door de DepntMcii niets» gedaan Is of wordt, buiten hun mandaat en onder afdoende verantwoording aan de Ge nerale Synode. ület .Vlo (Ier a men van Deputatcn voornoemd, VI. van Vlinncn, Praeses. W. Lioii Cachet, Assessor. L. v. d. Valk, Scriba. J. U. feriuffa, Scriba. J. II. Donner, Zcndiagsdirector. St. Laurens-Gapingo. Door de tijdelijk gecombineerde Kerken is tot Herder en Leerbar be roepen den WelEerw. Heer S. Bosma te Wommels en Hijdaard. 'es. Gravemopr. Thans kan met zekerheid worden' bericht, dat, zoo de Heere wil, op Zondag 12 Maart a. s. Ds. C. J. Eckhardt van deze gemeente afscheid neemt, om D. V. op Zondag 26 Maart d. i. v. in zijn dienstwerk te Ferwerd ingeleid te worden. CLASSIS 's HERTOG EX BOSCH. De Kerkeraad der Geref. Kerk van 's Gravcmoer brengt ter kennisse van de Geref. Kerken in de Classis 's Her- togenboseli, dat de'eerstkomende clas- sikale vergadering op DINSDAG 2S FEBRUARI 1803, 's voorin. 0\ ure, in de Consistorie der Geref. Kerk te 's Hertogenboscli zal worden gehouden. Namens den Kerkeraad, C. J. ECKHARDT. Verantwoording van liefdegaven. Door den boekh. van de Kerkelijke Kas in dank ontvangen Bezorgt bij ,Br. J. M. J. Coulon van N. N, voor de Kerkelijke Kas f 2,50. J. J. Dockheee. In dank ontvangen bij Br. J. M. J. Coulon van N. N. f2,50 voor de armen. I. de Wolff, Diaken Boekh. In dank ontvangen voor de Zending uit het busje van de Catechisanten f5,44, van C. J. i'0,52. A. Krijger. Vlissojfsigron 13. De collecte voor liet school fonds heeft opgebracht f 7,91s. Ontvangen voor de armen 1' 2,50, voor de weezen f 1, voor 's Heeren Loo fl.— De rekeningen der Diaconie en van de verpleging onzer Weezen over 1892 zijn, na voor de Gemeente ter inzage te hebben gelegen, door den Kerkeraad ge sloten. Zij wijzen te zamen eene ontvangst aan van f 1320,02s. Beide rekeningen sloten dit jaar met een batig saldo. De Naam des Heeren zij geprezen Namens den Kerkerand P. G. Laernoes Jr., Scriba. Zondagschool Raukertstraat. (Uitgaande van de Kerken A en B.) Ontvangen 5 psalmboekjes en 12 testamentjes, be nevens 6 giften, ieder van f 1. P. G. Laernoes, Penningm. En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden want zij mis- maken hunne aangezichten, opdat zij van de raenschen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar ik zeg u, dat zij hunnen loon weg hebben. Maar gij, als gij vast, zalft uw hoofd en wascht uw aangezicht Opdat het van de menschen niet gezien worde, als gij vast, maar van uwen Vader, die in het verborgen is; en uw Vader, die in het verborgen ziet, zal het u in het open baar vergelden. Matth. 6 1618. De Heere bedoelt met vasten een zich ont houden van voedsel als teeken van veroot moediging en schuldbelijdenis voor Gods aan gezicht. Onder Israël was het vasten veelvuldig, vooral in de dagen na de ballingschap. Zoo vastte men in de vijfde maand, omdat in die maand stad en tempel waren verwoest, in de zevende maand, tot aandenken aan den moord van Gedalja (2 Kon. 25 25), in de vierde maand, toen de Chaldeën het eerst de stad waren binnengedrongen en in de tiende maand, toen de belegering was aangevangen. Van deze vasten leest men Zacharia 7 3 en 8 19 en vv. De Farizeën vastten tweemaal per week, op den vijfden dag der week, omdat Mozes toen den top van den Sinaï beklom, en op den tweeden dag der week, omdat hij toen van dien top nederdaalde. Da Heere heeft onder den ouden dag slechts een gestreng' vasten jaarlijks bevolen en wel op den grooten Verzoendag (Levit. 16 29 vv.). Ook werden bij bijzondere nooden en verootmoediging over de zonden des volks, vasten gehouden (Richt. 