Uit Kerk en School. Breede-weg-lieden>Gij ziet de slechtsten van den weg aan het begin. Uwe reisge- nooten zullen u beter voorkomen, naarmate Gij meer vordert. Het is alleen omdat Gij aan zulk gezelschap niet gewoon zijt, dat Gij er een afkeer van hebt". Deze ontdekking hebben ook onze Broe deren gedaan. Sommigen zijn, helaas, reeds ver gevorderd. Eerst (in de dagen van Ring- nalda en Roodhuijzen) werd tot zelfs in de vergadering der Haagsche »Synode" nog ge tuigd tegen het ongeloof. Maar na de af snijding der »doleerensgezinden" begon een periode van zwijgend getuigen". Dat ging veel beter. Dr. Bronsveld had schier geen woorden genoeg, om de broederlijke gezind heid te prijzen. Broederlijke gezindheid tus- schen belijders en bestrijders, tusschen zwij gende herders en verscheurende wolven In dit jaar wordt de ongeloovige predikant Perk met bijna algemeene stemmen tot voorzitter gekozen. De orthodoxen, die nu »niet weg- loopen" zooals de Doleerenden maar getrouw zijn zouden, hebben dus geheel zonder nood zaak zeiven een volslagen ongeloovige tot hoofd hunner Kerk gekozen. En eindelijk strijden zij nog vóór dezen modernen prediker tegen hun eigen Broede ren. Waar de Synodale" Kerkeraad van 's Gravenhage op de aanvrage om een Kerk gebouw voor een openbare godsdienstoefening ter opening der Synode", antwoordt met toestemming, mits er geen ongeloovige in optreedt, wedijveren de ^getrouwe" en ortho doxe Prof. Muller en Ds. César Segers om de treurige eere van als kampvechter der on- geloovigen een motie voor te stellen en aan genomen te zien, tegenover hen, die voor de waarheid tegen de leugen partij kozen. Zal nien nu gaan inzien, dat bij machtige geestelijke en kerkelijke bewegingen geen sprake kan zijn van blij ven, waar men is". Zij, die tot leuze hebben, »wij willen maar blijven, waar wij zijn," terwijl de Heere de Zijnen tot voorttrekken aanmaant, ervaren te laat, dat zij uit de rijen der Israeliten in de geledjren der Egyptenaren verdwaald, straks zelfs tehuis geraakt, zijn. Niet »blijven, waar wij zijn" en evenmin, »jagen naar ver andering" maar gaan, in de wegen door des Heeren Woord gewezen, is de eisch van den Heere onzen God. Een geestelijke Synode De Haagsche Synode" is steeds geeste lijker geworden. Eerst was zij van alle ver toon van Godsvrucht vrij. Vervolgens ver zond zij reeksen soms zelfs bijna aandoenlijk vrome circulaires aan hare onderafdeelingen. In 1892 gevoelt zij zelfs behoefte, om hare samenkomsten te openen met een openbare godsdienstoefening in de Willemskerk. Kan het geestelijker Slechts enkele ongeestelijke kleinigheden zijn er nogDe vrome circulaires waren on derteekend namens haar, door den bekenden ongeloovigen Predikant Koch uit 's Hertogen bosch. Hare maatregelen waren te allen tijde onveranderlijk vóór de bestrijdersen tegen de belijders der waarheid. De meerderheid harer leden bestond uit ongeloovigen. Tot haar voorzitter koos zij ook den modernen Waalschen predikant Perk. En haar eigen Kerkeraad te 's Gravenhage vertrouwde haar de Willemskerk nog niet voor één spreek beurt toe maar stelde er de voorwaarde bij »Laat dan geen ongeloovige daarin optreden". En deze geestelijke Synode" nam dezen ijver voor Gods waarheid zeer kwalijk. Zij stond te hoog voor zulke voorwaarden. Blijkbaar was haar hoogheid van meer gewicht dan Gods waarheid. Wie kan, zonder zelf den Heere te ver loochenen, nog dulden, dat aan zulk een Synode" de geestelijke belangen van meer dan 1300 gemeenten met ruim 2 millioen