een in de collects 31 Dec.voor de plaats NN. f 2.-
Bezorgd bij J. J. Dockheer van NN. plaats f5.
J. «J. Doceheer.
OntvangeD voor de Zeuding bezorgd bij dhr. de
Wagemuker 800 gebruikte Postzegels.
A. Krijger.
In dank ontvangen voor de arme Friessche Visschers
bij Ds. v. d. Velden f2.en een Postwissel 's Her
togenbosch f 1. en in de collecte Kerstdagen f3,95.
J. A. v. Nederveen, diak.-boekh.
Vllssinffcn H Ontvangen voor 's Heeren
Loo f 0,25. Voor het tekort der Kerkel. Kas over 1391
^f2,50 Voor de arme visschers te Paesens en Modder-
fat f 1, f 1, fl, en f 0,50. Contributie Zending f2,50
1, f 1,25, fl,50 en fl. Voor het Schoolfonds f2,50.
Laat alle dingen eerlijk en met orde ge
schieden. 1 Corinthe 14 40.
Iu dit hoofdstuk heeft de apostel er op ge
wezen, dat het noodig is, de verschillende
gaven, die de Heere in de gemeente werkt,
ook op de rechte wijze te gebruiken. Inzon
derheid wijst hij er op, dat in de samen
komsten orde en deftigheid moeten heerscheu.
Want God is geen God van verwarring, maar
van vrede (waarvan Gods Waarheid is de
heilige band), gelijk in al de gemeenten der
heiligen 33. En nu spreekt de apostel in
dit laatste vers den algemeeuen regel uit,
waaraan alles moet beantwoorden, wat de
uiterlijke inrichting van het Kerkelijke leven
aangaat. Het moet alles welvoegelij k zijn,
alle verwarring moet worden vermeden. Ziet
hier dan ook den bljjvenden stelregel, naar
welken de uiterlijke inrichting van het Ker
kelijke leven moet geschieden. Hier ziet gij
de vrijheid der Kerk tegenover menschelijke
tyrannie. Toch is die vrijheid verre vau wil
lekeur, want al wat voor het uiterlijke leven
der Kerk wordt bepaald en aangenomen, moet
ook zijn naar Gods Woord. Het gaat dus
nooit aan, om eene goede Kerkenorde te
verwerpen, daar zij niet letterlijk in Gods
Woord staat. Neen, zij moet geëerbiedigd,
omdat zij is naar Gods Woord en gegrond
op dezen regelLaat alle dingen eerlijk en
met orde geschieden. Zeer juist spreekt hier
van ook onze Geloofsbelijdenis in artikel 32
Hierentusschen gelooven wijhoewel het nut-
lelijk en goed is, dat die Regeerders der Kerke
zijnonder zich zekere ordinantie instellen en
bevestigen tot onderhouding van het lichaam
der Kerk, dat zij nochtans zich wel moeten
wachten, af te wijken van hetgeen ons Christus,
onze eenige Meester heeft geordineerd. Enz.
Dat onze Kerken, door Godes goedertieren
heid in eenen weg van reformatie geleid, ook
in dit nieuw ingetreden jaar, wederom meer
naar den regel mogen leeren leven, dat alle
dingen eerlijk en met orde moeten geschie
den Het verloopen jaar heeft ons meer dan
een voorbeeld geleverd, wat schade en ver
bittering en verstrooiing het niet-eeren van
de goede orde en de gezonde leefregelen in
de Kerken tengevolge heeft. Laat ieder lid
maat met verloochening van eigen zin en wil
begeeren, dat het meer en meer in ons Ker
kelijk leven ga naar die leefwijze volgens
Gods Woord, die onze vaderen in hunne
Kerkenordeningen hebben getracht te beli
chamen.
Maar, het kan ook niet anders, of, waar
in onze Kerkelijke samenleving alles moet
geschieden naar den regel van Gods Woord,
zich ook van zelf die eisch doet gelden voor
ons maatschappelijk en huiselijk leven. Ook
hierin de ware vrijheid, maar deze is gebon
den aan, en gewaarborgd door Gods Woord.
O, mocht er recht gevraagd worden naar
deze rechte huis-orde. Het is hier de plaats
niet, om in uitvoerige bijzonderheden te tre
den. Maar wij mogen er wel op wijzen als
op eene algemeen gekende zaak, dat het hui
selijke leven nog zoo weinig in zijnen gang
en in zyne veelvuldige uitingen, den waren
Bijbelschen stempel draagt. Het zuurdeeg
van Gods Woord zal alle uitingen des levens
moeten doordringen en heiligen. Nergens
heeft het maatschappelijke en huiselijke leven
zich zoo degelijk, zoo eenvoudig geopenbaard
en ontwikkeld dan juist daar, waar het ge
reformeerde beginsel mocht doorwerken.
