Uit Kerk en School. De aaustaunde alzemeene Synode. In het laatste Zfaiuinnummer komt een mededeeling voor van i)s. Feringa, waarin deze als Deputaat der laatstgehoudene Synode mededeeling doet, dat de Gemeenten binnen kort de Concepten van verschillende zaken, die op de a. s. Synode in Augustus behandeld zullen worden, kunnen verwachten. Dit bericht verblijdde ons zeer. Ons vermoeden, dat de Deputaten alleen aan de Synode zouden rapporteeren is dus gebleken ongegrond te zijn. De Deputaten hebben getoond hun mandaat recht te verstaan, ai was dit dan niet met zoovele woorden omschreven. Wat die Concepten ons zullen aanbieden, weten wij niet. Dit kan echter reeds vastgesteld worden, dat onze Kerkeraden en de meerdere vergaderingen den eersten tijd niet zullen behoeven te klagen over gebrek aan werk. 't Is dan ook te hopen, dat de verschillende Concepten, die aan de Kerkeraden worden gezonden, een grondige behandeling zullen worden waardig geacht. Daar wij misschien voor geheel nieuwe toestanden komen te staan, die verreikende gevolgen hebben, zou het onverantwoordelijk zijn, wanneer onze Kerkeraden zich er met een Jantje van Leiden afmaakten, en zullen zij het later z clizelf te wijten hebben, wanneer de zaken zoo geheel anders gaan dan men voor zichzelf wenschelijk, of ook voor de Kerk profijtelijk acht. De a. s. algemeene Synode zal een zeer gewichtige zijn. 't Zal dan blijken of het huis der vereeniging op de gelegde grondslagen, zonder vreeze voor scheuren, tot den nok toe kan opgebouwd worden. Thans leven wij nog in een tijd van overgang, waarin men van weerszijden zijn bizondere sympathDn heeft, sommige zaken betreffende. Zoolang het huis nog niet afgewerkt is, kan dit zonder schade voor de goede zaak plaats vinden. Is echter het huis op het gelegde fondament ineengezet en afgewerkt, dan kan wel eens gevaarlijk worden wat thans tamelijk onschuldig is. Wanneer het huis geheel afgetimmerd is, gaat het zeer moeieljjk veranderingen aan te brengen van ingrijpenden aard. Men moet er dan in wonen, zooals het is. Thans echter, nu de Gemeenten in de gelegenheid gesteld worden kennis te nemen van bestek en teekening, is het mogelijk, althans eenigermate, zich vooraf te vergewissen van den toestand, zooals die worden zal, en veranderingen aan te brengen, wanneer die mogelijk blijken te zijn. De Synode van Dordrecht zal een moeielijke taak hebben te vervullen. Elke Kerkeraad, Classis, en Provinciale Synode in het Zuiden neme deze wenken ter larte. Belangrijk nieuws. Binnen enkele dagen zal voor de eerste maal door de, nu vereenigde Kerken een Zendeling worden uitgezonden. Onze beminde Broeder Dr. Scheurer zal, D. V., 27 April a. s. plechtig in zijn ambt bevestigd worden en uitgezonden om als Zendeling-arts den armen het Evangelie en den kranken gene zing te gaan verkondigen. Donderdag 27 April, zal het samenzijn in de Nieuwe Westerkerk Ammanstraat te Rot terdam geopend worden door den voorzitter der Deputaten tot de Zending, Ds. M. van Minnen van Utrechtde eigenlijke bevesti- ging zal geschieden door Ds. F. Lion Cachet van Rotterdam, en de sluiting is opgedragen aan den Zendingsdirector Ds. J. H. Donner. Wij verheugen ons zeer, dat deze bevesti ging en uitzending te Rotterdam zullen ge schieden. Zoo toch is er ook gelegenheid voor vele Broeders en Zusters in het°Zuiden om deze belangrijke plechtigheid bij te wonen. Het zou wel onbegrijpelijk gemis aan be- langst Hing verraden, wanneer Donderdag