stelle de Heere hem tot rijke zegen f 1.00 uit dank baarheid H. H. 10 gulden voor de kerk. I. DE WOLFF. Want Christus is niet ingegaan in het heilig dom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den he mel zelven, om nu te verschijnen voor het aan gezicht Gods voor ons. Hebr. IX 24. En buiten allen twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopen baard in het vleesch, is gerechtvaardigd in den Geest, is gezien van de engelen, is ge predikt onder de heidenen, is gelooid in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid. I Tim. III 16. Ziet hier het besluit van des Hee- ren werk, zijnde hier op aarde. Hij, die de menschelijke natuur uit het vleesch en bloed der maagd Maria heeft aangenomen, heelt in die natuur geleden, is opgestaan van de doo- den en is nu met zijn njet meer vernederd, maar verheerlijkt lichaam opgenomen in heer lijkheid. Hij is opgevaren ten hemel. Tegen over de diepste vernedering zien wij hier de grootste verheerlijking. Die nedergedaald is is dezelfde ook die opgevaren is bonen al de hemelenopdat Hij alle dingen vervullen zonde. Elez. IV 10. Van den Olijfsberg, alwaar Christus ten hemel werd opgenomen, slaan wij den blik terug in de diepte van vernede ring, waaraan zich de Vorst des levens, om des Vaders welbehagen, tot redding der Zij nen, heeft onderworpen. Christus heeft zich eenmaal geofferd, om veler zonden weg te nemen. Zonder bloedstorting geschiedt geene vergeving. De tabernabel met deszelfs plech tigheden en offers en priesterlijke diensten, door den Heere onder den ouden dag inge steld, vertoonde in schaduwen het volmaakte werk der verzoening, door Christus in Zijn voldoenend ljjden en sterven en in geheel Zijn Middelaars werk volbracht. Het voor naamste deel aan de offeranden en plechtig heden der wet had de Hoogepriester. Hij verrichtte telken jare, als hij, niet zonder bloed, inging in het Heilige der heiligen (afbeelding van het hemelsch Heiligdom) voorbeeldig de verzoening van de zonden des volks bij God. Maar behalve dat dit voor beeldig was en telken jare moest worden herhaald, was de Hoogepriester ook zelf een zondig mensch, die eerst noodig had, dat voor Zijne eigene zonden verzoening ge schiedde. Christus is de ware, de eenige Hoo gepriester. Hij is door Zijn eigen bloed een maal ingegaan in het heiligdom, eene eeuwige verlossing te weeg gebracht hebbende. Dit is de rijke beteekenis van de Hemelvaart. Hij is door Zijn eigen bloed eenmaal ingegaan in het heiligdom. De verlossing is volbracht, eene eeuwige verlossing. Hij is opgevaren, om voor het aan gezicht Gods te verschijnen voor ons. Het opvaren van Christus is een heerlijk heengaan met de volmaakte offerande, met den volkomen losprijs, waarmede de uitver korenen zijn vrij gekocht, om die aan den Vader te vertoonen in het hemelsch Heilig dom en nu de volmaakte vrijspraak te ver werven en als Middelaar geplaatst te worden aan Gods rechterhand. Daarom kan Paulus ook aan de geloovigen te Efeze schrijven En heejt ons mede opgewekt en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus. Efezen 'II 6. Maar in den geest staande op den Olijf berg, van waar Christus ten hemel voer, slaan wij ook den blik in de toekomst. De engelen spraken tot de jongeren en hun woord is ook voor ons van krachtDeze Jezusdie van u opgenomen is in den hemel zal alzoo komengelijkerwijs gij Hem^naar den hemel hebt zien henenvaren. Hij is geze ten aau Gods rechterhand, regeerende en be warende Zijne kerk, Hij zal wederkomen om te oordeelen de levenden en de dooden. En gelijk het den menschen gezet iseenmaal te sterven en daarna het oordeel. Alzoo ook Christuseenmaal geofferd zjndeom veler zonden weg te nemenzal ten andere maal zonder zonde gezien worden van