Uit Kerk en School.
Voor de pestilentiedie in de donkerheid
wandelt. Behalve de gevaren, die altijd aan
wezig zijn, komen er van Gods hand ook
pestilentiën en plagen. De pestilentie wan
delt in de donkerheid. Wie kent haar ver
borgen beginsel, wie weet, tot wie zij zich
zal wenden Op het onverwachtst valt zij
aan en brengt den zooeven nog gezonden
mensch de doodelijke wonde toe.
Voor het verderfdat op den middag ver
woest. De nachten zijn in tijden van pesti
lentie schrikkelijk, maar ook de dag biedt
geene veiligheid. De zon moge verrijzen in
de natuur, de nacht des verderfs en der ver
schrikking blijft heerschen, ja zelfs op den
helderen middag.
Tegenover al die nooden en ellenden en
schrikkelijke gevaren is nu de Heere voor
zijn volk de Uitredder, de Bewaarder Isra
els, die niet sluimert of slaapt. De geloofs-
roem spreekt van een staande blijven temid
den van duizenden, die vallen. Van een be
waard blijven door engelen, zoodat het kind
Gods zijnen voet aan geenen steen stoot, ja
van een treden op den lellen leeuw en den
adder, en het zal hun niet schaden. Markus
10 18.
Zijne verzeker'ng mag zijn Ik zal in vrede
te zamen nederliggen en slapen want Gij o
Heere alleen zult mij doen zeker wonen. Ps.
4 9.
Maar blijft dan Gods volk lichamelijk en
tijdelijk gespaard te midden van de oordeelen
en bezoekingen Ja gewis, veelszins. Nog
maakt de Heere een onderscheid tusschen zijn
volk en de wereld, als in de dagen van Fa
rao. Treffende voorbeelden zijn daarvan uit
tijden van zware rampen, oorlogen, pestilen
tiën, en als onkwetsbaar gaan zij tusschen
de lijdenden en stervenden.
Maar neemt de Heere hen weg. dan is
hun dood voor hen niet een oordeel, maar
een zegen en de pestilentie is dan niet ver
derfelijk, maar een bode des vredes.
Het verderf naar lichaam en ziel, het ge
vaar van zonde, verleiding pn Satan zal de
Almachtige van hen keeren. De Heere Chris
tus heeft hen met Zijn bloed vrijgekocht van
eiken dood.
Alleenlijk zullen zij de vergelding der god-
deloozen zien. Gods Woord bewaarheid aan
de goddeloozen en van hen, o onverdiende
genade het oordeel afgewend De Heere is
langmoedig, maar een heilig God
Lezer de oordeelen Gods zijn op aarde
nu weder in de cholera, zoowel bekend, die
vrceselijke ziekte onder de ouderen van jaren.
Wederom naderende langzaam maar zeker,
gelijk ook voorheen, van uit Indië over de
Oostelijke grenzen, door Rusland, geen grens
ontziende, ook nog zoo nauwkeurig bewaakt,
voorttrekkende, ook al ontdekt bet mikros-
koop veel van haar verborgen werking
Zal Nederland blijven gespaard? Wat is
er overgebleven als vrucht van vroegere kas
tijdingen Wat overgebleven van de vreeze,
die duizenden dreef naar de bidstonden.
Ontzettende tijden, als zoo kennelijk wordt
bevestigd en wordt ervaren, dat de pestilen
tie in de donkerheid wandelt en het verderf
op den middag verwoest
Er worden toebereidselen gemaakt voor
reinheid en ontsmetting.
Zijt gij bereid en gewapend tot den strijd
Ons leven en dat onzer geliefden is in de
hand des Heeren.
Maar de vreeze voor den dood en wat
meer zegt voor den eeuwigen dood en het
eeuwig verderf is weggenomen, voor wie aan
zijne zonden ontdekt, in Christus zijnen Borg,
bij den Allerhoogste zijne schuilplaats heeft
gevonden.
Doodschuldige zondaar zijt gij het eeuwig
verderf, zijt gij de wereld en hare goddeloos
heid ontvloden
Begeer toch, bereid te zijn, eer het haastig
verderf u overkomt. (1 Thess. 5 3.) Nog
wordt het kostelijke heden der genade over
u verlengd.