avond om 7 uur niet vele Broeders en Zus ters uit Brabant en uit Zeeland aanwezig waren. Moge er veel gebed zijn bij de ge wis vele belangstelling! En mogen ook zij, die het voorrecht zullen moeten missen licha melijk aanwezig te zijn, in den geest met ons wezen en deze jeugdige Broeder en Zuster met ernstige en warme smeekingen opdragen aan den troon der Genademet dankzegging tevens voor het groote voor recht dat 's Heeren Genade aanvankelijk in deze aan onze Kerken schenkt Feringa. Roeping der Gemeente. Het blijkt, dat sommige leden der Gemeente nog altijd niet goed begrijpen, waarom aan de Gemeente telkens kennis wordt gegeven van het feit, dat de een of ander eene at testatie heeft verzocht naar elders of dat de een ot ander van elders komende, zijne at testatie den Kerkeraad aanbood. Zij houden deze kennisgeving bloot voor eene mededeeling van den kerkeraad aan de Gemeente eene mededeeling, welke die Ker keraad echter ook wel voor zich kon hou den, maar die hij, omdat de Gemeente toch ook wel weten niag wie heengaat en wie in komt, nu zoo vriendelijk is, tot de Gemeente te doen komen. Zoo echter zit de zaak niet. Neen, het is den Kerkeraad hier niet te doen om aan de Gemeente eens eene vrien delijkheid te bewijzen, maar de Kerkeraad doet hier eenvoudig wat hij doen moet. De Gemeente heeft toe te zien op haar eigen zaken. Vooral heeft een ieder toe te zien op de personen, die met hem tot dezelfde Kerk behooren. Vraagt dus iemand eene attestatie aan, dan heeft de Kerkeraad dien broeder aan de Ge meente bekend te maken, opdat hij de Ge meente in de gelegenheid stelle te oordeeien of hein eene attestatie van zuiver belijden en christelijk leven kan worden uitgereikt. Heeft iemand eenig bezwaar, dan behoort hij dit bij den Kerkeraad te brengen, opdat niet de Kerkeraed in gevaar kome goede ge tuigenis te geven van iemand, van wien die getuigenis eigelijk niet gegeven kan worden en opdat niet eene andere Kerk in gevaar kome om den toegang tot de Sacramenten te openen aan iemand, wien die toegang eigenlijk niet toekomt. En evenzoo is het nu, wanneer aan de Gemeente kennis gegeven wordt, dat iemand van elders ingekomen zijne attestatie aanbood. Ook dan heeft de Gemeente te oordeeien of er bij haar ook eenig bezwaar is, waar om de toegang tot de Sacramenten in haar kring aan den zoodanige niet zou gegeven worden. Niet iedereen komt zoo maar in, zonder dat de Gemeente hier iets zou te zeggen hebben, maar de Gemeente beoordeelt zelve, wien zij tot haren kring kan en mag en moet toelaten. Is er dan eenig bezwaar tegen iemand, die van elders kwam en zijne attestatie den Kerke raad aanbood, men brerige dit bezwaar bij den Kerkeraad en wake zóó voor het heilig houden van het Verbond in eigen kring. Zoo is dan die mededeeling van den Kerke raad geheel iets anders dan eene bloote kennisgeving. Zij is een de Gemeente kennen in haar eigen zaken een oproepen van de Gemeente om aan haar eigen zaken de hand te houden, De Gemeente moet dit goed verstaan. Hier ligt een stuk van haar roeping. Zij moet mede waken over haar kring buiten haar. En goedkeuring, zij het dan ook stilzwijgende goedkeuring, mag zy niet dulden, dat iemand wordt ingeschreven, noch ook dat aan iemand eene attestatie wordt uitgereikt. De Gemeente moet goed verstaan, dat wij niet meer leveu in het Genootschap, waar de Besturen alles en allen keuren en het goed is, zooals de Besturen het doen, maar, dat wij leven in Geref. Kerken. En Geref. Kerken