Prediking in nog niet ontkomen kerken.
Aardeilburg, Chr. Bewaarschool.
Voorm. 9l/a en av. 6 uur, Lezing eener Leerrede.
Geertruidenberg.
Voorin. 9 i en avond 5 uur, dhr. II. Dekker.
orOciëele Berichten.
Serooshorlio IJ. Door den Kerkeraaad is
alhier voor de 2e maal tot Herder en Leeraar beroe
pen Ds. D. C. P. Sluijter te Vianen.
Verantwoording van liefdegaven.
In de Collecte van 11 Mei dcor den boekh. K. Kas
in dank ontvangen. Voor het te Kort f0,50, van N.
N. f2,50, voor de plaats. 14 Mei van A. J. C. 2,50,
voor de plaats. P. P. 2,50, idem M. M. 2,50, idem
2,50, idem 1,50, idem 2,00, idem van Vrouw L. 1,00
idem 0,25, voor het te Kort. Voor het Orgel. A. J.
C. 2.00. idem 1,00, bezorgt bij Br. Crucq van J. voor
hare plaats 2,00.
I. de Wolct.
Vlissinjren 15. De collecte voor de Weezen
heeft opgebracht f 21,26. Voorts ontvangen Eene
belofte aan den Heere, groot f10,verdeeld als
volgt: weezen t 2,50, diaconie f3,50, kerk. kas f 3,50,
schoolfonds der diaconie f 0,50.
Voor «Diakonaal Hulpbetoon' is ontvangen 1 2,50,
f 0,50 en f 0,25.
Namens den Kerkeraad
P. G. Lakrnoès Jr. Scriba.
Totdat gij zult aangedaan zijn met kracht uit
de hoogte. Lu kas XXIV 49c.
(De Kracht uit de Hoogte.)
Zoo kondigt de Heere den Heiligen Geest
aan, en zijne inwoning in de Kerk. Hoewel
alle genadewerk Gods voor zijne Kerk van
eeuwigheid is bereid, zoo heeft het den Heere
behaagd, dit genadewerk in der tijd te open
baren en op verschillende tijdpunten steeds
meer daarvan te schenken.
Gelijk de profeeten met innig verlangen
staren op den tijd, waarin Gods Zoon in
menschelijk vleesch zoude verschijnen, zoo
ziet de Koning der kerk uit naar het tijd
stip, waarop de Heilige Geest zoude worden
uitgestort. Doch ik zeq u de waarheidhet is
u nutdat ik loeggawant indien ik niet weg
ger, zoo zal de Trooster tot u niet komen
maar indien ik heengazoo zal ik Hem tot u
zenden. Joh. XVI 7. En nu wederom moet
het oog van Gods volk gericht zijn op de
wederkomst des Heeren :ja kom Heere Jezus
Openb. XXII 20. Op den van eeuwigheid
bepaalden tijd geschiedt de uitstorting des
Heiligen Geestes, de inwoning des H. Geestes
met zijne rijke genadewerkingen en gaven in
de kerk, in de gemeente des Heeren. Dit is
het Pinksterfeest. Dit in al zijn beteekenis
te gedenken is Pinksterfeest vieren. En ge
lijk er nu een bizondere drang en behoefte
door den Heere in de harten zijns volks werd
gewerkt naar de Vertroosting Israelsin die
dagen, toen het tijdstip daar was, waarop
onze Messias zou verschijnen, zoo vinden wij
ook nu eene zuchtende en biddende discipel-
schaar, verwachtende, naar het woord van
den ten hemel gevaren Heiland, de vervulling
van des Vaders beloften.
Heerljjke bevelen heeft, kort voor zijne op
neming in den hemel, de Heere Christus aan
zijne jongeren, aan zijne Kerk gegeven. In
Zijnen Naam moet worden gepredikt bekeering
en vergeving der zonden onder alle volkenbe
ginnende vau Jeruzalem. En gij zijt getuigen
van deze dingen. Maar zullen deze bevelen
kunnen worden ten uitvoer gelegd, dan zal
de belofte des Vaders, de zending des H.