2026. Joël 114), terwijl voorts over bijzondere voorvallen in het huiselijk of persoonlijk leven mocht wor den gevast. Onder het N. Testament is het vasten ner gens geboden en heeft dus ook zijn ceremo nieel karakter verloren. De Heere Jezus ver dedigt uitdrukkelijk zijne jongeren, toen er aanmerking werd gemaakt op hun niel-vasten (Matth. 9 14 vv.) Het blijft aan de vrijheid der geloovigen. De apostelen hebben gevast, ook de christenen uit de heidenen (1 Cor. 7 5). Maar, een wettisch vasten als bij Rome, dat op bepaalde tijden wordt opgelegd, strijdt met de vryheid in Christus. Ook onze vaderen hadden in bijzondere nooden hunne bededagen, die tevens vastendagen waren. De bedoeling was dan wel, dat in navolging van hetgeen onder Israël hij gropte nooden geschiedde, algemeen zou worden gevast, maar toch ge heel vrijwillig. Zoo spreekt de Heere Jezus ook hier in Mattheus 6 tot Zijne jongeren over het vas ten. En wanneer gij vast. Het kan dus zijn, dat gy drang, behoefte gevoelt aan het vas ten. Ja, het zal ook maar zelden in het leven van Gods kinderen geheel ontbreken. De Heere zegt het dan ook, hoe dat geslacht (de booze geesten) niet uitvaart dan door vas ten en bidden. Welnu, doet het dan, maar niet, om van de menschen gezien te worden. Wat de Heere hier van het vasten zegt, sluit zich nog we derom aan bij hetgeen Hij over het doen van aalmoezen en over het bidden heeft geleerd. Het ware vasten is een uitvloeisel van het nieuwe leven. En de Heere wijst ook op dit punt het onderscheid aan tusschen het ware en den schijn. Het ware vasten geschiedt in het verborgen voor God, het valsche zoekt juist de openbaarheid, om bij de menschen in eenen reuk van heiligheid te mogen staan. De geveinsden, als zij vasten, mismaken hunne aangezichten, opdat zij van de menschen mo gen gezien worden. Doch, zij hebben hunnen loon weg. IJdel is hun pogen. Het is hun te doen om eere bij menschen, ja om zelfver heerlijking. Schrikkelijk zal hun lot zijn, als hun eenmaal het masker van geveinsdheid wordt afgerukt en zij het zullen moeten hoo- ren Gaat weg van Mij, gij werkers der on gerechtigheid Ik heb u nooit gekend. Het is die geveinsdheid, die do godsvrucht zoekt in een mismaakt gelaat, of gebaar, of houding Hiervan spreekt ook de Heere bij Jesaja, hoofdst. 58 5. Zou het zulk een vasten zijn dat Ik verkiezen zoudat de mensch zijne ziele eenen dag kwelle dat hij zijn hoofd kromme gelijk eene biezeen eenen zak en asch onder zich spreide Zoudt gij dat een vasten heet en, en eenen dag den Heere aangenaam Het in nerlijke van het ware vasten is dan ook de verbreking en verbrijzeling des harten, ge paard gaande met loslating der zonden. Js dit niet het vasten dat Ik verkieszoo gaat de Heere voort, bij Jesaja, dat gij losmaakt de knoopen der goddeloosheiddat gij ontdoet de banden des juks, en dat gij vrij loslaat de verpletterdenen alle juk verscheurt Js het nietdat gij den liongerigen uw brood mededeelt en de armen verdrevenen in huis brengt als gij eenen naakte zietdat gij hem dekten dat gij u voor uw vleesch niet verbergt Dan zal uw licht voortbreken als de dageraad. En nu, hoe beschrijft de Heere het ware vasten Maar gijals gij vastzalft uw hoofd en wascht uw aangezicht. Wij hebben dit niet in letterlijken zin te verstaan. Wanneer wij ons in het openbare leven hegeven, dan klee- den wij ons, brengen haar en baard in orde, om alzoo ordelijk en zonder opzien te wekken, voor de menschen te verschijnen. De Oos terling zalft daartoe zijn hoofd 'en, gelijk wij, wascht hij zijn aangezicht. De bedoeling des Heeren is dusVerschijnt als gewoonlijk, als gewoon mensch, ook wanneer gij vast. Ver mijdt alle