Uit Kerk en School. ken in doleantie geschied, waar zij met de zonden van het Genootschap gebroken hebben maar zonder weêrstand te bieden door de Gerechtshoven hunne goederen hebben laten geven aan het Genootschap Nochtans blijven onze Broederen zich ont trekken. En dit op drieërlei wijze De eerste trap is het bedanken voor of het zich niet laten benoemen in kerkelijke betrekkingen. Men blijft dan buiten allerlei moeilijke beslissingen en gevaarlijke verwik kelingen. Is de leer van den prediker of van de ringpredikanten verkeerd, welnu men gaat niet ter Kerk maar blijft alleen of met enkele gelijkgezinden met een boekske in een hoekske. Worden de Sacramenten ontheiligd wie niet ter Kerk komt, ziet dit immers niet? Zijn de Reglementen en Bestuursmaatrege len in lijnrechten strijd met Gods Woord, gij komt er immers niet onmiddellijk mede in aanraking? Wat Gij niet ziet, deert U nietOf de tucht verzuimd wordt Gij vraagt er liever niet naar, en hoopt er het beste maar van. En dat de Besturen staan op de plaats, die eeniglijk aan Koning Jezus toe komt, bespeurt Gij immers bijna niet, wan neer niet Gij, maar de door u vergeten (hoe wel over u gestelde) Kerkeraad, met hen te doen heeft En is het verkeerde al te duidelijk, welnu door uw wegblijven uit Kerkgebouw en Kerkelijke betrekkingen getuigt gij immers al zwijgende er tegen j Alsof het niet naar Gods Woord ware, dat art. 28 onzer Geloofsbelijdenis aan ieder, wie hij ook zij, verbiedt zich op zich zeiven te houdenAlsof èn Kerkeraad èn Besturen niet mede namens zulke zwijgende leden han delen Alsof niet, indien één lid lijdt alle leden mede leden Alsof er geen schuld door toerekening bestond En alsof Gods Woord niet met nadruk veroordeelde, wie zich den nood en de schuld hunner Kerk niet aantrek ken. Alsof de Heere niet gebood, dat men roor Zijn zaak uitkomen en opkomen zou Wie niet vooruit gaat, gaat in veelbewogen tijden als de onze onvermijdelijk achteruit. Deze eerst zich ontrekkenden leveren door verbastering en ontaarding het bewijs, dat een afgebonden lichaamslid versterft. Of in henzelven of in hun nageslacht ziet men het z.g. hooggeestelijk begonnen streven vol eindigen in het vleesch. Of de macht der valsche eenhe'd is hun te sterk. Zij gaan mededoen. Eerst met ze keren schroom Met zeker gevoel van in een valsche stelling te zijn, straks met de ver ruiming der verharding Ons zijn gemeentele den bekend in verschillende Kerken, die tijdens de beweging van Ds. Koeken te Moerdijk met warmte deelnamen in zijn strijd tegen het Genootschap en uren ver liepen om hem te hooren, en die nu slaafs gebonden zijn aan hun Genootschaps-afdeelingen. De eens overdreven verfoeide Gezangen zingen zij of hooren zij met veel zalving mede. Eens strenge voorvechters voor wat zij Gereformeerd achtten, nemen zij nu met genoegen de voor heen verachte »Efchische" prediking voor lief. En ten slotte vragen zij U met onnoozelen twijfel of Arminiaansch wel ongereformeerd is, en of er wèl bezien eigenlijk wel moder nisme bestaat Zj bespeuren er niets van Nu, dit laatste ontkent dan ook niemand. En zoo komt dan het derde tijdperk. De voorheen beter ingelichte consciëntie kan toch niet altijd zwijgen. De zonde is soms zóó duidelijk, dat zelfs zij haar niet ontken nen kunnen. Van daar innerlijke onvoldaan heid en onrust bij een niet willen ongelijk erkennen. En nu dus verbittering. Nu een rusteloos bedillen van het doen en laten der door God vrijgemaakten. Een rusteloos zoeken naar kleine vlekken in groote mannen. Een rusteloos smaden (of zelfs lasteren) van be genadigden Gods, groote geesten, te groot om door kleingeestige