Uit Kerk en School. Onlangs stond op zekeren scheurkalender te lezen, dat men de bekeering wel eens had omschreven door te spreken van een hart, dat verbroken is vanwege de zondeen een hart, dat gebroken heeft met de zonde. Een om schrijving, die vrij wel weergeeft, wat in vraag en antwoord 89 van onzen Catechismus over het eerste stuk van de waarachtige be keering des menschen gezegd wordt, en waar mede de tweeledige beschrijving der opstan ding van den nieuwen mensch in vraag en antwoord 90 evenwijdig loopt. Niet om een louter formeel gebroken heb ben met de zonde, is liet te doen. Integen deel dit gebroken hebben met de zonde, moet voortspruiten uit een verbroken zijn van wege de zonde. Zoo dit niet het geval is, is het gevaar verre van denkbeeldig, dat de ontzettende gelijkenis van Mattheus 12 43—-45 hier van toepassing zou zijn. Gelijk men soms kan meenen, zich tegen een nade renden bosch- of prairie-brand te beschutten door een kleinen brand te stichten, en daarna daar zich veilig te stellen, gaat soms de eene zonde, schijnbaar ons ten heil, de andere te keer. Of om een eenvoudiger beeld te kiezen gelijk menigeen, die anders niet rookt, rookt in gezelschap van rookers, om geen last te hebben van het rooken zijner omgeving, werpt soms in krijgslist de eene duivel den anderen uitde gierigheid den drankduivel, bijvoorbeeld. Maar het huis blijft ledig. De duivel is niet waarlijk uit geworpen, al is het huis met bezemen ge keerd en versierd. Hij is niet door het bin nendringen van den Heiligen Geest verdron gen. De tijdelijke vrijmaking was geen waarlijk vrij zijn". Het kwam niet door vrijmaking tot vernieuwing, tot reformatie des harten. Het was een reformatie als die van Juda onder Josia. Derhalve keert de booze geest met rijker ervaring, erger boos heid, en grooter macht terug, zoodra hem dit behaagt. Verbroken zijn vanwege de zonde en dat wel zóó, dat er geen wanhoop maar, juist omgekeerd, een gebroken hebben met de zonde uit voortkomt is onloochenbaar een werk van de Genade des Heiligen Geestes. Deze nu doet Zijn Goddelijk werk niet ten halve. Hij bewerkt dus bij het negatieve (afsterving van den ouden mensch) tevens het positieve »een hartelijke vreugde in God door Christus, •en lust en liefde om naar den wille Gods in alle goede werken te leven." Tengevolge hiervan kan men van reforma tie in ruimen of engereren zin spreken ook op het gebied der Kerk. Men kan spreken van reformatie in den zin van breuke met het kerkverband. Maar ook van reformatie in den zin van breken met de zonde eener Kerk, afgezien van de vraag, of men al dan niet het kerkelijk verband verbreekt, de ker kelijke organisatie wijzigt. Neemt men nu gelijk vaak geschiedt reformatie in den engeren zin, dan dreigt het gevaar van enghartige zelfgenoegzaamheid, en wordt ten slotte het zoo gevormde heilige kringetje een ledig huis" in den zin der ge noemde gelijkenis. Neemt men het woord reformatie in den ruimen zin, dan moet het opkomen uit ver broken zijn van wege de zonde," en derhalve leiden tot een telkens vernieuwd breken met de zonde." Zoo komen beide het vvergeef ons onze schulden" en het »Uw Naam worde geheiligd" tot hun recht; zoowel, wanneer men den weg van vrijmaking van eenig ver dorven kerkverband inslaat, als wanneer men - bij goede ordening der kerken inwen dige verkeerdheden wegdoet. Vandaar, dat wij tusschen vrijmaking" als middel en refor matie" in dezen ruimen zin des woords als doel hebben onderscheid gemaakt. »Ziet gij wel?" roept nu triomfantelgk een Broeder of Zuster, die nog onder het Genoot schap beklemd