Uit Kerk en School.
oordeelen wordt omvat. En zoo is er op ieder
gebied van wetenschap en kennis een diep
gaand onderscheid tusschen Gods volk en de
wereld. Door het geloof verstaan wij. Het
geloof is het orgaan, om den grond en het
verband der dingen ook in de stoffelijke
schepping te kennen. Er is eene wetenschap,
die hiermede niet rekent. Wij kunnen haar
gerustelijk de ongeloovige wetenschap noe
men. Door de natuurlijke gaven, die Gods
goedheid den mensch ook na den val heelt
gelaten, kan die wetenschap het een heel
eind brengen. Maar zij mist ten eenenmale
het oog, om den waren grond en het ware
verband der dingen op te merken. Daarom
zijn hare vruchten niet tot eere Gods, maar
tot verheffing van den mensch en dus niet
tot waren zegen, maar goddeloos, ten ver-
derve
Door het geloof verstaan wij of weten wij.
Hoe weinig wordt dit nog ingezienNog
zoo lichtelijk laat men zich door de wereld
diets maken, dat het geloof alleen op het
gebied van den godsdienst in engeren zin te
pas komt, maar waardeloos en onwerkzaam
is, als men een ander gebied des levens be
treedt.
Hoe duidelijk wordt het hier anders ge
leerd. Het geloof is het nieuwe levensbegin
sel, waarin alles moet gekend en gedaan
worden t--r eere Gods. Hoe kan dan toch
nog eenig onderwijslager, middelbaar of
hoogergoed genoemd worden, dat niet ge
bouwd is op den grondslag des geloofs
D»or het, geloof verstaan loijdat de xoereld
door het. Woord Gods is toebereidalzoo dat
de dingendie men zietniet geworden zijn uit
dingen, die gezien worden. Door het geloof
schenkt de Heere aan Zijne kinderen de ware
kennis aangaande het ontstaan aller dingen.
Geen wijsgeer heeft door de natuurlijke rede
ooit deze waarheid kunnen vinden. De na
tuurlijke rede mist deze kennis. Het geloof
ziet het verband tusschen de schepping en
den Al machtigen, Vrij machtigen Schepper.
Het is alles van Hem onderscheiden, maar
heeft den grond van zijn bestaan in Z nen
wil, in Zijne Almacht, liet moet ook al die
nen tot verheerlijking van Hem.
De wereld is door het Woord Gods toebe
reid, d i. door Gods Machtwoord. Hebr. 13
leert ons nader, hoe God alle dingen ge
schapen heeft door den Zoon, welken Hij als
eenen erfgenaam van alles heeft gesteld,
terwijl ons in Ps. XXXI li 6 de verborgen
heid der Schepping in alle volheid wordt
ontplooid, als het heet: Door het Woord des
Heer en zijn de hemelen geschapen en door den
Geest Zijns monds al hun heir.
Ziet hier dan nu den grondslag voor het
gebouw der geloovige natuurwetenschap
maar ook voor ieder eenvoudig en ongeleerd
kind Gods is hier een bron van vermaning
en vertroosting. Alles kwam uit Gods hand.
Wat er bedorven is, is door de zonde des
menschen bedorven. Heel de wereld, ja, 't
gansch heelal is Zijn gebied, 't Is Zijn werk,
dat Hem verheerlijken zal.
En die almachtige Schepper is ook de al
machtige licgeerder, die alles bestuurt naar
-den raad Zijns willens.
In al wat geschiedt, in de geschiedenis
der volken, mag het geloof Gods hand opmer
ken. Gods volk heeft door het geloof een vast
richtsnoer. H -t geloof volgt de regelen van
Gods Woord onder alle omstandigheden. Het
gaat niet met kansberekening om, maar leeft
bij het Woord en laat de uitkomst aan Hem,
Die alle ding bestuurt.
God is een G >d der wetenschappen. Hij
geeft Zijn volk van Zijnen Geest. De Zone
Gods is de middelaar. Hij heeft door Zijn
offer alles voor hen verworven. Hij heeft ons
het verstand gegeven, dat wij den Onzienlijke
zouden kennen.
Vraag nu uzelven eens af, lezer! of gij
moogt getuigen, door het geloof te leven.
