Zuidsr Kerkbode BIJVOEGSEL. behoorende bij de vau Vrijdag 18 Maart 1802. MEMOR1E van de Deputaten in zake de vereeniging der Gereformeerde Kerkenna onder linge correspondentierespectievelijk aan de Kerkendoor welke zij benoemd warenaangeboden. Deputaten van de Nederduitsclie Gerefor meerde Kerken, Da corrospondentie met de Deputaten der Christelijke Gereformeerde Kerk. oordeelende dat de hun opgedragen last en macht hen toeliet, om, ter voorbereiding van de definitieve vereeniging, bij wijze van cor respondentie te bespreken, welke onderwerpen op de aanstaande Synoden uit den aard dei- zaak in aanmerking zullen komen, en overwegende dat het voor de Kerken nuttig wezen kon, om nog vóór de vergade ringen, die met het oog op de vereeniging staan gehouden te worden, eene opgave van deze onderwerpen te ontvangen, hebben de eer, aan hunne Kerken onder staande hfemorie te doen toekomen, als resul taat van besprekingen, op een tweetal verga deringen te Amsterdam 19 Februari en te Utrecht 4 Maart jl. gehouden. Zij onthouden zich daarbij geheel van eenig oordeel of ad vies alleen noemen zij de onderwerpen, en voegen er telkens eene korte toelichting aan toe. Als inleiding ga hierbij voorop eene korte Resumtie van hetgeen door beide Synoden, te Leeuwarden en te 's Gravenhage reeds overeengekomen is. Nu het Reglement van 1869 voor de Chris telijke Gereformeerde Kerk in dien zin gewij zigd is, dat de Kerkenorde van Dordrecht 1618/19 de plaats daarvan inneemt en den dienst daarvan vervult, en daarmede naar het oordeel van Deputaten der Ned. Gereformeerde Kerken voldaan is aan de voorwaarde, door de Synode te 's Gravenhage gesteld moet uit gangspunt van alle verdere bespreking en nau were vereeniging de grondslag zijn, waarop de beide Synoden te Leeuwarden en te 's Gra venhage zich hebben geplaatst. Daarbij hebben de Kerken van beide groe pen over en weer elkander erkend als Gere formeerde Kerken naar Belijdenis en Kerken orde. Zij hebben niet gestreefd naar een een stemmig oordeel over elkanders oorsprong en verleden. Veeleer hebben zij de verschillende methoden van reformatie aan ieders consciëntie overgelaten, en slechts waarborgen tegen krenking van elkanders overtuiging gezocht. Maar elkaar over en weer erkennende, gelijk zij op dit oogenblik zich aan elkander aan boden, hebben zij aan lidmaten, leeraren, can- didaten, ambten, attesten en tucht gelijke rechten en geldigheid toegekend. Zij namen saam het besluit, om na de vereeniging geen Kerkeraden meer te formeeren in plaatsen, waar reeds eene door haar erkende Gerefor meerde Kerk bestaat. Zij bepaalden dat de leden der verschillende Kerken vrij waren, om na de vereeniging te blijven waar zij voor dien tijd kerkelijk behoorden. En zij hebben eindelijk beide het beginsel aanvaard, dat de Kerken eene inrichting moesten heb ben voor de opleiding harer leeraren, ten minste wat de godgeleerde vorming betreft maar daarnaast tevens uitdrukkelijk het be ginsel van vrije studie gehandhaafd. De onderwerpen, waarop de aandacht dient gevestigd te worden, zijn elf in getal I. De grensregeling der plaatselijke Kerken. Toelichting. Om van den gelegden grond slag uit tot een nauwere vereeniging te ko men, zullen de kerken de grenzen moeten regelen, die de plaatselijke kerken (gemeenten) van elkander scheiden. Thans loopen deze dikwerf uit- en dooreen. Wel lieten de sy noden te Leeuwarden en te 's Gravenhage aan de leden de vrijheid, om na de vereeniging te blijven onder den kerkeraad, onder wien i zij vroeger stonden. Maar voor het vervolg is regeling der grenzen toch dringend noodig. Zonder twijfel behoort deze zaak in de eerste plaats tot de werkzaamheid der verschillende dassen. Maar het is toch wenschelijk, dat de synoden de beginselen aangeven, waarnaar deze regeling in iedere classe, en dus zooveel mogelijk overal in gelijken zin en geest, ge schieden zal. Er kan immers te rade gegaan worden met de oude historische en met de burgerlijke grenzen. Men kan ook trachten, zooveel doenlijk bestaande en gemakkelijk aanwijsbare grenzen te bandhaven. En ein delijk kan men ook rekening houden met de roeping, om op alle plaatsen de gemeente Gods tot openbaring te brengen. 