zit. »Zóó willen wij het nu Reformatie zonder vrijmaking uit eenige Kerkelijke organisatie. Al deze strijd en op schudding der doleantie is onnoodig. Indien wij leefden in de dagen onzer vaderen, toen Rome de vrije verkondiging des Woords be lette, zou het iets anders zijn. Maar in ons Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap mag gelukkig de waarheid vrij uit worden verkondigd Of deze roem gegrond is, raag met eenig recht worden betwijfeld. Of inderdaad vrij uit de waarheid mag worden verkondigd, is wel eens minder dan twijfelachtig gebleken. Maar indien wij hiernaar niet eens onder zoeken, indien wij nu maar eens toegeven, dat deze roem gegrond zou zijn, is dan door onze Broeders en Zusters het pleit voor hun genootschap gewonnen Geldt dan ten eerste voor hen niet het woord des Heeren, dat indien één lid lijdt alle leden mede lijden Dat één Achan ge heel Israël doet schuldig staan Zijn zij al wordt dan door hen of tot hen de waar heid gepredikt - dan vrij van medeschuld, de wegens den zielenmoord door onoreloovigen en dwaalleeraren (die immers óók vrijuit mogen prediken" op duizenden bij duizen den met steun van ditzelfde Genootschap ge pleegd Wanneer het woord in »De Ne gerhut" juist is dat de goede vriendelijke en fatsoenlijke slavenhouders de kurk zijn, waarop de slavernij drijft, en waardoor dus de gru welen der wreede en lage slavenhouders mogelijk blijven, hoe is het dan gesteld met de verantwoordelijkheid der niet-ongeloovige leden van het Genootschap ten aanzien hun ner socialistische, spiritistische, atnëistische, en dergelijke ambtgenooten of medeleden Daarbij is onmogelijk, dat in het Genoot schap de gelieele waarheid vrij uit gepredikt worde, tenzij voor een korten tijd door zulke predikers die om hun trouw weldra uitge bannen en naar de vrijgemaakte Kerken heen gedreven worde. Antinomianisrae, dat zich valschelijk tooit met den schijn van Gereformeerdheidon kunde, die in schuldige onwetendheid de be twiste punten óf verwringt óf verzwijgtof een onbewimpeld erkend afwijken van de oude beproefde paden, ziedaar het eenig-mogelijke in deze. Tenzij men met volle verkrachting der Consciëntie zou wagen, der Gemeente een >Doe naar mijn woorden, maar niet naar I mijn werken" toe te roepen, is prediking der volle waarheid onder de organisatie van 1816/52 onmogelijk. Hoe zal men Galaten 18> 92 Johannes 10, 11, enz. behande len en tegelijk de leervrijheid der ongeloovi- gen dulden Hoe Mattheus 18 en tegelijk het tuchtver- zuim Hoe Jesaja 33 22 en tegelijk de ty- rannie der Besturen Hoe 1 Corinthe 11 en tegelijk de ontheiliging der Sacramenten Is niet eerlijker en begrijpelijker, dat een [,Ger. predikant in het Genootschap naar mij I gemeld werd bij de behandeling van den I Catechismus den Zondag over de sleutelen I des hemelrijks eenvoudig oversloeg als onbe- I handelbaar Ten overvloede is het een vreemde roem, I te zeggen »Hier mag de waarheid verkon- I digd worden. Te erger, waar het gaat om de eere Gods en om het eeuwig wel of wee I van duizenden zielen Is dan de vraag van I waarheid of leugen hier zulk een bijzaak, i dat het aan uw keuze wordt overgelaten, of I gij leugen of waarheid wilt hooren of spre- I ken Ligt in zulk een »hier mag men j waarheid spreken" niet opgesloten: shier I mag men, desverkiezende, ook liegen". Wie j zou willen eten aan een open tafel, waarvan als keukenregel bekend was»Hier mag ge- j zond voedsel gebruikt worden bij de toebe- I reiding der spijzenmaar desverkiezende (en I dit geschiedt zeer vaak) ook vergif' Wie I zijn zoon aan een inrichting