bedilzucht te worden begrepen. Een gedragslijn het best geoordeeld als uit den Booze, wanneer men er naast legt, wat Gods Woord (l Cor. 13 5, 0; van de door God gewerkte liefde zegt: Zij zoekt zichzelve nietzij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid." En toch is hierin Dog iets, dat hope geeft. Er spreekt nog onrust der consciëntie uit, zij ons gebed voor dezulkenF. Van uit de Kerk van Vlissingen werden wij er op gewezen, dat ook uit die Kerk ver- scneidene giften inkwamen tot dekking van het tekort der Ned. Geref. Zendingvereeni- gins- Gaarne herstellen wij onze vergissing van verleden week en plaatsen dus ook de Kerk van Vlissingen bij de weinige Kerken in het Zuiden van ons land, in welke iets tot dek king van het tekort gedaan werd. Tot onze vergissing kwamen wij doordien de giften uit Vlissingen in »de Heidenbode" verantwoord waren onder de gewone giften en niut onder de g.ften voor het tekort. In het laatste Middelburgsche predikbeur tenbriefje lezen wij het volgende De Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente, terug komende op een nu twaalf jaren geleden genomen besluitheeft met al/emeene stemmen goedgevonden de met Paschen 1880 dour de predilcanten Koch en Sib- maclier Zijnen aangenomen en bevestigde lidmaten als zoodanig in te schrijven in het lidmatenboek der ge meente. Dat het bestuur van de afdeeling van het Hervormde Kerkgenootschap te Middelburg, hetwelk hierboven aan het woord is, blijkens deze kennisgeving schromelijk in de war is, is klaar. Hoe toch kunt ge terugkomen op een be sluit, dat nooit door u genomen werdja, dat genomen werd lang voor dat ge er waart De afdeeling van het nerv. Kerkgenoot schap te Middelburg met haar bestuur bestaat eerst sedert enkele jaren eerst sinds de Her vormde of Gerefoi meerde Kerk brak met het Genootschap en zich .stelde onder de Kerken ordening van 1618. En nu, hoe kan een be stuur, dat eerst in 1S87 kwam over de toen te Middelburg opgerichte afdeeling van het Ge nootschap, terugkomen op een besluit door den Kerkeraad der Ned. Hervormde of Ge reformeerde Kerk genomen in het jaar 1880? Zulk een terugkomen op besluiten gaat ons verstand te boven. Maar wat is er dan geschied Dit. In 1830 besloot de bij aanvang ge trouw gemaakte Kerkeraad der Ned. Herv. (Geref.) Kerk van Middelburg moderne jon gelieden, aangenomen en bevestigd door de moderne predikanten Koch en Sibmacher Zijnen, niet in te schrijven en dus af te hou den van de tafel des Heeren. Dat was genade van God. Daarna gaf de Heere nog meer. De Ker keraad brak voor geheel zijne Kerk met het opgedrongen Geuootschap van 1816 om zich te stellen onder de Kerkenordening van Dordrecht. Vele leden echter, onwillig om den getrou wen kerkeraad te vilgen, begonnen zich toen af te Scheiden van de Geref. Kerk. Zij richtten eene afdeeling op van het Hervormde Kerk genootschap. Over die afdeeling kwam een bestuur en dat bestuur, hierboven zich noe mende den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Middelburg, houdt nu 12 jaren nadat de Kerkeraad moderne lid maten" weigerde in te schrijven eene vergadering en besluit op die vergadering met algemeens stemmen, de namen dier moderne lidmaten op zijn boeken in te schrijven. Men ziet. hier is geen terugkomen op een eenmaal genomen besluit. Hier is niets dan dit, dat een bestu ir van eene genootschaps- afdeeling een kerkeraadsbesluit zoekt krach teloos te maken. Over het inschrijven zelf van modernen op de boeken van het Genootschap te Middel burg, verwon lere men zich echter niet. Waarom toch zou het Genootschap te Mid delburg niet doen, wat in honderde andere