Uit Kerk en School.
ongewild kwetsend, Maar dan gaat het broeder-
harfc weer spreken en het kwetsende wordt
herroepen. Zoo heett ook onze Broeder Sikkel,
wiens harde woord over Deputaten tot de
Zending velen gegrield had, in No. 7 van
»De Zuid-Hollandsche Kerkbode," het vol
gende geschreven; Broeders deputaten zijn
by ons geacht en geliefd en om de zware-
taak, die ze geheel belangeloos alleen om
's Heeren wil en ten goede der Kerken en
der Zending verrichten, waardeeren wij
hen zeer.
Zou iets van wat wij schreven hunne
personen gekrenkt hebbendan betuigen
we daarover ons leedwezen, zoodanige be
doeling was verre van ons. En wat daarvan
den schijn zou hebben, nemen we gaarne
ten alle tijde terug.
In den broederlijken vorm wenschen wij
steeds geleid te worden, doch daarbij blijven
we een ronde openlijke bespreking waar het
beginselen en rechten der kerken geldt, mede
tot een der noodzakelijkste voorwaarden van
een gezond kerkelijk leven rekenen.
Vooral waar het den arbeid van Deputaten
betreft."
Zoo gulle beantwoording der gerezen be
denking eert onzes inziens hem, die haar gaf.
Zyn bespreking der bedoelde belangen stellen
wij er te meer om op prijs. En zijn be
zwaren ook al deelen wij ze niet, hebben
onzes inziens te meer aanspraak op ernstige
overweging, nu de schijn van geprikkeldheid
er van is weggenomen.
De lezers van de »Zuider Kerkbode" had
den recht, na de klacht te hebben vernomen,
nu ook in kennis te komen met de herstelling
er van.
Een gegronde aanmerking.
»De Roeper" maakt aanmerking op het in
»Het Kerkblad" van 28 April berichte in
zake behandeling van een gravamen over
kerkeraadsformatie te Breda ter Classe
Klundert,
Deze aanmerking schijnt ons alleszins ge
grond. Het Verslag is hier niet in allen deele
nauwkeurig. Zooals het er staat moeten wel
aanmerkingen als van „de Roeper" gemaakt
worden. Wij stellen ons voor op deze zaak
terug te komen zoodra dit maar even moge
lijk is.
Een zeer belangrijk Concept.
Zeer belangrijke zaken komen dezer dagen
in de kerkelijke vergaderingen in behandeling.
De voorbereiding der Particuliere Synoden en
van de Generale Synode. Verslagen van
Kerkelijken arbeid en Zendingsdagen. Rap
porten in zake huishoudelijke bepalingen
(61 folio bladzijden) en inzake opleiding der
Bedienaren des Woords (13 bladzijden folio.)
Op laatsgenoemd Rapport willen wij even
de aandacht vestigen. Verblijdend is onzes
inziens dat de BB. Bavinck, van Goor, Kuy-
per, Neijens en van Schelven eenstemmig
zulk een rapport kunnen aanbieden. En ver
blijdend dat een weg is gevonden om zoo
onpartijdige en eervolle oplossing der teedere
en moeilijke vraag te bieden en die zoo in
allen deele beantwoordt aan de voorwaarden
van vereeniging. De Kerken zullen zoo al de
voordeelen van Universitair onderwijs kunnen
vereenigen met het behouden eener eigene
Kerkelijke inrichting voor de opleiding harer
Leeraren. Kampen zal niet in Amsterdam
opgaan en evenmin Amsterdam in Kampen.
De gelijke rechten beiderzijds blijven on
gekrenkt. De oefening van opzicht en tucht
is deels gebleven, deels verscherpt. Er is
alle reden tot dank aan deze Deputaten. En
veel ongerustheid over de vraag »of de
Theologische School wel zou behouden blij
ven?" kan wijken, nu dit Rapport dit voort
bestaan op vaster voet en grooter schaal zoo
boven allen twijfel verheft.
Ferixoa.
Nog een belangrijk stuk.