Dit is dan ook de reden, waarom de ver
woestingen, die het ongeloof op maatschap
pelijk en huiselijk gebied in andere landen
op groote schaal doet aanschouwen, bij ons
nog niet in die mate worden gezien. Zij
stuiten nog af op den gereformeerden zuur-
deesem of liever, het schriftuurlijk beginsel,
dat door Gods genade nog hier en daar aan
wezig is. Toch moet er ernstig gewaarschuwd
worden, opdat het overblijfsel niet verloren
ga en hetgeen overig is, worde versterkt.
Laat alle dingen eerlijk en met orde ge
schieden in uw huisgezin, naar den Woorde
Godsen het leven, het huiselijk en maat
schappelijk leven, zal steeds meer kalm en
klaar worden, er zal vastheid en frischheii
komen in den gang van zaken, zegen zal er
zijn in de opvoeding van het kroost en in
al uw doen.
Maar ook in het persoonlijk leven behoort
deze heerlijke regel te gelden: Laat alle din
gen eerlijk en met orde geschieden. Godzalig,
rechtvaardig en matig zal Gods volk door
Gods genade wandelen. Maar ook in alle
beslissingen, die moeten worden genomen,
mag nietluim of willekeur of eigenliefde
of zwakheid den doorslag geven, maar alleen
de geopenbaarde wil Gods.
Echt Pelagiaansch is hetzich door allerlei
omstandigheden en tijdelijke indrukken te
laten regeeren O, dit moet onze begeerte
zijnde vastheid van gang en leven te ver
krijgen van het kind Gods, dat zijnen gang
bestiert naar 's Heeren wetten.
Laat alle dingen eerlijk en met orde ge
schieden. Dit woord wijst bij steeds dieper
indenken op de bron van al onzen jammer
en ellende De zonde is de wanorde, die wij
aanrichten tegen Gods Heilige Orde in Zijne
Wet. Blijft men een onverzoende zondaar,
schrikkelijk zal de eeuwige rampzaligheid
zijn.
Bij de bekeering wordt den mensch zijn
verkeerde weg openbaar. Hij heeft het gansch
verdorven en verderft het nog. Dan verkrijgt
hij vrede, als hem Christus wordt toegerekend
door 't geloof, die de Wet heeft volbrachten
gehoorzaam was aan den Vader, tot den dood
des kruises.
En nu zal Hij ook krachtens zyne vereeni-
ging met Christus door den Heiligen Geest
in nieuwe gehoorzaamheid wandelen.
Kent gij die gehoorzaamheid
as: 5* Z£.
Een nieuw jaar
Een nieuw jaar! Wat rijkdom van terug
blikken Wat ernstige blik voorwaarts
Wat bracht het jaar 1892 ons veel öp
het gebied der Kerk.
De drie Amsterdamsche Synoden. De ver-
eeniging der twee Gereformeerde Kerken
groepen. De eigenaardige verhouding tot de
Overheid. De veelheid van Classicale ver-
gadèringen en Particuliere Synoden. De ge
heel nieuwe indeeling des lands in geheel
nieuwe of ten deele gewijzigde Classicale
Combinatiën. De drukke arbeid van velerlei
Deputaten. De velerlei bemoeiingen op het
gebied der Zending. De wederkeer van Br.
Cachet uit Indië en de eerste indruk zijner
vele ervaringen. De ineensmeltiug van vele
Kerken. De wisseling van vele personen.
In 1892 is geleefd. Wat zal 1893 brengen
Kerkhofstilte Inzinking na spanning Be
treurend terugzien Moedeloos neerzitten
Phariseesch zelfvoldaan zijn De ontsnoerde
beurs dichtrygen, omdat het warme hart af
koelt en inkrimpt
Zoo wij wanen »wij zijn er al," dan voor
zeker ja! Zoo wij beselfen »wij beginnen
pas," dan door Gods genade, neen!
Hij make onze kracht 2 Koningen 2 14
En in deze kracht zij Philippensen 3 14
onze leuze Vergetende hetgene achter is, en
strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik
naar het wit tot den prijs der roeping Gods,
die van Boven is in Christus Jezus."
Oud- Gereformeerd.
Oud-Minister beteekentVoorheen Minis
ter, maar nu niet meer. Oud-schoolopziener
voorheen schoolopziener, maar nu niet meer.