2. Roeping onzer Kerken tegenover deGerefor- meerden, die nog niet met ons vereenigd zijn. Toelichting. Beide synoden hebben erkend, dat de gereformeerde kerken in historische betrekking staan, tot die aloude gereformeerde kerken, wier eens zoo deugdelijke formatie in het Nederlandsche Hervormde Kerkgenoot schap is te gronde gegaan. En beide hebben de bijzondere verplichting gevoeld en uitge sproken, welke op onze kerken rust tegenover allen, die in dat genootschap zijn achter ge bleven, of reeds op eene of andere wijze zich daarvan hebben losgemaakt. Er volgt daaruit, dat op plaatsen, waar nog geen gerefor meerde kerkeraad met ons in verband kan treden, zoolang moet worden gearbeid, tot ook daar de reformatie worde ter hand geno men. Ook deze roeping gaat zeker allereerst de classen aan. Deze zullen ook hebben te regelen, op wat wijze nu reeds opgetredene, of nieuw optredende gereformeerde kerkeraden in het verband der gereformeerde kerken kun nen worden opgenomen. Maar de synoden behooren de roeping toch uit te spreken en aan te dringen, die te dezen aanzien op alle kerken afzonderlijk en gezamenlijk tegenover de achtergeblevene gereformeerden rust. 3. Ineensmelting der plaatselijke Kerken. Toelichting. Ter plaatse, waar twee el kander erkennende Gereformeerde Kerken zijn, vindt de vereeniging haar einddoel alleen in volledige samensmelting. Met wederzijdsche erkenning en correspondentie mag men naar gereformeerde beginselen op den duur niet tevreden zijn. Natuurlijk raakt ook deze zaak in de eerste plaats de plaatselijke kerken en de classen. Maar er kunnen zich bij deze ineensmelting moeilijkheden voordoen, waarop de Synoden zullen hebben te letten, en die zij misschien door eenigen goeden raad of voor slag, oi ook door het benoemen van eene Commissie van advies, kunnen verminderen of uit den weg helpen. Vooral het verschil in de wijze, waarop de kerken tot dusver haar financieel beheer voerden, kan bezwaren voor de ineensmelting opleveren. Eenerzijds toch zijn de Kerkeraden als zoodanig met deze administratie belast. Andererzijds behelpt men zich met de Kerkelijke Kassen, welke als een maatregel voor de rechtszekerheid der goederen dusver niet scheen te kunnen wor den gemisten, ook al streeft men er naar haar zoo spoedig mogelijk overbodig te maken, toch nog tijdelijk zal moeten worden geduld. Indien om deze of andere redenen ineensmel ting vooralsnog niet is te verkrijgen, zal de Synode een leiddraad moeten aangeven voor de wijze, waarop correspondentie tusschen de plaatselijke kerken kan aangegaan en onder houden worden. 4. Saamvoeging der Kerken in Classen en Provinciën. Toelichting. Een ander onderwerp, dat de aandacht der Synode vragen zal, is de saam voeging in classen en provinciën. Reeds de aanstaande Synoden zullen deze zaak ter hand moeten nemen, en eene voorloopige regeling moeten vaststellen, opdat de eerstvolgende classikale en provinciale vergaderingen ter stond naar die nieuwe regeling kunnen samen komen. Deputaten zullen daarom ook eene schets van zulk eene groepeering in gereed heid brengen, opdat de Synoden, in verband met de instructiën der mindere vergaderingen, daarvan desverkiezende zich bedienen kunnen. Ook bij deze regeling zal men rekenen kun nen met de oude historische, met de burger lij ke, of met andere duidelgk aanwijsbare grenzenvoorts