Nog een belangrijk stuk werd aan de
Kerken toegezonden nl. de concepten van de
deputaten, aangewezen „tot het verzamelen
en ordenen van de gelijkluidende bepalingen,
door de beide groepen van kerken tot dus
ver gemaakt, en tot gelijkmaking van de
beiderzijds uiteenloopende bepalingen, voor
zoover daarvan spoedige regeling noodig is."
Aan de broeders deputaten (H. de Cock,
J. Hessels, J. H. Feringa.) komt de dank
der Kerken toe voor dezen hunnen arbeid.
Waarlijk het leveren van dit rapport, dat
in omvang aan een tamelijk dik boek gelijk
is en waarvoor de acta van allerlei Synode,
door Geref. Kerken na 1834 in ons vaderland
gehouden, doorzocht zijn, moet hun veel tijd
gekost hebben. Waarlijk dit werk van ver
gelijken, schiften, ordenenen en opmaken van
adviezen, moet hen op veel hoofdbrekens zijn
te staan gekomen.
Moge de arbeid dezer broeders nu maar
veel waardeering vinden bij de kerken, eene
waardeering hierin uitkomende, dat hun werk
door alle kerkeraden en door alle andere
vergaderingen goed gelezen, ingedacht en
besproken worde.
De kerken hebben dit rapport ernstig en
biddend te overwegen. Het geldt toch haar
eigen leven en van de bepalingen, die nu ge
maakt worden en van de richting waarin
daardoor nu gestuurd wordt, hangt voor de
toekomst zooveel voor de kerken af.
Het komt ons voor, dat met dit rapport
en de adviezen, daarin vervat, voor zich, de
Generale Synode, straks niet zoo heel moeie-
lijk zal komen, tot gelijkmaking van be
palingen, in welke de kerken vóór 1892
uiteenliepen.
Zegene de Heere daartoe den arbeid der
deputaten.
Wij ondersteunen hun wensch, dat het
oordeel der kerken, ingeval dit afwijkt van
het door hen voorgestelde, door hare Parti
culiere Synoden zoo spoedig mogelijk, met
de motieven waarop het berust ook aan hen
worde medegedeeldopdat der Generale Sy
node zoo weinig mogelijk tijd genomen
worde.
Wellicht komen wij op een en ander uit
dit rapport nog terug.
Een conceptje.
In de „Roeper" wil de hoofdredactenr,
blijkens een door hem aan de leden der Gerf.
kerken aangeboden conceptje, dat de Generale
Synode hare afkeuring uitspreke, over het
veelvuldig gebruikook door de meerdere ver
gaderingen blijkens liet Kerkblad van
namentermen en zegswijzendie slechts van
eene der beide groepen van de vereenigde ker
ken (de N. G., doleerende) afkomstig zijn en
bij hare methode van reformatie behooren.
Hij meent, dat daardoor inzonderheid kerken
der andere groep pijnlijk worden aangedaan
omdat daardoor de geschiedenishet werk en de
gewoonten van de Gerf. kerkendie God door
de scheiding en uitleiding van 1834 weder heeft
geopenbaard en geformeerd, gevaar loopen te
worden ter zyde geschoven en daarentegen de
woorden en gedachten der Doleantie de heer
schende zullen worden. Daarbij meent hy, dat
het ook lijnrecht in strijd is met de voorwaarden
der vereeniging.
De Synode benoeme daarom Deputatenuit
broeders van A. en B, die de kerkelijke taal
in overeenstemming trachten te brengen met de
voorwaarden der Vereenigingvolgens Gods
Woordsde Geref. belijdenisschriften en de
Dordsche kerkenordening van 1618-19."
Hoe het gebruik van door de Synode niet aan
gegeven namen, termen en zegswijzen vrijwillig
door kerkeraden, en classikale vergaderingen
gebruikt, in strijd kan zijn met de voor
waarden der Vereeniging. zal nog wel eens
nader mogen worden uitgelegd, voordat het
door de kerken begrepen wordt.
Van het aangeboden conceptje hopen wij,
dat niet céne der kerken zal willen ot durven
gebruik maken. Moge het ter Synodale ver
gadering niet komen.
