de meest onvereenigbare bestanddeelen op den duur in zich vereenigt en duldt, mits allen zich slechts onderwerpen aan zekere administra tieve bepalingen, verdient niet eenmaal den naam van een welgeordend Genootschap, veel minder dien van een Kerkgenootschap te dragen. Langs dezen weg wordt dè ge meente des N. V. niet vooruit, maar terug gevoerd tot het standpunt der Wet, en ter wijl zelfs de verguizing van het Evangelie in naam der vrijheid wordt toegelaten, een Talmud van menschelijke voorschriften haar op de moede schouders gelegd, die ten slotte ondragelijk wordt." Tot zoover deze aanhaling van onze beide leermeesters. Schijnt het niet in 1893 geschre ven in plaats van in 1880 Kan het door separatie of doleantie krasser gezegd worden dan hier in 1888 door dezen tegenstander van beiden Is niet elk dezer hier te recht onuitstaanbaar en ondragelijk geachte verkeerdheden sints 1880 bestendigd, ver ergerd, en heerschende geworden Men hoore het beweerde op blz. 83 slechts Natuurlijk is het met een vruchtelooze po ging tot vergoelijking vermengd. Hierdoor blijkt echter slechts te meer het onloochenbaar bestaau van het genoemde kwaad. De aanhalingen, die wij hier doen, zijn deze >5. In de bestaande Hervormde Kerk wordt, het is niet te ontkennen, a de eene sleutel, de leersleuteljammerlijk misbruikt er worden dwalingen, bepaald onschriftuur lijke stellingen, zelfs openbaar en van de leerstoelen verkondigd. b. Bij misbruik van den leersleutel komt gevolglijk onbruik van den anderen sleutel, den tuchtsleutel. De tucht mag niet worden verwaarloosd schoon zij het wezen der Kerk niet uitmaakt, zij is tot haar welwezen op aarde noodzakelijk. Zóó was het vóór 1890. Na 1890 predikt de socialist Domela Nieuwenhuis in een Hervormd Kerkgebouwen beroemt zich de Hervormde predikant Bax, dat hij ongestraft het socialisme kan prediken." Is het er beter op geworden Onze derde aanhaling geldt blz. 84, en wel het volgende Bijzonder bezwaar heeft het Gereformeerde geweten bij het Kerkbestuur sedert 1816. Want het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van Koning Willem I, dat het bestuur der geheeie Nederlandsche Her vormde Kerk beschreven zoude worden. Deze eerste beschrijving, na de vestiging van het Koningrijk der Nederlanden geschiedde, toen de Koning (naar de traditioneele macht der Overheid) over de Kerk als een stadhouder was (intusschen zelf ook lid der Kerk.) Door eene Commissie van Konings-wege werd opgemaakt en door den Koning zonder meer aan de Kerk opgelegd eene organisatie der Nederlandsche Hervormde Kerk instelling der Algemeene Synode, met den aankleve van dien. Eene regeling echter, alleen voor het Bestuur, terwijl naar Koninklijk voorschrift de leer der Hervormde Kerk niet moest worden aangeraakt, maar gehandhaafd." Tot zoover onze aanhalingen. Sints is de vorm verbeterd maar de zaak zelve voortdurend verslechterd. En de leer is inderdaad nog steeds niet aangeraakt maar in haar dood kist gelaten in eerbiedige ruste. Op haar grafmonument echter wordt het omgekeerde aan duizend of meer plaatsen eiken Zondag gepredikt. Laten wij dan onze gebonden Broederen en Zusteren in dit Kerk verstikkend Genoot schap niet met ruste latenmaar door liefde tot den Heere en tot hen gedreven hun tel kens weder toeroepen, dat zij haastelijk op waken moeten eer het ten eenenmale te laat zou zijn 1 Verblijd u te allen tijd". Ook tegen deze lastering der waerelc1 heb ben de Gereformeerde Kerken zich te ver dedigen, dat bij haar droefgeestig gemijmer en weemoedig gepeins voortdurend vernachten zouden; en daarentegen frissche vreugde en dankbare blijdschap alleen bij den helderen zonneschijn der waereld tiering zouden toeven. Het is waarom rMormatie zoo algemeen

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2