Uit Kerk en School.
tot de door Genade trouw gemaakten te hoo-
ren roepen van ontrouw. En plichtverzuim
te hooren verwijten aan hen, die om plichts
betrachting zijn gevonnisd en vervolgd, soms
zelfs door deze beschuldigende Broederen
zeiven.
Daar behoort vrijmoedigheid toe (zekere
treurige vrij moedigheid), om met een blik
op de geschiedenis der worstelingen, waar
schuwingen, plichtsbetrachtingen en hierop
volgende vervolgingen te durven volharden
in de bewering, dat aanvangen met tucht
oefening en met verzet tegen leervrijheid de
doleantie zou hebben onnoodig gemaakt.
Zelfs reeds, wanneer men alleen de vraag
der Kerk belijdenis in het oog vat. Hoeveel
meer nog, wanneer men ook de vraag der
Kerk regeering toetst aan Gods Woord
Duizenden Kerkeraadsleden en andere Ge
meenteleden weten maar al te goed, hoeveel
plichtsbetrachting is betoond (al bleef ook
hier, helaas, zeer veel ontrouw te belijden),
on met welke onvermijdelijke uitkomst. Me
nigte van boeken, brochures, berichten, in
gezonden stukken, adressen, motieën, enz.
leveren te allen tijde hiervoor de onwelkome
bewijzen.
De toekomst schijnt dus een veiliger gebied
voor de bespiegeling dezer trouw- en plichts
betrachting-bewonderende Broederen. Of het
in waarheid een veiliger terrein voor hen is
En of bij hen, die tot dusverre geen ge
trouwheid en plichtsbetrachting aandurven
maar al de zonden der Kerken onbetwist la
ten voortgaan, zooveel van voornemens en
beloften inzake toekomstige plichtsbetrach
ting kan verwacht worden
F.
Wij kunnen niet nalaten het volgende door
S. inde Zuid-Hollandsche Kerkbode geschreven,
in zijn geheel over te nemen.
VerspreidingEen broeder ouderling uit
het hervormd kerkgenootschap vraagt ons, of
■ons blad wel verspreid wordt onder de ambts
dragers en leden der hervormde kerk," opdat
zij lezen, wat wij schrijven over de zaak der
kerk.
Wij danken dezen broeder, dat hij, ons blad
lezende, den wensch niet alleen koestert, dat
ook anderen onze woorden overwegen zullen
maar ook den ijver voelt opwaken om ons
tot verspreiding op te wekken.
Het is vanzelf voor ons wat pijnlijk, om
over zoodanige verspreiding te schrijven.
Wij zijn het echter op dit punt geheel met
bedoelden broeder eens. en zijn ijver is voor
menigen lauwen ouderling in de geref kerken,
die voor de verspreiding van een kerkelijk
orgaan niets doet, treffend beschamend.
In enkele plaatsen, o. a. ook te 's Graven-
hage, heeft de kerkeraad een getal exempla-
Ten van ons blad voor zijne rekening, die
van week tot week onder de synodale broeders
verspreid worden. Natuurlijk niet steeds bij
dezelfde, maar zóó, dat velen in de gelegen
heid komen met ons getuigenis bekend te
raken. De verspreiding is te 's Gravenhage
aan een ouderling opgedragen, opdat het niet
in het wilde, maar als een ambtswerk met
tact en overleg geschiede.
En op vele plaatsen waar geen verspreiding
door den kerkeraad geschiedt, laten velen,
zoo ze maar even kunnen, hun exemplaar
lezen aan onze synodale broeders en zusters.
Maar daarmee zijn we er volstrekt niet.
Velen doen niets.
De kerken zijn nog zoo weinig wakker
voor den tijd waarin we leven.
Velen, zeer velen, beschouwen een kerkelijk
blad b. v. het onze, als iets, dat Ds. Winckel
en Ds. Sikkel voor hun pleizier doen; een »krant
maken," eigenlijk niets geen domineeswerk.
Maar al kosten al die dingen maar geld, ze
willen toch die dominees wel het genoegen
doen, om zoo met iemand zaraen dat blaadje
te lezen.
