Uit Kerk en School.
hier kent en ziet, alleen bestendig. Het Woord
beteekent hier de Schriftende gebeele open
baring Gods, met derzelver bedreigingen, maar
ook met derzelver beloften. Het is het Woord
van den Drieënigen VerbondsGod, die hier
genoemd wordt: onze God. Dat Woord wordt
hier genoemd in onderscheiding van alle men-
schelijke wijsheid en menschelijke inzettingen,
die zullen vergaan. Dat Woord wordt hier
genoemd, bijzonder met het oog op de vol
heid van genadegoederen, die in Christus aan
Gods volk zijn gegeven, en die in hetzelve
aan dat volk worden bekend gemaakt en
krachtiglyk toegezegd. De apostel Petrus,
in zijnen eersten brief deze profetie aanha
lende, schrijft Maar het Woord des Hee-
ren blijft in der eeuwigheiden dit is het
Woorddat onder u verkondigd is. Dat Woord
blijft in zijne kracht, wat ook moge veran
deren en bezwijken.
Het bestaat, dat is het blijft staande te
midden van alle stormen en aanvallen. Het
zal zijn heerlijk werk verrichten. De hemel
en de aarde zullen voorbijgaanzoo spreekt
God, de Zoon, maar Mijne woorden zullen
geenszins voorbijgaan. Ma'th. 24 35. Geen
tittel of jota van de Wet zal voorbijgaan,
totdat het alles zal zijn geschied. Het Woord
onzes Gods bestaat in der eeuwigheid. Dit wil
zeggen: de Heere zal Zijn Woord al de
eeuwen door en ten einde toe in het midden
Zijner Kerk laten en doen blijven en alles
wat daarin is vervat, inzonderheid alle heil
beloften en heilgoederen, hebben een eeuwig
durende, onwankelbare waarheid en kracht.
Waarde lezer! De natuur rondom ons pre
dikt wederom op krachtige wijze de gewich
tige waarheid van ons tekstwoord in zinrijke
beeldspraak. De huilende storm, het schuife
lend gebladerte, het korter worden der dagen,
de nevelen, die het uitzicht benemen Het
gras verdortde bloem valt af. Al de heer
lijkheid en de goedertierenheid des menschen
vergaat. Misschien is het ook bij u reeds de
herfst des levens Zoo niet, hoe spoedig is
die herfst daarEn wordt niet menig leven
in den morgenstond of op den middag afge
sneden
Hebt gij reeds dien troost, dat het Woord
Gods blijft in der eeuwigheid Wanneer de
Geest des Heeren blaast in uw eigen werk
en eigen waan, dan znlt gij uwe vergankelijk
heid en zonden leeren kennen. Die den wille
Gods doet, blijft in der eeuwigheidMaar
ook 's Heeren bedreigingen blijven. Wee!
die den wil des Heeren heeft geweten en,
niet gedaan
Weg dan met alle eigene wijsheid en alle
eigene gerechtigheid Zalig, die niets willen
weten dan Jezus Christu9 en dien gekruisigd.
Moge ook in deze dagen meer en meer dui
delijk worden, hoe er op ieder gebied een
terugkeeren behoort te zijn tot de beginselen
van Gods Woord
Moge ender Gods volk, al wat niet is naar
de reinheid des heiligdoms, verdorren en af
vallen.
Wij gedenken dezer dagen de Hervorming
van voor 375 jaren. Hoe toonde de Heere
toen krachtig de waarheid van dit Zijn Woord.
Het gras verdortde bloem valt af, maar het
Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.
En de Heere heeft het door alle volgende
tijden en ook in deze eeuw in de gerefor
meerde Kerken dezer landen getoond. Volk
Godswat onnadenkelijk voorrecht, dat u
dat Woord wordt gepredikt en is geheiligd
aan uw hart En weet hetHij blijft de
Getrouwe Het Woord onzes Gods bestaat in
der eeuwigheid.
H.
derhalve op de Classis Arnhem van 5 Oct.
jl. een schrijven over de overtreding van Art.
