10e maand. Genderen. Juli. Helmond. 's Gravenmoer. Iielenaveen. 's Hertogeuboscli. Breda. Klundert. r Helmond. lie maand. Nieuwendijk. Aug. Helenaveen. Sleeuwijk. r lireda. Tilburg. u Helmond. Vrijhoeven-Capelle. Helenaveen. lie maand. Waardhuizen. Sept. Breda. Werkendam. Helmond. Willemstad. Helenaveen. Zevenbergen. Breda. Predikanten en Kerkengelieven deze lijst nauwkeurig na te gaan en te bewarendaar dit de ojjicieele mededeeling is van toege het moderamen der Prov. Synode. Namens het moderamen der Prov. Synodegehouden te 's Bosch, C. S. BOSSAssessor. Vlissinjjen 15. De collecte voor de weezen keelt opgebracht de somma van t 22,79' 2. Namens den Kerkeraad, J. P. Brand Smitii, Scriba. In dank ontvangen voor de Kerk f 1, f2 en f9. J. Pellb, Boekhouder k. k. Aan de Gereformeerde Kerken in Noord-Brabant wordt bij dezen herinnerd, dat ter Provinciale Synode door de gezamenlijke Kerken is besloten, dat elke Kerk minstens eenmaal per jai-r een collecte lioude voor ^Inwendige Zending en Bijbelcol portage inNoord- Brabant en Limburg". Zij verzoeken, oat men de opbrengst dezer door uitbreiding van arbeid dubbel noodige collecte, zende aan den eersten ondergetee- kende. Klande°i?ab09Ch' s«Pte"iberl892, Js. van der Linden. J. H. Feringa. Ondergeteekenden,<Ioor de Particuliere Synode van Noord-Brabant en Limbarg aangewezen als Deputatén voor Hulp behoevende Merkenmaken bekend dat alle aanvragen om iiulp moeten gericht worden aan het adres van den Heer It. HANE Czn. te Willemstad. De Dep. v. Hulpbeh. Merken, J. 4. GOEUBLOËb. M. DANE Cz. C. VAN WIJNEN. A. SCHOUTEN Wan. Door gecommitleerden voor de Zending ontvangen 1100 gebruikte postzegels van eene dienstbode. A. Krijger. Diaconaal Hulpbetoon. In dank ontvangen door mej. Verhage, een mantel en zes jongensonderbroeken van N. N. Die met zijne tong niet achterklapt. Ps. 15 3a. De voorafgaande veertiende psalm beschrijft bet algemeen bederf onder de menschenkin- deren, maar gewaagt in tegenoverstelling hiervan van bet geslacht des rechtvaardigen, en eindigt met het verlangen naar de verlos sing Israels uit Zion, naar het heil, dat God Zijnen volke uit genade uit Zijn hemelsch Zion zendt. De vijftiende psalm geeft ant woord op de vraag Wie tot het geslacht des rechtvaardigen behoortwien dat heil uit Zion is beschoren. Het zijn de uitverkorenen Gods, die door Gods genade in den weg der ver lossing die kenteekenen dragen, welke in de zen psalm zoo heerlijk worden aaneengescha keld. Men vergelijke den vier-en-twintigsten psalm, bij de overbrenging van de ark naar Zion gedicht, en Jesaja 33 1316. De eerste twee verzen bevatten den ganschen inhoud vau den psalm in eene schoone sa menvatting, het is de korte inhoud. Een psalm van David, lleere! wie zal verkerven in uwe tent Wie zal wonen op den berg uwer hei ligheid Die oprecht wandelten gerechtigheid werkten die met zijn hart de waarheid spreekt. En hierop volgt dan nu de ontwikkeling, aantoonende hoe het geslacht des rechtvaar digen op verschillend gebied het nieuwe le ven, dat uit God is, openbaart. Terwijl het einde isDie deze dingen doet, zal niet wankelen in eeuwigheid. Degene, bij wien deze vruchten der genade door Chris tus gevonden worden, hij zal niet slechts op Zion, maar als Zion zijn gefundeerd, hij zal in de tenten des Allerhoogsten wonen en noch dood noch oordeel zullen hem van zijne plaats van voorrecht en zegen doen wijken. Tot de ziekelijkheden en tot de afwijkingen van onzen tijd in de gereformeerde Kerken behoort ook het weinig achten van deze vruchten des Heiligen Geestes. Alle aandacht wordt gevestigd, en dat is goed, op ellende en