belijden, dat door Koning Jezus aan de vergadering der geloovigen, dat is aan de Gemeente, in de eerste plaats de Kerkelijke macht gegeven isdat daarna die macht overgedragen is aan de ambtsdragers maar dat achter deze ambtsdragers altijd de Gemeente staat, niet als een troep onmon dige kinderen, die niets te zeggen hebben, maar als vergadering van geloovigen, die aan het Woord Gods de verrichtingen van haar ambtsdragers toetst en telkens in haar eigen zaken oordeelend optreedt. Een belangrijk stuk. De concept-regeling voor de opleiding van Dienaren des Woords in de Geref. Kerken is door de deputaten aan de Kerken toegezonden. Aan de concept-regeling gaat vooraf de overwegingen, die tot deze voorgestelde rege ling brachten. Een drietal zaken worden door deputaten glashelder betoogd. Ten eerstedat eenheid van opleiding ge- wenscht is ten tweedehoedanig die opleiding behoort te zijn ten derde, langs welken weg die opleiding te verkrijgen is. Worde deze concept-regeling met de voor afgaande overwegingen nu eens ernstig door aUe Kerkeraden overwogen. Op de classikale en provinciale vergaderin gen, zal het toch moeten uitkomen, dat de Kerken weten of zij nu in dezen weg mee willen of niet. Hartelijk ho^en wij, dat de Kerken ook door het lezen van dit stuk meer en meer in de overtuiging mogen komen, dat inderdaad een heid van opleiding dringend noodzakelijk is en dat, zoolang deze eenheid niet gevonden is, aan het doel der vereeniging ten vorigen jare te Amsterdam getroffen, nog veel in den weg staat. De eenheid is te verkrijgen. Deputaten wij zen den weg. Zoude ook de vereeniging der Kerken wel te verkrijgen zijn geweest en de eenheid van opleiding niet Het komt ons voor, dat waar de eerste ge vonden werd, en bijna op elke classikale ver gadering de ervaring wordt opgedaan, dat er met blijdschap in den weg der vereeniging geleefd wordt, het vinden van de tweede niet zwaar zal zijn. »Het gaat niet," zeiden velen vóór 1892. Maar in dat jaar 1892, is het gebleken, dat het wel ging. »Het zal nief gaan," zeggen ook nu weer sommigen. Maar het zal wel gaan. Het zal wel gaan, als de Kerken beginsel en d:<el van de in 1892 getroffen vereeniging maar in het oog houden Het zal wel gaan als alle wantrouwen gedood wordt en er veel gebe len mag worden, Ja, dan zal het gaan, ten spijt van allen die op dit stuk de Geref. Kerken zoeken te verdeelen En dan, als onze tegenstanders beschaamd staan en uitrekenen of Kampen in Amsterdam dan wel Amsterdam in Kampen opgegaan is, zullen wij juichen en God den Heere danken voor den zegen ons gegeven in de eenheid van opleiding onzer Dienaren des Woords. Wolf. Beroepen: te Veenendaal B. v. d. Vegt te Eerden. Te Hoogeveen (B) R. J. v. d. Veen te Bolsward. Te Roseland J. v. Goor te Har- lingen. Te Oostwolde E. Prinsen cand. aan de Vrije Univ. Te Bussum H. E. v. d Brink te Hilversum. Te Monster P. A. E. Sillevis Smit, cand, aan de Vrije Univ. Te Gees H. L. Beijer te de Krim. Te Maassluis B C. B. Bavinck te Hazerswoude. Te Giesen Nieuw- kerk dhr. F. Haverkate cand. te Tholen. Aangenomennaar 't Hertogenbosch door J. M. Mulder te Aalten, (A.) Naar Leeuwarden (B.) door J. J. Inpefa te Alphen aan de Rijn. B-dankt: voor Lopik door J. It. Dijkstra te Joure. Landsmeer10 April 1893. Onze geachte leeraar C. B. Schoemakers, die de roeping naar de gemeente te Souburg heeft aange nomen, heeft gisteren zijn afscheidsrede onder

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 3