In een kerkeraad, laat staan in een classe,
over zulk een »krant" te spreken, neen
maarwat zou er dan toch van de kerk
wordenEn verbeeld u, dat menig broeder
ouderling met tien of twintig kerkbodes de
straat opging, om hier en daar een bezoek
te brengen en een broeder of zuster te ver
zoeken dat blad eens te lezen, terwijl hij het
nog een paar weken achtereen hoopt te
brengen, en er dan eens over wenscht te ko
men spreken verbeeld u menig ouderling
met zoo'n pakje en zoo'n boodschap We
zijn er zeker van, dat vele ouderlingen liever
bedankten, dan zoo iets te doen.
En toch behoort ook de zorg voor zoo'n
kerkbode tot hunne ambtsroepingZoo den
ken wij er over.
De kerk moet elk middel, iederen vorm
aangrijpen, om nog haar getuigenis uit te
brengen. De tijd, dat een ouderling slechts
de deftige functie had, om in een witte strop
das, die dreigde hem te worgenin de kerke-
raadsbank te zitten, is voorbijDe tijd
roept om wakkere mannen, die zien waar we
zijn, en waar het schip der kerk zich in
de felste branding bevindtde handen uit
de mouwen steken, om alles te doen wat
mogelijk is ten beste der kerk, en om als
kerk nog weer in te dringen in de maatschappij,
die dreigt geheel van de kerk los te scheuren.
Nu moet de kerk ook een publieke stem
hebben tot steun in dien arbeid.
En aan die stem trachten onze redacteurs
naar hun ambt als dienaars des Woords klank
te geven. Een zware taak, doch om der
kerke wil aanvaard. Opgenomen omdat het
tot ons ambt behoort, voor zooveel wij gaven
voor den persarbeid ontvingen. Waren er
geen drukkers meer, die voor de kerk druk
ken wilden, dan zou het niet buiten ons ambt
liggen, het drukken te leeren en zelf te drukken.
En we zouden het doen, zoo we wisten te
moeten spreken door de drukpers.
Niet om den vorm, maar om het wezen van
den arbeid is het ons te doen.
Maar als dan nu het getuigenis geschreven
is en gedrukt is, moeten de dienaars des
Woords dan nu aan de leden der kerk en zelfs
aan ouderlingen vragen»och toe, koop één
van onze blaadjes
»Het gaat om den ambtelijken arbeid, die
God voor de kerken geeft, en waarvan de
kerken rekenschap zullen geven zoogoed als
van de prediking.
Naar de preek zou men ieder willen mee
nemen, maar om nu het blad te brengen bij
hen, die van de preek niet willen hooren, of
zich om niets anders dan de preek bekomme
ren, zie, dat is beneden de waardigheid,
dat is >krantenmanswerk."
Nu, wij wilden wel zoo'n krantenman zijn!
Wat wij wenschen
Och, dat ieder zijn plicht doe.
Wij schrijven het blad voor de kerken.
Maar die moeten nu niet ons een pleizier
doen, want het geldt niet onze zaak, noch
minder die van een uitgever, maar de zaak
der kerken de kerken moeten nu zorgen,
dat ons blad zijn weg vindt.
Hoe
Men versta wel, dat we geen zaakje drijven
maar de gemeente in het pad van haar roe
ping wenschen te dienen. Alleen daarom spre
ken we er over.
En dan raden we ernstig
le. dat ieder zoo het even mogelijk is,
een eigen exemplaar van dit blad neme. Hij
moet het, wanneer hij als gereformeerde mee
leeft, niet slechts lezen, maar hij is als lidmaat
van Christus verplicht, om er mee te werken
Ieder kan niet zelf spreken. Daar hebt gij
dan het blad voor.
2e. Voor de onvermogenden die het be-
geeren, drage de kerkeraad de kosten van een
exemplaar. Zij moeten meeleven en meelezen.
3e. Iedere kerkeraad hebbe tien, twintig,
vijftig of honderd exemplaren om als kerke
raad mee te werken. En dit werk geschiede
door bekwame mannen of door de ouderlingen
ambtshalve. De zaak moet besproken worden
in de kerkeraden. Zoo goed als de predicatie,
de catechisatie, het huisbezoek, is ook de
kerkelijke pers een instrument, dat de kerke
raad, die naar art. 30 der geloofsbelijdenis
heeft te zorgen, dat de religie onderhouden
worde en dat de ware leer haar loop hebbe,
heeft te gebruiken en te bespreken.
