Door den boekh. der K. Kas in dank ontvangen in
de Collecte gevonden. Voorde Vrije Universiteit 1 0,50.
Voor de plaats f2. Voor de plaats NN. f2. alsvoren
NN. f2. Voor de plaats K. J. f3.
J. J. Dockheer.
En gij zult het in bewaring hebben tot den
veertienden dag dezer maanden de gansche
gemeente der vergadering van Israël zal het
slachten tussehen twee avonden.
En zij zullen van het bloed nemen, en strij
ken het aan de beide zijposten en aan den bo
vendorpel, aan de huizen, in welke zij het eten
zullen. Exodes 12 G en 7.
Omtrent het paaschlam moest vijfderhande
plechtigheid worden waargenomen. Vooreerst:
de afgezonderde bewaring, ten tweedede
slachting daarvan met bloedstorting, ten derde
de strijking van het bloed aan de beide zij-
posten en den bovendorpel, ten vierde de
toebereiding door het te braden en eindelijk
het eten van het paaschlam. Wij staan thans
voornamelijk stil bij de tweede en derde
plechtigheid.
Vóór de slachting werd het lam afgezon
derd. Op den vierden dag had de slachting
plaats. Christus, de afgezonderde Zijner broe
deren, werd eerst drie jaren, de jaren Zijner
openbare werkzaamheid, aan Israël voorge
steld, eer Hij het lijden des doods onderging.
En na de door den Heere bevolene afzon
dering en bewaring volgt nu de slachting.
Ook hiervoor was de tijd van den dag door
den Heere bepaald. Zij moest geschieden
tussehen de twee avonden. Deze woorden be-
teekenen eigenlijk, wat wij noemensche
merdonker. Het is nog dag, maar de avond
is aan het dalen. Het Paaschlam moest wor
den geslacht tussehen drie en zes uur des
avonds. Op dien tijd van den dag stierf onze
Heere Jezus Christus aan het kruis.
Voor den aanvang van den Sabbath, dat
was dus voor zes uur, tegen zonsondergang,
werd Hij begraven.
Zoo ziet gij, lezerhet was niet genoeg,
dat lam af te zonderen. Neen, het moest
geslacht worden.
Wij hebben ook niet waarlijk deel aan
Christus, tenzij wij Hem door het geloot met
den apostel mogen belijden als Jezus Chris
tus en dien gekruist voor onze zonden. Hebt
gij er waarlijk kennis aan, dat gij Hem zoo
noodig hebt Die weg des lijdens en des
doods moest door den Zone Gods worden be
treden, om eene eeuwige verzoening aan te
brengen. Maar wee dan ook over hen, die
het bloed des nieuwen Testaments zullen
hebben onrein geacht.
Al verder wordt ons bericht, wat met het
bloed van het Paaschlam moest geschieden.
En zij zullen van het bloed nemen en strij
ken het aan de beide zijposten en aan den
bovendorpelaan de huizenin welke zij het
eten zullen. In later tijd is dit onder 's Hee-
ren goedkeuring veranderd in een sprengen
van het bloed aan het altaar, 2 Kronieken
30 16, gelijk ook wellicht met eenige an
dere plechtigheden van het Pascha is ge
schied.
Maar dan nu het strijken van het bloed
met een bundeltje hyzop aan zijposten en
bovendorpel, (niet aan den verachten onder
dorpel, opdat het niet zou worden vertreden)
dus aan de ingangen der huizen, (die het
geheele huis en deszelfs bewoners vertegen
woordigen), in welke zij het eten zullen, wat
is hiervan de beteekenis
Eene nadere verklaring vinden wij in het
vervolg van Exodus 12, namelijk in: 12, 13,
22 en 23: Want Ik zal in dezen nacht door
Egypte gaanen alle eerstgeborenen in Egyp-
leland slaanvan de menschen af tot de bees
ten toe en Ik zal gericht gaan oejenen aan
de goden der EgyptenarenJk de Heere. En
dat bloed zal ulieden tot een teeken zijn aan
de huizenwaarin gij zijt. Wanneer Ik het
bloed ziezal Ik ulieden voorbij gaanen er
zal geene plaag onder ulieden ten verderve zijn
wanneer Ik Egypteland slaan zal. Doch u
aangaandeniemand zal uitgaan uit de deur
van zijn huis.
De kinderen Israels werden niet verschoond
van het verderf, omdat zij Israëlieten waren.