15 K. O. door het scheurmakend optreden
van dezen Broeder. Ook in Gelderland bleek
de behandeling zijner zaak zeer noodig. Na
onderzoek is derhalve door de Kerken der
Classis Arnhem-Nijmegen eenstemmig de vol
gende resolutie aangenomen
»De Vergadering der Gereformeerde Ker
ken in de Classis Arnhem, wettig samenge
komen op Woensdag 5 October 1892, ge
hoord den inhoud van het schrijven der Classis
Utrecht, dd. 16 Sept. 11. en bekend met
soortgelijke handelingen van Ds. F. P. L. C.
van Hingen, als in den voormelden brief
vermeld staan, en die door hem gedaan zijn
in andere Gereformeerde Kerken binnen en
buiten deze Classe,
betreurt het zeer, dat Ds. F. P. L. C. van
Lingen niet gehoord heeft naar de broeder
lijke raadgeving, hem gegeven, zoo in pu
blieke geschriften als in private correspon
dentie en ontmoetingmet name naar het
woord, dat de Kerkeraad der Gereformeerde
Kerk van Nijmegen tot hem gericht heeft;
wenscht van heeler harte, dat deze dwa
lende broeder nog moge wederkeeren van de
verkeerdheid zijns wegs en ophoude in de
bediening des Woords en der Sacramenten
op te treden tegenover de Gereformeerde
kerken in Nederland, en niet voortga scheu
ring te weeg te brengen in den kring der
kerken die nu te saam vereenigd zijn
benoemt drie deputatenom met hem nog
maals over deze zaak te spreken in den geest
der liefde
doch ziet zich gedrongen naar eisch van Gods
Woord en de Kerkenordening ie verklaren, dat
br. van Lingen voorloopig niet langer het recht
bezit om in de Gereformeerde Kerken het
Woord en de Sacramenten te bedienen
en acte nemende van de mededeeling van
br. v. Lingen, dat hg zich niet meer be
schouwt in Kerkelijke gemeenschap te staan
met de Gereformeerde Kerk van Nijmegen
en de Gereformeerde Classis Arnhem, ook
harerzijds de toegang tot het H. Avondmaal
voor hem sluit."
Droevig maar onvermijdelijk Zegene de
Heere de pogingen van Ds. v. d. Zande, Ds.
Breukelaar, en de ouderling Roelants om
dezen, zoo droevig dolenden Broeder weder te
brengen
Droevigmaar onvermijdelijk.
Na zijn bestrijdend optreden tegenover de
Gereformeerde Kerken, bleef de Heer Ds. van
Lingen ook nog in dezê Kerken optreden.
Natuurlijk kan dit in deze Kerken niet lang
duren. Nu er tucht kan geoefend, moet dit
ook geschieden. Uit de Classis Utrecht kwam
Kerkelijke tucht.
Het besluit der Gereformeerde Classis Arn
hem inzake Ds. van Lingen, doet duidelijk
de tegenstelling uitkomen tusschen Kerkelijke
tucht en Genootschapsafstraffing. Welk een
verschil tusschen dit stuk en de vonnissen
der Classicale en z. g. hoogere Besturen
Deze Bestuursvonnissen omslachtig en breed
sprakig Genoemd Classisbesluit kort en een
voudig. De eersten vol ophefmakend en bu
reaucratisch machtsvertoon, blijkbaar zich
behagend, en genottelijk zich verlustigend in
eigen macht en gewioht. Het tweede ernstig
en sober, maar juist hierdoor zoo waarlijk
machtig.
De eersten met kennelijke onoprechtheid
soms van leedwezen gewagend, en voldaan
indien maar de uitwendige schijn gered is.
Formalistisch en koud afpassend en nareke
nend, of de gelegenheden tot boetvaardigheid
vermeld in Artikel zooveel zijn opengesteld
en opengelaten (soms zelfs deze kleinigheid
»vermanen tot berouw" wel eens vergetend)
en indien hierin een of meer Artikelen maar
niet overtreden zijn, verder volslagen onver
schillig voor de vraag of de gevonnisde ze
ook zou gebruiken. Het tweede daarentegen,
aantoonend, hoe oprechte moeite is aange
wend, om den verdoolde terecht te brengen,
en van een leedwezen gewagend, dat onloo
chenbaar in menig harte leefde.
De Genootschapsvonnissen alleen rekening
houdende met Regieraentsartikelen. Het Gere
formeerde Classisbesluit in de eerste plaats
met Gods Woord.
De Genootschapsvonnissen louter Bestuurs
maatregelen zonder geestelijken achtergrond
noch doel. Het Classisbesluit een handhaving
van des Heeren Woord en Sacramenten in
grijpend tot in de toegang aan het Heilig
Avondmaal.
