Aanwezig zijn achttien Kerken, vertegenwoordigd
door vijf en dertig afgevaardigden.
In het raoderamen zijn gekozen, tot Praeses da. v.
d. Hoorn, tot scriba ds Wolf, tot assessoren ds. de
Jager en ds. Hommer.
Be korte predikatie te houden door ds. v. d. Velden,
kan wegens de vele werkzaamheden der vergadering
niet gehouden worden.
In de eerste plaats worden een drietal ingekomen
stukken met klachten uit een drietal Kerken behan
deld.
Daarna komen de rapporten aan de orde.
a. Rapport van de cook missie tot indiening der j
begrooting voor het volgend jaar.
De begrooting der uitgaven f400 wordt goedgekeurd.
De regeling der inkomsten zal worden herzien.
Bij deze regeling zal tot maatstaf van omslag voor
elke Kerk worden aangenomen, het zielental der in
elke Kerk tot het H. Avondmaal toegelatenen.
b Rapport van de Deputaten voor de hulpbehoeven
de Kerken.
Besloten wordt om in het jaar 1893 uit de Kas
voor hulpbehoevende Kerken te ondersteunen de
Kerken van Vrouwepolder en van Domburg.
c. Rapport van de Deputaten voor de goedkeuring
van beroepingen en het ontslag van vertrekkende
Dienaren. Door hen is namens de Classis eene attes
tatie uitgereikt aan ds. Wolf naar de Classe Rotter
dam.
d. Rapport der Deputaten tot regeling der vaca
tuurbeurten van Januari 1893 tot Juli 1893.
e. Rapport inzake de nog niet ontkomen Kerken.
f. Rapport der deputaten naar de Prov. Synode
in Augustus 11.
g. Rapport inzake de »Zuider-Kerkbode'.
Aan de orde komen de voorstellen.
Een voorstel van Serooskerke (B) om telkens op
de classikale vergadering bij de omvraag te infor-
meeren naar de zaak der samensmelting van twee
of meer plaatselijke lOrken, wordt aangenomen.
Op voorstel van Middelburg (A) wordt door de
vergadering een depntaat benoemd voor de Prov.
Kas ter ondersteuning van hulpbehoevende krank
zinnigen. Benoemd wordt de br. diaken De Rijcke
uit Middelburg.
Aan de Geref. Kerk van Grijpskerke wordt de
voorloopige goedkeuring der Classe gegeven op de
aldaar tot stand gekomen samensmelting der beide
Geref. Kerken.
Aan de Geref. Kerk van Serooskerke (B) wordt
tot consulent aangewezen ds. Hulsebos aan die van
Oostkapelle ds. Gommer; aan die van Arnemuiden
ds. de Groot.
Ds. de Jager zal de Kerk van Gapinge met de ca-
teehesaties helpen.
Op de vraag van Serooskerke (A) of kinderen van
ouders die geen van beiden tot eene Geref. Kerk
behooren, door ons mogen gedoopt worden, bestaat
groot verschil in den boezem der vergadering.
Ds. Oosten zal namens de vergadering op ait punt
het advies inwinnen van een der hoogleeraren aan
de Theol. school en evenzoo van een der hoogleeraren
aan de Vrije Universiteit.
Op de vraag van diezelfde Kerk kan het bezwaar
opleveren, als men den H. Doop bedient vóór den
Dienst des Woords en niet na den Dienst des Woords,
antwoordt de vergadering, dat het aan het oordeel
van elke Kerk wordt overgelaten of er vóór of na
den Dienst des Woords zal worden gedoopt.
Op de vraag van diezelfde Kerk of er niet gelet
moet worden op zuivere uitgaven van onze formu
lieren, waarin bijv. in de laatste vraag van het doop*
lormulier niet gevraagd wordt*of gij niet belooft
en u voorneemt', maar of gij niet beloolt en voor u
neemt', antwoord de vergadering met de Kerken op
te wekken om te zorgen voor zuivere uitgaven der
formulieren.
De regeling van het ondërzoek volgens art. VIII
D. K. O. zal op voorstel van Middelburg (C) op de
Provinciale Synode worden gebracht
De vergadering besluit, dat een Kerk die zonder voor
kennis der Classe tot het beroepen van eenen Dienaar
des Woords overgaat, als het straks blijkt dat zij
zich als hulpbehoevend aanmeldt, uit de kas voor
hulpbehoevende Kerken niet zal worden ondersteund.
Op een vraag der Kerk van Koudekerke worden
deputaten benoemd om de volgende vergadering met
advies te dienen.
Op eene vraag van Middelburg (A): is eene Kerk
verplicht eene attestatie aan te nemen van iemand,
die des Zondags werkzaam is antwoordt de Classe
krachtens het kerkverband der Geref. Kerken, be
hoort een ieder, die met attestatie uit eene andere
Geref. Kerk, die met ons in kerkverband leeft, in
komt, toegelaten te worden tot de Kerk bij welke
hij zich aanmeldt.