Geestes, moeten geschieden. Zonder God, den
Heiligen Geest, zijn zij onbekwaam tot deze
roeping. Zij kunnen en vermogen niets in
gemeenschap met den Heere en op Zijn be
vel tot uitbreiding van zijn rijk te doen, dan
door den Heiligen Geest. Dit zegt dan ook
de volmaakte Hoogepriester, profeet en koning
hun toe, als het heetEn zietik zende de
belofte mijns Vaders op umaar blijft gij in
de stad Jeruzalem,totdat gij zult aangedaan
zijn met kracht uit de hoogte. Kracht uit de
hoogte Dit is de Heilige Geest, die bekwaam
maakt tot het ambt, waartoe Christus in
naam des Vaders roept, bekwaam tot iedere
taak en roeping in het koninkrijk Gods. Heer
lijke talenten en gaven deelt Hij naar de
belofte Gods en gezonden door Jezus Christus
uit. Nadat de apostel, 1 Cor, XII, daarvan
eene opsomming heeft gegeven, getuigt hij
Doch deze dingen allen werkt de een en de-
zeljde Geestdeelende aan een iegenlijk in het
bizondergelijkerwijs Hij wil. En nu gaat de
Heilige Geest hiermede voort. Wij lezen uit
de Schrift, hoe ieder, die door den Heere
werd bekeerd en Christus ingeplant, ook den
Heiligen Geest ontving. Bekeert u en een
iegenlijk van u worde gedoopt in den naam
van Jezus Christus tot vergeving der zonde
en gij zult de gave des Heiligen Geestes ont
vangen,zoo spreekt Petrus tot de verslagenen
van harte op den Pinksterdag, De profetie
van Joël gaat nu in vervullingIk zal uit
storten van mijnen Geest op alle vleesch. De
H. Geest woont in. in Gods kerk, om een
iegelijk lidmaat van Christus bekwaamheid en
gaven te schenken tot zijne roeping en zyne
plaats in 't koninkrijk Gods. Wel komen er
duistere tijden over de kerk, wanneer van
wege ontrouw, zonden, wereldsgezindheid,
dorheid en geesteloosheid over haar heerschen,
en de Heilige Geest bedroefd, zijne teedere
en heerlijke werk^hg en inhouding, Maar toch
al schuilt het dan ook veel in het verborgene,
scheidt Gods Geest niet van Gods kerk.
'sHeeren woord is onwankelbaarHij zal bij
u blijven in der eeuwigheidEn dit bewijzen
dan weder de tijden van opwekking en op
leving de moed en de overgegevenheid
der martelaren. Het zij verre van ons,
dat wij de teekenen van Gods trouw en ont
ferming over onze kerken in de laatste jaren
zouden voorbijzien. Toch zeggen wij ter
onzer verootmoediging, dat de toestanden
in menig opzicht treurig zijn en zoo weinig
de ware vruchten des Heiligen Geestes worden
aanschouwd. Er is zooveeleigen werk, eigen
lof, eigen geest, zooveel vuur, dat niet i
ontstoken door den Heiligen GeestDaar
ontbreekt ook zoo dat verbeidendat blijven
in de stad Jeruzalem, totdat gij zult aange
daan zijn met kracht uit de hoogte. Het is
vaak alsof de Heilige Geest er niet noodig
is. En juist zal en algeheel besef en belijdenis
van onbekwaamheid met bidden en smeeken
zyne genadewerking en kracht moeten worden
verbeid, en dat met den innigen drang de
roeping ligt daar, maar zonder den Geest
kan zij niet volvoerd worden.
O mocht daar, in een diep besef van inge
zonkenheid en krachteloosheid, een gebed op
gaan voor degenen, die de ambten bedienen,
voor ouden en jongen, dienstbaren en vrijen,
dat zij vervuld mogen worden met den Heiligen
Geest. Dat de Geest heersche in onze kerke
lijke vergaderingen, dan komt de ware eenheid
dat Hij heersche in onze samenkomsten, om
het Woord te hooren, dat Hij heersche in
onze scholen, hoogerelagere.
Pinksteren De duivel werkt dan meer dan
anders, de booze geest Bidt, dat de Heere
in u en om u een Banier tegen hem opwerpe,
en er vele bekeeringeu geschieden. Machteloos,
onbekwaam in zich zelve, verwachten de
discipelen de uitstorting des Geestes.
Dit zij ook uwe gestalte, gemeente des
Heerenals gy eendrachtelijk samen zijt,
wanneer weder de Pinksterdag is gekomen.
Hulsebos.
Nog eenmaal hel over de Zending in Am
sterdam bepaalde
De opheldering van Deputaten tot de Zen
ding heeft nog niet allen voldaan. Enkele
geachte Broeders toch meenen, dat niets dan
de 10 Hoofdstukken der vereenigings-bepa-
lingen in onze Kerken van kracht is. Een
verkeerde meening ontegenzeggelijk. Uiter
aard komen juist de Handelingen der beide
in 1892 vóór 17 Juni te Amsterdam gehou
den Synoden, ten zeerste in aanmerking tot
nadere toelichting en verklaring dezer bepa
lingen. Zonder dit zou dan ook Hoofdstuk
IX even verkeerd en roekeloos moeten heeten
als het nu voldoende te achten is.