Oud-leerling: Voorheen leerling, maar nu
niet meer. Oud Gereformeerd beteekent dus
volgens de regelen der Nederlandsche taal
Voorheen Gereformeerdmaar uu niet meer.
Hoe droevig juist die naam vaak is, is in
December des vorigen jaars gebleken. Toen
zijn in »De Standaard" verschenen adverten-
tiën, waarin zich noemende predikanten en
kerkeraadsleden met terzijdestelling van alle
kieschheid en schuchterheid in het heilige
Matthëus 7 6 ten zeerste overtredende, el
kander eens even in het publiek hardhandig
onder handen namen over teedere vragen en
mysteriën. Vervolgens zijn in De Standaard"
en in »De Heraut" twee groote, elkander
bestrijdende advertentiën geplaatst, en einde
lijk heeft een der betrokken predikanten, de
heer M. Ozinga Dzn., de handelingen van
zijn hem afzettenden collega A. van den
Oever, in een vlugschrift openbaar gemaakt.
Dewijl de Gereformeerde Kerken met deze
ongereforraeerde handelingen niet te maken
hebben, gaan wij op nadere bizonderheden
niet in. Alleen het leit, dat deze twee
groepen van Oud-Gereformeerden per adver
tentie afzettingen enz. behandelen zegt reeds
genoeg in beider nadeel. Daarbij komt het
feit, dat de groep, die den heer Ozinga be
schermt, onder hare voormannen twee wegens
scheurmakerij uit de Geref. kerken ontslagen
oefenaars heeft, de Heeren J. Jansen en J.
van Drunen. En aan de andere zijde is zulk
een hardheid en verwardheid, dat het vognis
der »Eere presentatie" (met alle Gerefor
meerden bekennen wij, niet te weten, wat
dit is) zeer zeker niet Christelijk en niet
Gereformeerd heeten kan. Zij bevestigt de
afzetting neen erger de ex-communica
tie t»van M. Ozinga Dzn." Zij beweert
dus, hem buiten het rijk van Christus te
sluiten. En deze weemoedige daad (gesteld
al, dat zekere bezwaren onjuist zijn, en het
terecht geschied zij van pijnlijke rechts-
oefening besluit zij met de öf verluchte of
nijdige woorden»alzoo voor ons zedelijk
doodzij zyn dus gelukkig van hem af
In hetzelfde fraaie stuk vermeldt zij, dat
hun gemeente een door de Ned. Wet, Staats
blad van 8 October 1868, op zichzelf staaude
gemeente is." Zóó erg is zelfs het „Synodaal
Genootschap" nog niet aan den Staat ge
boeid
En eindelijk heeft zy gelegenheid gesteld
om een Eerevergadering te houden." Evenals
alle Gereformeerden, weten wij ook niet, wat
dit beteekent. Indien er echter prediking bij
mocht te pas komen, zou wel de beste text
zijn »Ikabod. De eere is weg."
Waarom wij hierop wijzen
Opdat alom openbaar worde, dat de Gere
formeerde Kerken niet met zulke praktijken
willen te doen hebben opdat het Gerefor
meerd beginsel er niet om gelasterd worde.
Men bedenke wel, deze dwalenden zijn niet
Gereformeerd', maar »Oad-Gereformeerd dat
wil zeggen zy begonnen Gereformeerd maar
zijn het nu niet meer.
Ten tweede, om te wijzen op de schuld
(en onze en onzer vaderen medeschuld) van
de Gereformeerde Kerken sints 1816, die door
eigen verbastering oorzaak zijn, dat zulke
dwalende Broederen met hare zonden geen
vrede konden hebben en nu door gebrek
aan schriftuurlijke en dus Gereformeerde, on
derwijzing het spoor bijster geraakt zyn.
Ten derde, om te waarschuwen tegen het
staan naar oefeningen" en oefenaren", waar
door aan de Kerkeraden het geschikte per
soneel onttrokken, aan warhoofden en opge-
blazenen de weg tot scheurmaking geopend
(ja bijna zelfs onvermijdelijk gemaakt,aan
de Kerken velerlei ellende, en aan vele zie
len tijdelijke en zelfs eeuwige schade berok
kend wordt.
Ten vierde, om den Oud-Gereformeerden
Broederen (onder wie soms zoo liefelijke kin
deren Gods schuilen) toe te roepen, dat zij
uit Richteren 1721 leering zullen trekken.
Wanneer er »geen Koning in Israël" is, doet