Schendt hij den sabbath, dan moet hij daarna Ker
kelijk behandeld worden, teneinde hem tot bekeering
te brengen.
De omvraag naar art. 41 D. K. O. wordt gehouden.
De Kerk van Veere zal de Kerken voor de vol
gende vergadering saam roepen.
De voorzitter spreekt namens de vergadering aan
Ds. Wolf hartelijke woorden toe, met het oog op
diens aanstaand vertrek uit deze classis.
Te ongeveer tien uur des avonds is deze vergade
ring gesloten.
Ds. Wolf heeft de dankzegging gedaan.
Namens de Vergadering,
J. H. M. G. WOLF.
Bij gecommitteerden voor de zending in dank
ontvangen van C. j. f 1,02.. a. Krijger.
In hartelijke dank ontvangen van Mejuf. M. 3 mans-
hemden. Zusterkring.
Verantwoording van liefdegaven.
Door den Boekh. van de Kerkelijke Kas in dank
ontvangen in de collecte 20 Nov.: van M. P. voor
de plaats f2,50, S V. voor de plaats fl,J. M. P.
voor de plaats f2,50.
In de collecte 20 Nov.: Voor twee plaatsen van
N. N. f' 1,50. Bij Br. Maljaars voor de plaats van
N. N. f 0,50. J. J. Dockhekr.
Vertrouwt niet op prinsen, op des men-
schen kind, bij hetwelk geen heil is.
Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot
zijne aardete dien zeiven dage vergaan
zijne aanslagen.
Welgelukzalig is hij, die den GodJakobs
tot zijne hulp heeft, wiens verwachting^ op
den fleere, zijnen God is. Ps. 14*33-5.
Wij hebben hier allereerst eene krachtige
vermaning, om niet op menschen te vertrou
wen en natuurlijk op geen schepsel. In de
taal van onzen Catechismus gesprokeneene
vermaning, om ons vertrouwen van alle crea
turen af te trekken. Dat wil niet zeggen,
dat wij aan onze medemenschen en vooral
aan hen, die boven ons staan, niet de be
hoorlijke achting en eerbied zouden moeten
bewijzen, of dat wij in den middellijken weg
niet van hen zouden mogen verwachten, wat
Cod, de Heere, ons door hunne hand wil
doen toekomen, of dat wij, tot verkrijging
van het dagelijksch brood, niet zouden mogen,
ja moeten doen, al wat de hand vindt om te
doen in 's Heeren weg en gunst, neen, maar
hier wordt geleerd in het Heilig Blad, dat
ons vertrouwen niet mag zijn op het schepsel.
De Almachtige is onze Onderhouder en Ver
zorger. Hij, die ons heeft geschapen. Het
komt Zijne eere te na, indien ons vertrouwen
is op het schepsel. En wie of wat is dat
schepsel De psalmist noemt hier het meest
aanzienlijke onder de schepselen, opdat het
onbetrouwbare van het schepsel in het alge
meen zou blijken. Is eenmaal gebleken, dat
zelfs prinsen ons niet kunnen helpen, dan
behoeft dit van geen enkel ander schepsel
meer te worden bewezen. Hierbij komt, dat
David zelf een vorst was en dus bij ervaring
wist, wat vorsten zijn, waar de mensch door
gaans zooveel van prinsen verwacht. Zij zijn
menschenkinderen, zondig in hen zeiven, on
betrouwbaar, uit Adam. Bij hetzelve is geen
heil, bij hetzelve is geene hulp in het tijde
lijke en stoffelijke,' tenzij God de Heere het
er toe in staat stelt en gewillig maakt, bij
hetzelve is geen raad en hulp en uitkomst
bij onze zielsbenauwdheden, in geestelijken
en eeuwigen dood en ellende. Hoe ijdel, om
ook maar in eenige zaak op hen te vertrou
wen Als de dood het koninklijk paleis bin
nen treedt, dan staan de geleerdste genees-
heeren radeloos en hunne bulletins moeten ge
tuigen, dat ook de prinsen stof zijn en op
Gods wenk tot stof wederkeeren. Te dien
selven dage vergaan zijne aanslagen. Zijne
aanslagen, dat zijn zijne plannen, voorne
mens, gedachten, van wat aard ook. De arm,
die helpen zoude, hoe machtig hij ook moge
geschreven hebben, zinkt machteloos neder
in het graf.
Naast de hoogsten onder de menschen
kinderen is ook de hoogste behoefte genoemd
heilzaligheidverlossing. Hoe zou dan van
het schepsel als zoodanig iets te verwachten
zijn
En zoo is toch de mensch van nature, hij
vertoornt God door 't schepsel te eeren in
plaats van den Schepper.