Onwillekeurig toonen deze Broeders zei
ven, dit te gevoelen. Zij stellen het name
lijk telkens voor, alsof in de vereenigings-
bepalingen aan Deputaten zou opgelegd zijn
»de zaken loopende te houden". Maar dit is
ten eenenmale onjuist.
Hoofdstuk IX bevat vijf Artikelen. Art. 1
spreekt uit dat Midden Java als arbeidsveld
der gezamenlijke Kerken is aan te merken.
Art. 2 spreekt over het getal Deputaten. Art.
3 zegt dat alle collecten in hun kas komen.
Art. 4 zegt, hoeveel hieruit aan de Ned.
Geref. Zend. Vereen, moet uitgekeerd. Art.
5 bespreekt de onderhandelingen met deze
vereeniging.
Meer niets.
Een van beiden moet nu het geval zijn
Of er is niets anders dan hoofdstuk IX öf de
bepalingen van 7 tot 16 Juni 1892 moeten
mede in aanmerking genomen. Is dit laatste
het geval, dan konden en mochten Deputaten
niet anders doen dan zy gehandeld hebben.
Niet om hun opvatting" van de bedoeling"
van hun mandaatmaar om de dan zeer
duidelijke en bindende omschrijving er van.
Is er echter met niets anders te rekenen
dan met Artt. 1 5 van Hoofdstuk IX, dan
zou daarmede zijn uitgesproken, dat voor al
den arbeid te Batavia te Soerabaija en te
Boemba niet te zorgen ware, en voor Br.
Hekkcrt geenerlei zorg moest gedragen wor
den. Is nu dit blijkbaar ongerijmd, dan blijft
alleen de volledige erkenning van het goed
recht der Deputaten over.
Voorzichtig
De Hoofdredacteur van »De Roeper" is
over onze waarschuwing tot voorzichtigheid
niet voldaan. Nu, wij gunnen hem van harte
het recht zijn gevoelen uit te spreken en
voor te staan, dat wij ook andereu en ook
onszelven gunnen. Het recht om een voor
waarde van vereeniging verkeerd op te vatten,
heeft echter noch hij noch iemand anders.
Daarom hebben wij onlangs spoedshalve
bij tijdsgebrek uit het aan hem geschrevene
de verbetering en aanvulling van zijne
beschouwing over deze voorwaarden aan onze
lezers aangeboden. Polemiek voeren met hem
in deze lag noch ligt echter in onze bedoe
ling. Wij hebben slechts herinnerd en ge
tuigd. Verder oordeele ieder voor zichzelven.
Ook hebben wij geenerlei dreiging geuit.
Maar slechts tegen eenzijdigheid gewaarschuwd,
die tot scheuringen zou kunnen voeren, in
antwoord op het door anderen over scheu
ring gesprokene.
Toch zullen wij nog even waarschuwen.
Onze Broeder deelt concept-adressen me
de, adviseert tot niet-behandeling van Ker
kelijke stukken, spreekt steeds over misken
ning van zijn standpunt, aan herinnering aan
en wegwijzing voor het recht van
appel en protest noodig. Gevoelt hy niet,
dat dit de gedachtenwisselingen en de voor
lichting wel wat opgewonden maakt
Is zulk met vuur spelen veilig?
Wij vreezen de gevaren van opwinding.
Niet voor Kerkelijke vergaderingen. Daar
ontdoet men de argumenten van dezen op
windingsbolster en totst kalm hun waarde
op zichzelve. Maar intusschen wordt velen
niet ter vergadering aanwezige Broederen en
zusteren het hoofd warm. En dan ontstaan
soms verkeerdheden, die ook onze Broeder
zou betreuren.
Daarom gaan wy op dergelijke besprekin
gen niet in. Men zy toch voorzichtig
Classis Klundert en Kerkeraadsformatie.
Gelijk wy in ons vorig nummer gezegd
hebben, was het verslag van de Classis, 11
April j.l. te Klundert gehouden, niet geheel
juist ten aanzien der vraag van Classis-inmen
ging inzake Kerkeraadsformatie in nog niet
ontkomen Kerken. De kerkeraad te Breda is
eerst 12 April opgetredenkon dus niet
reden tot klagen geven, noch hebben. De
Consulent was, om den wensch der geloovi-
gen te Breda tegemoet ja zelfs vóór te
komen, op voorstel van schrijver dezes aan
Classis 's Hertogenbosch gevraagd. De vraag
was eene andere
Voorgesteld is, dat eer een groep ge-
loovigen zich een Consulent ziet aangewezen,
naar haar wensch, om met hem te overleg-