zielen zijn prijsgegeven Trouw zijn De Genootschapskerkeraad te 's Gravenhage heeft inderdaad een levensteeken gegeven. Een teeken, dat de conscientiën niet zoo ge makkelijk tot zwijgen te brengen zijn. Een teeken, dat hope geeft op een toekomst, waarin ook onze tegenstaande Broederen, voor zoover zij nog niet aan de Breedeweg-reizigers ge wend zijn, nog eens zullen opwaken. Is dit nu bewijs, dat men ook zonder bre ken met de Genootschaps-reglementen en be sturen »getrouw zijn" kan? Maar is dit dan getrouw zijn Inder daad het is een overwinning voor de conscien tiën der commissieleden, die be-loten de Willemskerk niet open te stellen voor een ongeloovige, nu zij er niet reglementair toe te dwingen waren. Maar hoe, in de vele ge vallen, waarin men wèl reglementair te dwin gen is Men weigert een Kerkgebouw voor één keer aan één ongeloovig predikant maar tegelijk eert men Besturen en Reglementen, die aan honderde ongeloovige predikanten de macht geven om op honderde plaatsen (des noods zelfs tegen den uitgedrukten wensch der gemeenten in) de grofste ongeloofspredi- king te brengen. Een ongeloof zóó kras, dat bijv. in het aan ongeloof gewende Hien- en Dódewaard nog onlangs een deel der wei nige hoorders het Kerkgebouw verliet, omdat het niet langer was aan te hooren. Men bemoeilijkt aan een Synode" het ge bruik van het Kerkgebouw om haar ongeloof en onbetrouwbaarheid, en eert tegelijk deze zelfde vergadering (in str.jjd met Gods Woord bovendien als hoogste macht over geheel de Kerk. Zij is te slecht om haar één spreek beurt toe te vertrouwenmaar goed genoeg om haar alle spreekbeurten en alle belangen van alle gemeenten te laten beheerschen. Men bemoeilijkt één ongeloovig predikant in één spreekbeurt. Maar voorts laat men hem en al zijn geestverwanten ongemoeid. En hun leerlingen laat men bij menigten toe tot Avondmaal en stemrecht. Wanneer dezen straks een Kerkeraad kiezen, die wèl een ge bouw openstelt voor een ongeloovige inlei- dingsprediking op een ongeloovige Synode", waar is dan de beteekenis gebleven van het hedendaagsch trouwbetoon der mannen, die hen hebben toegelaten »Moet zelfs de goedfhartigste", vraagt de Zuid-Hollandsche Kerkbode, »hier niet onwil lekeurig denken aan de mug en den kemel Ons is die kemel te groot! Toch verheugen we ons in de mug, die nu in den Haag gevangen is". Niet langer te verzuimen. Het antwoord der Regeering op de kennis geving onzer Generale Synode kon niet eer der maar moet dan ook nu hier opge nomen worden Departement van Justitie. Ie Afdeeling. 's Gravenhage, den 14den Juli 1892. No. 132. Bijlagen. Men wordt verzocht, bij de aanhaling van dezen brief dagtetkeningafdeeling en nummer nauwkeurig te ver melden. Naar aanleiding van de door de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Ne derland en door de Deputaten dier Kerken bij adressen aan de Koningin-Weduwe Re gentes d. d. 17 en 18 Juni j. 1. gedane mededeelingen, heb ik de eer HH. Deputaten voornoemd te berichten dat de Regeering kennis draagt lo. van de samenvloeiing in eenzelfde Kerk verband van de beide groepen van Gerefor meerd* Kerken, die dusver elk onderscheiden lijk vertegenwoordigd werden door de Synode der Christelijk Gereformeerde Kerk en door de Yoorloopige Synode van Nederduitsch Ge reformeerde Kerken, en van den daaruit voort spruitenden overgang van beide Synoden in een vereenigde Synode, die den naam draagt van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland; 2o. van de bij voormelde adressen overge legde