Laten de kerkeraden en de meerdere ver
gaderingen dat zelve weten, welke termen en
zegswijzen zij gebruiken willen, voor haar
vergaderingen, deputaties, werkzaamheden in
nog niet ontkomen kerken enz. enz. Waarlyk
daarvoor behoeven zy de lessen niet van eene
Generale Synode.
Dit geheele conceptje in de Roeper is ge
boren uit de vrees, dat de doleantie het in de
Geret. Kerken ivinnen zal. En tegen deze over
winning zal nu een besluit der Synode aan
gaande namen en termen moeten waken.
Wij gelooven, dat de voorstelling van tufêe
kerkengroepenwaarvan de eene het toelegt
op de overwinning van de andere, welke voor
stelling door de Roeper telkens gevoed wordt,
niet erg bevordelijk is aan de zaak der samen
smelting der Kerken.
Die voorstelling toch kweekt wantrouwen
en vervreemdt de harten van elkaar.
Wij gelooven, dat het in de zaak der Ver
eeniging door de Ned. Geref. Kerken ernstig
gemeend is geweest.
Om het feit der vereeniging is, voor zoover
ons bekend is, dan ook nog niemand van die
zijde uit de Geref. Kerken weggeloopen.
En in tal van voormalige Ned. Geref. Kerken
werden predikanten uit den kring der vroegere
Chr. Geref. Kerk beroepen.
Dit laatste nu zou zeker niet zijn geschied,
zoo tot eiken prijs »de woorden en gedachten
der doleantie de heerschende moesten worden.
Daarbij komt nog, dat zoo nu door de meer
dere vergaderingen woorden en termen ge
bruikt worden, uitsluitend afkomstig uit de
ex Ned. Geref. Kerken, dit zeker niet voor
rekening van die Kerken komt.
Immers op de meeste classicale vergaderin
gen zijn de ex-Chr. Geref. Kerken in de meer
derheid. Zij kunnen aangeven hoe er gespro
ken, hoe er geschreven zal worden.
En zoo zij nu enkele raaien gebruik maakten
van woorden van den kant der doleantie, la
ten zij dan nu gewaarschuwd door de Roeper
die woorden door andere vervangen, zoo die
andere beter zyn.
Maar dat zij het zelve doen, die meerdere
vergaderingen. En ook de Kerkeraden. Geheel
vrijwillig.
Voor zoover de Kerken door de Synode van
93 niet aan bepaalde termen gebonden zijn,
kiezen zij haar eigen woorden.
Laat eiken Kerk hier waken voor haar vrij
heid en den weg, dien de Roeper aanwijst,
niet inslaan.
Eene beroep'ng herhaald.
Prof. Wielenga ontving voor de tweade
maal de beroeping tot hoogleeraar aan de
Theol. school der Chr. Geref. Kerk te Grand
Rapids.
Wij hopen en bidden, dat de weg zoo moge
zyn, dat prof. Wielenga aan onze school ver
bonden blijft.
De Kerken, die weten wat zij ook aan
prof. Wielinga, vooral in de zaak der veree
niging der Geref. Kerken te danken hebben,
kunnen Z.E. vooral ook op dit oogenblik nog
maar moeielijk missen. Er is nog zooveel te
doen door de Geref. Kerken.
Laten de Kerken in dit besef bidden, dat
het den Heere behage onze leidslieden niet
van ons weg te nemen.
Wolp.
Beroepente Oosterzee en Echten F. A. y.
d, Heijden cand. aan de Vrije Univ. Te Stiens
D. Gidionse te Broek op Langendijk. Te Koe-
vorden E. Buurma,te Onstwedder-Mussel. Te
Scheemda D. Vrielingte Appelscha. Te Ulrecht
K. Fernhout te Dordrecht.
Bedanktvoor Neermoor (O. Fr.) door W.
Bronger te Wilsuui. Voor Brouwershaven door
C. J. I. Engelbrecht te Andel (N. Br.) Voor
Groningen door J. v. Andel te Leeuwarden
Voor Hoogvliet door J. Smit te Beverwijk.
Voor Venendaal (B) door H. M. v. d. Vegt
te Heerde. Voor lloogeveen (B) door v. d.
Veen te Bols ward.