toevertrouwen, waarvan het reglement bepaalde »De onder- I wijzers mogen hun leerlingen goed onder rich- I ten maar desverkiezende ook wel geheel verkeerd Hoe zal Hij oordeelen, Die lust heeft aan waarheid in het binnenste, Hij, die kwam I om der waarheid getuigenis te geven, wan- I neer men in Zijn kerk alzoo aan waarheid I en leugen gelijke rechten toekent F. De collecten voor de proceskosten moeten de Kerken uit. Wanneer Over zes of zeven jaar, gerekend naar den geringen ijver, die er is om deze eereschuld te delgen Neen, maar vóór de Synodale vergaderin gen op Dinsdag 7 Juni a. s.voor de ko mende vereeniging. Met een schuldenlast van f20,000 kunnen wij niet komen om aan broeders de rechter hand der gemeenschap te geven. Zoo doen gereformeerde Kerken niet. Die f20,000 moeten dus weg. Is het niet erg, dat sommige Kerken gezegd hebbenwij zijn niet in processen gewikkeld geweest en collecteeren dus ook niet voor pro ceskosten Is het niet erg tegenover dit woorddient elkander door de liefde Is het geen schande, dat er stemmen zijn opgegaan, die zeiden waarom niet liever alles aanstonds overgegeven Collecteer niet voor deze moedwillig gemaakte kosten. Alsof de goederen door Christus aan Zijne Kerken waren toebetrouwd om ze over te geven aan indringers en niet om ze als ge trouwe Kerken tot het uiterste toe te bewa ken en te' beschermen. Die zóó spreken, zijn zij kinderen van va deren, die zoo lange jaren gestreden hebben, toch niet alleen voor vrijheid van geweten, maar ook voor huis en goed Is het niet smartelijk geweest om te zien, dat er Kerken waren, die zoo lichtzinnig weg eenvoudig verzuimden te doen, dat wat zij zelve mede besloten hadden in synodale ver gaderingen, nl. om viermaal 'sjaars te col lecteeren voor de proceskosten Het is droevig, dat dit voorgekomen is in Kerken, die zoo even den voet gezet hebben in den weg der reformatie Maar laat het nu uit zijn. Geheel uit. De f20,000 moeten weg. En zij kunnen weg, als elke Kerk doet naar vermogen. De grootere meer, de kleinere minder. De Heraut zegt er van nam bv. Amster dam f4000, Rotterdam f2000, Den Haag, Utrecht en Arnhem elk f 1500 over, zoo zou dit saam reeds ruim de helft bedragen. De Kerken van mindere financiëele kracht, maar die toch over zekere geregelde financi- eele inkomsten beschikken en die een vijftig in getal zijn, konden een som van f 1000 af loopend tot f100 voor zich nemen en saam alzoo voor een zes duizend gulden goedspreken. En zoo zou dan voor de ruim 200 kleine Kerken slechts f4000 overblijven, wat neer zou komen op bijdragen van f 60, f 50, f25, f10 of f5. Dit is zeer wel te doen en zou ons tevens ééns voor goed van onze lastige collecten voor de proceskosten afhelpen. Tot zoover de Heraut. Is het zóó niet goed? Zou het zóó niet kunnen In elk geval znllen deze proceskosten nu in onze Kerkeraadsvergaderingen ernstig aan de orde moeten gesteld worden. Misschien zullen op de a. s. classicale ver gaderingen de Kerken overeen kunnen komen, voor welk betamelijk deel elk der Kerken zal instaan ter uitdelging. Want weg moeten deze proceskosten. En waar een wil is, daar zal ook een weg zijn. Als wij ons ook hier mogen opmaken, zal God van den hemel het ons ook in deze zaak doen gelukken. W. Volgens officieel bericht van de Classis Amsterdam der Chr. Geref. Kerk is de van zijnen dienst afgezette predikant P. M. Ocht- man in de volle bediening van zijn ambt, als dienaar des Woords in de Christelijke Gereformeerde Kerk hersteld. Het adres van Ds. P. M1 Ochtman is Nassaukade 28 Amsterdam.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 3