Geref. Kerken voor de tweede maal beroepen Ds. K.
Stelma te Voorburg.
Poortoliet. Voor bet beroepen van een Bedienaar
des Woords bij de Ned. Geref. Kerk alhier, is het
volgende viertal gemaakt: Ds. O. Steketee te Veere,
(Chr. Ger.) Ds. Wessels van Zierikzee. (Chr. Ger.) Ds.
van Veelo te Rotterdam en Ds. Spoel te Kampen.
Hieruit is op het tweetal geplaatst Ds. L. üpoel te
Kampen en .1. can Veelo te Rotterdam.
De Kerkeraad der Ned. Geref. Kerk van Klun-
dert, verzoekt aan de Ned. Geref Kerkeraden in
Noord-Brabant en Limburg vóór 27 April a. s. te
melden, voor hoeveel afgevaardigden ter Classe
van 10 en 11 Mei, nachtverblijf verlangd wordt.
Opgave te zonden aan
A. 0. van Drimmelen.
Klundert, 6 April 1892.
Verantwoording: van liefdegaven.
Door gecommitteerden voor de zending in dank
ontvangen bij Br. Coulon van Mej. van V., voorde
zending 1810 gebruikte postzegels.
A. Krijger.
Idioten gesticht VS HEEREN EO O
In dank ontvangen van P. f -.25.
K. le Cointre, Correspondent.
Johannes 19 26, 27. Jezus nu, ziende Zijne moe
der en den discipel, dien Hij liet had, daarbij
staande, zeide tot Zijne moeder: Vrouwe! zie
uwen Zoon
Daarna zeide Hij tot den discipel Zie uwe moeder
En van die ure aan nam haar de discipel in zijn
huis.
Waar waren bij de kruisiging des Heeren
Zijne discipelen en discipelinnen Lukas ver
meldt (Lukas 28 49) En al Zijne bekenden
stonden van verre, ook de vrouwen, die Hem
te samen gevolgd waven van Galilea, en zagen
dit aan. (Zie ook Matth. 27 55 en 56 en
Mark. 15 40 en 41.) Johannes deelt mede,
dat er een oogenblik is geweest, waarop bij
het kruis van Jezus stonden Zijne moeder,
en de zuster Zijner moeder, Maria, de huis
vrouw van Klopas en Maria Magdalena (Joh.
19 25.) En ook Johannes stond daarbij,
als uit ons onderwerp van heden blijkt. Toen
Johannes aan het bevel des Heeren had vol
daan en Maria had geleid naar zijn huis,
keerde hij weder naar den kruisheuvel, want
hij is ooggetuige, als des Heeren zijde door
den krijgsknecht wordt doorstoken met eene
speer (Joh. 19 35).
Bij de afneming van het kruis zijn daar
Jozef van Arimathea en Nikodemus, bij de
begrafenis ook de vrouwen, die met hem ge
komen waren uit Galilea.
Meestal stonden des Heeren bekenden van
verre. Er waren ook oogenblikken, dat zij
meer in de nabijheid, ja in de onmiddellijke
nabijheid waren van het kruis. Zoo Johan
nes, op het oogenblik van het sterven. Zoo
Zijne moeder en de zuster zijner moeder Ma
ria, de huisvrouw van Klopas en Maria Mag
dalena, benevens Johannes, niet lang na de
kruisiging. Na de bespotting schijnt het voor
een tijd kalmer te zijn geworden rondom het
kruis, zoodat de genoemden zelfs ongehinderd
zeer nabij het voorwerp hunner liefde kon
den komen. Inzonderheid Maria, de moeder
des Heeren gevoelde zich getrokken tot dat
kruiswaaraan haar kind zoo ontzettend
leed Wie zal haar smart beschrijven? Het
is door niemand ooit betwijfeld, of Simeons
profecie, bij de opdracht in den tempel van
het Kindeke Jezus, aan Maria gedaan, gaat
hier in vervulling: »En ook een zwaard zal
door uwe eigene ziel gaan." (Lukas 2 35.)
O zal deze profecie, bij haar, die alle deze
dingen bewaarde, overleggende die in haar
hart, nu niet in herinnering zijn gekomen en
hare verklaring hebben gevonden maar ook
tevens hebben moeten dienen, om haar ge
loof te sterken, dat nochtans alle beloften
aangaande haar kind gedaan in vervulling
moesten gaan en hij tot in eeuwigheid ko
ning zoude zijn over het huis Jakobs. Zij
stond bij het kruis, Johannes had zich ne
vens haar gesteld. Hoe meer begenadigd, hoe
dieper bedroefdMaria, de gezegende onder
de vrouwen, moest ook de diepst beproefde
zijn. Opmerkelijke wegen Gods.