Kind Gods Sta toch naar versterking des
geloofs Gevoel er toch behoefte aan, dat de
Heere alleen uw Toevlucht en uw Steun zij,
opdat gij in het midden der beproeving ook
nog anderen moogt vermanen en tot den
Heere moogt zeggenMijne Toevlucht en
mijn Burg H.
In de war.
Over wat in onze Gereformeerde Kerken
geschied is, is men in het Genootschap voor
godsdienstige doeleinden,» de Hervormde Kerk"
geheeten, danig in de war.
Volgens »de Gereformeerde Kerk" van dr.
Hoedemaker zijn onze Kerken nu alle afge
scheiden gemeenten". Volgens den kroniek
schrijver uit »de Stemmeu voor Waarheid en
Vrede" hebben de Chr. Gereformeerden het
op alle punten tegen de Doleerenden verloren
en is de scheiding eigenlijk opgegaan in de
doleantie. Sommigen beklagen die »arme"
Chr. Gereformeerden, die hun veilige positie
prijsgaven om nu te leven in een soort ver-
eenigingen, die door de Regeering niet be
schermd worden. Anderen bijv. de Redactie
van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, schij
nen te meenen, dat er na de vereeniging in
't geheel geen gereformeerde Kerken meer
zijn. Ten minste onder het Kerknieuws" in
dat blad komen wij niet meer voor.
Ook zijn er, die rondvertellen, dat de Ge
reformeerde Kerken nu iegenlijk ook een
landsgenootschap vormen, en dus van het
eene Genootschap o vergegleden zijn in het
andere.
Uit deze verwarring, waarin men verkeert,
zal men vooreerst nog wel niet uitraken.
De opinie toch in kerkrechtelijke zaken,
wordt in het Genootschap voor het grootste
gedeelte door de predikanten gevormd.
Nu is het een feit, dat aan de Staatshoo-
gesöholen misschien reeds meer dan eene eeuw
lang in Kerkiecht zoo goed als niet is onder
wezen. Ook tegenwoordig wordt dat deel der
godgeleerde wetenschap aan de Staatshooge-
scholen nog aehteraangeschoven. Het telt bijna
niet meê. Het is een onmogelijk vak. De
diepste diepte, waarin men naar Dr. Wage
naar's juiste beschrijving, aan onze Staats-
Academies in het Kerkrecht wordt ingeleid,
is, dat men te weten komt, dat de man met
het schrijfwerk belast, in het eene Bestuur
Scriba en in het andere Secretaris genoemd
wordt. De kennis, die men van elders in het
kerkrecht verkrijgen kon en nog verkrijgen
kan, werd in het Genootschap voorheen uit
de hoogte versmaad en nu. na 1886 is het
er met dat hooghartig versmaden vooral niet
beter op geworden.
Daarbij, wat zou men toch ook levendein
een Genootschap, dat leeft bij den wil van
den mensch en levende voor een nevelachtig
Koninkrijk Gods toch met Kerkrecht te ma
ken hebben Dat was goed eeuwen terug, in
dagen waarin harde, juridische menschen
leefden als Calvijn en Voetius, maar nu is
het uit den tijd.
Zoolang dit nu zoo blijft zal men zich in
het Genootschap onder voorlichting van zulke
predikanten geen kerkelijk leven kunnen
denken buiten Genootschapsbanden en zal
men niet kunnen verstaan, dat men ook nog
op eene andere wijze bijv. naar Gods woord
en onder Koning Jezus kerkelijk kan leven,
zonder daarom te saam opgesloten te zijn in
een Genootschap voor godsdienstige doelein
den.
Men verwondere zich dan ook niet als men
bijvoorbeeld de Kroniek of eenig ander Syno
daal geschrift in handen krijgende en daarin
de positie onzer Geref. Kerken bespróken
vindende, telkens wederom bemerkt, dat voor
den schrijver de zaak van het Kerkrecht een
soort van onbekend Afrikaansch binnenland
is. Men verwondere zich niet. Men kan, de
vijandschap tegen de Vereeniging der Gere
formeerde Kerken niet eens meerekenende,
nu eenmaal niets anders verwachten. Opdat
echter sommigen der onzen vaster gezet mo
gen worden in de overtuiging, dat wij geen
Genootschap zijn, wat ook de Genootschaps
mannen zeggen, diene liet volgende
1. De vortn van een Genootschap wordt
door den staat aangegeven en op de statuten
van een Genootschap moet altijd de goedkeu
ring vau den Staat worden gevraagd.