Neen, het oordeel zijn.allen waardig, die in
Egypteland zijn. Alleen het bloed der ver-
j zoening maakt onderscheid. Wie niet onder
I de bedekking des bloeds bleef, was een kind
des doods. Het strijken van het bloed was
een beeld des geloots.
Maar ook spreekt in dat openbaar voor
aan het huis, aan den ingang strijken van
het bloedde belijdenis. Met het hart gelooft
men ter rechtvaardigheid en met den mond be
lijdt men ter zaligheid. De Israëlieten hebben
nog bij dag dit bevel des Heeren uitgevoerd.
Waarschijnlijk is hiermede door de Egypte
naren de spot gedreven, gelijk de wereld
nog den spot drijft met hen, die in oprecht
heid den Heere belijden. Maar hoe was reeds
den volgenden morgen het gespot der Egyp
tenaren verstomd, als het oordeel over hunne
huizen gekomen en bij Israël geen haar van
het hoofd was gekrenkt. Zoo zal ook een
maal de wereldwijze en de spotter beschaamd
staan in den dag van het rechtvaardig oor
deel Gods.
De besprenging des bloeds of de bestrij
king met het bloed is als het ware het mid
delpunt der Paaschviering. Het Paaschlam
was als het ware de plaatsvervanger van
Israël. Ook in de huizen der Israëlieten zou
de dood zijn, maar niet over hön zeiven,
maar over het Paaschlam in hunne plaats.
Zijn dood zoude hun leven zijn. Het zien van
het bloed zou de Heere, uitgaande om ge
richt te houden, doen voorbij gaan
Hoe duidelijk wordt dan hier het plaatsbe-
kleedende van de offerande van onzen Heere
Christus geleerd
Kennen wij nu Christus door het geloof,
gelijk Hij in het Paaschlam is afgeschaduwd
Weten wij, dat de Engel de3 verderfs ons is
voorbij gegaan, omdat onze ongerechtigheid
met zijn bloed is bedekt Ja, dat kan het
geloof getuigen. Christus Jezus heeft ons ver
lost van den toekomenden toorn. Maar voor die
verzekerdheid wordt verkregen, zal ook de
nood en de diepe ellende van onzen zon-
daarsstaat moeten, worden gekend, en de
Heere Jezus dierbaar zijn geworden tot be
dekking der schuld voor het aangezichte Gods
en tot verlossing van alle macht der zonden.
Doch vooral moet hier ook de aandacht ge
vestigd worden op het belijden.
Der Israëlieten woningen moesten geken
merkt zijn door het bloed des lams. Die mij
belijden zal voor de menschen, dien zal Ik
ook belijden voor Mijnen Vader, die in de
hemelen is. Hoe staat het met dit kenmerk?
Gelijk gij den Heere Christus hebt aangeno-
menm, icandelt alzoo in Hem. Is uw huis in
waarheid geteekend met het bloed des Ver-
bonds De mondbelijder schaamt zich den
naam des Heeren te midden der wereld.
Maar diens zal zich dan ook de Zoon des
menschen schamen voor Zijnen Vader en voor
de heilige engelen.
Er is nog een opmerkelijk woord aan
gaande den nacht des oordeels en des ge-
richts in Egypte.
Doch u aangaandeniemand zal uitgaan uit
de deur van zijn huis, tot aan den morgen.
Blijf in mij en Ik in u, zegt de Heere
tot de Zijnen, zonder Mij kunt gij nietsdoen.
Paulus begeert dan ook, in Hem gevonden
te worden. En zoo zal het dan ook zijn
Die volharden zal tot den einde, die zal zalig
worden. Wat uit God niet is, is niet blijvende,
maar wie door Gods genade een zondaar in
eigen oog, een verloste des Heeren is ge
worden, ook al kan hij van zich zeiven geen
oogenblik bestaan, hij zal blijven schuilen
onder de vleugelen van de Zonne der Ge
rechtigheid Hülsebos.
K E H KU
Vruchten.
Eigenaardige vruchten draagt de gifplant
der »Synodale" Hiërarchie, die als »puin"
of ander sterk en welig onkruid wortel en tak
der Kerken omwindend en omwikkelend, deze
Kerken uitzuigt of verstikt. Daar is nu Ds.
A. E. L W. Römer, die ongetwijfeld de
beste bedoelingen koestertmaar (en terecht
het kleine Odijk moet verlaten om het willen
invoeren van Duitsch-Luthersche Ceremoniën.
