vestiging zal plaats hebben D. V. op Zondag 5 Febr. 1893. Namens den Kerkeraad A. P. Ardon, Scriba. Verantwoording: van liefdegaven. In dank ontvangen bij Ds. J. D. v. d. Velden 40 cent voor de Zending, van een catechisant, die dit bedrag bijeengcspaard had door telkens de twintigste van zijn voordeeltjes af te zonderen voor dit doel. Een wijze van sparen die voor jongen cn ouden zeer is aan te bevelon en die ongetwijfeld een belangrijke bijdrage zou opleveren, die onder den zegen des Hee- ren de kerk in en buiten on9 vaderland ten goede zou komen. A. Krijger, Penningmeester. Contributies Orgelfonds. JANUAKI. Mej. J. C. Boutens f 11,05. M. Da me n a 5,60. t P. C. Tazelair 5,35. J. C. Boutens, 3noaandel r 7,—. r M. Damen, wekelijks 0,45. r J. C. Boutens u 0,221/#. f24,277* Diaconaal Hulpbetoon. Door Mei. K. aan ondergeteekcnde ter hand ge steld f3. Hartelijk dank aan de geefster. Mej. Verhage. Bezorgd bij den ondergeteekende eene gift van 1,60 van C. «J., voor de Vrije Universiteit. C. Veriiage, Corresp. Maandag 11. werd bij mij in den brievenbus ge vonden een papiertje met 2 rijksdaalders, zonder na dere aanwijzing voor welk doel. Zij de gever ol geef ster zoo goed, mij, al is het langs denzelfden weg, te doen weten, waarvoor deze gave bestemd is. Bij voorbaat hartelijk dank. J. D. v. d. Velden, Middelburg. V. D. JL B5. Ontvangen: voor de Zending, contributie f 1, uit dankbaarheid f 1, voor het school fonds, busje C. v. N. f 1,35. De collecte voor de weezen heeft bedragen f 17,98. Namens den Kerkeraad P. G. Laernoes Jr., Scriba. Maar ook nu weet ik, dat alles, wat gij van God begeeren zult, God u het geven zal. Joh. 10 22. [Ook nu.] Eene van de laatste preeken van Spurgeon was over deze twee woorden: »Ook nu". Martha sprak ze. Toen Lazarus was gestor ven en begraven, was haar geloof nog levend, en in spijt van alles, dat tegen haar was, ge loofde zij in Christus en zag tot Hem op om hulp in haren nood. De grond, waarop haar geloof rustte, was de macht van Christus in Zijn tusschenkomt by den Vader. Indien gij, in welken nood ook, u moogt verlaten op de tusschenkomst van Christus, gij zult eenen troost vinden, die u nimmer zal bedriegen. Nadat de prediker heeft aangetoond, dat Christus machtig is, om te verlossen van de grootste schuld en uit de diepste ellende, daar geen ding voor hem te wonderlijk is en niets Zijne Almacht perken kan stellen, eindigt hij Zijne toespraak met aan te toonen, dat het >ook nu" nog een tijd van hoop is, en waarom Vooreersthet Evangelie wordt nog ge predikt. Het ouderwetsch Evangelie is nog niet dood. Velen zouden den mond van Gods dienaren willen muilbandenmaar zij zullen dat nooit kunnen. Het oude Evangelie zal leven, wanneer zij reeds zyn gestorven. Wat is het oude Evangelie Het is, dat waar de zondaar onmachtig is om zich zeiven te hel pen of zich zei ven tot God terug te brengen, Christus gekomen is, om hem te verlossen dat Hij zijne zonden, die hem voor eeuwig doen verzinken in de hel, op zich heeft ge nomen en heeft gedragen aan het kruis, om den zondaar te brengen naar den hemel. In dien gij zondaar, in Hem moogt gelooven ook nu, zoo zal Hij u bevrijden van den vloek der wet, want, die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. Indien gij in Hem moogt ge looven, ook nu, Hij zal u een leven van za ligheid geven, dat nimmer zal eindigen, want, die in den Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven. Omdat dat Evangelie gepredikt wordt, is er hope voor u. De Heere moet door een goddelijk bevel de prediking van het Evangelie doen ophouden, eer Hij kan op heffen de vervulling van de belofte des Evan gelies aan een iegelijk, die gelooft. Geve