Uit Kerk en School.
Classisvergadering duurzaam bestond, in plaats
van by de sluiting geheel ontbonden te 'we
zen. Zoo zou men tot Classicale Besturen
terugzinken. Het eerste is bedenkelijk, om
dat er Independentistische willekeur uit zou
ontstaan in strijd met Art. 31 der Kerken
ordening.
Een derde bedenking geldt de formulieren
voor attestatien, bij genoemden uitgever ver
krijgbaaromdat daarin van »het lidmaat"
wordt gesproken. Inderdaad mag tegen dat
koude »het" wel eens geprotesteerd en meer
nog tegen »lidmaat" voor lid". Hierdoor
toch zou men tot de dwaze (met de 1ste
Doopvraag strijdende) meening komen, dat
een niet ten H. Avondmaal toegelatene geen
lid der Kerk zou zijn.
Ons is onbekend, of in onze Zuidelijke
Kerken een der genoemde stukken gebruikt
wordt. Maar tegen de verkeerde beginselen,
in genoemde woorden blijkende, mag ook in
het Zuiden nog wel eens gewaarschuwd.
KerkbladBazuinHeraut en Kerkbode
In de Kerkbo-Je voor Overijssel en Drenthe
wordt gewezen op een dwaling eener Zuid-
Hollandsche Classe. Deze toch wilde aan de
Zuid-Hollandsche Kerkbode haar verslag
niet afstaan; omdat dit in het kerkblad be
hoorde.
't Ware wel te wenschen, dat alle Kerken
even voorzichtig zich aan gesloten contracten
wilden houden. Dan behoefde »De Heraut"
niet langer opname van offlcieele berichten
te weigeren, en werd »De Bazuin" niet lan
ger ontsierd door een breeder of smaller
streep offlcieele berichten van Kerken, die
daarmede de overeenkomst schenden te Am
sterdam in Juni 1892 gesloten voor des
Heeren aangezicht.
Genoemde Classis dwaalde echter in haar
besluit. In de organen der gezamenlijke
Kerken (Bazuin en Heraut) kan zonder zonde
tegen God en menschen geen officieel bericht
worden geplaatst, tenzij het eerst in »Het
Kerkblad" zij verschenen In de Kerkboden,
de organen der plaatselijke of gewestelijke
Kerken wel. Zij zijn in genoemde overeen
komst niet opgenomen, en hinderen ook Het
Kerkblad" (het eenig officieel orgaan onzer
gezamenlijke Kerken) niet in het minst.
Droeviger echter dan deze kleine dwaling
is de geheel onverdiende onwil, waarmede
men soms Kerkboden tegenwerkt alsof de
Redactiën van de Zuid-Hollandsche, de Zui-
der, of andere Kerkboden dit werk uit baat
zucht deden in plaats van uit zelfopoffering.
En ernstiger wederom dan deze dwaling
jegens personen is het vergrijp aan de ge
meenschap der Kerken, wanneer men nóch
in het Kerkblad, noch in de Kerkbode zijn
verslagen inzendt. Waarmede men de zus
terkerken van de ergerlijkste onverschilligheid
beschuldigt, en tevens haar het kweeken van
belangstelling onmogelijk maakt.
De Classen, die zoo in verzuim bleven (o. a.
eene in Zeeland en eene in Brabant) hebben
ongetwijfeld deze bedoeling niet. Toch zou
den de gevolgen verderfelijk worden.
Verkeerde toestanden.
Een onzer bladen vestigde onlangs de aan
dacht op het verkeerde, om »de Kerk uit te
blijvenwanneer eenige persoon of zaak, den
Kerkverzuimer tegenstaat Wij wenschen in
éénen adem hierbij te noemen het schrijven
van >beleedigendeongeteekende brieven
Aan deze twee kunnen wij duidelijk zien,
hoeveel de Kerkelijke toestanden zijn en wor
den verbeterd. Zij vloeien toch uit dezelfde
bron Gemis aan rechtszekerheid. Wrevel
over gebrek aan gelegenheid om zich uit te
spreken.
