Uit Kerk en School.
-eigenlijk, ondanks al zijn genadig dragen of
zelf8 zegenen, Gods goedkeuring op hun weg
wordt gemist. Daarom moeten zij de goed
keuring der menschen hebben ter vervanging.
En die nog niet eenmaal gewogen ('t gewicht
zou vreezen zij te licht blijken)maar
geteld.
Het gaat hun als den slachtersknecht in
de geestige gelijkenis van Ds. de Liefde, die
meende een grooten prijs uit een loting ge
trokken te hebben. Hij had echter verkeerd
gelezen en No. 17409 verward met No. 17408.
Maar hij troostte zich, want tegenover de
getuigenis van twee heeren, die goed lezen
konden en hem het verschil zoo duidelijk
toonden, dat hij er half toe overhelde hen
te gelooven, stond de getuigenis van zijn
vrouw en van drie kameraden, die evenmin
goed lezen konden als hij zelf en van één
reisgenoot, die met hem den spot dreef. Niet
waar? Zes onbevoegden of on willigen zijn
immers beter te vertrouwen dan twee die
bevoegd en u welgezind zijn
Gelijk echter genoemde slagersknecht van
toen af in bitterheid zijn slecht verborgen
•onrust openbaarde, gaat het dezen armen
Broederen ook.
Het is dan ook niet aangenaam, bij tal
van Kerkelijke aangelegenheden, der welin
gelichte consciëntie een tijd lang het zwijgen
te moeten opleggenWèl vroom te mogen
{ja zelfs te moeten) sprekenmaar op Kerke
lijk gebied er niet naar te mogen doen En
dan te moeten aanzien, dat »die doleerenden"
er wèl naar doen en dus zelfs al zwijgen
zij de bijna ingesluimerde consciëntie tel
kens weer doen ontwaken
Arme Broeders Zij ons gebed voor hen
tot Hem, Die hen waarlijk vrijmaken" en
werkelijk »rust geven" kan!
Uitnemend wordt hun moeilijke toestand
geteekend in »De Bazuin" door Ds. Gispen
in een zijner brieven aan een vriend te Je
ruzalem, zoo schoon, dat schrijver dezes niet
kan nalaten, het in deze Kerkbode over te
nemenook al werd het reeds overgenomen
in »De Heraut"
Hij zegt van het Hervormd Genootschap,
dat er de stroom van het moderne leven het
scheepje medevoert, en »het bootsvolk van
de Gereformeerde richting mag meevaren,
■mits ze de handen van het roer afhouden en
geen poging doen, om in een ander vaarwater
te komen. Men gunt die eerbiedwaardige
mannen in den trein zelfs een plaats eerste
klasse, maar als ze aan de noodrem gaan
trekken, worden ze bekeurd. En zoo ze op
den locomotief willen springen en den trein
willen besturen, worden ze aan de politie
overgeleverd en wordt proces-verbaal tegen
hen opgemaakt. Onthouden ze zich echter
van zulke buitensporigheden, dan mogen ze
op de zachte kussens over alles pratenover
stoom, materieel en personeel, over directeuren
en chefs en allerlei stelsels van het spoor
wegwezen, mits het bij redeneeren blijft
Natuurlijk blijft voor wie het zeer klem
mende van dit argument niet ontkennen kan
nog slechts één uitvlucht overzich te ver
schuilen achter Gods verborgen raad. 't Is
waar, men mag alleen zoo lang de waarheid
vrijuit prediken, als er niet naar gehandeld
wordtnoch door den prediker, noch door
zijn hoorders. Maar God is toch machtig,
zóóveel zegen te geven, dat er op Zijn tijd
(dat wil zeggenop een tijd en wijze, die
den vrienden beter behaagt dan die van Gods
werk in de doleantie) uitkomst zal gegeven
zijn. Tot zóólang troost men zich met het
verlof door het ongeloof gegeven (en met
roerende erkentelijkheid aanvaard) om te
mogen waarheid prediken en nog niet tot
het prediken van onwaarheid verplicht te
wezen, mits prediker en hoorders onwaar zijn
in hun doen. Wie weet, wat God nog doen
zal.