u de Heere, nu daar een Evangelie is, het te mogen aannemen, te mogen aan nemen ook nu. Ten tweede: ik weet, dat er hoop is nu, ook nu, want Christus leeft. Hij zegtlk was dood en zie ik leef. Hij leeft tot in alle eeuwigheid. Christus heeft Zijn heerlyk werk volbracht. Hij is niet minder machtig dan toen Martha Hem ontmoette. Mijn Heere is daar heen gegaan, waar het gebed Hem zal vinden, met de sleutels van dood en hel aan Zijnen gordel en de Almacht Gods in Zijne rechterhand. Indien gy in Hem gelooft, Hij zal u door Zijne eeuwige kracht en Godheid verlossen, verlossen ook nu, alvorens gij dit huis des gebeds verlaat. Maar ook, ik weet dat het nu een tijd van hoop is, omdat het dierbaar bloed nog kracht heeft. Alle verlossing is door het bloed des Lams. De oneindige kracht van het voldoende offer is de reden, waarom zondaren mogen komen en gelooven in Jezus, ook nu. Indien dat bloed ware verminderd in kracht, ik zoude zoo niet kunnen of durven spreken. Maar ik kan en mag het ook nu met vertrouwen zeg gen, want het dierbaar bloed des Lams is bestemd, om al Gods uitverkorenen te reini gen van al hunne zonden. Hoevelen zijn reeds ingegaan in heerlijk heid door het bloed des Lams. Wanneer een kind Gods sterft, zal alleen dat bloed hem doen ingaan, onze eigene werken zijn voor ons onbruikbaar als staf, om daarmede den jordaan des doods door te gaan. Alle dege nen, die nu juichen voor den troon, hebben maar éénen grond en maar één lied zy rus ten op de verdiensten van Jezus Christus, en zij loven het Lam, dat geslacht is, door Wiens bloed zy zijn gereinigd en geheiligd, daar is geen andere weg van behoudenis dan deze. Ook nu heeft dat bloed kracht, om uwe zondeu weg te nemen. Christus is een vol komen Zaligmaker. Zyn dood heeft eene on eindige kracht. Doch, ook wensch ik u te herinneren, dat *ook nu" is een tijd van hoop, omdat de Geest, de Heilige Geest het hart kan vernieu wen. Hij is nog werkzaam, om te wederbaren en te heiligen. Hij kwam neder op den Pinksterdag, om in Gods volk te wonen, en Hij is nog nooit weder heengegaan. Hij is nog in Gods Kerk. Somtijds gevoelen wij Zijne almachtige kracht, meer dan op andere tijden, maar Hij is al tijd werkzaam. Diezelfde Heilige Geest is machtig »een nieuw hart" te geven, ook nu, om ook u een nieuw schepsel te maken in Christus Jezus, nu, op dit oogenblik Gelooft gy dat? Nog eens ik geloof, dat ook nu Christus u kan redden, omdat de Vader nog bereid is, om verlorenen te ontvangen. Nog, als van ouds, is de deur geopend en het beste kleed hangt gereed, om te worden geworpen om de schouders van den zoon, die uit het verre land wederkeert. Met welk een ver langen ziet de Vader langs den weg, of ook ten laatste sommigen van u wederkeeren O kendet gij de vreugde, die hen wacht, welke wederkeeren en het feestmaal, waar mede de tafel in het Vaderhuis is beladen, gij zoudt ook nu zeggen »Ik zal opstaan en tot mijnen Vader gaan". Gy zoudt reeds lang gegaan zijnmaar geprezen zij Zijne ontferming, waarmede Hij ook nu den verlo ren zoon aan Zijn harte drukken wil. Ten laatsteGij hebt niets mede te bren gen. Gij hebt niets te doen, gij hebt geene voorgaande heiligmaking noodig. Komt, ge lijk gy zijt, zonder eenige voorwaarde, alleen, omdat Hij u gebiedt te komen. Indien Chris tus verre weg ware, zoo zou de tijd, die aan sommigen uwer nog overig is, te kort zijn, om Hem te bereiken indien daar vele din gen waren, die gij voor alles haddet te doen, dan was uw leven wellicht ten einde, voordat gij er half mede gereed waartindien het geloof een krachtig geloof moest zijn, voor dat het de zaligheid verwierf, dan zoudt gij wellicht in de plaats van eeuwige wanhoop