Op zich zelve ligt in deze zeer gcddelooze
zaken iets zeer treurigs En om de zielen
der schrijvers of wegblijvers mag het u leed
doen. Maar terugdenkend aan het oude»uit
de Kerk blyven", omdat er geen leertucht
mogelijk was onder het ongereformeerd Ge
nootschap en de andere tucht er geheel zaak
van willekeur was, gevoelt Gij met een zucht
van verlichting, dat die goddelooze toestand
voorbij is. Ieder kan nu recht bekomen langs
den weg der Dordtsche Kerkenordening, en
hangt daarbij niet af van willekeur, maar
weet zijn zaak gebonden aan Gods Woord
en heeft daarbij ter verklaring, de Gerefor
meerde Belijdenisschriften en Kerkenordening.
Broeders, d e nu (gelijk de bedoelde Hol-
landsche) wegblijven", bezondigen zich drie
dubbel. Zij zondigen èn tegen Hebreeën 10
2529, èn door lastering van Gods werk in
de Reformatie, èn door een zich onttrekken
aan de van God gestelde orde.
Naarmate wij meer van den Genootschaps-
zuurdeesem bevrijd worden, mindert dan ook
deze misstand.
Ongeteekende brieven komen zelfs wel niet
meer voor. Wij ontvingen ze althands alleen
van kennelijk anti-gereformeerde zijde. En
verblijdden ons over dit feit, dat in onze
Kerken de verzoeking hiertoe niet meer be
staat. Wat de Genootschapsleden betreft,
onderdrukt en rechteloos als zij zijn, zien zij
geen anderen weg, en zijn het niet beter ge
wend. Arme zielen De Heere geve hun vrij
making uit het gevangenbuis F.
Theologische School en Theologische Faculteit.
Het is eene weldaad voor de Gereformeer
de Kerken, dat zij door haai; tegenstanders
zoo scherp op de vingers worden gezien.
Uit de critiek van vijanden toch valt dik
wijls veel te leeren. Ook deze critiek zal ons
ten goede komen.
In de zaak der tot stand gekomen veree-
niging van Gereformeerde Kerken en alles
wat met haar samenhangt, kan men echter als
veiligen regel aannemen, dat wanneer bladen
als »de Gereformeerde Kerk" iets afkeuren,
dat afgekeurde ons het begeerde moet zyn.
Wat die bladen toch in deze zaak afkeu
ren vreezen zij in den regel, omdat zij er
gevaar in zien voor hun Genootschap.
Zoo was het vóór Mei 1892, vóór de Ge
nerale Synode te Arasterdam.
Wat een roepen toen, dat de Ned. Geref.
Kerken nu in de scheiding terecht zouden
komen Wat een aandoenlijke klachten over
de Chr. Gereformeerde Kerken, die nu wel
haast door de Doleantie zouden opgeslokt en
verteerd worden
Zoo ook nu weer.
Nauwelijks wordt door enkele broeders op
het noodzakelijke van ineensmelting der The
ologische School te Kampen en der Theol.
Faculteit van de Vrije Universiteit gewezen,
of men komt in het geweer.
Ieder gevoelt het belang dezer ineensmel
ting. Ieder gevoelt hoeveel door haar de Ge
reformeerde Kerken winpen zouden.
Ook de mannen, die in het blad van dr.
Hoedemaker schrij ven, gevoelen het. En waar
zij het gevoelen, daar komen zij voor den
dag.
Zekere G. is in het blad van dr. Hoede-
maker hun tolk.
Hij schrijft »Wat het einde zal zijn is
nu reeds te voorzien. Een Universiteit te
Amsterdam kan het natuurlijk niet afleggen
tegen eene School te Kampen
Kan men niet tot algeheele opheffing der
laatste komen, welnu dan mag ze als voor
bereidende klasse dienst blijven doen en ko
men al de jongelieden ten slotte van Am
sterdam.
Daar heeft men gelegenheid de studenten
ook de lessen aan de Stedelijke Universiteit
te laten bijwonen, daar kunnen ze proino-
veeren enz.
Toen de vereeniging tot stand kwam, wer
den de Chr. Gereformeerden meermalen op
dit gevaar gewezen en velen zeiden dan
Kampen zullen ze wel .laten staan, maar de
lui zitten nu eenmaal in het schuitje, en de
hoofdmannen zullen hun wel aan 't verstand
weten te brengen, dat ze mee moeten varen."