verlossingmaar zoo iveinig, en dit is droevig, op het stuk der dankbaarheid. En dit is toch een onmisbaar kenteeken van uit den dood tot het leven te zijn overgegaan niet meer te leven in de zonde, maar ijverig te zijn tot alle goed werk. Vandaar dan ook, dat gedeelten der Schrift als deze vijftiende psalm in hunne ontzet tende en waarschuwende beteekenis, maar ook in hunne bestiering en vertroosting zoo wei nig meer worden gekend. Dat ook hierin verandering moge komen en ook in d^zen de gevangenis worde ge wend. Juist in de miskenning van het derde stuk der leer ligt de oorzaak der traagheid om tot reformatie te komen, en daarin voort te gaan. Och dat Israels verlossing uit Zion kwatne Als de lleere de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeeren, dan zal zich Jacob verheu gen, Israël zal verblijd zijn. Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid Die met zijne tong niet achterklapt. Kenne lijk beweegt de psalmist zich hier vooral op het gebied van de tweede tafel der wet. De kinderen Gods maken wel eens een on derscheid, alsof de ILeere minder zou letten op de heiliging van de tweede tafel dan wel op die van de eerste tafel. Maar de Heere Jezus wijst dit onderscheid als zondig af, waar Hij spreekt van het tweede, dezen gelijk. O neen de ware vreeze Gods leert voor alle geboden Gods buigen en de II. Geest leert ze de verlosten van Christus allen betrachten. Onder de eerste zonde tegen den naaste wordt hier de achterklap genoemd. Dit is dan wel eene hoofdzonde, en hoe gering wordt zij geachtOnder de eerste kenmerken van eenen wedergeborene wordt genoemdhet nalaten van den achterklap. Het is eene zeer algemeene zonde, maar die in de eerste plaats in het genadeleven zal moeten worden bele den, betreurd, bestreden en uitgeroaid. Zinrijk is de aanduiding voor het achter klappen in de oorspronkelijke, Hebreeuwsche taal. Het heet daar eigenlijkeen rondgaan van huis tot huisom liefdeloos over den naaste te praten, en dingen te zeggen, die op de tong liggen, maar brandenom er af te ko men. En op die tong komen de woorden uit het hart met deszelfs booze bedenkingen. Die achterklap is zware zonde. Zij wordt nader verklaard als kwaad doen aan rnedgezellenaan hen die met banden des bloeds, ja wellicht, wanneer Gods kind nog weder in die zonde valt, aan hen, die met banden des Geestes aan ons zijn verhonden En nog meer bizon der wordt dit kwaad beschreven als eene smaadrede opnemen tegen den naaste, dat is schimp of smaad over iemand brengen, hem verachtelijk maken, hem zijne eere ont nemen. Dit is veel zwaarder zonde, dan iemand openlijk eenig kwaad aan te doen of iets te ontnemen. Een goede naam is beter dan goede olie. Het opzettelijk liegen ten nadeele van den naaste, hetzij in zijne tegenwoordigheid of afwezigheid noemt men laster. Tusschen den achterklap en den laster is maar als éene schrede. Men komt gereedelijk van het eene tot het andere. Op het gebied der wereld is achterklap in ruwer ot fijner vorm aan de orde van den dag. Maar, moest er nu geen onderscheid zijn, als men komt op het heilig erf der Kerk Immers ja Het staat duidelyk in Gods Woord, hier bizonder in psalm vijftien. Die met zijne tong niet achterklapt. En toch openbaart zij zich nog zoo krachtig. Zij zal moeten worden uitgedreven. Zp zal tot schuld moeten worden en worden afgelegd in de kracht des Heeren. De Kerkeraden, die we derom tot bet oefenen der tucht naar Gods Woord zijn mogen komen, zullen er van we ten te getuigen, wat schade en moeite de achterklap in Gods Kerk te weeg brengt en hoezeer daardoor den Naam des Heeren on eer wordt aangedaan. Gevaarlijke