Maar toen een zijner voorgangers allerlei onze
delijkheid dreef, en er de kennisse zóóver deed
verloren gaan, dat schrijver dezes er bij zijn
Consulentschap jaren later met innig mede
lijden de droeve blijken van vond, kon hij
er ongedeerd wezen. En Ds. Romers Collega
in Amerongen kan allerlei Ceremoniën invoe
ren en wordt er dan nog in opgewonden Cou
rantenverslagen mede verheerlijkt.
Nu, het verblijdt ons, dat onze oude vrien
den in Odijk den Gereformeerden vorm (en
God gevemeer dan den vorm alleen heb
ben willen bewaren. Maar zoo zij Gerefor
meerd wilden zijn, waarom lieten zij dan hun
vorigen Leeraar eerst allerlaagst bejegenen
door het zich noemend Classicaal Bestuur van
Wijk bij Duurstede, en daarna naar Axel
trekken zonder met hem den goeden weg op
te gaan? Waar Werkhoven schijnt te ont
waken, moge het daar ook met Cothen,
Bunnik en Odijk het geval worden.
Volgens de mededeeling van Dr. Schot is
in dezelfde omgeving, in Utrecht, een predi
kant in het Genootschap, die eenvoudig het
feacrament des Avondmaals niet bediende.
Maar dit vond het Classicaal Bestuur" toch
al te dwaas. Het gelastte den predikant het
Avondmaal te bedienen. De Kerkeraad deed
dit natuurlijk nietwant de ambten in den
Kerkeraad worden door de Genootschaps
reglementen van alle kracht berooid. Zij zijn
van God ingesteld en hebben er dus niets te
zeggen. Maar zulk een Classicaal Bestuur
Ja, dat is iets anders Zoo heeft genoemde
predikant er blijkbaar ook over gedacht. God
beval wel (naar zijn inbeelding), dat Avond
maal niet te bedienen maar het Classicaal
Bestuur beval, het wel te doen en dus deed
hij het. Hij had nu eens zoo heel erg »ge-
trouw" willen zijnwel jammer was 't, dat
het hooge Bestuur zoo vlug aan die getrouw
heid" een eind maakteEn nu kwam hij
dan tot zelfkennis en beter inzicht Och
neen, hij vond er een kunstje op. Een ac-
coordje tussehen den Hemel en het Classi
caal Bestuur. Dat, wat hij (dwalende) voor
Gods wil hield, heeft zich openlijk aan het
Classikaal Bestuur onderworpen maar door
slimheid en handigheid toch zijn zin gekre
gen. Hij heeft de tafel laten toerichten en
heeft zich toen voor den disch geplaatst en
gezegd: »Ik moet het Avondmaal bedienen;
maar ik zal niet aangaan en Gij moet
maar weten wat Gij doet."
Natuurlijk is toen niemand gekomen. Zulk
spelen met het heilige en zulk karakterloos
getrouw" schijnen, was toch nog te stuitend.
«Wij vinden", zegt onze Broeder Schot,wat
van dien predikant werd medegedeeld, ont
zettend. Die predikant bedient eerst het Avond
maal, wanneer het Classicaal Bestuur hem er
toe dwingt. Christus bevel is voor dien pre
dikant niets maar boven den Heere Christus
staat het Classicaal Bestuur. Dat vinden wij
goddeloos
»Maar gelukkig, de Kerkelijke Besturen"
waken dan toch op ten goede
Arme, onnoozele, vrager Meent gij dat
Neen de Classicale en andere Besturen"
maken het Ds. Römer niet moeilijk, zij heb
ben hem niet berispt, geschorst, of afgezet.
Dat doet men in de door het Genootschap
omknelde Gereformeerde Kerken alleen den
GereformeerdeMaar de gemeenteleden te
Odijk zijn wat achterljjk geweest en hebben
nog niet begrepen, dat volgens zekere aan
schrijving der Synode" alles >nagisten" moet.
En het Utrechtsche Classicale Bestuur heeft
eens getrouwheid'' gespeeld. Dat is zulk
een aardig spelletje. Men zoekt dan iemand
die minder durft (of die meer door de
publieke opinie gebrandmerkt is) dan anderen,
en giet op hem schalen van toorn uit. Men
overtuigt zich bovendien eerst dat men iemand
voorheeft, die wel buigen zal. En slaat er dan
geducht op los. Dat is ten slotte even onscha
delijk als wijlen Sancho Panra's geeseling,
die toen hij ter wille van zijns meesters ziele-
vrede zich zeiven geeselen zou, tussehen twee