De Gereformeerde Kerken echter ontleenen
haar levensvorm aan Gods Woord en hebben
om te bestaan geen goedkeuring op het een
of ander aan den Staat gevraagd.
Zij bestonden en hebben na de vereeniging,
mede ,om correspondentie met de overheid te
kunnen hebben, alleen medegedeeld aan de
overheid hoe zij leven en waur haar adres is.
2. Een landsgenootschap bestaat in zijn
samenstellende deelen uit leden, die op alle
plaatsen verspreid zijn. liet zijn vele leden,
die één groot Genootschap vormen.
De Geref. Kerken echter hebben zulk eene
landseenheid niet. Het zijn alle Kerken, die
elk voor zich eene volkomen Kerk zijn. Naar
Gods Woord, om de gemeenschap der hei
ligen te beleven, leven deze kerken echter
in kerkverband, geheel vrijwillg aangegaan.
Zoo geheel vrijwillig, dat elke Kerk formeel
geheel vrij is om ten alleu tijde dit verband
te verbreken.
3. Een Genootschap heeft een Hoofdbe
stuur en moet dit Bestuur om erkend te
worden, altijd eerst aan de Regeering be
kend maken.
De Gereformeerde Kerken echter hebben
zulk een Bestuur nietwillen het niet heb
ben en hebben dan ook van zulk een Be
stuur in haar bericht aan de Regeering
niet gesproken.
Zoo bestaat dan een Genootschap, dat in
alles naar den wil van den Staat heeft te
vragen, bij den wil van den Staat.
De Gereformeerde Kerken echter zijn stich
tingen Gods. Zij ontleenen haar bestaans
recht niet aan den Staat en hebben aan den
Staat dan ook niet gevraagd, zooals elk Ge
nootschap dat doet, of zij wel mogen bestaan.
De Geref. Kerken waren er. En dat zij er
waren is voor de Regeering genoeg geweest
om met haar te rekenen.
Tegelijk heeft de Regeering aan alle Ge
meentebesturen bevolen, dat zij de Gerefor
meerde kerken zouden kennen, zooals zij bij
haar bekend zijn, dat is als Gereformeerde
Kerken.
De Gemeentebesturen hebben dus nu vol
gens onze Rpgeering te rekenen eenerzijds
met de oude Gereformeerde Kerken en ander
zijds met de af deeling en van het in 1816
gestichte Sgnodaal Genootschap.
Wie had durven denken, dat wij in het
jaar 1892 daar reeds zouden zijn
Plagerijen als de Kerken van Gapinge en
Vrouwepolder nu drie jaren lang van het
Burgerlijk Bestuur hebben verdragen, zijn
nu uit.
Ook aan dat Burgerlijk Bestuur is bevolen
de Geref. Kerken te Gapinge en Vrouwepol
der te kennen en bij voorkomende gelegen
heden met haar te rekenen.
Voortaan worden dus niet meer stukken,
die voor de Gereformeerde Kerk bestemd
zijn, aan de vereeniging de Kerkelijke Kas
toegezonden. Dat is uit. En waar dan alzoo
de synodale predikanten alles zullen doen om
de menschen in de war te brengen aangaande
den staat der Geref. Kerken, zal de de regee
ring van haar zijde rekenen met die Gere
formeerde Kerken en daardoor bewijzen, dat
er Kerkelijk in ons vaderland ook voor den
staat in deza dagen nog anders kan geleefd
worden dan in Genootschapsvorm.
Wie weet, misschien zal dan ten slotte
het Genootschap, dat steeds de Regeering
naar de oogen zag, van de Regeering nog
leeren, en wat den staat onzer Kerken be
treft, door de Regeering uit de war gehol
pen worden. W.
Centrale Pastorale Conferentie.
De Centrale Pastorale Conferentie zal D.
V. dit jaar vergaderen te Utrechtin het
Kerkgebouw Breestraat, en wel DON
DERDAG den Isten SEPTEMBER, des voor-