De Genootschapsvonnissen maatregelen om
gevaarlijke lieden onschadelijk te maken en
lastige lieden kwijt te raken. Het vonnis der
Gereformeerde Kerken, ook een keeren, en
met vrij wat meer kracht en klem, (immers
wat Gods Kerke bindt op de aarde, is naar
Matthëus 16 19 in deze ook in den Hemel
gebonden!), van het verderfelijke; maar
voorts bij het ernstig vermanen een niet los
laten (veelmin afstooten) maar een dringend
smeeken, een smeekend achternagaan om te
rug te halen.
Helaas, dat dit juist een voorheen zoo
voortreffelijk Leeraar gelden moestZegene
de Heere den arbeid der Deputaten in dit
Liefdevonnis vermeld
En ga het gebed der Kerken op voor de
zen dwalendenBroeder en zijne mededwalenden
Fijnaart.
Tot onze vreugde kunnen wij inzake de
onlangs besproken vervolging onzer Broede
ren in Fijnaart mededeelen, dat de Kanton
rechter te Zevenbergen hun ten tweedenmale
recht heeft gedaan. Op het ongerijmd bewe
ren door hun tegenpartij geuit alsof wie los
was van den Kerkeraad, daarom toch nog niet
los was vaD de Kerkvoogdij, opgenomen in
Nr. 35 van dit blad, heeft de Kantonrechter ge
antwoord door eerst in een reeks overwegin
gen zijne beschouwing te geren over de be-
teekenis van het »zich voegen bij de Neder-
duitsche Gereformeerde Gemeente", maar
daarna ten aanzien van het punt in quaestie
eenvoudig uitgesproken: »dat nu wel de
eischeres heeft beweerd, dat zulks (nl. door
een zich losmaken van den Kerkeraad en de
Besturen niet meer behooren tot de door
hem Hervormde Kerk genoemde Genootschaps-
afdeeling) niet opgaat, waar sprake is van
stoffelijke belangen", maar »dat niemand kan
worden aangeslagen, die niet tot de Kerk
behoort, zijnde eene afscheiding op dit punt
tusschen geestelijke en stoffelijke belangen
ondenkbaar wat ten overvloede nog blijkt
uit art. 12 Reglement op het beheer."
Andere uitspraak ook maar te onderstellen
zou voor den Kantonrechter beleedigend ge
weest zijn. 't Ware te ongerijmd, te onrecht
vaardig geweest. Toch zij hem voor deze
plichtsbetrachting, waar zoovelen ons onrecht
deden, onze dank gebracht. Bovenal echter
den Heere de dank, Die ook nu weêr den
Zgnen ten schild is geweest tegen deze
kleingeestige kwellingen F.
Beroepente Nieuwveen c. a., K. B. van
Diemen te Bodegraven Ate Zaandam, J. J.
Impeta te Alfen a. d. Rijn te Scheveningen B,
J. Osinga te Gouda B te Driessum, E. Krop-
veld te Alblasserdam te Veen woudster wal,
W. de Jong te Dalfsen te Oudemirdum, Z.
Hoek, cand. V. U.te Franeker B, W. Ren-
kema te Rijnsburgte Ferwerd, M. Hum-
melen te Enumatilte Biezelinge, I. Contant
te Alkmaarte Puttershoek, P. den Boer te
Melissant.
Aangenomennaar Hollum, J. T. Tuinstra,
leerend Ouderling te Midslani (Terschelling)
naar Tienhoven, door P. M Ochtman, rustend
pred. te Amsterdam naar Charlois, door D.
Tom te Moordrechtnaar Idskenhuizen, door
E. J. Koppe. cand. T. S.naar Augustinusga
ca, door H. J. Schoolland, rustend pred. te
Dordrecht; naar Middelharnis, door G. J.
Weyenberg te Puttennaar Capelle a. d.
IJssel, door M. v. d. Boom te Dussen naar
Delft, door A. H. Gezelle Meerburg te Gro
ningen Anaar Workum, door A. Veen-
huizen te Langeslag.
Bedanktvoor Leerdam B, door C. de Gooqer
te Nunspeetvoor Kampen, door R. Loman
te Herwijnen; voor Hoogeveen, door J.
Osinga te Gouda voor Emlenkamp, door L.
Bouma te Ter Neuzenvoor Monster, door