kenteekenen in kleeding en haren en gelaat, van wat er inwendig tusschen u en uwen God omgaat. O, soms kan de droefheid niet verborgen blijven, gelijk hij de Emmaüsgangers en bij Maria Magdalena, maar dit wraakt de Heere ook niet. De Heere vordert slechts van Zijne jongeren, dat hun vasten een vasten den Heere en nietden men schen zij. Opdat het van de menschen niet gezien worde als qij vastmaar van uwen Vaderdie in het verborgen is. En o moge het dan ook al niet van de menschen worden opgemerkt, wordt gij niet als bijzonder vroom aangemerkt en gaan in de schatting der menschen anderen u verre te boven. De Heere zal eenmaal openbaren, dat het Hem welbehagelijk was in Christus, wat der menschen opmerkzaamheid niet heeft getrokken. De Heere acht noodigZijne jongeren te waarschuwen tegen geveinsdheid in het vas ten. Hoewel zij door Gods genade niet tot de geveinsden behooren, zoo moet toch de zuurdeesem der geveinsdheid nog gedurig worden uitgezuiverd. Indien gij by uw harte leeft, kind Gods dan hebt gij u nog over zooveel geveinsdheid te schamen, dan zit gij nog zoo in handen door opzien tegen den mensch. Ach laat u nu toch door uwen Heer en Heiland on derwijzen Wone Zijn Heilige Geest daartoe rijkelijk in uwe hartenLeert toch alle ge wicht leggen op hetgeen gij in het verborgen voor God zijt. Zijt gij waarlijk in het ver borgen voor den Heere een arm zondaar, een verloste van Christus, dan zal dat ook op 's Heeren tijd, op de rechte wijze openbaar worden. Daarom nooit er naar gejaagd, om toch maar van de menschen geijkt en erkend te worden als kind Gods. De Heere geeft zelf aan de zijnen daarvan het zegel en ken merk Is uw vasten, is-uw godsdienst, lezer nog slechts, om van de menschen gezien en ge prezen te worden Hoe zult gij bestaan in den dag, waarin alles zal verklaard worden. Verootmoedigt u voor Hem, voor wien alle dingen naakt en geopend zijn, met wien wy te doen hebben. En vraagt naar de Verlossing, die in Christus is. Nog is het voor uhet heden der Genade. Hulsebos. aa a gg. De vruchten. >Aan de vruchten zult gij ze kennen". Laten wij dan om het te kennen en te doen kennen eens een tweetal vruchten plukken van den boom van het Synodaal" Genoot schap De eene biedt ons, onder het opschrift »Iets nieuws", Nr. 6384 van De Standaard." Volgens dit bericht zal te Stiens na de leer rede voortaan publiek debat worden gehouden in het Kerkgebouw. En bericht werd tevens, dat Mr. Troelstra in dit debat zou optreden. Zeer consequent. Dit is geen uitwas, maar een vrucht. Een vrucht van het beginsel in dertijd uitgesproken in de beruchte Missive No. 662, dat in het Genootschap alles moet nagisten, wat in de wereld woelt. Natuurlijk dan ook de Godsdienstoefening veranderd in een politieke club. Maar dat is dan ook gisting en dus: openbaring van doodelyk bederf De tweede vrucht gewerd schrijver dezes uit brieven van leden zijner geliefde Kerk van Hien-en-Dodewaard. Men heeft daar indertijd beproefd, de on- geloovige Ringpredikanten met een vriende lijk verzoek te weren van den kansel, die men kun naar plicht en eed eenvoudig wei geren moestmaar (dewijl het Genootschap zijn Reglementen hooger stelt dan GodsWoord) niet weigeren kon of durfde. Het Kerkbezoek dezer (reeds bij geluovige predikanten slecht opkomende) (1) 1700 zie len groote Gemeente is er niet op verbeterd. Blijkens een courantenbericht en blijkens ge noemde brieven had een der ongeloovige pre dikers uit Tiel er Zondag 11 December jl. slechts drie hoorderessen. »Dat bij zoo wei nig belangstelling van de zijde der gemeen- (1) Hoogstens een 300.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2