degenen, die Ilem verwachten tot zaligheid Beladen met de schulden Zjjns volks, be laden met den toorn Gods, een man van smarten en verzocht in krankheden, zoo hangt Hij aan het kruis. Bij dat jongste oor deel zal Christus zonder zonden gezien wor den. Hij zal dan gezien worden als die aan het recht Gods voor zijn volk volkomen heeft voldaan. Degenen, die llern nu in 't geloof verwachten tot zaligheid, zullen Hem dan zien, niet meer beladen met hun schuld, maar als Overwinnaar. En zoo zullen zij dan tot hunne eeuwige vreugde zien, dat God hunne zonden achter Zijnen rug heeft geworpen en zij de eeuwige gelukzaligheid bezitten. Zoo zullen zij, in het oordeel, om Christus wil worden vrijgesproken. Christus de ware, de eenige Hoogepries ter. Daarbij bepaalt ons dus bizonder de Hemelvaart des Heeren. Want Christus is niet ingegaan in het heiligdomdat met han den gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons; noch ook, opdat Hij Zich Zelven dikmaals zou opofferengelijk de hoogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed.; Anders had Hij Christusdikmaals moeten lijden van de grondlegging der wereld af, maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopen baard, om de zonde te niet te doen door Zijns Zelfs offerande. Wel past ons eerbied, verwondering en aanbidding, als Christus, de Heere, ten he mel opvaart. Gij zijt opgevaren in de hoogteGij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd Gij hebt gaven genomen, om uit te deelen onder de men schen ja ook de wederhoorigen om bij U te wonen, o Heere God! Ps. LXVIII19. Heft uwe hoofden op, gij poorten en verheft u, gij eeuwige deuren opdat de koning der eere inga. Wie is de koning der eere de Heere sterk en geweldig, de Heere geweldig in den strijd. Ps. XXIV: 7 en 8. De vraag, waarmede de verkondigingEn als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenom-'n, daar zij het zagen, tot ons komt, is deze Hebt gij waarlijk deel aan Zijn volbracht werk Zijt gij waarlijk door een oprecht ge loof Hem ingeplant? Hebt gij, door Gods Geest aan uwe doemwaardigheid en schuld ontdekt, ook waarlijk deel aan Christus Is Hij u ontdekt? Is Hij in u geopenbaard? Draagt gij de ware vruchten der bekeering en des geloofs O dan verwacht gij Hem ook tot zaligheid. Dan is dat uw eenige za lige troost, eenmaal met Hem te zijn, in het gericht om Zijnentwil te worden vrijgespro ken en met Hem eeuwig God te verheerlij ken, Zijt gij nog onbekeerd, lezer O bedenk: dat het den menschen gezet is eenmaal te ster ven en daarna het oordeel. Wat zal dat zijn Zonder BorgBedenk dan nu wat tot uwen eeuwigen vrede is dienende. Iiij verschijnt nu voor u voor Gods aangezicht, geloovige Ga dan door Hem toe tot den troon der genade. En geniet tot roem van Gods ont ferming veel van de hemelsche gaven, die ons verheerlijkt Hoofd door Zijnen Geest in de harten Zijns volks uitgiet. Hulsebos. SSSIS. Niet begrepen. Door de Financieele Commissie derNeder- landsche Gereformeerde Zendingsvereeniging is aan de Kerkeraden een Circulaire gezonden, die ons bevreemdt. Eenerzijds, omdat hierbij niet gelijk voor heen wèl overleg schijnt gepleegd te zijn met Deputaten tot de Zending. En anderzijds omdat wij niet begrijpen, hoe deze Broeders gaven van de Geref. Kerken kunnen vragen na het ter Generale Synode van Amsterdam gearresteerde inzake de Zending. Willen de Kerken boven het daar beslotene nog tevens voor deze Vereeniging collecteeren dit kan misschien. Mits men maar niet vergete of hiermede verwarre Art, 3 en 4 van Hoofdst. IX der Vereenigingsvoorwaarden. Deze artikelen toch vermelden het volgende Art. 3. De collecten der gezamenlijke Ker ken vloeien in de Kas der gemeenschappelijke Zendiugscoramissie. Art. 4. Uit die kas