En ook hoe bedroeft hierin ook 't kind
Gods nog vaak den Heiligen Geest
Alleen door genade wordt geleerd op den
Heere te vertrouwen. Daarom heet het
Welgelukzdlig is hij, die den God Jakobs tot
zijne hulpe heeft, wiens verwachting op den
Heere zijnen God is. Zijn wij van nature
vleeschelijkdib is geestelijk. Ook wordt hier
de Heere de God Jakobs genoemd, vooreerst,
omdat het geestelijk zaad Abrahams Hem
alzoo leert kennen en op Hem vertrouwen en
omdat de Heere zoo inzonderheid in Jakobs
lotgevallen zich heeft willen toonen als Redder
uit alle nooden, als den God des verbonds,
den God des worstelenden Gebeds, den God
des beproefden geloovigen.
De psalmist wijst op de almacht Gods.
Zijn de prinsen ijdelheid, ja nietig stof. Hij
heeft den hemel en de aarde gemaakt, de zee
en al wat in dezelve is. Ook wijst hij op
de onveranderlijke trouw Gods, Hij houdt
trouwe tot in eeuwigheid, trouw aan Zijn
Verbond, Zijn Woord, Zijne beloften. Alle
beloften Gods zijn in Christus Jezus ja en
amen, Zijnen volke. En ziet hier ook eenige
der werken van den Almachtige en Getrouwe,
waarmede Hij Zijne almacht en trouw in
Zijn verbond aan Zijn volk openbaart.
Die den verdrukte recht doetdie den hon
gerige brood geeftde Heere maakt de gevan
genen los. De Heere opent de oogen der blin
den de Heere richt de gebogenen op. De
Heere heeft de rechtvaardigen lief. De Heere
bewaart de vreemdelingen. Hij houdt den wees
en de weduwe staande. Doch de onverander
lijke in genade over Zijn yolk, is ook de on
veranderlijke in heiligheidder goddeloozen weg
keert Hij om. Draagt Hij 't menschdom in
lankmoedigheid, het is om Christus wil, is
Hij Zijn volk genadig, het is in Christus
Zijnen Zoony den Borg, den Middelaar.
Is zulk een Hulp, zulk een Uitredder u
begeerlijk Hij wordt alleen gekend in den
weg van bekeering en geloot in den Heere
Jezus Christus. Hij wordt door Zijn volk
gekend als den God Jakobs. Leert door Gods
Geest uwe zondaarsnooden en den rijkdom
van Christus kennen. En worde het u uit
genade gegeven, in Hem te gelooven. Laat
dan af van het schepsel, welks adem in zijne
neusgaten is. Welgelukzalig is alleen hij,
die den God Jakobs tot zijne hulpe heeft,
wiens verwachting op den Heere zijnen God
is. O, let er op, dat gij ook zult moeten
leeren weten en zeggen, dat die God uw
God is.
Alle dingen zijn onder 't heerlijk Godsbe
stuur. Ook de tegenwoordige tijdsomstan
digheden, 't is alles ten goede van Zijn volk.
Het gebrek aan werk en de moeilijke voor
uitzichten moeten hen beschaamd doen staan.
Ook zij vertrouwden nog maar al te veel op
prinsen, op des menschen kind. Maar met
die beschaming, zal de Ontfermer hun de
vertroosting geven. Uw God o Zion is van
geslachte tot geslacht. H.
EC M E* 3K.
De noodzakelijkheid van Zending onder Hei
denen en Mohammedanen.
In een samenkomst van eenige Broeders
werd de vraag gedaan, welke houding toch
door de Deputaten voor de Zending onder
Heidenen en Mohammedanen zou worden
aangenomen tegenover den reusachtigen om
vang van Batavia, Midden-Java, Soerabaya,
en Soemba. Een der Broeders oordeelde
men moest in dezen groote voorzichtigheid in
acht nemen, en niet anders het arbeidsveld
der Gereformeerde Zendingvereeniging over
nemen dan in zooverre men er de tering
naar de nering kon zetten. Anderzijds werd
er op gewezen, dat Deputaten der Gerefor
meerde Kerken in Nederland in dezen geen
keuze hadden. De Kerken, die in Generale
Synode samengekomen deze Deputaten be
noemd hebben, hebben toch aan hun benoe
ming de volgende besluiten doen voorafgaan
»Art. 1. De Ned. Geref. Kerken dragen
het Zendingsgebied op Midden-Java aan de
de gezamenlijke Kerken over."
[Dit gebied nu omvat blijkens de besluiten
der Voorloopige Synoden van Leeuwarden en
's Gravenhage, geheel het arbeidsveld der
Ned. Geref. Zendingsvereeniging].
Art. 2. De gezamenlijke Kerken wijzigen
het getal deputaten voor de Zending aldus,
dat de deputaten, die beiderzijds hiervoor
zijn aangewezen, thans samen door de Gene
rale Synode voor deze zaak gecommitteerd
worden.
Art. 3. De collecten der gezamenlijke Ker
ken vloeien in de kas der gemeenschappelijke
Zen dingscommissie.
Art. 4. Uit die kas wordt, voor zoolang
het contract met de Ned. Geref. Zendings
vereeniging duurt, uiterlijk tot de volgende
Generale Synode, aan de Ned. Geref. Zen
dingsvereeniging uitbetaald eene som, gelijk