Denkt aan een Jozef, een David. Van
Saulus staat geschreven, dat hij des Heeren
Naam zoude dragen voor de heidenen en de
koningen en de kinderen Israels, maar ook
tevens, dat de Heere hem zoude toonen, hoe
veel hij lijden moest om Zijnen Naam.
Daar rust het oog des Heeren op de kleine
vriendenschaar, inzonderheid op Zijne moe
der, daarna op Johannes. Zij zien tot Hem
omhoog. Daar opent zich ten derden male
aan het kruis de mond des grooten Lijders,
om afscheid te nemen van Zijne moeder,
Zijne liefde en zorg voor haar te toonen en
haar te sterken en te troosten in het lijden,
dat zij in Zijne gemeenschap leed.
Jezus nu, ziende Zijne moederen den dis
cipel, dien hij lief had, daarbij staande, zeide
tot Zijne moeder Vrouwezie uwen Zoon.
Wij zien, hoe door goddelijke beschikking
Johannes naast Maria, als om de diep be
droefde en beproefde te ondersteunen, had
plaats genomen. Hij noemt zich ook wederom
niet anders, dan dengene, aan wien de Heere
zoo groote liefde had bewezen.
Vrouwe De Heere zegt nietmoeder. Het
was om haar te bewaren voor de mishande
lingen der vijanden.
Maar nog meer, om haar te doen gevoe
len, dat de geestelijke banden, die zij met
allen, die den wil des Vaders doen, aan Hem
heeft, verre staan boven de vleeschelijke,
waarmede Hij naar het lichaam aan haar
was verbonden.
Zoo had de Heere na Zijn openlijk optre
den als Messias ook vroeger Zijne moeder aan
gesproken haar gevende den eervollen naam
van: vrouwe. Zie uwen Zoon.In een enkel woord:
eene wereld van gedachten. Hij zal voortaan
uw verzorger zijn. O wat een heerlijke keu
ze Johannes een zoon voor Maria Zij, die
elders de broeders des Heeren worden ge
noemd, zijn nog ongeloovig. Johannes is de
discipel, die aanzat in den schoot van Jezus,
dien Jezus lief had. (Joh. 13 23.)
Daarna zeide Hij tot den discipelZie uwe
moeder
Ook aan Johannes persoonlijk wordt deze
beschikking des Heeren bekend gemaakt. De
Heere zegt het ook tot Hem. Wanneer de
Heere twee in eenen weg wil samen voegen,
maakt Hij beider harten gewillig. Hoe kort
zijn ook deze woorden. Hoe passend voor de
omstandigheden. Maar als de Heere een ge
opend oor geeft, dan is ook zelfs een enkel
woord genoeg, en is de veelheid nietnoodig.
Volg Mij, zegt de Heere tot Levi, in zijn
tolhuis. En hij volgde Hem. (Matth. 9 3.)
De Heere geeft hier als 't ware Zijn testa
ment wel zoo, dat Hij door Zijn kruis Zijne
discipelen op het innigst samen wil verbin
den.
Onze Heiland is een Verlosser en Almach
tige Redder uit geestelijke nooden. Maar Hij
verzorgt Zijne jongeren ook naar het tijde
lijke. Ook voor die tijdelijke nooden heeft
Hij aan het smartelijk kruis, bij Zijn lijden
voor de zonden Zijns volks, nog een oog.
Zoo geeft Hij ook nu nog Zijne weduwen en
Zijne weezen ter verzorging aan Zijne Ge
meente, aan Zijne Johannessen. De armen
hebt gij altijd, met u en kunt hun weldoen. Ziet
hier dus des Heeren aardsche nalatenschap
aan de Zijnen. Eene arme nalatenschap
Neen, Hij die niet door goud of zilver, ver
gankelijke dingen, Zijne Gemeente heeft vrij
gekocht, Hij laat hierin eene rijke nalaten
schap achter. In het geloof aanvaard zal zij
blijken een bron van zegen en geestelijken
rijkdom. De Heere geeft Maria aan Johannes
als eene moeder. Waarom kan Maria aan de
zorge van Johannes worden toevertrouwd
Waarom Johannes zich in hare nabijheid ver
heugen Omdat zij beiden den Heere Jezus
hebben tot hunnen Zaligmaker en Zijn eigen
dom zijn. Voor hen, die waarlijk te samen
rondom het kruis staan geschaard, is de ware
gemeenschap der heiligen weggelegd. Die ge
meenschap met hare voorrechten en hare ver
plichtingen wordt bij het Kruis des Heeren
geleerd.