Nog eenmaal zij ons vergund, het antwoord
te vernemen van Ds. Gispen
»Nu kan men zeggen bij den Heere is
geen ding te wonderlijk en geen ding is bij
Hem onmogelijk maar men kan ook vragen
is het geoorloofd God te verzoeken Mag ik,
als ik naar Haarlem moet, willens en wetens
in den trein stappen voor Amersfoort, zeg
gende God is machtig mij met dezen trein
te Haarlem te brengen
F.
Paaschfeest nadert. En met Paaschfeest de
dagen, waarin zoo velen in onze Nederd.Geref.
Kerken belijdenis, publieke belijdenis huns ge-
loofs zullen afleggen. Moge toch alom in onze
Kerken bij onze jongelingen en jongedochters
het besef leven, dat het te doen is om de
belijdenis van het zaligmakend geloof en den
toegang tot des Heeren Heilig Avondmaal.
Geve de Heere, dat deze dagen, dagen van
heiligen ernst mogen zijn voor allen, die zich
opmaken om 's Heeren Naam publiek in de
gemeente te belijden.
Voor velen, die verre staan van de Gere
formeerde Kerken zijn de dagen die naderen,
desgelijks gewichtige dagen.
Want er zal aangenomen worden. Er zal
bevestiging plaats hebben. Een breede schaar
van jonge mannen en vrouwen staan gereed
om als nieuwe leden te worden opgenomen in
het Genootschap voor godsdienstige doelein
den, bekend onder de naam van Hervormd
Kerkgenootschap. Het is te vreezen, dat velen
zich zullen doen aannemen om van de cate
chisatie af te zijn dat anderen de aanneming
zoeken omdat het »toch eens eindelijk" hun
tijd wordtdat wederom anderen, die er
anders nooit toe komen zouden, nu het lid
maatschap zoeken ter wille van ouders of
voogden en het is te vreezen, dat er ook zijn,
die komen omdat zij niet weten, waarom zij
zich niet zouden laten aannemen.
Maar gewis, ook in het Genootschap zijn
er in deze dagen velen, die zich ernstig voor
bereiden om straks belijdenis huns geloofs af
te leggendie zeer begeeren om aan des
Heeren tafel zijnen dood te verkondigen en
hun geloof te versterkendie opgegroeid bij
het denkbeeld, dat aan het lidmaatschap van
het Hervormde Kerkgenootschap voorrechten
zijn verbonden, nu ook in die voorrechten
willen gaan deelen.
Arme zielen.
Ja, zij zullen belijdenis afleggen huns geloofs.
Maar terstond daarna zullen zij zich ver
binden om naar hunne belijdenis niet te leven,
door gehoorzaamheid te beloven aan de Gods
Woord verwerpende reglementen.
Ja, zij zullen toegang krijgen tot des Hee
ren tafel, maar tegelijk met hen zal toegang
krijgen tot die tafel een menigte, die Gods
Woord lastert en het bloed des kruises veracht.
Aan ééne tafel zullen zij mogen aanzitten,
van één brood nemen, uit éénen beker drin
ken met degenen, die er geen geheim van
maken, dat zij niets gelooven van een bloed
gestort tot verzoening der zonden.
En ja, zij zullen ^lidmaten" worden van
het Hervormde Kerkgenootschap en deelen in
deszelfs voorrechten. Maar welke zijn die voor
rechten
Ziet ze hier. Eenmaal aangenomen, hebben
zij het voorrecht leden te zijn van een Ge-
nootschapdat nu 70 lange jaren de Kerken
verwoestte een genootschapwaarin na moei
gistenwat gist in de wereld dat getiranniseerd
wordt door besturendie zich de macht van
den Christus aanmatigendat de getrouwe be
lijders uitwerpt en van alles berooftdat in
zijn schoot plaats heeft voor atheïstenmodernen
groningersethische schriftbestrijders en gerefor
meerde belijdersdat de sacramenten doet ont
heiligen en aan eenen loochenaar van den Chris
tus den voorzitterstoel aanbiedt in het hoogste
bestuurscollege zijner hiërarchie., de Synode.
Zij hebben dan het voorrecht van te mogen
komen onder het gehoor van predikanten,
die de waarheid mogen verkondigen, maar
ook de leugen.