Kent gij nog niet anders dan het natuurlijk
leven, moogt gij dan uwe armoede, uwe ver
vreemding, uw gemis aan Godsgemeenschap
met diepe smart ieeren kennen. Ook de schep
ping is den ongeloovige vreemd, ja vijandig.
Tot den vrede, tot de zaligheid, tot het
kindschap in Gods hemel, in Gods schepping
komt gij alleen door den weg van waarach
tige bekeering en geloof in Christus, Sta
daarna ootmoedig.
En leer het nu ook in ootmoed te beleven,
kind Gods dat alles uwe is en gij Christi
en Christus Godes. Gij hebt de zalving des
Heiligen en weet alle dingen. Sta de ware
geloovige wetenschap op ieder gebied voor,
en geniet in uw eenvoud er de vruchten van
tot eere Gods. Hulskbos.
Zieken verpleging Gereformeerd.
Onderstaand stukje nemen wij over uit het
nummer voor 18 Juni van »De Heraut."
Men kan er uit zien, hoe noodig het is, dat
de Kerken zich de Geroformeerde zieken
verpleging aantrekken. Door de Provinciale
Synode van Noord-Brabant en Limburg
is besloten, deze zaak op het agendum der
a. s. Generale Synode te brengen. Zijn wij
wèl ingelicht, dan komt zij daar óók van
andere zijden.
Hoe onmogelijk het den Gereformeerden
gemaakt wordt, anders dan streng kerkelijk
te handelen blijkt uit dit stukje, Eu dat deze
zaak om hare ge stelijke zijde roeping der
kerken is (terwijl zij om hare barmhartigheids
zijde diaconale roeping te achten is,) be
hoeft wel geen betoog.
Hoe zegent God onze kerken met ze zoo
te dry ven in den goeden weg!
Het stukje lnidt »Diaconesse uitgestooten
Men meldt ons
In een gezin, behoorende bij de Gerefor
meerde kerk, had men bij eeu kranke een
ziekenverpleegster, Mej. S. uit Haarlem. Deze
ging des Zondags bij de Gereformeerden ter
kerk. Door een der Herv. predikanten alhier
werd zij daarover ernstig onderhouden, waut.
Mej. Haag, Directrice der Haarlemsche Zieken
verpleging, beviel dit heel niet. Twee dagen
later staat plotseling een andere diacones uit
Haarlem bij Mej. S., met een briefje van Mej.
Haag, 't welk inhield, dat zij nog dienzelfden
middag in Haarlem moest verschijnen en de
gezondene haar plaats zou innemen. Daar ge
komen, werd zij door het Bestuur, bij monde
van Ds. Svvaan, geïnterpelleerd en haar de
keuze gegeven, óf geregeld naar de Herv. Kerk
gaan en niet meer bij de Gereformeerden, óf
de inrichting verlaten. Het was een schande
voor de Haarlemsche inrichting, dat op Zeist
een diacones liep, die by de Gereformeerden
ter kerk ging. Mej. S. zeide, dat zij zich ver-
eenigd gevojide met de waarheid, bij de Ge
reformeerden verkondigd, en zoo haar verboden
werd daar op te gaan en gedwongen om t jgen
haar zin en overtuiging bij de Herv. gemeente
op te gaan, dat zij dan, nu zij voor de keuze
was gesteld om dan de inrichting te moeten
verlaten, dit dan doen zou, 't welk toen ook
geschiedde.
Men zou haast vragen of dit mogelijk is in
een land, dat door de Gereformeerde waarheid
groot en zelfstandig werd, dat men er nu nog
steeds om wordt vervolgd door dezulken, die
werken der barmhartigheid oefenen. Barm
hartig, maar niet tegenover de waarheid Gods.
Die zoo handelen zijn nu o, zoo lieve men
schen, met een lach van beminnelijkheid op
het gelaatin merg en been ethisch irenisch.
Doch, wee u, als ze a n u merken, dat er
Gereformeerde haren aan u zitten.
Dan komen er uit het lieve fluweelen dons
opeens kleine katte klauwtjes te voorschijn
En opeens wordt de lieve mensch" o, zoo
bitter en zoo scherp.
Toch hebben wij, Gereformeerden, ook dit
met blijdschap te dragen.
Zulk een tegenstand toont, dat er een kracht
van u uitgaat, die men ducht, en reeds voor
de enkele aanraking met die Calvinistische
kracht deinst nien terug.