Vrouwe Zie uw zoon. Zie uw moederIs
dat woord des Heeren ook verstaan en opge
volgd geworden. Hier is het antwoord En
van die ure aan nam haar de discipel in zijn
huis. Maria en Johannes toonen hunne gehoor
zaamheid door het aanstonds opvolgen van
des Heeren woord. Maria geeft zich over aan
de zorg van Johannes en laat zich wegleiden,
hoe pijnlijk haar het scheiden van den Ge
liefde valt. Johannes aanvaardt zonder aarzelen
de taak, hem door Zijnen stervenden Meester
en Weldoener opgelegd. Het was gewisselijk
zoo de bedoeling van Jezus, dat zijn moeder
in hare zwakheid zoude gespaard blijven voor
den verderen aanblik van zijn ontzettend lij
den en sterven. Johannes heeft een verblijf,
althans een tijdelijk verblijf te Jeruzalem,
waar Maria zijn kan. Ook heeft het dezen
jonger niet aan de middelen ontbroken, om
des Heeren bevel te mogen uitvoeren.
En kon de Heere in zijn diepgaand lijden
nog iets tot lafenis strekken, zoo was het
ook zeker de volvaardigheid, waarmede Maria
en Johannes aan dezen zijn uitersten wil vol
deden.
Alhoewel Maria moest leeren met alle dis
cipelen des Heeren, en zij in het bizonder,
zijne lichamelijke nabijheid te missen en alleen
de geestelijke banden te gevoelen, zoo maakt
de Heere voor haar dien overgang zacht.
Jezus liefste jonger, gevorderd in het beeld-
dragen van Zijnen Heere, zal haar verzorgen.
Johannes, zoo innig aan den Heere verknocht,
mag weldoen aan haar, aan wie de Heere
naar den vleesche het nauwste was verbonden.
De zalige en heerlijke vrucht van de?e be
schikking des Heeren zal door beiden in rijke
mate zijn genoten op deze aardsche pelgrims-
reize, waarna beiden werden opgenomen in
heerlijkheid.
Zijt gij jaloersch lezer, op zoodanige voor
rechten. O weet het dan, dat het zalige van
de gemeenschap des Heeren, het zalige van
de gemeenschap der heiligen wordt verkregen
in den weg van kennis van schuld en zonde,
van verlossing door den gekruisigden en ver
rezenen Heiland, door het geloof in Hem
eerst Zijne liefde ervaren, dan zult gij door
Zijne kracht leeren liefde te betoonen en
samen te wandelen op den weg des levens.
Wij, zelfzuchtigen van nature en haters Gods,
zullen eerst aan ons zelve ontdekt en met
onze schuld en boosheid verlegen de eeuwige
liefde Gods en de erbarming van Christus
moeten kennen, eer wij zijne bevelen kunnen
doen, want die zijn in Gods liefde gegrond.
Zijt gij verslagen, o wanhoop nietHij
heeft aan 't kruis voor zijne vijanden gebeden
en den moordenaar genade geschonken
Maar ligt er nu ook in dat kruiswoord
eene bizondere vermaning voor Gods volk,
voor de begenadigden Zijn er ook weduwen
en weezen, op welke gij gewezen wordt, of
andere ongelukkige, ellendige, verstootenen
Zijn er ook te ondersteunen, wien den weg
te veel wordt te midden van de stormen en
nooden des levens, in de taak der opvoeding
van hun kroost O mocht in ons midden het
kruis zijne rijke vruchten openbaren in vertroos
ting der verslagenen,in ware werken van barm
hartigheid en gemeenschap der heiligen,
vruchten des Heiligen Geestes door Jezus
Christus, in arme zondaren tot heerlijkheid
Gods des Vaders. H.
3S ÜL S.
Evenals wij aan de bespreking der eerste
bedenking de waarheid mag toch verkondigd
worden" een tweetal artikelen hebben gewijd,
zij ook ditmaal ons vergund, terug te komen
op de bewering »dat men zoo maar niet de
Kerk uitgaan moet."
Dat voor genoemde bewering menig onge
lukkig bewijs wordt bijgebracht, bleek bij de
vorige bespreking. Maar onbesproken bleef
nog de vraag, of ons uitwerpen van het Sy
nodaal" Genootschap uit de Hervormde Kerken
ons niet onwillekeurig tot een uitgaan uit
de Kerk, waarin wij gedoopt zijn" had ge
bracht.
Onloochenbaar is, dat wij uitgegaan zijn (en
daarna nog met vonnissen van uit werping
verrijkt bovendien, al is het moeilijk te be-
grijpen, hoe men iemand de deur uitwerpen
kan, die reeds sinds lang buiten de deur staat. J