Voelt ge wel
De ex-Chr. Gereformeerden zijn weer in
beklag.
Zij zullen de dupe worden.
O wat zouden de mannen van »de Gere
formeerde Kerk in de handen wry ven van
genot, als zy door zulke taal de broeders
eens tegen de broeders konden opruien, en
eene toekomstige samensmelting van Theo
logische School en Theologische Faculteit
tot schade der Gereformeerde Kerken kon
den tegenhouden.
Houden die Gereformeerde Kerken echter
de oogen maar goed open en laten zy uit al
zulk boos pogen maar te beter verstaan, dat
zij op den goeden weg zijn, wauneer zij ern
stig en bedachtzaam de samensmelting van
Theologische school en Theologische Facul
teit zoeken.
Bijbels in onze Kerkgebouwen.
Reeds lang heeft het my en velen met mij
gehinderd, dat zoo weinigen een Bijbel in de
Kerk by zich hebben. Het is zeker een be
wijs van diep verval, dat dit zoo is. Het is
voor menigen kerkganger onmogelijkom
den tekst na te gaan, en het tekstverband
te vatten, zoo dikwijls uit het Oude Testa
ment gesproken wordt. Zulks is niet best
bevorderlijk tot het recht verstand van Gods
Woord.
Al bedoelt men het niet zoo, toch is het
eene zekere minachting omtrent het Oude
Verbond, die men aan den dag legt. Ook
getuigt het niet van groote behoefte, om den
zin des Woords goed te verstaan. Vooral,
daar het in de Schrift dikwijls op een woord
zeer aankomt, is het nazien van de Schrift
onmisbaar.
Misschien denkt deze of geneMaar ik
kan niet met zulk een dik boek loopen. Dat
kan zijn. Maar dan kan men er een Kerk
bijbel op na houden. Bijbel^ zyn goedkoop
genoeg. En als dan ieder een vaste plaats
krijgt, al is het voorgeefs, dan bestaat daar
geen bezwaar voor. Of men zou ook in een
huis bij de kerk of by den koster zyn Bijbel
met zijn naam er in, kunnen 'deponeeren.
Laat men toch de dierbaarheid van Gods
Woord erkennen en beseffen. Dat boek is
ons levensboek en moet niet slechts gelezen,
maar onderzocht en doorkropen worden, on
der voorlichting des Heiligen Geestes, zal het
ons tot stichting en tot ware vertroosting
zijn. P. v. A.
Bovenstaande woorden van ds. Ploos van
Amstel nemen wij met veel instemming uit
de Friesche Kerkbode over.
Ook ons hinderde het reeds lang, dat bij
de bediening des Woords zoo weinig bijbels
in de Kerkgebouwen gevonden worden.
Men brengt wel een boek mee, waarin de
boeken des Nieuwen Testaments staan en de
berijmde psalmen, maar den bijbel brengt
men niet mee. Bracht men toch den bijbel
mee, dan zou men een boek meebrengen,
waarin niet alleen de boeken des Nieuwen,
maar ook die des Ouden Testaments staan.
De bijbel bestaat toch niet uit 27, maar uit
66 boeken.
Wij gelooven, dat het goed zou zijn als
wij eens op eenmaal van die doorgeknipte,
van die halve bijbels af konden komen en
weer hadden den geheelen bijbel en daarach
ter de berijmde Psalmen.
Behalve toch. dat men met zoo'n halven
bijbel dikwijls bij de bediening des Woords niet
terecht kan, werken die halve bijbels nog
deze groote schade, dat zij de boeken des
Ouden Testaments in minachting brengen.
Dit hebben zij onder het Genootschap lang
genoeg gedaan.
Om dit te doen, waren zy onder het Ge
nootschap eigenlijk ook uitgevonden.
Daar toch liggen de reglemente i op tafel
en wat met die regletioenten strijdt moet
zachtkensaan opgeruimd worden. Eerst de
boeken des O. Testaments en straks die van
het Nieuwe.
Maar ook met deze Synodale uitvinding
hebben wij te breken.
Het Woord, dat God ons gegeven heeft,
hebben wij hoog te eeren.
Laten wij toonen, dat wij het hoog hou
den, door weer compleete bijbels mee te ne
men naar onze bijeenkomsten. W.