met plaatselijke ligging, af standen, reisgelegenheden enz. Tevens zullen de Synoden, om de vereeniging in werking te doen treden, voor de eerste maal in iedere classis en provincie eene kerk moeten aanwij- zeu, die de eerstvolgende classikale en pro vinciale vergaderingen samenroept. Natuurlijk is heel deze regeling eene voorloopige. Elke latere kerkelijke vergadering heeft onverkort het recht, om veranderingen voor te stellen. Maar deze eerste en eenige maal moeten de Synoden deze zaak regelen, om de vereeniging in de practijk in werking te doen treden. 5. Huishoudelijke Bepalingen. Toelichting. Beide groepen van Kerken hebben allengs verschillende huishoudelijke Bepalingen gemaakt. Wijl voortaan de regee ring der Kerken naar éénen regel behoort te geschieden, moet ook in die Bepalingen over eenstemming worden gebr cht. Wat in die Bepalingen beiderzijds gelijk is, zou bijv. voor- loopig van kracht kunnen blijven wat met elkander strijdt, voorloopig opgeschort; en het overige door de Synoden of door eene daartoe benoemde Commissie uitgezocht en geschift kunnen worden. Verschillende zaken verlangen hierbij terstond eene regeling door de Synoden, als b.v. hoe voortaan de afvaardiging naar classen, provinciën en synode geschieden zal, hoe de kosten zullen gedragen worden enz. voorts hebben ook de classen en provinciën hier en daar nog hare huishoudelijke bepalin gen maar deze hebben zij zelve, zoo noodig, op hare eerste samenkomsten te herzien. 6. Naam der vereenigde Kerken. Toelichting. De naam, dien det hans zich vereenigde Kerken dragen, is verschillend, en moet na de vereeniging voor allen dezelfde zijn. Wat zij nu reeds in haar naam gemeen schappelijks hebben, is de be voeging van Ge reformeerde." De Synoden zullen hebben te beslissen, of hieraan nog eene nadere bepaling, Vereenigde, Christelijke, Nederduitsche of dergel. zal moeten toegevoegd worden. Daar bij zal slechts alle schijn te vermijden zijn, dat de eene groep van Kerken in de andere over gegaan en opgenomen zij. Zoodra de vereeni ging definitief is gesloten en de naam is vast gesteld, zullen de beide Synoden hiervan ken nis moeten geven aan de Regeering, met vermelding dat de Chr. Geref. Kerk en de Nederd. Ger. Kerken voortaan in vereeniging met elkander onder dezen nieuwen gemeen- schappelijken naam wenschen te leven. Daarbij zullen de Synoden er de aandacht op moeten vestigen, dat twee kerken ter zelfder plaatse, zoolang zij niet ineensmelten, aan den gemeen- schappelijken naam nog eene onderscheiding moeten toevoegen, ontleend aan straat, gracht, adres van den kerkeraad of dergelijke. 7. Officieel Orgaan. Toelichting. Tot dusver werden Bazuin en Heraut gebruikt als het officieel orgaan van de Chr. Ger. Kerk en van de Ned. Geref. Kerken. Ook hierin zal, zoo mogelijk over eenstemming moeten gebracht worden. En tevens zullen de synoden een zegel moeten aannemen, dat als symbool voor de gezamen lijke kerken geldt. 8. Opleiding van Predikanten. Toelichting. De synoden te Leeuwarden en te 's Gravenhage hebben beide het beginsel gehuldigd, dat de kerken zelve eene inrichting moeten hebben voor de opleiding harer Die naren, althans wat de godgeleerde vorming betreftmaar beide tevens ook het beginsel van vrije studie erkend en gehandhaafd. De bestaande toestand is daarmede beiderzijds aanvaard. Die toestand is echter zeer ver schillend de opleiding der aanstaande Bedie naren des Woords loopt ver uiteen. Propae- deuse, tijd van studie, praeparatoir-examen, optreden in de gemeente, examens aan de scholen en in de classen, peil en omvang der examens zijn in de beide groepen van kerken geheel anders geregeld. Ook hierin zal, al thans op den duur, overeenstemming moeten

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 5