Ongetwijfeld zal ook deze zuster een ande
ren, en eenen haar meer sympathetischen
werkkring vinden.
De ziekenverpleging is nu eenmaal aan de
orde gesteld, en ook onder ons zal ze een
periode van bloei kennen.
En juist daarom is het misschien zoo goed,
dat eenige ervaren zusters tot ons overkomen.
Op deze wijs komen we het snelst vooruit.
„Schrijver dezes vei zoekt aan de andere
Kerkbodeu, uun de lloop, He Bazuin, De
Roeper, en De Heraut, hei stukje „Gerefor
meerde Ziekeuverple lug" ia .Mr. Ill van
dit blad, en verder dit eu cveut"eele
stukjes over dit onderwerp te willen
overnemen."
Het eenige radicale middel.
Eerst onlangs kwam ons in handen het
referaat door den Heer H. J. Hoogeboom 9
Februari te Leeuwarden gehouden over »de
Sociale nooden iu Friesland." Het volgende
ontleenen wij hieraan, als voor Noord en
Zuid beiden gepast
»En vergeten we voorts niet, dat de Soci
ale nooden uit Sociale zouden geboren zijn.
Wat daaromtrent op het Sociaal congres
is uiteengezet en ter verbetering aanbevolen
zal ik hier niet herhalen.
Alleen wensch ik de aandacht te vestigen
op een der monsterzonden, u.l. misbruik van
sterken drank.
De uitgebreidheid en diepte van deze Soci
ale zonden kan wel eenigzius in cijfers worden,
uitgedrnkt, door te wijzen op de 24 millioen,
die het gedistille rd voor de schatkist op
brengt maar het leed van duizenden door
den drank veroorzaakt, is zelfs bij benadering
niet uit te spreken.
Want behalve de kommer en ellende, de
misdaad, de verzwakking van het lichaam
daardoor teweeggebracht, wordt ook het gods
dienstig gevoel van ons volk gedood en het
geschikt gemaakt voor een verloren leven
zonder God zonder Christus in de wereld.
Moge er daarom een algemeene strijd
worden aangebonden tot wegneming van het
kwaad, dat zooveel onheil berokkent en de
vereenigingen die in dezen werkzaam zijn,
krachtig worden gesteund, op lat het eenige
.radicale middel„de aloahol verbannen naar d»
apotheek,"zij het spoedig, kunne worden
aangewend.
De volksgeest moet hiervoor door krachtig
particulier initiatief tot rijpheid worden ge
bracht. opdat daarna de taak van den Wet
gever kan aanvangen tot algeheele stuiting
van het kwaad.
Tot zoover het referaat. Laat onze kerken
de eere, dit eenige radicale middel voor te
bereiden, toch niet aan particulieren over
laten. 'tls de roeping der kerken. Ferinoa.
Een zwak standpunt.
Op de Provinciale Synode, 14 Juni te Goes
gehouden, is met eenparige, stemmen een voor
stel aangenomen, in zake de concept-regeling
der opleiding van Dienaren des Woords,
strekkende om deze regeling als strijdig met
de bedingen der Vereeniqing ter zijde te. stellen.
Kras en weinig vleiend voor de deputaten.
Tegenover dit oordeel der Zeeuwsche Pro
vinciale Synode, komt het ons gewenscht voor
eens over te nemen, wat Ds. Gispen in het
laatste nummer van de „Bazuin" schrijft.
Ds Gispen schrijft aldus
„Wij zijn er dan ook niet af, met de bewering:
de concept-regeling voor de opleiding van Die
naren des Woords is in strijd met de bedin
gen en dus nemen wij haar niet in behan
deling. Zwakker standpunt is wel niet denk
baar. Naar het ray voorkomt, wordt op dit
standpunt eenvoudig vooraf als bewezen aan
genomen, wat nog bewezen moet worden, en
wat eerst mag worden uitgesproken na ern
stig ouderzoek, een onderzoek waartoe alle
kerkeraden en de meerdere vergaderingen ge
roepen en verplicht zijn.
Het gaat toch waarlijk niet aan te onder
stellen, dat een vijftal bekwame en getrouwe
mannen, een stuk in de wereld zouden zen
den, dat zoo brutaal in strijd is niet een