4e. Bij het huisbezoek worde ook naar een
kerkelijk blad gevraagd.
Niet om ons.
TYil de kerk een ander blad, andere man
nen, best
Mits zij niet langer het belangrijke en dik
wijls het eenige middel, dat zij nog heeft,
om in den breedsten kring te getuigen, on
gebruikt late.
Zoo het werk maar geschiede! Dat alleen
wenschen wij.
En wij wenschen daarbij dat dit stuk ge
lezen en nog eens gelezen wordt en dat men
in de kerken wakker worde om te doen wat
hier zoo uitnemend gezegd wordt. Ook in
Zeeland. Ook in Noord-Braband en Limburg.
W.
Ned. Geref. Kerken.
Beroepen Stad a. h. Haringvlietden Bom
mel, R. Heidema te Nieuwveente Wons,
G. Sybesma (C. G.), te Veen woudster wal
te Fijnaart, A. L. Ruijs te Maassluis, W.
Ringnalda te Groningente Witmarsum, J.
Hania te Oosterbierum 'te Franeker, H. J.
Reuijl te Amstelveen.
Aangenomennaar Meppel, door P. D. de
Groot te Rinsumageest.
Bedanktvoor Zuidland, Capelle a. d. IJssel,
Augustinusga en Surhuizum Oudemirdum,
door A. L, Ruijs, candidaat te 's Grevelduin-
Capellevoor St. Laurens-Gapinge, door K.
Stelma te Voorburg; voor Hijlaard (2e maal)
J. W. Drager (C. G,), te Suawoudevoor
Harlingen, P. de Groot te Rinsumargeest.
Chr. Geref. Kerk.
Boroepente Goes. W. Kapteijn te Workum
te Katwijk a. d. Rijn, C. S. Boss te Vrijhoeve
Capelle te Arum, J. Breukelaar te Nijmegen
te Sexbierum, M. Meijering te Makkuni.
Aangenomennaar Wirdum, door Ds. Roo
seboom te Aalden.
Bedankt voor Ferwerd door H. J. Willering.
Onderstaand overzicht van wat in de Ned.
.Geref. Kerk van Vlissingen voor den arbeid
der Zending gedaan is, in het afgeloopen
jaar, wordt gaarne door ons geplaatst.
Moge het strekken tot opwekking voor dien
arbeid ook in andere Kerken.
Beknopt overzioht van de werkzaamheid omtrent
de uitbreiding van Gods Honingrijk ondor de
Heidenen in de Neder duitsche Gereformeerde
Kerk van Vlissingen gedurende het jaar 1891.
Tot roem van Gods goedheid mocht zich
ook in deze Kerk, die niet tot de groote,
maar tot de kleine Kerken moet worden ge
rekend, aanvankelijk eene hartelijke belang
stelling in de Zending openbaren.
Veel wordt hier verzameld in busjes, vooral
door jonge kinderen. Voor het toenmalig te
kort werd in 1891 bijeengebracht f 19,25.
Voor de drukpers te Poerworedjo f9,50.
Voorts, voor de Gereform. Zending f 135,75.
Te zamen f 164.50, welk geheele bedrag door
bemiddeling van deputaten synodi aan de
Nederl. Geref. Zending-Vereeniging is over
gemaakt.
Bijna vijf en zeventig exemplaren Heiden
bode worden verspreid en gelezen. Onder de
kinderen wordt de Heiden-penning en de
Kleine Heidenbode uitgedeeld.
Op de Catechisatien staat een bus voor de
Zending, waarin wekelijks door de kinderen
en ook door de grooteren kleine gaven wor
den geofferd. Eenige duizenden postzegels
wachten nog op sorteering en verzending.
Ook de hier bestaande jongedochtersveree
niging zondert nu en dan iets af voor dit
heerlijk doel.
Geve de Heere door Zijnen Geest ook el
ders opgewektheid en liefde, om voor deze
zaak steeds werkzaam te zijn en doe Hij ook
alhier dezen arbeid in Zijn Koninkrijk voort
gang hebben tot eere Zijns Naams. Verbinde
Hij daaraan genadiglijk eenen geestelij keu