Zij hebben dan het voorrecht van te mogen
zien hoe in dit Genootschap voor niemand
rechten" zijn dan voor »de Besturen" en
ook het voorrecht van dit te mogen onder
vindenzoo zij maar iets doen, aan deze Be
sturen niet aangenaam. Zij hebben dan het
voorrecht van te mogen klagen over de zonden
in dat Genootschap van te mogen aanwijzen
hoe het tot beterschap zal moeten komen,
maar tegelijk het voorrecht van niets te mo
gen doen ter wegneming van de ongerechtig
heden.
Welke voorrechten
En al deze voorrechten ontvangen deze
nieuwe leden nu omdat zij in de ure der be
vestiging bij de beantwoording der vragen,
die dan gedaan worden, in één antwoord te
gelijk den Christus zullen belijden en verloo
chenen.
Gij, die dit leest hebt dan deernis met hen,
die met wat goede bedoelingen ook door an-
ren misleid, en zich zei ven bedriegende, staan
naar »de voorrechtenvan het Hervormde
Kerkgenootschap.
Waarschuwt toch. Weerhoudt toch.
Misschien zal uw ernstig woord nog enke
len dezer »aannemelir,gen" terug kunnen
houden van den zondigen stap.
Waar gij dan iets vermoogt, doet het
daar, opdat toch niemand ongewaarschuwd
in zoo zondig eenen weg, kome tot de schrik
kelijke voorrechten" van het Hervormde
Kerkgenootschap.
Niemand mag den Christus belijden en ver
loochenen tegelijkertijd.
Dit wordt gedaan bij de bevestiging in het
Hervormde Kerkgenootschap.
Niemand mag staan naar zondige voorrechten.
Naar zulke voorrechten staan zijdie lid
zoeken te worden van het Hervormde Kerk
genootschap.
Waarschuwt dan met al den ernst, die in
u is, opdat gij anderen terughoudt van te
zondigen en om uwe eigene ziel rein te hou
den van de ongerechtigheid uws broeders.
Als wij de hartverscheurende berichten lezen
uit het neutrale Haagsche krankzinnigenge
sticht, hoe hebben wij den Heere dan te
danken, dat juist in eenen tijd, waarin zulke
dingen aan het licht komen, Zijn Geest de
zijnen wederom dringt om het werk der kran-
kenverpleging ter hand te nemen.
Veldwijk staat reeds jaren. Maar ook
zusterstichtingen, de eene in Zuid-Holland,
de andere in Drenthe zullen straks, als het
den Heere belieft, voor onze krankzinnigen
geopend worden.
Voor doofstomme kinderen ontvingen wij
»Effatha." Voor idioten »'s Heeren Loo." Voor
lijders aan slepende kwalen de stichting »Eu-
dokia" te Rotterdam. In de classes Amers
foort en Utrecht maken de kerken zich op
om door diaconessen voor krankenverpleging
te zorgen. Amsterdam gaf reeds sinds maan
den het voorbeeld. Den Heere de eer, dat
het werk der barmhartigheid losraakt uit de
banden.
Danken wij hem er voor
Komt die dank ook uit in onze gaven voor
al deze stichtingen
Is er een stil offeren voor dit stille werk
of moet altijd eerst de collecte afgekondigd
zijn in het kerkgebouw
Is ons oor gesloten tot dat uur, ofschoon
er zooveel ellendigen zijn die roepen
Wat doen wij toch voor al deze stichtingen
Ze zijn ons gegeven. Maar ze zijn ons
gegeven, opdat wij ze dragen zouden ook door
het geld, dat ons gegeven werd.
En de Heere zegt: voor zooveel gy dit
éénen van deze mijne minste broeders gedaan
hebt, zoo hebt gij dat mij gedaan.
Vergeten wij het toch niet. W.
Ned. Geref. Kerken.
Berospen te Zwolle C. W. E. Ploos van
Amstel te Gerkesklooster. Te Capelle a.d. IJs~
sel A. L. Ruijs, Cand. a. d. Vrije Univ.
Aangenomen naar Leiderdorp door F. H.
Woudstra te Maassluis.
(Chr. Geref. Kerk.)
Beroepen te Goes C. v. Proosdy te Baarn.
Aangenomen naar Garrelsweer door K. M.
R. Veldman te Arum.