naamlijst van Kerken in de onderschei dene provinciën des Rijks, welke thans door deze Generale Synode vertegenwoordigd wor den, en voortaan niet meer de onderscheiden namen van Christelijk Gereformeerde en Ne derduitsch Gereformeerde Kerken zullen dra gen, maar met weglating van alle bijvoeging zullen heetenGereformeerde Kerken 3o. dat wat aangaat de regelen voor in richting en bestuur, deze Kerken thans alle samenleven onder rigueur van de Gerefor meerde Kerkenordening, gelijk die laatstelijk op de Synode te Dordrecht in 1619 bevestigd is, behoudens die noodzakelijke uitzonderin gen, waarvan indertijd door onderscheidene Kerken en met name door de Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk, bij missive van 15 December 1891 aan de Regeering mededeeling is gedaan en 4o. van de aanwijzing van Deputaten van de Gereformeerde Kerken in Nederland voor de correspondentie met de Regeering tot op het eerstvolgend samenkomen der Kerken in Generale Synode, zoomede van het juiste adres dier Deputaten. De Minister van Justitie, Aan SMIDT. Heeren Deputaten van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Niet erg aangenaam voor de ongeloovige Haagsche Synode van het ongeretormeerd Kerkgenootschap een geloovige Synode van Gereformeerde Kerken bij de Regeering, zon der miskenning gelijk voorheen, bekend te zien. Hoe heeft de Heere reeds aanvankelijk onze gevangenis gewendBeware Hij ons nu voor verslappenF. Het volgende door ds. Sikkel in de Zuid- Hollandsche Kerkbode geschreven, brengen wij onzen lezers onder de oogen. Het is niet te kras. Het is de waarheid. Sic transit gloria Arme Haagsche Synode Wat beleefde die zoogenaamde Synode in de Willemskerk te 's Gravenhage eenmaal dagen van glorie Maar die glorie is nu voorbij. Toen Koning Willem I leefde, die door zijne autoriteit op onrechtmatige wijze dat bestuur aanstelde, om Christus' kerk te slui ten in den stok en te waken, dat zij niet ontkwam, toen blonk er op het gelaat dier valschelyk genaamde »Synode" een glans als ware zij zelve een koninginne. Hoe heeft zij met den vinger naar de straf wet gewezen, toen die booze afgescheidenen beweren dorsten, dat zij de gereformeerden in Nederland waren. Hoe heeft zij tot vervol ging besloten en de overheden opgehist Zij wreef toen haar vuisten en haar aan gezicht blonk van de edelste vreugde als de kinderen Gods werden vervolgd. Alles rilde en beefde voor haar grijze oogen. Heel Nederland begon het zoo langzamer hand heusch te gelooven, dat de koning en de Haagsche Synode de twee goddelijke mach ten in Nederland waren en dat slechts op roermakers tegen die twee majesteiten zich durfden verroeren. O, wat schoone dagen heeft toen deze vgandin van Christus voor haar heerschzuch- tig en bloeddorstig haite gekend De Willemskerk moest dan ook haar zetel zijn want Willem en zij, dat ware de twee, die eigelijk één waren. De kerk in Nederland was van Willem, en zij was het, die over Willems kerk met Willems majesteit regeerde. Wie bij die kerk van Willem niet gerekend werd, die behoorde eigenlijk niet tot het volken over dat volk regeerde Willem in zijn paleis, en zijn »Synode" in de Willems kerk. De kerkelijke koningin van Nederland was zijal sprak de booze tong, dat zij van afkomst een lage deern was, die voor wat schijn van aanzien zich slechts leende om Christns kerk aan de heerschzucht van een aardsche overheid over te leveren. Het raakt nu echter met haar glorie gedaan l

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 3