zijn, voor dat uw geloof den tyd had, om meer te zyn dan een mosterdzaadje. Maar Christus is niet ver wegHij is in ons midden. Gy hebt niets te doen, voor dat gy u aan Hem overgeeft, Hij heeft alles gedaan, en hoe zwak ook het waar geloof, het zal onmid dellijk de zaligheid doen genieten. Ook nu, moogt gij zalig worden voor eeuwig. Zekerlijk alle deze redenen zijn voldoende, om het*ook nu" voor u te doen zyn een tijd van hoop, zij het voor u ook een tijd van zaligheid. De Heere zeide tot Martha Heb Ik u niet gezegd, dat, zoo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult Martha zag die heerlijkheid. Gij zult haar ook zien, indien gy dat zelfde dierbare geloof hebt. Vrij naar het Engelsch. x H. W aas. Z E N DING. De volgende circulaire is door deputaten Synodi tot de Zending aan de Kerkeraden verzonden WelEerw. en Eerw. Broeders Deputaten Synodi der Gereformeerde Ker ken tot de Zending onder Heidenen en Ma- homedanen hebben, op hunne vergaderingen te 's Hage en Utrecht, in September en Ja nuari 1.1., in rijpe overweging genomen de uitzending van Broeder Dr. J. G. Scheurer, als Zendeling-arts naar Midden-Java. Dr. Scheurer ontving, als kweekeling der Utrechtsche Zending-Vereeniging, opleiding tot Zendeling. Omstreeks den tyd, dat hij, na volbrachte studie, zou worden uitgezonden kwam de Ned. Herv. Gemeente te Utrecht in doleantie, en omdat de hee'r Scheurer van harte en openlijk zijn instemming daarmede betuigde, werd hij door het Bestuur der ge noemde Zending-Vereeniging gedwongen, het Zendinghuis te verlaten. In den recht kerkelijken weg, werd hij nu door den Kerkeraad der Ned. Geref. Kerk van Utrecht aanbevolen bij Deputaten der Voorl. Synode van Ned. Geref. Kerken tot de Zending, en door dezen kwam hij in be trekking met de Ned. Geret. Zending-Ver- eeniging. Daar het bleek, dat Br. Scheurer bijzonderen aanleg had voor de geneeskunde, en daar er zoo dringende behoefte bestaat ook op Midden-Java aan Zendeling-artsen, werd besloten, hem als zoodanig te laten opleiden. Waartoe ook, onder de leiding des Heeren, een uitstekende gelegenheid geopend werd in verband met de Medical Mission Association te Londen. Als kweekeling der Ned. Geref. Zending- Vereeniging, vertrok de heer Scheurer, in Januari 1887, naar Londen, waar hij huis vesting verkreeg in de Slichting onder be stuur van Dr. J. M. Maxwell, den secretaris der bedoelde Medische Zending-Vereeniging. Na een jaar van voorbereidende studie werd hij toegelaten als stadent in de medicijnen aan het groote Londen-liospitaal, waar hij sedert zijne studiën vervolgde. In het najaar van 189- legde hij zijn eind-examina af, en verkreeg hy de diploma's van M. R. C. S. {Member of the Royal College of Surgeons) en L. R. C. P. {Licentiate of the Royal Col lege of Physiciansdie hem recht geven tot de uitoefening der genees-, heel- en verlos kunde, in al haar omvang, zoowel in Groot- Brittanje als in de Britsche Koloniën, en op welke hy in andere Engelsch sprekende lan den, zonder verder examen tot de praktijk der geneeskunde wordt toegelaten. Gedurende den tyd zijner studiën heeft hij zich in hooge mate de achting zijner professoren en mede studenten verworven. Met betrekking tot zijne uitzending is door Deputaten vooral in overweging genomen, dat de heer Scheurer werd opgeleid in ver band met de Ned. Geref. Zend. Vereeniging, om, zoodra hij zijne studiën zou hebben vol bracht, door die Vereeniging te worden uit gezonden als Zendeling-arts. Indien er nu geen sprake van ware, dat de Kerken den arbeid dier Zending-Vereeniging zullen over nemen, dan zou Dr. Scheurer nu doof haar

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1893 | | pagina 2