wordt, voor zoolang het contract met de Ned Geref. Zendingsvereeni ging duurt, uiterlijk tot de volgende Generale Synode, aan de Ned. Geref. Zendingsvereeni ging uitbetaald eene som gelijk staande aan hetgeen in het laatste jaar door de Ned. Geref. Kerken aan de Ned. Geref. Zendingsvereeni ging is ten goede gekomen." Vrijheid en eenheid. Sommigen hebben zich wel eens ontrust over de vraag, wat de owgereformeerden toch wel zullen denken van de vrijmoedigheid, waar mede onder de gereformeerden verschil van mcening (met name in de aan den dienst der Kerken gewijde bladen) wordt uitgesproken. Ons komt het voor, dat men zich meestal ten onrechte hierover ontrust. Streng eischen al de Gereformeerden eenheid in het noodzakelijke. Maar ook even hartelijk zijn zij geneigd tot het gebruiken van vrijheid in het middelmatige. En zoo spreekt dan ieder vrij zyu meening uit, want wij zijn niet aan eenigerlei (of mis leidende öf versteenende) handhaving gebon den zooals het Synodaal Genootschap in zijn dwaselijk geprezen Art. 11. Alg. Reglement. En toch gaat de eenheid en de waarheid niet verloren Integendeel ontwikkelen zij zich juist te beterhet is geen reglementsvoorschrift maar levensopenbaring. En dewijl het één le ven is uit één Bron en met één bestemming worden ten slotte de van elkander afwijkenden weder als een van zin openbaar. De eensge zindheid is dan juist bevestigd door het af sterven van de eenvormigheid eischende een zijdigheid. Voor eenigen tijd met een hooggeplaatst Roomsch geestelijke en een bekend en gevierd kunstenaar reizende, vernam schrijver dezes een leerrijke gedachtenwisseling over het nood zakelijke van vrijheid en het doodende van dwang op het gebied der kunst. Uiteraard behoudens gebondenheid in het noodzakelijke. Is het niet evenzoo op het gebied van het Kerkelijk leven Eenheid in het noodzakelijke Geen »nagisten" van al het bedervende in eene wereld, die in het booze ligt. Dien treu- rigen roem laten de Gereformeerde Kerken liever over aan het ongereformeerd genoot schap. Maar dan ook anderzijds geen slaafs en schroomvalllig kweeken van eenvormigheid. De belofte van Jeremia 32 39 »En ik zal hun eenerlei hart en eenerlei wet geven" is geen belofte van eenvormigheid. Niet de doodsche en doodende eentonigheid die plompe lieden knutselen maar de rijke, volle, frissche levenseenheid, die uit de vrije, alleen aan eigen levenswet (>naar haren aard") gebonden, sa menwerking van velerlei verscheidenheid ont staat. En zoo blijft ten slotte bij alle gedach tenwisseling eenheidimmers allen buigen onvoorwaardelijk voor Gods Woord en staan op denzelfden bodem der Gereformeerde Be lijdenis. De Kerken, die nog in het ongere formeerd Genootschap beklemd zitten, mogen wel begeerig zijn naar zoo volle en frissche vrijheid. In de Gereformeerde Kerken in Ne derland toch leeft men naar het bekende versje »Ik zag een man met fieren nek Met vrijen geest bezield. Pas kwam hij uit zijn bidvertrek Hij had voor God geknield Den gereformeerden past echter waakzaam heid, dat de tweede helft van dit versje niet ontbreke. Dan toch zou het eerste gevaarlijk, dwaas, en slecht worden. Staat dan in de vrij heid, met welke Christus U vrijgemaakt heeft"; en »Bidt zonder ophouden." Liefde in alles. Bij het eenheid in het noodzakelijke en vrijheid in het middelmatige" behoort nog als derde: Liefde in alles." Naar het bevel des Heeren: »Dat al uwe dingen in de Liefde geschieden." Bij het onbewimpeld bespreken van verschillende inzichten kan de toon wel eens wat heftig, de spanning wel eens wat groot worden. En bij die velerlei overstelping met drukke en vaak spoedeischende bezigheden wordt de woordenkeus wel eens wat scherp en

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2