plaatsen wel gedaan wordt Het Genoot schap is immers volkskerk". Waarom zou men dan in Middelburg een deel van het volk uitsluiten, ook al is het een modern deel In het Genootschap mag, blijkens de regle menten en vooral blijkens de geschiedenis, ieder belijden, wat hij wil. Waarom zou men dan deze belijders van moderne denk beelden niet inschrijven O in eene Kerk, die vergadering is van geloovigen kan dit alles natuurlijk niet, maar waarom zou het niet kunnen in een Genoot schap voor godsdienstige doeleinden, dat niet is vergadering van geloovigenmaar vereeni- ging van burgers En wat mag de aanleiding nu wel geweest zijn tot dit bestuursbesluit Men gist haar Men zegt, dat het in het Genootschap te Middelburg met de gelden niet vlot. Al wordt van den Staat heel wat ontvangen voor predikantstractementen, en dit ten deele uit de beurzen van de Clir. Gerejormeer- den en Ned. Gereformeerden, toch schiet het niet op. De collecten zijn niet groot. Het bedrag der plaatsgelden loopt niet hoog. Geen wou- der, want 849 plaatsen zijn in de drie Kerk gebouwen vacant en de leden der Gemeente worden in ditzelfde predikbeurtenbriefje uit- genoodigd om ze te huren. Nu meent men dat de inschrijving geschiedt mede in de hoop dat zóó van de vacante zitplaatsen nog verscheidene zullen worden verhuurd. Wij gelooven het nog niet. Wij hopen zeer dat het niet zoo is. Het zou inderdaad meer dan ergerlijk zijn. Maar nu gij allen, die wel eenige sympa thie hebt voor de doleantie, maar nog niet volgen kunt, omdat gij zoo stellig gelooft, dat voor het Herv. kerkgenootschap zuiver der dagen zullen aanbreken, wat zegt gij nu wel Wat zegt gij van dit kenteeken van aanvankelijke beterschap Het belooft iets voor de toekomst, niet waar Zij, die twaalf jaren geleden door den Kerkeraad der Ned. Geref. (Herv.) Kerk om ongeloof van de tafel des Heeren werden geweerd, worden nu door het Bestuur van de afdeeling van het Herv. Kerk genootschap tot de tafel des Heeren toegelaten 1 Na herroeping van moderne denkbeelden Zegt de kennisgeving er ook iets van Vraagt er eens naar, bij hen, die gij uwen Kerkeraad noemt. Maar neen, doet het maar niet. Het zou zijn een vragen naar het bekende. Erkent maar liever, dat een Genootschap, dat alles in zijn schoot kan bergen, niets zijn kan dan eene schijn kerk. En vraagt, opnieuw geleerd door de feiten, den Heere de kracht om te breken met die schijnkerk en weer te volgen dë* Ned. Geref. (Herv.) Kerk, van welke gjj u ter kwader ure hebt afgescheiden. Ongeveer om dezen tgd van het jaar ont vangen wij wederom de tabellen volgens art. 10 der Armenwet. Die tabellen dienen in te komen bij de diakonie en niet bij het Bestuur dei' Vereeniging de Kerkelijke kas. Denke men er om. De Kerkelijke Kas is eene hulpvereeniging voor financiën. Haar uitgaven betreffen alleen het beheer der goederen voor den eeredienst bestemd. Met armenzorg heeft zij niets te maken. Het bestuur der Vereeniging de Kerkelijke Kas mag de tabellen niet invullen. Vult het die toch in, dan is dit eene verloochening van onze aloude diakonie, eene verloochening van ons beginsel. Het bestuur doet dan alsof er geen diakonie meer is, en de Kerkelijke Kas in de plaats der diakonie kwam. Daarom zende men tabellen terug, met een beleefd schrijven, waarin het Gemeentebestuur er op gewezen worde, dat de tabellen aan een verkeerd adres zijn bezorgd en dat alleen de kerkeraad of diakonie (Ier Ned. Geref. (Herv.) Kerk in staat is de tabellen behoor lijk in te vullen. In enkele Kerken heeft men in deze zaak nog altijd min of meer onzuiver gehandeld.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 3