zonde l waartegen meestal zoo weinig is te doen door de Kerkelijke tucht. Maar des te meer moesten zij, die God vreezeu, dit kwaad in zijne beginselen, waar het in hunne omgeving, in hunne woningen doordringt, tegenstaan en uitroeien Achterklap, het liefdeloos bespreken van den naaste, zijne omstandigheden, zijne ge breken, misschien wel van de drïjfveeren, waardoor hij handelt en dit of dat doet, hij welt op uit het goddeloos, natuurlijk bestaan. Hij verraadt onoprechtheid, liefdeloosheid en onbekeerlijkheid. Bij velen is het eene tweede natuur geworden. Alles wordt aangegrepen, om er over te spreken. Dit verraadt een ge brek aan den waren ernst, aan kennis van de dingen van het Koninkrijk Gods. De achterklap. Gods volk leert hem ken nen als zonde, maar zij zijn nog vaak zoo ontrouw in het bestrijden er van. Zij zijn zoo zwak en, is het te verwonderen, door zwakheid laten zij zich soms medeslepen, zeer tot hun schade en zelfbeschuldiging. O mocht ook met kracht tegen dezen kan ker, knagende aan het welwezen der Kerk, de strijd worden aangebonden. Allereerst door ook in de mogendheid des Heeren dezen overgebleven zuurdeesem uit te zuiveren uit eigen boezem. En dat om de eere Gods, om de rust en den bloei der Kerk, maar ook om eigen vrede. Wie is de man, die lust heeft te levendie dagen liefheeft om het goede te zien Bewaar uwe tong van het kwaad, en uwe lippen van bedrog te spreken. En laat het onderling onderhoud zijnde waarheid, de werken, de oordeelen Gods. Overwint het kwade door het goede. Al wat liefelijk is, al wat wel luidt, datzelve bedenkt. Sprekende onder elkander met psalmen en lof zangen en geestelijke liederen, zingende enpsal- mende den lleere in uw hart. Lezer mogen deze regelen een der vele schuilhoeken van uw zondig hart voor u heb ben geopend Wij hebben den Borg noodig, die smaad en laster droeg, als straf voor de zonden Zijns volks. O worde Hij door ge nade u bij aanvang en toeneming onmisbaar. En leert gij, vrijgekochten des Heeren meer en meer de kenteekenen dragen van de ware Zionskinderen, om dan ook ten volle den troost te genieten, die hier, reeds hun deel is en het helder uitzicht op die heerlijkheid, die hun is voorgesteld. H. 3 El B ij belco Iportage. Beide om de leeringen, waarvoor zij zich niet mogen aansprakelijk stellen, en om de gepleegde partijdigheden, waarvan zij geen medeschuld kunnen op zich laden, kunnen de Gereformeerden in Nederland niet langer samenwerken met de Bijbelvereeniging voor Noord-Brabant en Limburg. Zullen zij dan zich van den arbeid der Bijbelcolportage in deze gewesten onthouden? Maar hoe zou dan de Koning der Kerk hun rekenschap vragen van het bloed hun ner Broederen Duizenden bij duizenden gaan in deze gewesten een eeuwig verderf tegen door Rome's onware leer en door de leer vrij heid van het Hervormd Genootschap. Dui zenden bij duizenden onteeren in ongeloof en bijgeloof en allerlei zondedienst den heerlij ken Naam onzes Gods. Hoe zouden dan de Gereformeerden vragen>Ben ik mijns broe ders hoeder Vooral wij Gereformeerden, die door Gods genade den Bijbel kennen en erkennen als het Woord van God, en het middel waardoor God Zich op voor den mensch ter zalig heid onmisbare wijze te kennen geeft, zijn geroepen dit Woord te brengen, waar het niet is en door on- en bijgeloof geweerd wordt. Of zouden wij van de veel meer dan 700,000, wien in deze gewesten GodsWoord een gesloten boek is, oordeelen, dat Gods Woord voor hen minder noodig zou zijn Nu heeft de Provinciale Synode van Noord Brabant 12 Augustus 11. geoordeeld, dat de

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 2